Omdat de gemeente zelf na de oorlog niet meer bouwt, gunt ze in het kader van de stadsvernieuwing de bouw van in totaal 85 nieuwe woningen in de Hortusbuurt aan de Stichting Groninger Woningbouw Concordia. De bouw begint in 1982 en in januari 1984 zijn er op acht plekken in totaal 74 woningen gereed. De bouw van elf woningen aan de Grote Leliestraat is dan nog aan de gang.
Nieuwsblad van het Noorden, 19-5-1982
Concordia is in 1919 ontstaan op initiatief van Henricus Franciscus van der Horst. Hij is in 1874 in Cothen geboren en in 1897 tot priester gewijd. Van der Horst is eerst kapelaan in Deventer en Montfoort en vanaf 14 mei 1909 van de St. Martinus parochie in de stad. Hij wordt tevens voorzitter van de vereniging ‘Katholiek Leven’. In 1912 krijgt hij opdracht in het ‘noorderkwartier’ een nieuwe parochie te stichten. Binnen de kortste keren heeft hij genoeg geld bij elkaar ‘gebedeld’ voor de bouw van een kerk en pastorie. Begin mei 1913 legt deken W.F.A. Elsen de eerste steen voor de Heilig Hartkerk aan de Moesstraat en in november is ‘De parochie van het Allerheiligste Hart van Jezus’ een feit met Van der Horst als pastoor. Zijn eerstvolgende bouwactiviteit is de realisatie van een ‘RK-jongens en meisjesinternaat’ nabij de kerk in 1916-’17. Een blijvende herinnering aan de woningbouwvereniging is de door haar tussen 1921 en ’24 volgebouwde Concordiastraat. Overigens bouwt Concordia in die jaren ook aan de Fruit-, Ooft- en Bessemoerstraat. Ook na het vertrek van Van der Horst in 1927 naar Beltrum, blijft Concordia actief. Zo worden in de jaren dertig 184 woningen gebouwd in de Oosterparkwijk rond de St. Franciscuskerk.
Na de oorlog neemt de invloed van de woningbouwverenigingen af. Het bestuur van Concordia reageert daar in 1955 o.a. op met de opmerking: ‘ De toewijzing van woningen door het Huisvestingsbureau aan door ons niet gewenste huurders, brengt een goede woning meermalen in gevaar, doordat vele van deze gezinnen nog nimmer een goede woning in gebruik hebben gehad’. Hoewel het aantal katholieke huurders steeds kleiner wordt, blijft Concordia tot in de jaren zestig streven naar de bouw van woningen in de buurt van parochiekerken. Na de vaststelling van de uitbreidingsplannen deelt de gemeente bouwgrond uit aan onder andere de corporaties. Zo kan Concordia bijvoorbeeld bouwen in Corpus den Hoorn. Overigens komen woningbouwverenigingen die het algemeen belang dienen gemakkelijker aan bouwterreinen dan de ‘verzuilde’ verenigingen als Concordia en Patrimonium. Daardoor onder andere krijgt Volkshuisvesting (zie Uitgelicht) de kans veel meer te groeien.
Net als de andere woningbouwverenigingen krijgt ook Concordia vanaf de jaren zeventig een rol in de stadsvernieuwing. Nadat de gemeente een groot aantal woningen in de Hortusbuurt heeft verworven en afgebroken, mag Concordia er bouwen. Verder renoveert de corporatie in de Grote Leliestraat bijvoorbeeld het Sint Martinus- als het Middengasthuis. Op 1 januari 1993 houdt Concordia op te bestaan en gaat samen met de ‘Maatschappij tot Verbetering van Woningtoestanden’ onder de naam ‘De Huismeesters’.