De in 1816 in de stad geboren timmerman Johannes Hoekzema trouwde in 1843 in Groningen met Antje Kornelis Brands (geb. 1816 in Sauwerd). Het volgende jaar kochten zij Nieuwe Boteringestraat M 137 (nu nr. 88), waar op 7 september van dat jaar Kornelis werd geboren, genoemd naar haar vader. Toen er inmiddels drie kinderen waren (Gerhardus 1846 en Jacoba 1850) bouwde hij in 1851 achter op het perceel, dat doorliep tot aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, twee huisjes (latere nrs. 109 en 111). In 1853 werd vierde kind Hindrik geboren. In 1870 verving Johannes het woonhuis aan de Boteringestraat door twee huizen en bouwde erachter een werkplaats (toen E 1312 tm 1314). Van Johannes zijn verder huizen buiten de vesting bekend. In 1886, toen Johannes en zijn vrouw met jongste kind (Willem 1858) verhuisden naar Termunten, verkocht hij de panden aan de Nw. Boteringestraat.
De zonen Kornelis en Hindrik traden min of meer in vaders voetsporen. De laatste verbouwde bijv. in 1906 het schoolgebouw Guyotplein 5 en bouwde onder andere met z’n broer in het Zuiderpark. Kornelis, die in tegenstelling tot Hindrik een groot deel van zijn leven in de ‘Niewe Stadt’ bleef wonen, liet daar ook meer sporen na. Hij werd eerst ‘timmermansleerling’, maar toen hij in 1868 trouwde met de in Garsthuizen geboren Trijntje (Werumeus) Buning noemde hij zich al architect. Hij kocht dat jaar Nieuwe Ebbingestraat O 13 (nu nr. 83) en herbouwde het een jaar later (kadaster art. 8854).
Advertentie in De Standaard, 4-1-1876
Bij Kornelis’ eerste bouwactiviteiten hoort de bouw van zeven kamers en de verbouw van een huis in 1869, op een dat jaar gekocht perceel op de plek van het huidige Grote Leliestraat 27 (latere Cremers Gasthuis). Verder ontwierp hij bijvoorbeeld in 1885 de woningen Nw. Kijk in ’t Jatstraat 59 tm 69, op de plek van de voormalige schouwburg. De volgende jaren was Kornelis vooral erg actief op de grond- en huizenmarkt. Zo kocht hij in 1886 en ’87 bouwgrond in het Verlengde van de Nieuwe Ebbingestraat, de voormalige vestinggrond, maar bouwde er uiteindelijk niet zelf (kadaster art. 13022).
Zijn plan voor een nieuwe Chr. Gereformeerde kerk aan de Nieuwe Ebbingestraat ging in 1888 niet door, maar Kornelis mocht een aantal jaren later wel aan de slag voor twee succesvolle buurtgenoten: hij bouwde in ’91 voor Niemeijer aan het Nw. Kerkhof en er ernaast in ’94 een uitbreiding voor Fongers (en later voor beide fabrikanten elders ook de nieuwe fabrieksgebouwen). In 1893 ontwierp hij Nw. Ebbingestraat 102 en koos de ‘Vereniging tot Chr. Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland’ de Nederlands- Hervormde Hoekzema bovendien uit om ‘Dennenoord’ te ontwerpen. Mogelijk deed de jongste van zijn vier kinderen, de in 1875 geboren Gerhardus Kzn., daar ook al aan mee. Die was namelijk in oktober 1892 in Delft bouwkunde gaan studeren. In 1896 werkten ze in elk geval samen aan het ontwerp van de nieuwe Fongersfabriek (tekening van Gerhardus!). Verder in de wijk onder andere in 1900 aan het ontwerp van drie huizen Spilsluizen 15-17/Ossenmarkt 11.
Bouw voor Niemeijer: Nieuwsblad van het Noorden, 14-1-1891
Kornelis woonde met z’n gezin tot begin jaren tachtig Nw. Ebbingestraat O 13 (nu nr. 83). Hij werd ook bestuurlijk actief, bijv. als boekhouder van het Groene Weeshuis en van januari 1897 tot augustus 1901 in de gemeenteraad. In 1899 bouwde hij voor zichzelf Lopende diep 4. Kornelis overleed in 1911.
Gerhardus Hoekzema Kzn ontwierp in de wijk o.a. in 1914 twee woningen voor het Pieternella Gasthuis (34/47 en 34/49). Hij werd vooral elders actief, o.a. in de Schildersbuurt met de in 1902 door hem opgerichte NV Groningana. Gerhardus overleed in 1935.
G. Hoekzema Kzn. met z’n echtgenote