Janna Kwint (1855 -1931, Groningen) kwam uit een echte schippersfamilie en stond haar mannetje wel. Ze trouwde in 1877 Louwrens Stuitje (1846 Hoogezand) die eveneens zeeman was, net als diens vader Jannes Stuitje. De twee kregen vier kinderen. Datum en oorzaak van het overlijden van Louwrens zijn onbekend, en Janna (toen 42) hertrouwde in 1898 te Groningen ene Lammert Schenkel (30 jaar en geboren te Bedum) .Tijdens de voltrekking van dit huwelijk erkenden beiden hun dochter Johanna Schenkel die al in 1896 werd geboren. Lammert was eerder getrouwd maar weer gescheiden. De reden daarvoor was overspel. En zo was het ook dit keer het geval. In 1899 werd het huwelijk tussen de twee ontbonden met als reden: overspel van de man.

Echtscheiding 1899 ‘op grond van overspel’

Janna’s vader Hendrik Mattheus Kwint (1831-1885) was lid van het Groninger Zeemanscollege en kapitein op meerdere schepen en voer buitengaats naar Engeland, Denemarken en Polen. Toen hij 23 was, luidde zijn signalement: aangezicht rond, voorhoofd breed, ogen blauw, neus dik, mond klein, kin rond, haar en wenkbrauwen bruin. Janna’s moeder was Anna Rasker, wier vader Albert Frederiks Rasker ook schipper was. Anna was in 1835 in Visscherstraat I 117 geboren uit Berendtien Jans Bossien en aangegeven door vroedvrouw Eke Jans Roseboom.

Janna Kwint kreeg meerdere broers en zussen, waarvan een aantal jong overleed. De tweede Albert (1858-1922) richtte het bedrijf KWINT BV op. Na hem werd in 1861 Mattheus geboren. Met zijn moeder, Janna en Albert voer hij met vader mee aan boord van de galjoot ‘Anna Berendina’. Maar het jongetje stierf vijf maanden oud op reis van Groningen naar South Hampton, varende in het Engelsche Kanaal/Noordzee met het gezicht op het eiland Wight, aan de mazelen. Gelukkiger was Janna’s zus Berendtien Kwint (1863-1928). Zij trouwde 31-1-1884 met Hans Bernard Beck (1858-1942) Hans was zelf net als z’n vader Jan Beck schipper geweest, maar ook politieagent. Uiteindelijk werd hij in 1913 conciërge van het Pieternella Gasthuis aan de Grote Leliestraat.

De opa van Janna heette Matthias Hindriks Kwint, geboren te Leek (1802-1853). Hij trouwde Janna Menses Feringa, geboren te Grijpskerk, op haar 19e wat nog minderjarig was. Om te kunnen trouwen moesten de ouders toestemming geven. In haar geval was dat lastig. Het meisje verloor op zes jarige leeftijd namelijk haar vader en vlak voor haar bruiloft overleed haar moeder. De oplossing hiervoor was een familiebijeenkomst in het bijzijn van de ‘vrederegter’. Alle aanwezige familieleden mochten zich uitspreken over het geplande huwelijk. Iedereen was het er unaniem over eens dat het huwelijk doorgang mocht vinden. En zo geschiedde.

Huwelijksacte 29-1-1884

Matthias Hindriks Kwint was net als zijn vader Hindrik Hindriks (1753-1808) ook kapitein en staat als een van de 36 ondertekenaars onder het contract van de ‘Groninger Eendracht’ van het Groninger Zeemanscollege. Daarin wordt afgesproken: ‘Tezamen te verbinden tot een vrije vereniging. De Groninger Eendracht bestaat tot op heden nog’.

(bron: Lotte-Marijn Millar)