De familie Waterberg, van oorsprong schippers, heeft in de stad vooral z’n sporen nagelaten als ‘Waterborg’. Het meest opvallend is daarbij het monumentale pakhuis Lage der A 2.
De in 1759 in Leek geboren Jacob Harms Waterberg trouwt met de 3 jaar jongere plaatsgenote Sjoukje Jannes. Drie jongens uit dit schippersgezin krijgen nazaten die in de ‘Niewe Stadt’ terechtkomen.
Oudste zoon Harm Jacobs (1784-1859) trouwt met Jantje Jans Kraijer (1786-1858) en krijgt meerdere kinderen, waaronder Reinder (geb. 1818), Johannes (geb. 1821) en Harm (geb. 1824). De eerste komt terecht in de Kleine Appelstraat (oude nr. 5) en de tweede in de Grote Leliestraat (huidige nr. 20, zie later). Als Harm in 1845 blokmakersknecht en 21 jaar oud is, trouwt hij de bijna 9 jaar oudere Anna Tjakkes Wieringa (die dan in bezit is van 2 kamers aan de Violetsteeg, zie daar). Het volgende jaar koopt hij drie huisjes aan het begin van de Havenstraat en wordt hun oudste van vijf kinderen geboren. Weer een jaar later breekt hij de huisjes af en vervangt ze door 1 huis. Eerst wonen ze daar, maar als hij in 1851 het huidige nr. 6 bij koopt verhuist het gezin daar heen. Na splitsing van het grote huis in 1854 in de huidige nummers 2 en 4, wordt nr. 2 nog een tijd bewoond door drie van Harms kinderen. Harm bezit ook nog enkele jaren Kleine Appelstraat 13 (zie daar).
De jongste is de in 1856 geboren Harm Jacobs, die bij zijn huwelijk in 1877 zakkenverhuurder is. Hij trouwt met Alberdina Rust, de in 1858 aan het Nieuwe Kerkhof geboren dochter van wagenmaker Jurren Rust. Harm Jacobs vestigt z’n bedrijfje aan de Hoekstraat. In het Adresboek van 1880 worden alle Groningse Waterbergen als ‘Waterborg’ genoteerd. Daarbij valt op dat er vijf in de ‘Niewe Stadt’ wonen, waarbij alleen P.G. Waterborg (Peter Gernand, *1837) geen familie lijkt van de anderen.
Harm Jacobs en z’n echtgenote Alberdina Rust (na haar overlijden in 1899 hertrouwt hij Antje Ramaker) krijgen elf kinderen, waarvan er twee jong overlijden. Hun zonen Harm (geb. 1879), Peter Jurren (geb. 1882) en Berend (geb. 1890) zetten het bedrijf van hun vader voort. Met name Harm maakt het vanaf 1899 groot met zijn broers onder de naam Gebr. Waterborg en met de aankoop van eerst het pakhuis aan de Lage der A en later ook Brugstraat 34. Vanaf 1925 is sprake van ‘Fa. Koos Waterborg, Dekkleeden en Touwwerken’ (naar Jacobus Berend, zoon van Harm) (zie o.a. boek Hoge der A)
‘Stamvader’ Jacob Harms Waterbergs zoon Jannes Jacobs (1787-1865) trouwt in 1813 met Geessien Lammerts Cazemier. Onder hun kinderen zijn Sjouktje Jannes geb. ca. 1814) en Jacob Jannes (geb. 1822), die beiden in de ‘Niewe Stadt’ terechtkomen. De laatste aan de Grote Kruisstraat (oude nr. 4) en de eerste aan de Grote Leliestraat (huidige nr. 19 en 23/4). Aan dezelfde straat wonen ook de neven Gerlof Freerks, een zoon van Jacob Harms’ zoon Freerk Jacobs (1791-1834) en Grietje Boer (huidige nr. 26). En eerdergenoemde neef Johannes Harms (huidige nr. 20).