Verklaring van de straatnaam:

Noorderbinnensingel: Aanvankelijk werd het hier kortweg aangeduid als Aan de Wal, de Stadswal of de Kijk in ’t Jatswal. De naam Noorderbinnensingel werd, op voordracht van het college van B&W, op 21 februari 1881 door de gemeenteraad vastgesteld. In mei van het jaar daarvoor was de naam Zuiderbinnensingel geboren. Later zou ook nog de naam Westerbinnensingel volgen.

Inhoud verberg
Noorderbinnensingel
Kijk in ’t Jatswal – oude nr. M 149

militair wachthuis: onbewoond.

 

Kijk in ’t Jatswal – oude nr. M 150

(tot 1822: F 292A, 1822-1879: M 150): E 217: koornmolen (zie ook bij Nw. Kijk in ’t Jatstraat)

Molen is al van voor 1628 en wordt het volgende jaar (IIIx 9 fol.177v – 18 juni 1629) door Roeleff Arents (x Lubbe) en Arent Jans, die beiden voor de helft eigenaar zijn van de molen ‘staande in die Jats dwenger’ verkocht aan: Jan Wouters, molenaar te Edam, Peter Brongersma, Remmert Dercks en Jan Jans Mabe, met hun vrouwen, ‘hun mande moele, sampt seilen, treilen, billen, kabelen, touwen, stenen etc. ook het losse kamhout in de molen, met het paard, kar en slee, en hun behuizingen’.

1642 (IIIx 21 fol.433v ): Frans Claesen Palts, ‘molenaar in de Jats dwinger bij Botteringepoorte’, en Huibertien Martens (ehel.) lenen van Rudolpho Fransen 200 daler à 7%. Onderpand: 1/6 deel van de molen en beide behuizingen bij Botteringepoorte staande, met ook een halve paard en wagen met annexen en het daarbij gelegen hof.

1646 (IIIx 26 fol.48 – 14 mei 1646): Remmert Derx verkoopt, mede namens zijn vrouw Annetjen Berents,  aan Jacob Jacobs, molenaar, een halve molen staande op stadsgrond in Jats dwenger met de behuizing aan de westzijde van Jadtsstraat, door hem meierwijze gebruikt en bewoond. (IIIx 26 fol.50v – 16 mei 1646 ) En ook aan Jan Claesen en Harmtjen (ehel.) een halve molen met het huis in Jadtsdwenger, meierwijze gebruikt door kopers, staande ten oosten van Jatsstraat.

1682 (IIIx 60 fol.36): Wicher Jans en Aeltien Menckes (ehel.) verkopen aan Tonnis Tomas en Gesien Hemmes (ehel.) de helft van de Hollandse molen met het huis en het hof daarbij behorende staande in de Jats dwenger, op pachtgrond. Met paard, wagen, zeilen etc. (Uit acte blijkt dat de verkopers het hadden van Eltie Clasen, uit erfenis van Roeleff Jacobs)

1687/’88 (IIIx 66 fol. 195): Erven van broer Roeleff Jacobs ( Jan Jacobs Muller en echtg. Jantien Hilbrants, Hindrick Jacobs en echtg. Maria Martens, Egbert Coninck en echtg. Ieijgien Jacobs, Jantien Jans als dch. van wijlen Jan Jacobs en echtg. Jantien Lolkes) verkopen aan Peter Reijnders en echtg. Hindrickien Hindrix uit Onderdendam de gerechte helft van een windmolen met annexen, zijnde een Hollandse molen, staande in de Jats Dwenger, waarvan de weduwe van Tonnis Thomas de andere helft toebehoort, met nog hierbij verkocht hun behuizinge en hof daar achter aldaar gelegen op stadsgrond, blijvende de zuidergevel in de mande. Nog hierbij verkocht de helft van paard en wagen met zijn toebehoren. Aanvaarding in mei ’88.

1692 (IIIx 70 fol. 157): ruil ‘reijtmolen’ gelegen in de ‘Kruijtdwenger’ (incl. annexen zoals paard, kar en ander toebehoor) met halve molen in de ‘Jatsdwenger’ (incl. de gerechtigheden en annexen van huis, paard en kar) door Eltien Claesen en echtg. Annegien Hindricks met Hemmo Tonnijs en echtg. Swaentien Hermans. 

1692 (IIIx 71 fol.161v):  Voogden over het nagelaten dochtertje van Eltien Claessen, verhuren de halve Hollandsche Molen in de Jats dwenger met het huis en hof erachter voor 3/4 deel, en voorstanders over Eltien Claesens voorzoontje, verhuren 1/4 deel van genoemde halve molen met het huis en het hof, aan Jan Christophers en echtg. Magdalena Jans voor de tijd van 6 jaar. Vanaf 1 november 1692.

1699 (IIIx 78 fol.217):  Voogden over Eltien Clasens kinderen verkopen aan Peter Thomas en echtg. Claesien Peters een halve molen genaamd de Hollantse met de behuizing en hof daarachter, zijnde pachtgrond, staande en gelegen aan het einde van de Nieuwe Jatstrate.

1700 (IIIx 79 fol.160v): Peter Reinders verkoopt aan Wibbe Peters en echtg. Trijntien Peters een kwart van een molen en een half huis in de Jats Dwenger, op stadsgrond, met nog een kwart van paard en wagen.

1705 (IIIx 82 fol.346): Peter Thomas en echtg. Claesjen Peters verkopen aan Jan Heerkes en echtg. Antje Dercks hun halve korenmolen op ‘de Stadswalle an ’t eijnde van de Kijk in ’t Jattsstraete, en hun behuizing an ’t eijnde van de Nieuwe Botteringestrate op stadsgrond’.

Waarschijnlijk is vanaf ca. 1738 de ‘roggemulder’: Harmannus Schij(ie)rbeek (+1781 Nw. Kijk in ’t Jatstraat OZ) x 1738 Fieke/Sie(n)ke Jans Nievel(d)t (+ 1745-’48). Zij krijgen i.e.g. 2 knd.: Willemtien (*1742 Nw. Kijk in ’t Jatstr.), Willemtien (*1745 Nw. Kijk in ’t Jatstr.)

Schij(ie)rbeek hertrouwt jan. 1748 met: Hen(d)rikje/Hinderkien Lammer(t)s. Zij krijgen i.e.g 4 knd.: Willem (*jan. 1748 Nw. Ebb.str.), Swaantje (*1751 Nw. Kijk in ’t Jatstr.), Aaltjen (*1753 Nw. Kijk in ’t Jatstr.), Jan (*1754 Nw. Kijk in ’t Jatstr.)

 

Tot 1814: Samuel Hins Bonnes (*1775, +1839 N 152) (zie o.a. Groninger Courant 2-12-1814). NB: Hij is op 1801 getrouwd met de wed. Sieverdina Abrahams Bac/kker. NB. Hij woont Nw. Kerkhof N 152

Groninger Courant 2-12-1814

Groninger Courant, 19-11-1816

1832 (art. 828): wed. Willem (Wilm Heijen) Groeneveld (*1782 Holtland, Duitsl., +8-4-1830 Gron., 1812: ‘buiten beroep’, 1815: molenaar) x 1812 Klasien/Klaasje Dooijes: 5 knd (zn Willem wordt later predikant!). NB In 1815, bij geboorte zoon Hajo, wonen ze al F 273 (E 215, zie Nw. Kijk in ’t Jatstraat, laatste huis oneven zijde)

Molenaar is in elk geval vanaf 1820 tot in de jaren 30 Albert (Lammerts ten) Velthuis (zie o.a. bij oude nr. 66 en nrs. 67 en 68)

BR 1830 enz.: M 130: geen bewoners

1833 (art. 3139): Mattheus Roelfs Klinkhamer (*1813 Ten Boer, molenaar, x 1834 Zuidhorn. Hij was toen molenaarsknecht ‘onder Noorddijk’. Hij woont in 1837 in Loppersum, krijgt dan een kind maar scheidt ook) en m.e.

1836 (art. 3307): Jacob Roelfs Klinkhamer (Ten Boer) en m.e.

1853 (art. 5826): Jurtko Boerma (*1821, broodbakker en zn van broodbakker, +1890) en m.e. (bezit ook E 215)

1867 (art. 8454): De Staat der Ned/ Dep. van Oorlog en Jurtko Boerma (broodbakker) & m.e., later ook Maike Scheltens & c.s.

De molen vlak voor de afbraak gezien vanuit de Oude kijk in ’t Jatstraat

1879 (art. 8210.275): gem. Groningen (het is dan ‘open terrein’ geworden)

 
Kijk in ’t Jatswal – oude nr. L 319

( tot 1822: -, 1822- : L 319): E 219, 1854: E 930= lijnbaan

In 1636 is hier de lijnbaan ‘bij ’t Cruythuys’, eigendom van de weduwe Claes. Hoe lang deze heeft bestaan is onduidelijk. In 1736 krijgt Andries Pieters toestemming van B&R er opnieuw een touwslagersbaan aan te leggen.

1783: Jurjen Lunsingh Westerbaan

Groninger Courant, 13-1-1809

1809: Franciscus Johannes Westerbaan

1820 (1834: art. 666): Jan Kornelis Ennema (bezit ook E 268, 269, 270, zie daar) x 1820 Trijntje Witkop (wed. Franciscus Johannes Westerbaan)

BR 1822: -/ L 319: J. Ennema, lijnbaan

1851 (art. 5164/7420): Hindrik Janssen (*1818-+1905, x 1849 Cornelia Hermanna Ennema). In 1854 herbouw, daarna E 930

1867 (art. 8479): Staat der Ned. (Dep. van Oorlog) en Hendrik Janssen (‘bezitter ter bede’)

1879 (art. 8210): gem. Groningen

 

Noorderbinnensingel

E 1 (huis bij poort), 1880: deel van E 1767 (vesting), 1883: E 1832 (Noorderplantsoen)

1832 (art. 1813/2813.6/7144.9): Min. van Oorlog/ Dep. van Oorlog

1874 (art. 10185.10): De Staat, Dep. van oorlog

1879 (art. 8210.293, later 298, 316, 347, 388 e.v.): gem. Groningen. Zie verder bij Noorderplantsoen

Boteringepoort met genoemd huis links ernaast, vlak voor de afbraak in 1878

 

Hoekpand Nw. Boteringestraat  -nr. 102

E 2, 1861: E 1082

1832 (art. 852): stad Groningen

1859 (art. 6836): Klaas Heikes Hoff (*ca. 1806-+1897): zie op foto aan het eind van de straat links (zie verder bij Nw. Boteringestraat 102). 

 

 
Noorderbinnensingel -nr. 60

(tot 1899: M 148/1, 1899-1921: 33): Ged. van E 2, 1861: E 1083, 1986: E 3414, 1993: E 3584

1832 (art. 852.19): stad Groningen (zie boven)

1859 (art. 6836): Klaas Heikes Hoff (*ca. 1806-+1897). Hij liet in 1861 3 huisjes bouwen (E 1083 tm 1085). In 1864 verkocht hij alles.

1864 (art. 7420/10119): Hendrik Jansen (touwslager)

1880 (art. 5053): Hendrik Lameris (timmerm.) en knd.

1885 (art. 12695): Lammert Dussel (timmerm.)

1900 (art. 12900.27): Hendrik Berends Wolthoorn (broodbakker)

1921 (art. 24802): Jan Bakker (schipper, +1921), later wed. Grietje Meijen (*1888, x 1925 Jan Blaak, schipper). In 1934 verbouw

Adresb. 1927 tm i.e.g. ‘38: J. Blaak, werkman

Adresb. 1950: J. Tuininga, horlogemaker

1952 (art. 17339.15): Tunnis Rozema (timmerm.,+1954) (woont Nw. Bot.str. 44, zie daar), later wed. Jantje Beukema (+), nog later knd. Anna (*1912, x Klaas Plas) Sijtze (*1913), Hillegiena (*1917), Jantina (*1928, x W, Heins) (elk ¼) (bezitten meer in de buurt)

Adresb. 1958: G. Jobing, kok

Adresb. 1964: S. Broersma, mag. bed.

Adresb. 1968: W.H. Zaagman

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1978 (art. 60726): Anneke Geske Dijkstra (*1956)

1981 (art. 41000.9629 later 10294): gem. Groningen

 

Noorderbinnensingel -nr. 61

(tot 1899: M 148/2, 1899-1921: 34): Ged. van E 2, 1861: E 1084

1832 (art. 852.19): stad Groningen (zie boven)

1859 (art. 6836): Klaas Heikes Hoff (*ca. 1806-+1897). Hij liet in 1861 3 huisjes bouwen (E 1083 tm 1085). In 1864 verkocht hij alles.

1864 (art. 7420/10119): Hendrik Jansen (touwslager)

1880 (art. 5053): Hendrik Lameris (timmerm.) en knd.

1885 (art. 12695): Lammert Dussel (timmerm.)

1900 (art. 16825): Jan Portman (tabakskerver)

1907 (art. 16453): Hendrik Melles (kuiper)

1918: H. Melles krijgt een vergunning voor het vernieuwen van de lijstgoot tegen de voorgevel van het pand.

Adresb. 1920/’24: 34/61: wed. H. Bierling

1924 (art. 26607): Jacob Rijke van Dijken (werkm. bij Gem.reiniging)

Adresb. 1927: wed. J. Bierling

1929 (art. 29506): Geert Huizinga (+1940), later wed. Arendje Brink (2/3) en 2 knd. (elk 1/6). In 1930 verbouw: wijzigen van de indeling, ter verkrijging van een keuken, en het vergroten van het portaaltje. Het werk wordt nog hetzelfde jaar voltooid. Het tonnenstelsel wordt opgeheven. De bestaande privaten worden voorzien van een inrichting tot waterspoeling en het afvoeren van de faecaliën naar het riool van de gemeente.

Adresb. 1938: G. Huizenga

1942 (art. 35048): Hendrik Hoft (onderw.)

Adresb. 1950: mevr. L.C. Bezema

1952 (art. 38278): Jan Dirk Beverwijk (*1902, kleerm., x 1925, +1970), later wed. Antje Beekhuis (*1902) en 4 knd. In aanbrengen van een dakkapel op het voordakvlak.

Adresb. 1958: P. van Linschoten, electr. lasser

Adresb. 1964/’68: J.D. Beverwijk, kleerm.

1971 (art. 37658): Cornelis Fokko Brinkhuizen (*1918, kleerm.)

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

 

Noorderbinnensingel -nr.62

(tot 1899: M 148/3, 1899-1921: 35): ged. van E 2, 1861: E 1085

1832 (art. 852.19): stad Groningen (zie boven)

1859 (art. 6836): Klaas Heikes Hoff (*ca. 1806-+1897). Hij liet in 1861 3 huisjes bouwen (E 1083 tm 1085). In 1864 verkocht hij alles.

1864 (art. 7420/10119): Hendrik Jansen (touwslager)

1880 (art. 8665): Jo(h)annes Maijbaum (* Dinklar, D, schoenm., +1893, x Maria Johanna Scholte)(1/3) en 2 knd. (elk 1/6)

1882 (art. 12198): Eppe Alberts Jager (borstelmaker)

1888 (art. 12695): Lammert Dussel (timmerm.)

1900 (art. 11909): Hendrik de Grooth (+1916), later wed. Catharina Struiwig (+1925) en Jan de Grooth (leeraar,+ 1948, x 1908 Christina Bloemker), nog latere wed. Christina Bloemker (2/3), Jan Pieter Bos (1/6) en Anne Hindrik de Grooth (1/6).

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’27: J. van Dijken, stadsreiniger

In 1932 verbouw

Adresb. 1938: mej. T. Dijkema (werkvr.), J.H. Caspers (voerman)

Adresb. 1950: mej. H.A. Westerhof

Adresb. 1958: W. Huizing, chauff.

1962 (art. 43565): Hendrik Krijthe (*1907, magaz.meester, x Grietje Visser, *1911)

Adresb. 1964/‘68: H. Krijthe, fabr.arb.

1972 (art. 46938): Petrus Hermanus Visser (*1912, grafisch tek., x Geertje Wijk)

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1975 (art. 54801): Frans Jozef Velthuis (*1949)

1986 (art. 74958): Hendrikje Eggens (*1966) (woont er)

 

Noorderbinnensingel -nr. 63

(tot 1899: M 149, 1899-1921: 36) : E 216, 1875: E 1627. 1881: E 1813, 1899: ged. van E 2200, 1925: ged. van E 2552, 1973: ged. van E 3315, 1982: ged. van E 3374

1832 (art. 2781): Wilhelmus Henricus Wijnands (wolkammer, + 1853, x Catharina Snakevelt)

1840 (art. 3870): Klaas Berends Klaassens (gepens. militair)

1841 (art. 975.21): Harm Heckman (bakker)

1843 (art. 4251.9/6672.9/10130): Henderikus Hendriks Sprik (koopman) (bezit veel). In 1875 splitsing in E 1627 en E 1628 (zie oude nr. 64). In 1881 herbouwd, daarna E 1813 tm 1815

1891 (art. 14095): Hinderikus Hindrik Henke (landbouwer Middelbert, +1897, x 1895), later wed. Freerkien Velthuis. In 1899 E 1813 tm 1815 verenigd tot E 2200. Voor eigenaren zie verder bij oude nr. 64.

Bewoners:

Adresb. 1920/’24: nr. 36/nr. 63: wed. W.M. ter Borg

Adresb. 1926/’27: J. Beishuizen

Adresb. 1938: N.J.J. ten Hage, opperm.

Adresb. 1950: mevr. S.A. Pijl-Toren

Adresb. 1958 A.L. Oosting, timmerm.

Adresb. 1968 en ‘72: J. van Dijken

 

Noorderbinnensingel -oude nr. 64

(tot 1899: M 149/2, 1899-1921: 37): 1875: E 1628, 1881: E 1814, 1899: ged. van E 2200, 1925: ged. van E 2552, 1973: ged. van E 3315, 1982: ged. van E 3374

tot 1875: zie bij oude nr. 63

(art. 10130): Henderikus Hendriks Sprik (koopman). In 1881 herbouwd, daarna E 1814 en E 1815 (zie bij oude nr. 65).

1891 (art. 14095): Hinderikus Hindrik Henke (landbouwer Middelbert, +1897, x 1895), later wed. Freerkien Velthuis. In 1899 E 1813 tm 1815 verenigd tot E 2200.

1909 (art. 18168.14): Jan Imelman Jzn. (gasfitter, later makelaar) (bezit heel veel). Zie: Familie Imelman

1918 (art. 21977): Bronger Spandauw (worstfabr.; woont nr. 64, 1924: Nw. Kijk in ’t Jatstraat 129, zie daar, later Noorderbuitens. En Zonnelaan, +1961), later wed. Grietje van Dijken (8/14) en 4 knd Spandauw (elk 1/14). In 1925 wordt E 2200: E 2552

1969 (art. 47751): Harmanna, Hilda, Enna, Jantje, Enno en Berendina Spandauw

In 1973 splitsing in E 3314 (gebouw achter Nw. Kijk 125, zie daar) en E 3315 (rest van perceel= 2 huizen, erf en schuur= Nw. Kijk 129, Noorderbinnensingel 63-64-65, Nw. Bot.str. 100-100a), dat dan gaat naar:

1973 (art. 45002.4): Friedrik Erenstein (*1924, boekbinder)

1977 (art. 31327): Groninger Coöperatieve Bouwonderneming UA (Peizerweg 146-11)

1981 (art. 41000.9665): gem. Groningen.  In 1982 afbraak van deel, dat wordt E 3374 en opsplitsing E 3375 (Nw. Bot. Str.)

1985 (art. 23113. 279): St. Gron. Woningbouw Concordia

Bewoners:

Adresb. 1920/’24: nrs. 37-38/nrs. 64-65: P.J. Lucassen, tabaksbewerker

Adresb. 1926/’27: H. Beishuizen, tabak en sigaren

Adresb. 1938: 65: A. Hempenius, koopman

Adresb. 1950: J. Staal, handelsbediende

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘64: B. Spandauw

Adresb. 1968: 64: H.F. de Wit

Hulpkaart kadaster 1881, waarbij te zien is dat door bijbouw uit E 1628 de latere nrs. 64 (E 1814) en 65 (E 1815) ontstaan

Noorderbinnensingel -oude nr. 65

(1881-1899: M 149/3, 1899-1921: 38 , 1921-..: 64-65): Ged. van E 1628, 1881: E 1815, 1899: ged. van E 2200, 1925: ged. van E 2552, 1973: ged. van E 3315, 1982: ged. van E 3374

 (art. 10130): Henderikus Hendriks Sprik (koopman). In 1881 herbouwd, daarna E 1814 (oude nr. 64)

1891 (art. 14095): Hinderikus Hindrik Henke (landbouwer Middelbert, +1897, x 1895), later wed. Freerkien Velthuis. In 1899 E 1813 tm 1815 verenigd tot E 2200. Voor eigenaren en bewoners zie verder bij oude nr. 64.

 

Nieuwbouw St. Gron. Woningbouw Concordia 1982- 1985 (arch. Kristinsson BV): zie Nw. Kijk in ’t Jatstraat nrs. 127-137  

 

Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat

Detail ‘Aanduiding van de wijze van bewoning en Overbevolking’ uit november 1910, met de tot 1921 geldende huisnummers aan de Noorderbinnensingel (boven)

Noorderbinnensingel -oude nr. 66

(1822-1870: L 312/5,1870-‘99: L 550, 1899-1921: 39, 1921-1927: 66): E 226, 1890: E 2029, 1925: E 2631

1832 (art. 2472): Albert (Lammerts ten) Velthuis (* 1791 Vlagtwedde, molenaar, later koemelker, +1841 R 296) x 1820 Hillina (Helena) Steringa (*1787 Eelde, +1845 R 296), knd: Zwaantje (*1820-+1821 G 209), Zwaantje (*1821-+1822 G 209), Jantje (*1823 G 209,x 1848 Dirk Forma, +1905)

NB. Ze wonen Nw. Boteringestraat 87 (zie daar) en in 1840: Prinsenstraat R 296. Hij is molenaar op de molen aan het eind van de Nw. Kijk in ’t Jatstraat, M 150, die niet in zijn bezit is.

1848 (art. 2684): Albartus Winsemius (*1792, barbier/ policiemeester,+ 1857), later wed. Sijgien de Jonge (*1806-+1884). Hij verwerft in 1848 ook E 225 en 224 (zie daar). Zij maakt van elk van deze 2 huizen, alle bereikbaar vanaf gang Nw. Kijk in ’t Jatstraat tussen 122 en 124 (zie daar)!

1860 (art. 7143): Sijgien de Jonge (*1806-+1884, wed. Albartus Winsemius) en knd.

BR 1870: Aan den Wal, L 312-5/ L 550: Elizabeth Bakker (*1793 Zwolle)     NB: L 312-4/ L 549= Nw. Kijk in ‘t Jatstraat

1885 (art. 12950): Grietje Roelfsema (minderj.), later Tjeert Roelfsema en 5 knd. In 1890 verkocht aan art. 11843.10 (zie Nw. Kijk in ’t Jatstraat oude nr. 124) en 13232.7

1890 (art. 13232.7): Geert van Stappen (Hoofd eener School, +1898), later wed. Maria Johanna de Vries

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: nr. 39/66: B.P.R. Blaauw, werkm.

1926 (art. 27883): Hendrik Groenewoudt (zonder) en gem. Groningen

1927 (art. 19900.16): Hendrik Groenewoudt (koopman/schilder). In 1927 sloop en bouw, zie verder bij Nw. Kijk in ’t Jatstraat 124

 

V.l.n.r. Noorderbinnensingel 67 tm 71 (foto K.A. Gaasendam, 1976)

Noorderbinnensingel -nr. 67

(1805/’06-’17: F 287, 1817-’22: F…, 1822-1870: L 313, 1870-‘99: L 551, 1899-1921: nr. 40): E 225, 1885: E 1986

1805/’06: F 287: kamer op pagt (P. van Belkum & E. Fockens)

BR 1822: F 287/L 313: wed. Jan Philippus P(h)af (Auke Tholes Mulder, *1772 Delfzijl, in 1795 wordt in de Nw. Kijk in ’t Jatstr. dch. Jetske geboren)

BR 1830: Aan de Wal, L 313: Auke Tales Mulder (56 jr.) +zn. Geerhard Phaff (16 jr, *1813, wever)

1832 (art. 2472): Albert (Lammerts ten) Velthuis (molenaar/koemelker), zie bij oude nr. 66

1848 (art. 2684): Albartus Winsemius (*1792, barbier/ policiemeester,+ 1857), later wed. Sijgien de Jonge (*1806-+1884). Hij verwerft in 1848 ook E 226 en 224 (zie daar). Zij maakt van elk van deze 2 huizen, alle bereikbaar vanaf gang Nw. Kijk in ’t Jatstraat tussen 122 en 124 (zie daar)!

1860 (art. 7143): Sijgien de Jonge (*1806-+1884, wed. Albartus Winsemius) en knd.

BR 1870: Aan den Wal, L 313/ 551: Wijbe Luitzens Bijstra (*1810, arbeider, +1872)x Margaretha Wilkens (*1819)+ 5 knd. en 1 ander

1885 (art. 12953): Johannes Gerhardus Smit (goud- en zilversmid) en cs. In 1885 splitst hij pand in tweeën: E 1986 en 1987 (erachter: zie Nw. Kijk in ’t Jatstraat aan gang) en verkoopt ze aan verschillende partijen

1885 (art. 12950): Grietje Roelfsema (minderj.), later Tjeert Roelfsema en 5 knd

1890 (art. 9988.8): Johan Georg Traudes (koopman)

1902 (art. 16956.3): Johan Georg Traudes (koopman) (1/2) en 5 knd. (elk 1/10)

1916 (art. 15519.8): Willem Petrus Struik (timmerm.). In 1922 verenigd met Nw. Kijk in ’t Jatstraat a. gang, zonder nr. (zie daar)

Adresb. 1920: 40: H. Schütte, werkm.

Adresb. 1922: 67: –

Adresb. 1924: 67: J. Lantinga, kleerm. a.d. strafgevangenis

Adresb. 1933: 67: wed. O. Nuismer

Adresb. 1938: 67: W. van Bolhuis, Brievenbest.

1952 (art. 38062): Jakob Gerbers Szn (boekhouder-correspondent)

1957 (art. 40629): Pieter Ali Kruizinga (notarisklerk, +1967), later wed. Wijpka v.d. Steeg

1976 (art. 57033): Lucas Vos (*1948, chauffeur)

1981 (art. 67529): Margien Doze (*1958) (woont N’bs 67)

1987 (art. 77143): Johannes Kolk (*1930) (woont N’bs 67)

1987 (art. 77144): Hendrik Tammes (*1934)

 

Noorderbinnensingel -nr. 68

(1805/’06-’17: F 288, 1817-’22: F …, 1822-’70: L 314, 1870-’99: L 552, 1899-1921: nr. 41): E 224

1805/’06: F 288: kamer op pagt (P. van Belkum & E. Fockens)

BR 1822: F 288/ L 314: Anna Bonthuis (+1849 L 315, x Jan Radijs ten Bruin)

BR 1830: Aan de Wal, L 314: Elizabeth Bonthuis (49 jr., arbeidster) en Heiltje Bonthuis (45 jr, arbeidster), Anna Bonthuis (17 jr.)

1832 (art. 2472): Albert (Lammerts ten) Velthuis (molenaar/koemelker), zie bij oude nr. 66

1848 (art. 2684): Albartus Winsemius (*1792, barbier/ policiemeester,+ 1857), later wed. Sijgien de Jonge (*1806-+1884). Hij verwerft in 1848 ook E 225 en 226 (zie daar). Zij maakt van elk van deze 2 huizen, alle bereikbaar vanaf gang Nw. Kijk in ’t Jatstraat tussen 122 en 124 (zie daar)!

1860 (art. 7143): Sijgien de Jonge (*1806-+1884, wed. Albartus Winsemius) en knd.

BR 1870: Aan den Wal, L 314/552: Anje Top (* 1823 Vliedorp, arbeidster) + zn. Jakob Riekus van Dijken (*1864)

1885 (art. 12952): Sairp Alberts (verversknecht) en co.

1885 (art. 12966): Tibold Steffens Cusiel (bediende), later wed. Grietje Catharina Cusiel

1903 (art. 17627): Jochem Wolthekker (*1862, tapper,x 1895,+1909), later wed. Grietje Angerman (koffiehuishoudster, +1963).

Adresb. 1920: 41: wed. J.M. Groothof

1921 (art. 24995): Philippus Jozeph Hillebrink (magaz.kn.). In 1922: Fenno Mulder (timmerm.), dan verbouw tot 1 huis.

Adresb. 1922: 68: –

1923 (art. 25870): Harm Brouwers (koetsier) (3/5) en 4 knd. (elk 1/10)

Adresb. 1924: 68: N.J.H. Börger, mej. C. Börger, Ged. Coupeuse

1927 (art. 28261): Stientje Rietema, wed. Harm Brouwers (woont er)

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘38: 68: wed. H. Brouwers

1946 (art. 35865): Roelf Brouwers (stoffeerder) (woont er)

1951 (art. 37614): Jan de Graaf (vertegenw.)

1956 (art. 40068): Hendrik Boelema (brandst.handelaar)

1958 (art. 41048): Hillechien Vos (maatsch.werkster)

1958 (art. 41113/43059): Koert Helder (*1909, steenhouwer/stucadoor)

1962 (art. 43476): Dirk Albertus Hilboesen (metselaar, x Ebeltje Harings) (wonen er)

Adresb. 1964: D.A. Hilboesen, metsel.

1964 (art. 42362): Jakobus Nolle (*1914) (2/3) en 2 knd. (elk 1/6)

1987 (art. 76195): Jakobus Nolle (*1945) (woont er)

 

Noorderbinnensingel -nr. 69

(1805/’06-’17: F 289, 1817-1822: F 268v, 1822-1870: L 315, 1870-1899: L 553, 1899-1921: nr. 42): E 223

1805/’06: F 289: kamer op pagt (P. van Belkum & E. Fockens)

BR 1822: F 289/L 315: Lisebet Wolters

BR 1830: Aan de Wal, L 315: onbewoond

Wed. Fregien Wanning- Hijbels en erven Jan Wanning: Openbare veiling op 28-4-1830 van ‘eene kamer, staande bij de Boteringepoortenmolen aan de Stadswal, zijnde de vierde kamer vanaf de Kijk in ’t Jatstraat, nummer F 268, met een stal en een open plaats, benevens de toegang tot en het gebruik van eenen mandeligen put, ten Noorden grenzend aan de Stadswal’. Koper voor f.300,- wordt Rudolf Hofman (arb.) en echtg. (x 1828 Trijntje Pieters Zuidema)

1830 (1832, art. 1051): Rudolf Hofman (arbeider)

Groninger Courant 4-11-1836

1837 (art. 1283/ 7525): Evert Kiers (knecht/ bode bij het Prov. Gouv.). Zie voor meer over hem hieronder bij nr. 70

1864 (art. 8048): Conradus Kiers (koemelker)

BR 1870: Aan den Wal, L 315/ 553: Johannes Fielstra (*1813, wever)x Marijke Brouwer (*1813) + oom Folkert van Zanten (*1792)

BR 1871: L 553: Klaas van Zaaijen (*1845, besteller)x 1871 Annegien Fielstra (*1843) + 4 knd.

1874 (art. 6672.95): Henderikus Hindriks Sprik (kanonnier, later koopman) x 1833 Anna Catharina de Weerd/ later wed. A.C. de Weerd (1/2), Hendericus Bos (bakker, ¼) en Berend Jansen (1/4)

1891 (art. 14095): Henderikus Hendriks Henke (Winschoten)/ later wed. Freerktje Velthuis

1909 (art. 19233): Eltjo v.d. Laan (bouwkundige) en Auko v.d. Berg (rijw.handelaar)

1910 (art. 18486): Willem Meulman (tapper & winkelier)

Adresb. 1920 tm ’24: nr. 42/69: W. Meulman, werkm.

1928 (art. 23104): Joannes Houttuin (sig., fabr.,+1933), later wed. Grietje v.d. Werf

Adresb. 1933: 69: J. Houttuin sigarenm.

Adresb. 1938: 69: wed. G. Houttuin- v.d. Werf

1939 (art. 33308): Rolina Wiegerdina Geerts (x Jacob Bamberg, assuradeur)

1939 (art. 29182): Derk van Buiten (schoenm.) (woont er)

1952 (art. 33054.34): Richte Tekelenburg (timmerm-aann.)

1952 (art. 38120): Otto Eefting (*1926, monteur PTT, x Eelje Berendina Smit) (woont er). In 1954 verbouw

Adresb. 1964: O. Eefting, monteur PTT

1978 (art. 59314): Bert Lisser (*1953, statistisch medew.)

1985 (art. 72696): Jaap Jager (*1960) (woont er)

 

Noorderbinnensingel -nr. 70

(1805/’06-’17: F 290, 1817-’22: F 270, 1822-’70: L 316, 1870-’99: L 554, 1899-1921: 43): E 220 (huis), 221 (tuin) en 222 (mandelige gang), 1853: E 908, 1875: E 1629, 1895: E 2140, 1920: E 2514

1805/’06: F 290: kamer op pagt (P. van Belkum & E. Fockens): J. Warring

BR 1822: F 290/ L 316: A. Warren

BR 1830: Aan de Wal, L 316: : Pieter Meertens (55 jr, Adorp, arb.), knd; Annegien (17jr), Jan (13 jr), Matje (11jr). NB. Meertens overlijdt in 1839 ‘buiten de Boteringepoort’

1832 (art. 742): Harmannus Gabriels (arbeider, +1858 Noorderkerkhof N 196)

1833 (art. 1283/7525): Evert Kiers (knecht/ bode bij het Prov. Gouv., +1863). Hij woont hier in elk geval in 1837 als zoon Conradus er geboren wordt.

Evert of Everd wordt in 1785 in Zuidbroek ‘in onecht geteeld, geboren’ als zoon van Trijntje Pieters, maar krijgt bij zijn doop niet de naam Pieters maar Kiers. In 1815, als zijn moeder ‘kasteleinsche’ in de stad is en hij matroos, trouwt Evert met naaister Engelina ten Cate. Ze krijgen vier jong overlijdende kinderen. In 1823 sterven twee van hen en ook Engelina. Ze wonen dan Kijk in ’t Jatswal F 270. In 1824 hertrouwt Evert met dienstmeid Albertjen Philips, wiens vader net als Kiers dan touwslagersknecht is. Uit dit huwelijk worden twee, ook jong overlijdende, kinderen geboren. Bij het overlijden van de laatste, in 1826, wonen ze aan het Martinikerkhof en is Evert ‘zonder beroep’. Mogelijk legt hij hier echter wel de basis voor zijn verdere bestaan, want als Albertjen in 1832 overlijdt, is Evert bode bij de provincie. Hij is dan bovendien in het bezit van een groot perceel tussen de wal, Grote Appel- en Nw. Kijk in ’t Jatstraat en woont er ook aan de wal L 320 (oude nr. 83). In 1834 trouwt Evert voor de derde keer, nu met de eveneens in Zuidbroek geboren Eelje Conradus Feringa. Ook zij schenkt hem twee kinderen, die beiden trouwen. Trientje (geboren in 1835 in L 320) overlijdt echter in 1854 kinderloos, een jaar nadat ze met Jurjen Woldijk is getrouwd. Beter vergaat het zoon Conradus (geboren 1837 in L 316). Deze trouwt in 1861 met Grietje Westers uit de Grote Rozenstraat (oude nr. 51) en is mogelijk door zijn in 1855 overleden schoonvader veehouder geworden. Conradus erft na het overlijden van z’n vader Evert in 1863 diens bezit en zal, net als z’n vader, veel bouwen. Hij gaat ook in diens huis, Nw. Kijk in ’t Jatstraat L 302/L 532, wonen waar z’n moeder in 1871 overlijdt (L 302a). Conradus en z’n vrouw krijgen maar liefst twaalf kinderen waarvan er slechts enkelen jong overlijden.

Evert Kiers koopt in 1837 ook nr. 69 (zie daar). In 1853 heeft hij dit pand herbouwd, waarbij gang met buurpand (huidige nr. 69) is verdwenen en nieuwe kadasternummer E 908 is (restant tuin wordt dan E 906). Ook heeft hij gebouwd op z’n eerste percelen, zie bij oude nrs. 78, 78-1 e.v. en 83 (E 901 tm E 905). Zie verder bij oude nrs. 78 tm 83 en Hulpkaart kadaster 1853 daarbij.

1864 (art. 8048/10118): Conradus Kiers (koemelker/later bloemkweeker,+1886), later wed. Grietje Westers (bloemkweekersche) (heeft veel bezit).

BR 1870: L 316/L 554: Adam Ulot (*1821, koopmanskn., +1890) x Tijtje Heikens (*1824) en 5 knd.

In 1875 laat Kiers bijbouwen in tuin E 906: zie nrs. 73 tm 77 (zie daar). E 908 wordt dan E 1629.

1888 (art. 10118/13809): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder). In 1895 herbouw, daarna E 2140 en E 2141 (=tuin) (zie kaartje bij nr. 72, onder)

1919 (art. 23119): Anton Karel Poelman (fruitkoopman). Wordt in 1920, doordat deel van E 2141 erbij komt: E 2514

Adresb. 1920: 43: R. Ybema, pakhuiskn.

Adresb. 1922 tm i.e.g. ’38: 70: A.K. Poelman, venter

1941 (art. 26222): Lucas Luurs (garagechef, autoverkoper) (woont er)

1955 (art. 39355): Harmannus Dekker (schilder)

Adresb. 1964: 70: mevr. R. Luurs- Wening

1965 (art. 44907): Cornelia Alida Edens, wed. Berend Schothorst (woont er, +1968)

1969 (art. 46763): Alida Dieverke Schothorst (*1922) x Jakob Gerhard Jannes van Oosten (woont Lage der A)

1981 (art. 64983.44): Rozendal Vastgoed

1981 (art. 66790): Magdalena Salakory (*1958,+1985)

 

Noorderbinnensingel -nr. 71

(1852-1870: L 316-2, 1870-’99: L 555, 1899-1921: 44): ged. van E 221, 1853: ged. van E 907 (huis met erf), 1895: E 2139, 1920: E 2515

(art. 1283): Evert Kiers (bode bij het Prov. Gouvernement/knecht). In 1853 in tuin E 221 bouw van E 907. Dit wordt L 316-2 (NB: Er is ook een L 316-3, maar het is onduidelijk waar dit precies is. In 1870 wordt L 316-3 veranderd in L 556, het latere nr. 72)

1864 (art. 8048): Conradus Kiers (koemelker)

1886 (art. 10118/13809): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder). In 1895 herbouw, daarna E 2139 (zie kaartje bij nr. 72, onder)

1919 (art. 19521): Auke van der Ploeg (rijw. Handelaar) en Petronella v.d. Ploeg

1920 (art. 23988):Jan Andries Dik (pakhuiskn.). Wordt in 1920, doordat deel van E 2141 erbij komt: E 2515

Adresb. 1920: 44: K. Huizinga, werkm.

1921 (art. 24705): Jantje Stuit, wed. Hendrik de Goed

Adresb. 1922: 71: wed. H. de Goed

1922 (art. 25759): Jan van der Naald, meubelm.

Adresb. 1924: 71: J. v.d. Naald, meubelm.

1928 (art. 28469): Harm Jobing (agent levensverz.mij., +1956), later wed. Aaltje de Vroome (woont er) (43/64) en (klein)knd.

Adresb. 1964: 71: mevr. A. Jobing- de Vroome

1971 (art. 37933): Jan Cornelis Hummelen (*1915, advoc. en procureur) (woont er niet)

1976 (art. 56561): Petrus Kerkhof (*1953, woont er niet)

1977 (art. 58149A/65308): Marianne Jeanette van der Land (*1952, verpleegkundige, woont er)

1986 (art. 74775): Cornelis Lambertus Top (*1958, woont er)

Later bij nr. 70 gevoegd.

 

Noorderbinnensingel -nr. 72

(1895-’99: L 556, 1899-1921: 45): ged. van E 1630, 1895: E 2138, 1949: E 3128

(art. 13809): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder). In 1895 bouw, daarna E 2138

Hulpkaart kadaster 1895, n.a.v. bouw nr. 72 (E 2138) en verbouw nr. 73 (E 1630 wordt E 2137)

1919 (art. 19521): Auke van der Ploeg (rijw. Handelaar) en Petronella v.d. Ploeg

Adresb. 1920: 45: wed. Johs. Hazenberg, wed. P. Hazenberg.

1920 (art. 23726): Ruurt Fekkes

Adresb. 1922: 72: wed. Johs. Hazenberg

1924 (art. 23726): Hermannus Baalman

Adresb. 1924: 72: H. Baalman

1926 (art. 26752.21): Sake Pieter Rijpstra (caféhouder, likeurstoker)

1926 (art. 27670): Jakob Koops (scheepsbevrachter)

1928 (art. 28940): Jantje Schanssema (woont er)

1962 (art. 43517): Vof Gebr. Ellens (Marten en Gosse Ellens)

Adresb. 1964: 72: T. Stobbe

1969 (art. 47591): Rinske Hedda v.d. Meer (*1945, lerares blokfluit) (woont nr. 73)

1971 (art. 49795): Hendrika Wilhelmina Johanna van Apeldoorn (*1917, x Dr. Simon Jan Ridderbos) (wonen Amsterdm)

1976 (art. 52949): Neeltje Wonder (*1930, huishoudster, x Wenceslaus Hermann Maria Eilers)

1978 (art. 60803): Geertje Falkena (*1956, psychol. assistente) (woont er)

1985 (art. 73375): Ellen (*1966), Monique (*1966) en Marjan (*1965) Liemberg (wonen er) (elk 1/3)

 

Hulpkaart kadaster 1875 n.a.v. bouw van de latere nrs. 73 tm 77 (E 1630 tm E 1634)

Noorderbinnensingel -nr. 73

(1875-’99: L 556-2, 1899-1921: 46): ged. van E 906, 1875: E 1630, 1895: E 2137, 1920: E 2516, 1949: E 3129

(art. 10118): Conradus Kiers (koemelker/later bloemkweeker,+1886) (heeft veel bezit). In 1875 laat Kiers bijbouwen in tuin E 906: zie nrs. 73 tm 77 (zie kaartje boven).

1888 (art. 10118/13809): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder). In 1895 wordt het na herbouw en verandering perceelgrenzen E 2137

1919 (art. 23506): Johannes Rooze (Koopman) en Jan Hillebrand Klamer (commissionair). Zie ook bij nr. 74

1920 (art. 18698.7): Johannes Rooze (Koopman)

Adresb. 1920: 46: H. Gaasendam, loopkn.

Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘24: 73: J. Rooze, koopm.

1927 (art. 24118.4): Popko Sjoert Swart (+1950, x 1903 Martha Kloosstra)

1927 (art. 19381.9): Gerrit Jan Gombert (coupeur)

1929 (art. 29055): Sjoerd Swart (Koopman) (woont er)

1930 (art. 22275.8): Ekke Jonkman (*1881, letterzetter, +1961), later wed. Johanna Hiemstra (*1904) (5/8) en 3 knd (elk 1/8). In 1936 verbouw

Adresb. 1964: 73: mevr. J. Jonkman-Hiemstra

1971 (art. 47591): Rinske Hedda v.d. Meer (*1945, lerares blokfluit) (woont nr. 73)

1982 (art. 68592): Arjen Piet Algra (*1959) en Brechgina Bouma (*1960) (elk ½)(wonen er)

1987 (art. 76137): Sietske Algera (*1941, x Gosen Oldenziel) (woont nr. 173)

 

Noorderbinnensingel -nr. 74

(1875-’99: L 556-3, 1899-1921: 47): ged. van E 906, 1875: E 1631, 1920: E 2517, 1949: E 3130

(art. 10118): Conradus Kiers (koemelker/later bloemkweeker,+1886) (heeft veel bezit). In 1875 laat Kiers bijbouwen in tuin E 906: zie nrs. 73 tm 77 (zie kaartje boven)

1888 (art. 10118/13809.15): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 21722.3 later 8): Jan Hillebrand Klamer (commissionair) (2/3) en 2 knd. (elk 1/6)

Adresb. 1920: 47: F. Venema, schilderskn.

1921 (art. 24583): Leendert de Wit (*1868, pakhuiskn., +1947), later wed. Petronella Kooij (+1951) (1/2) en Catharina de Wit (naaister) (1/2) (wonen er)

Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘38: 74: L. de Wit, werkm.

(art. 24583): Catharina de Wit (naaister, x A.C. v.d. Schaft) (woont er)

Adresb. 1964: 74: A.C. v.d. Schaft, kleerm.

1975 (art. 38120.3): Otto Eefting (*1926, monteur PTT, x Eelje Berendina Smit) (woont nr. 69)

 

Noorderbinnensingel -nr. 75

(1875-’99: L 556-4, 1899-1921: 48): ged. van E 906, 1875: E 1632, 1920: E 2518

(art. 10118): Conradus Kiers (koemelker/later bloemkweeker,+1886) (heeft veel bezit). In 1875 laat Kiers bijbouwen in tuin E 906: zie nrs. 73 tm 77(zie kaartje boven)

1888 (art. 10118/13809.15): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 21722.4 later 9): Jan Hillebrand Klamer (commissionair) (2/3) en 2 knd. (elk 1/6)

1920 (art. 22404.3): Fenno Mulder (timmerm.-aann.)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’22: nr. 48/75: W. de Waard, werkm.

1921 (art. 24996): Barteld Mulder (typograaf) (woont er)

Adresb. 1933: 75: B. Mulder, letterzetter

Adresb. 1938: 75: B. Mulder, D. Sjabbens, schilder

1942 (art. 23365.20): Arend Bonninga (schipper, later expert, +1973, x Stientje Brouwer), later (1/2) met 2 knd. (elk 1/6) en 2x Dost (elk 1/12)

Adresb. 1964: F. Tuinstra, kellner

1971 (art. 42814.50): Jacob Eltje Wieringa (aann.)

1971 (art.  44655): Jan Henderikus Beck (assur. agent, later makelaar)

1978 (art. 60309): Rolf Hendrik Bremmer (*1950, leraar) en Trijntje Louwina Bolhuis (*1957, leerl. verpleegk.)

1980 (art. 63584): Johannes Cornelis van Oene (*1954)

1985 (art. 73813): Cornelis Gerhardus Boon (*1958) en Anna Christina Maria Raben (*1960) (wonen er)

Sinds ..: Diederik v.d. Meide

 

Noorderbinnensingel -nr. 76

(1875-’99: L 556-5, 1899-1921: 49): ged. van E 906, 1875: E 1633, 1924: E 2544, 1933: E 2974

(art. 10118): Conradus Kiers (koemelker/later bloemkweeker,+1886) (heeft veel bezit). In 1875 laat Kiers bijbouwen in tuin E 906: zie nrs. 73 tm 77(zie kaartje boven)

1888 (art. 10118/13809.17): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 11199.23): Jan Reijenga (koopman, aannemer)

Adresb. 1920: 49: wed. R. Hoekzema

1921 (art. 24849): Metje Wiardi (zonder)

Adresb. 1922: 76: wed. R. Hoekzema

1924 (art. 23403): Aarnold Jan v.d. Schaaf (timmerman) (woont er). In ’24 voegt hij iets van perceel van nr. 77 toe, waarna het E 2544 wordt. In ’25 bijbouw

1966 (art. 45745/70302): Folkert Kruizinga (*1927, woont er)

 

Noorderbinnensingel -nr. 77

(1875-’99: L 556-6, 1899-1921: 50): ged. van E 906, 1875: E 1634, 1920: E 2519, 1924: E 2545, 1949: E 3131, 1985: E 3412

(art. 10118): Conradus Kiers (koemelker/later bloemkweeker,+1886) (heeft veel bezit). In 1875 laat Kiers bijbouwen in tuin E 906: zie nrs. 73 tm 77(zie kaartje boven)

1888 (art. 10118/13809.18): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 11199.24): Jan Reijenga (koopman, aannemer). In 1920 gang erbij, daarna E 2519

Adresb. 1920: 50: wed. B. Smits, werkvr.

1921 (art. 24849): Metje Wiardi (zonder)

Adresb. 1922: 77: A. Iwema, schilder

1924 (art. 23403): Aarnold Jan v.d. Schaaf (timmerman) (woont nr. 76). In ’24 gaat stukje bvan het perceel naar nr. 76 (zie daar) en verkoopt hij de rest, dat dan E 2545 wordt.

1924 (art. 26423): Adrianus Iwema (schilder, caféhouder, woont Kl. Leliestraat 8)

1931 (art. 26752.35): Sake Pieter Rijpstra (caféhouder, likeurstoker) (bezit heel veel)

1931 (art. 30155): Egbert Pultrum (koopman) (1/2) en 2 knd. van ongehuwde Margaretha Alida Sijses: Anna (*1913, x1933/gesch. 1943 Evert Vijfschaft, timmerm.) en Henderikus Johannes (*1916, chauff.) (elk ¼)

1941 (art. 34313): Gurke Jager (schipper) (woont er). In ’55 verbouw.

1976 (art. 45799): Evert Westra (*1921, muziekleraar, x Jantje Jager) (woont er niet). Hij verkoop stukje perceel in ’85 aan art. 23113.278 (St. Gron. Woningbouw Concordia). Dat wordt dan deel van E 3410 (zie hieronder)

 

Noorderbinnensingel – oude nrs. 78 tm 83

E 248= tuin met 3 tuinhuizen/ E 257= huis en erf (ligt in E 248)/ E 258= huis en erf

1832 (art. 1283): Evert Kiers (knecht/ bode bij het Prov. Gouv.)

In 1853 laat Kiers op E 220, 221, 248, 257 en 258 bouwen: E 899 tm 908 (8 huizen, E 900= tuinhuis, E 906= tuin), later: E 901 tm 908 en 1097 tm 1099.

Hulpkaart kadaster 1853 met bouwactiviteiten Evert Kiers

1862 (art. 7525) Evert Kiers (bode bij het Prov. Gouv., +1863)

1864 (art. 8048/10118): Conradus Kiers (koemelker) (zie ook Nw. Kijk in ’t Jatstraat 102). In 1872 bouwt hij een en ander bij, daarna E 903 tm 908, 1346 en 1347 (uit E 901 en 1099), 1407 tm 1413. In 1874 werd 1346 tm 1412 veranderd in E 1496 tm 1511 (later 1603)/ later wed. Grietje Westers (koemelkersche)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 78

(L 319, 1870-1883: 1883-1899: L 560-1, 1899-1921: 51): E 902, 1872: E 1407, 1874: E 1496, 1883: E 1953, 1949: E 3132

(art. 1283/7525): Evert Kiers (knecht/ bode bij het Prov. Gouv.)

1864 (art. 8048/10118): Conradus Kiers (koemelker)

BR 1870: L 319/ L 560:

Hindrik Koning (*1816, arbeider, weduwn. Grietje Drijfhamer) x Weeja Smit (*1834)

In 1872 bijbouw, daarna E 1407. Wordt in 1874: E 1496 en wordt in 1883 herbouwd, daarna E 1952 (zie oude nr. 78-1) en 1953.

Hulpkaart kadaster 1883

1888 (art. 13809.23): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 23403): Aarnold Jan van der Schaaf (timmerm.)

Adresb. 1920: 51: P. Smeenk, werkm.

Adresb. 1922: 78: A.J. v.d. Schaaf, timmerm.

1925 (art. 27306): Derk Boer (magazijnkn.)

Adresb. 1933: 78: D. Boer

Adresb. 1938: 78: K. van Bolhuis, venter

1948 (art. 36388): Margje Mekel (x Carolus Hendericus Hubertus Magermans)

Adresb. 1950: 78: wed. J.W. van Bolhuis-de Vries

1956 (art. 39969): Geertruida Bol

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘64: 78: mw. G. Bol

Adresb. 1968 en ‘72: nr. ontbreekt

1976 (art. 53045): Etsko Beno Veldkamp (*1929, actuaris)

1981 (art. 41000.9417): gem. Groningen

1985 (art. 23113.278): St. Gron. Woningbouw Concordia. Afgebroken, daarna nieuwbouw N’binnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122/122a: E 3410

De huisjes 78-3 (links) tm 78-1 omstreeks 1970 (foto Warner Folkers, coll. Gron. Archieven)

Na afbraak van 78-3 de nog resterende 78-2 en 78-1 in 1982 (Nieuwsblad van het Noorden 20-4-1982)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 78/1

(1883-’99: L 560, 1899-1921: 51-1): 1883: E 1952, 1900: E 2239, 1920: E 2523, 1925: E 2648

Tot 1883 onderdeel van oude nr. 78 (zie daar). E 1496 wordt in 1883 herbouwd, daarna E 1952 en 1953 (zie oude nr. 78).

1883 (art. 10118): Conradus Kiers (koemelker)

1888 (art. 13809.22): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder). In 1900 wordt perceel groter door toevoeging stukje tuin, waarna het E 2239 wordt.

1919 (art. 18841.18): Geert Weening (koemelker, later woningverhuurder)

Adresb. 1920: 51-1: K. Westerbrink, schoenm.kn.

Adresb. 1922: 78-1: J. Hoffmann, werkm. SS

1925 (art. 27050): Wijtze Atsma (poetser NS).

Hij verkrijgt in ’25 stukje grond extra van Weening, waarna het E 2648 wordt

1926 (art. 17365): Pieter Jan Kramer (wijnkoopersbed.,weduwn. Albertje Siemelink+ 1941)x 1910 Aaltje Catrina Cerfontein

Adresb. 1933: 78-1: J. Wiersema

Adresb. 1938: 78-1: P.J. Kramer

1941 (art. 34286): Mattheus Holen (schipper, later brugwachter) x 1936 Elisabeth Burema

Adresb. 1950: 78-1: wed. E.D.L.M. Blaauw-Gerike, strijkster

1955 (art. 36388.6): Margje Mekel (x Carolus Hendericus Hubertus Magermans)

1956 (art. 39935): Roelof Dam (x 1914 Pietertje Akkerman, +1968), later wed. (2/3) en 2 knd. (elk 1/6)

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘68: 78-1: R. Dam, binnenvaartschipper; in ’61 en ‘64 ook: R. Boermann

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1976 (art. 39359): Jan Dusseljee (*1920, aannemer)

1981 (art. 41000.9415): gem. Groningen

1982 (art. 23113.177): St. Gron. Woningbouw Concordia. Afgebroken. In 1985 verenigd met andere percelen en daarna nieuwbouw N’binnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122/12a: E 3410

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 78/2

(tot 1870: L 318-3, 1870-’99: L 559, 1899-1921: 51-2): E 1951, 1896: E 2149, 1900: E 2238, 1920: E 2522, 1926: E 2731

(art. 1283): Evert Kiers (knecht/ bode bij het Prov. Gouv.). In 1853 laat Kiers op E 248 o.a. E 903 bouwen

1862 (art. 7525.4) Evert Kiers (bode bij het Prov. Gouv., +1863)

1864 (art. 8048.4/10118): Conradus Kiers (koemelker)

BR 1870: L 318-3/L 559: Pieter Johannes van Bergen (*1829, steenhouwer) x Trientje Severien (*1831) en dch.

In 1883 herbouw, daarna E 1951

1888 (art. 13809.21): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1920 (art. 18841.19): Geert Weening (koemelker, later woningverhuurder)

Adresb. 1920/’22: 51-2/78-2: D.H. Zuidema, rijwielh.

1926 (art. 26752.19): Sake Pieter Rijpstra (likeurstoker)

1926 (art. 27609): Jacob Munting (Stuurman) (woont er). Hij koopt ook stukje grond van Weening (78-3), waarna het E 2731 wordt

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘50: 78-2: J. Munting

1957 (art. 40364): Hinderika Assiena Kanon, wed. Berbertus Bijlenga (+1957) (7/12) en 5 knd. (elk 1/12)

Adresb. 1958: 78-2: mw. H.A. Bijlenga-Kanon

Adresb. 1961 tm i.e.g. ‘64: 78-2: K. Bijlenga, schipper; mw. H.A. Bijlenga-Kanon; in ’64 ook: M. Kruithof, schipper en mw. H. Kruithof-Kanon

1965 (art. 44918): Wimmina Mulder (*1900 De Wilp), wed. Harmen Brander (boderijder, +1959)

Adresb. 1968: 78-2: mevr. W. Brander-Mulder, propagand.

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1980 (art. 63900): Pieter van der Laan (*1922) (woont Zuidhorn)

1981 (art. 41000.9424): gem. Groningen

1982 (art. 23113.178): St. Gron. Woningbouw Concordia. Afgebroken. In 1985 verenigd met andere percelen en daarna nieuwbouw N’binnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122/12a: E 3410

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 78-3

(tot ’70: L 318-2, 1870-’99: L 558, 1899-1921:51-3): 1896: E 2148, 1900: E 2237, 1920: E 2521, 1925: E 2649

Tot 1896 zie nr. 78-2

1896 (art. 13809.39): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18841.17): Geert Weening (koemelker, later woningverhuurder). Hij verkoopt in 1925 stukje grond aan Atsma (zie 78-1), waarna het E 2649 wordt. En in 1926 stukje grond aan Munting (zie 78-2), waarna het E 2730 wordt

1932 (art. 30470.16): Geert Weening (x1907, +1948), later wed. Hinderika Erenstein (+1969), nog later zus Willemina Erenstein (*1891) en neef Lambertus Erenstein (*1920) (elk ½)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ‘38: 51-3/78-3: J.W. Gaasendam, werkm.

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘64: 78-3: L. v.d. Togt, los arbeider

Adresb. 1968: 78-3: W.J.M. de Haan

1970 (art. 42938. 275): RUG

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1981 (art. 41000.9568): gem. Groningen

1982 (art. 23113.179): St. Gron. Woningbouw Concordia. Afgebroken. In 1985 verenigd met andere percelen en daarna nieuwbouw N’binnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122/12a: E 3410

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 78-4

(tot 1870: ?, 1870-1899: L 557, 1899-1921: 51-4): 1853: E 904, 1883: E 1950, 1900: E 2236, 1913: E 2479, 1920: E 2520

(art. 1283): Evert Kiers (knecht/ bode bij het Prov. Gouv.). In 1853 laat Kiers op E 248 o.a. E 904 bouwen

1862 (art. 7525.4) Evert Kiers (bode bij het Prov. Gouv., +1863)

1864 (art. 8048.4/10118): Conradus Kiers (koemelker)

BR 1870: L 318-3/L 559: Pieter Johannes van Bergen (*1829, steenhouwer) x Trientje Severien (*1831) en dch.

In 1883 her-/verbouw, daarna E 1950

1888 (art. 13809.20 later 42, 73): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder). Wordt in 1912 werkplaats, waarna het in ’13 E 2479 wordt.

1919 (art. 21814.10 later 13): Obbe Erenstein (kruidenier, +1924), later wed. Harmea Christina de Wit (2/3) en 2 knd. (elk 1/6). In 1920 verbouw, daarna E 2520= werkplaats

1920 (art. 22462.39/35603.2): Gerrit Schuil (timmerm.)

Adresb. 1920: 51-4 ontbreekt

Adresb. 1922: 78-4: M. Cranston, werkm. (NB: nog altijd officieel werkplaats)

Adresb. 1933: 78-4: werkplaats

Adresb. 1938: nr. ontbreekt

1946 (art. 23102.17): Folkert Folkers (*1896, koopman, +1980), later ½ en 3 knd. (elk 1/6)

Adresb. 1950: 78-4: Bergplaats

Adresb. 1958 e.v.: 78-4: nr. ontbreekt

1981 (art. 41000.9448): gem. Groningen

1982 (art. 23113.180): St. Gron. Woningbouw Concordia. Afgebroken. In 1985 verenigd met andere percelen en daarna nieuwbouw N’binnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122/12a: E 3410

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 78-5

(tot 1870: ?, 1870-1899: L 557-2, 1899-1921: 51-5): E 1949, 1900: E 2235, 1913: E 2478

(art. 1283): Evert Kiers (knecht/ bode bij het Prov. Gouv.). In 1853 laat Kiers op E 248 o.a. E 905 (ver?)bouwen

1862 (art. 7525.4) Evert Kiers (bode bij het Prov. Gouv., +1863)

1864 (art. 8048.4/10118): Conradus Kiers (koemelker)

BR 1870: L 318-3/L 559: Pieter Johannes van Bergen (*1829, steenhouwer) x Trientje Severien (*1831) en dch.

In 1883 her-/verbouw, daarna E 1949

1888 (art. 13809.20 later 42, 73): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder). Wordt in 1912 werkplaats, waarna het in ’13 E 2478 wordt.

1913 (art. 20332.10): Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel (tricotagefabr.)

Adresb. 1920: 51-5 ontbreekt

Adresb. 1922 e.v.: 78-5 ontbreekt

1929 (art. 29241.20): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co.. In 1931 sloop, waarna het in ‘37 deel wordt van E 2894= garage, erf

‘Aanduiding van den Toestand der Woningen’ (1910), met in zwart ‘onbewoonbaar verklaarde woningen’ 51-4 en 51-5 (later 78-4 en 78-5), gearceerd ‘vochtige woningen’ 51 tm 54 (later 78 tm 81) en met rood kruis ‘woningen zonder voldoende afwatering’

Nieuwsblad van het Noorden, 28-3-1931: aankoop door Hensens (zie onder)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 79

(1872-’99: L 560-2, 1899-1921: 52): E 1348, 1872: E 1408, 1874: E 1497, 1900: E 2240, 1920: deel van E 2524, 1932: E 2890, 1949: E 3133, 1985: onderdeel van E 3410

1872 (art. 8048/10118): Conradus Kiers (koemelker): In 1872 gebouwd in E 1348= tuin en tuinhuis E 1408 tm 1413 (E 1412=tuin, E 1413= Nw. Kijk in ’t Jatstraat 102, zie daar)

1888 (art. 13809.11 later 46, 54): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.9, later 12): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel). In 1920 verenigd met tuin achter nrs. 79 tm 83 tot E 2524

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: nr. 52/79: K. van Bolhuis, werkm. Hunzebot.

1929 (art. 29241.23): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co. In 1931 sloop. Deel verkocht aan art. 30054.14= gasthuis (zie bij nrs. 82 tm 87), rest naar:

1931 (art. 28806.10): Johannes Gerardus Hensens (meubelmaker) (woont. nr. 89). In 1932 nieuwbouw, daarna E 2890

Adresb. 1931 tm i.e.g. ‘35: 79: A. Kruizenga, werkm.

1936 (art. 17557.29): Joseph Johannes August Linhoff (Koopman, woont Gr. Markt 31)

Adresb. 1938 tm i.e.g. ‘43: 79: A. Baving, venter

1945 (art. 35718.7): Maria Elisabeth Linhoff Stichting

Adresb. 1950: 79: H.J. Goedhart, electr. lasser

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘64: 79: mw. W.M. Beenker-Rumuller

Adresb. 1968 en ‘72: 79: mevr. J. Blanksma-Balsters

1971 (art. 42938.308): RUG

1981 (art. 41000.9571): gem. Groningen

1985 (art. 23113.278): St. Gron. Woningbouw Concordia. Afgebroken. In 1985 verenigd met andere percelen en daarna nieuwbouw N’binnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122/12a: E 3410

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 80

(1872-’99: L 560-3, 1899-1921: 53): 1872: E 1409, 1874: E 1498, 1900: E 2241, 1920: deel van E 2524, 1932: E 2890, 1949: E 3133, 1985: onderdeel van E 3410

1872 (art. 8048/10118): Conradus Kiers (koemelker): In 1872 gebouwd in E 1348= tuin en tuinhuis E 1408 tm 1413 (E 1412=tuin, E 1413= Nw. Kijk in ’t Jatstraat 102, zie daar)

1888 (art. 13809.12 later 47, 55): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.10): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: nr. 53/80: D. Nienhuis, werkm.

1929 (art. 29241.14): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co.

1931 (art. 28806.6): Johannes Gerardus Hensens (meubelmaker) (woont. nr. 89). In 1932 nieuwbouw, daarna E 2890

Adresb. 1931 tm i.e.g. ‘35: 80: wed. H. Ekamp

1936 (art. 17557.29): Joseph Johannes August Linhoff (Koopman, woont Gr. Markt 31)

1945 (art. 35718.7): Maria Elisabeth Linhoff Stichting

Adresb. 1938 tm i.e.g. ’68: A. Kruizinga , grondwerk; in ’50 ook: F. Kruizinga, mag. bed.

1971 (art. 42938.308): RUG

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1981 (art. 41000.9571): gem. Groningen

1985 (art. 23113.278): St. Gron. Woningbouw Concordia. Afgebroken. In 1985 verenigd met andere percelen en daarna nieuwbouw N’binnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122/12a: E 3410

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 81

(1872-’99: L 560-4, 1899-1921: 54): 1872: E 1410, 1874: E 1499, 1900: E 2242, 1920: deel van E 2524, 1932: E 2890, 1949: E 3133, 1985: onderdeel van E 3410

1872 (art. 8048/10118): Conradus Kiers (koemelker): In 1872 gebouwd in E 1348= tuin en tuinhuis E 1408 tm 1413 (E 1412=tuin, E 1413= Nw. Kijk in ’t Jatstraat 102, zie daar)

1888 (art. 13809.13 later 48, 56): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.11): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1920: 54: A. Iwema, ververskn.

Voor bewoners vanaf 1921 zie:

WK Noorderbinnensingel 81

Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘24: 81: D.F. Kuipers, letterzetter

1929 (art. 29241.15): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co.

1931 (art. 28806.7): Johannes Gerardus Hensens (meubelmaker) (woont. nr. 89). In 1932 nieuwbouw, daarna E 2890

Adresb. 1931: 81: – (NB: vlgs. Woningkaart – zie boven- woont Elizabeth Borg er van 1929 tot 1937. En daarna Hendericus Zeef)

1936 (art. 17557.29): Joseph Johannes August Linhoff (Koopman, woont Gr. Markt 31)

Adresb. 1938: H. Zeef

1945 (art. 35718.7): Maria Elisabeth Linhoff Stichting

Adresb. 1950: 81: H. Drent, transp.arb.

Adresb. 1958 tm ‘61: 81: Fr. Tuinstra, lampekappenmaker

Adresb. 1964 tm ‘68: 81: M. Liewes

1971 (art. 42938.308): RUG

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1981 (art. 41000.9571): gem. Groningen

1985 (art. 23113.278): St. Gron. Woningbouw Concordia. Afgebroken. In 1985 verenigd met andere percelen en daarna nieuwbouw N’binnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122/12a: E 3410

Afbraak 1985

 

Noorderbinnensingel – nrs. 77a, 78 tm 81

1995: E 3410, 2007: E 3727

1982 (art. 23113): St. Groninger Woningbouw Concordia. Uit E 2655, 2656, 3133 3 en 3274= bouwterreinen ontstaat: Noorderbinnensingel 77a, 78 tm 81 en Nw. Kijk in ’t Jatstraat 118 tm 122-122a (zie daar)

In 1985 gebouwd door Concordia (arch. Kristinsson BV). In 1993 door fusie werd het woningstichting ‘De Huismeesters’

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 82

(1872-’99: L 561, 1899-1921: 55): deel van E 1099=tuin, 1872: E 1346, 1874: E 1500

(art. 7525) Evert Kiers (bode bij het Prov. Gouv., +1863)

1864 (art. 8048/10118): Conradus Kiers (koemelker). In 1872 laat hij E 1346 bouwen

1888 (art. 13809.10): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.7): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1920 tot ’30: nr. 55/82: wed. J. Mennes

Voor bewoners vanaf 1921 zie:

WK Noorderbinnensingel 82

1929 (art. 29241.7): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co.

Adresb. 1931: 82: H. Koenes, veerman

1931 (art. 30054.1): Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis (W.G.B. Gerner). In 1931 sloop.

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 83

(tot 1822: F 292, 1822-’70: L 320, 1870-’99: L 562, 1899-1921: 56): E 258, 1853: E 901, 1872: E 1347, 1874: E 1501

1832 (art. 1283): Evert Kiers (knecht/ bode bij het Prov. Gouv.). Als Kiers in 1853 het een en ander laat bouwen (zie boven) wordt dit E 901

1862 (art. 7525) Evert Kiers (bode bij het Prov. Gouv., +1863)

1864 (art. 8048/10118): Conradus Kiers (koemelker)

1888 (art. 13809.3): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder). In 1913 onbewoonbaar verklaard, daarna werkplaats

1919 (art. 18571.8): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ‘33: nr. 56/83: werkpl.

1929 (art. 29241.8): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co.

1931 (art. 30054.2): Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis (W.G.B. Gerner). In 1931 sloop.

 

Noorderbinnensingel – oude nrs. 84 tm 88

E 259=tuin

1832 (art. 2758): Jan Wonink (broodbakker,+1854)x Swaantje Mulder (+1857)

1833 (art. 666.6): Jan Kornelis Ennema (touwslager)

1851 (art. 5164.5/7420/10119): Hindrik Janssen (klerk, daarna touwslager). In 1858 bouw van 5 woningen: E 1016 tm 1012, en 1017= restant tuin:

Hulpkaart kadaster 1858

In E 1017 laat hij in 1860 E 1072 en 1073 bouwen (restant tuin wordt dan E 1074): zie bij Gr. Appelstraat 29/4 en 29/5

De oude nrs. 83 (gedeeltelijk links), 84 tm 88 en erachter, iets lager, de  oude nrs. 89 tm 96, ca. 1927 (foto Openbare Werken)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 84

(tot ’70: L 320-2, 1870-’99: L 563, 1899-1921: 57): 1858: E 1016, 1874: E 1502

1858 (art. 5164/7420/10119): Hindrik Janssen (*1818, klerk, daarna touwslager, +1905, x 1849 Cornelia Hermanna Ennema). In 1858 bouw.

1903 (art. 13809.62): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.14 tm 18): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1924 tm ‘31: 84: D. Beverwijk, metaalslijper

1929 (art. 29241.9 tm 13): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co..

1931 (art. 30054): Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis. In 1931 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 85

(tot ’70: L 320-3, 1870-’99: L 564, 1899-1921: 58): 1858: E 1015, 1874: E 1503

1858 (art. 5164/7420/10119): Hindrik Janssen (*1818, klerk, daarna touwslager, +1905, x 1849 Cornelia Hermanna Ennema). In 1858 bouw.

1903 (art. 13809.63): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.15): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1924: 85: Johs. Florissen, werkm.

1929 (art. 29241.10): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co..

Adresb. 1931: 85: J. Wolters, werkm.

1931 (art. 30054): Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis. In 1931 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 86

(tot ’70: L 320-4, 1870-’99: L 565, 1899-1921: 59): 1858: E 1014, 1874: E 1504

1858 (art. 5164/7420/10119): Hindrik Janssen (*1818, klerk, daarna touwslager, +1905, x 1849 Cornelia Hermanna Ennema). In 1858 bouw.

1903 (art. 13809.64): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.16): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1924: 86: C. Aertse, werkm.

1929 (art. 29241.11): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co..

Adresb. 1931: 86: Ph. J. Wolters, werkm.

1931 (art. 30054): Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis. In 1931 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 87

(tot ’70: L 320-5, 1870-’99: L 566, 1899-1921: 60): 1858: E 1013, 1874: E 1505

1858 (art. 5164/7420/10119): Hindrik Janssen (*1818, klerk, daarna touwslager, +1905, x 1849 Cornelia Hermanna Ennema). In 1858 bouw.

1903 (art. 13809.65): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.17): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1924 tm ‘31: 87: G. Busch, kleermakerskn.

1929 (art. 29241.12): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co..

1931 (art. 30054): Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis. In 1931 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 88

(tot ’70: L 320-6, 1870-’99: L 567, 1899-1921: 61): 1858: E 1012, 1874: E 1506

1858 (art. 5164/7420/10119): Hindrik Janssen (*1818, klerk, daarna touwslager, +1905, x1849 Cornelia Hermanna Ennema). In 1858 bouw.

1903 (art. 13809.66): Grietje Westers, wed. Conradus Kiers (bloemkweekersche, later zonder)

1919 (art. 18571.18): Firma Falke en Mekel (Frans Falke en Benedictus Henricus Mekel)

Adresb. 1924: 88: H. Tebbes, sigarenm.

1929 (art. 29241.13): NV Confectiefabr. vh Firma Menco & Co..

Adresb. 1931: 88: W. Wolters, muzikant

1931 (art. 30054): Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis. In 1931 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – nrs. 82 tm 87

1931: E 2883, 1932: E 2891, nu E 3134

(art. 30054): Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis (nog altijd voogdij o.l.v. W.A.B. Gerner, Hondsruglaan 25/Herebinnensingel 9a)

Na sloop oude panden in 1931 bouwterrein E 2883, volgende jaar gebouwd (arch. Evert van Linge) en daarna E 2891 (zie Hulpkaart Gr. Appelstr. 1932)

NB. Vanaf 1932 zie voor nr. 82:

WK Noorderbinnensingel 82

uit boek ‘400 jaar Niewe Stadt’:

Het laatste gasthuis dat in de Hortusbuurt wordt gebouwd is in 1932-’35 het Jan Luitjes of Jan Luitens Johannes Barold Gasthuis. Het gasthuis is eeuwen eerder, in 1591, gesticht  door de in Groningen geboren Keulse kloosterling Joannis Baroldi Helda. Met zijn vaders erfdeel koopt hij een paar pandjes in het Munsterstraatje aan de westzijde van de Gelkingestraat. Het gasthuis wordt door de moeder van ‘Jannes’ getooid met de namen van haar overleden man en zoon: Jan Luitjes- of Jannes Baroldi Gasthuis. In het gasthuis krijgen zes arme katholieke vrouwen onderdak. Als het gasthuis in de jaren dertig van de twintigste eeuw dringend gemoderniseerd moet worden, wordt besloten tot verhuizing. In 1931 wordt aan de Noorderbinnensingel en aan een gang achter Grote Appelstraat 29 een aantal huisjes gekocht en gesloopt, waarna door Evert van Linge ontworpen nieuwbouw wordt gepleegd. Het gasthuis is nog altijd zelfstandig.

 

Noorderbinnensingel – oude nrs. 89 tm 96

E 267 (huis en erf), 1843: E 652 (tuin), 1844: E 731 tm 739

1832 (art. 837): Ge/arbrand Hindriks (Groenhuis) (*ca. 1782, koemelker, voerman, +1835 N 116)x Aaltj(i)e(n) Jans van der Kamp (*ca. 1782-+1845). Ze krijgen tenminste 6 knd.: Geesjen (*ca. 1805), Jan (*1806, zie onder), Knelsien (*1809-+1831), Hinderkje (*ca.1814-+1827), Aaltien (*1816-+1830), Leentj(i)e(n) (*1823-+1847)

In 1843 bouw aan Gr. Appelstraat, zie daar. Restant wordt E 652 (=tuin). In 1844 wordt in E 652 bijgebouwd: E 731 tm 739.

1845 (art. 4572): Jan Ge/arbrands Groenhuis (*1806, koemelker/voerman,+okt. 1866) x 1834 Fenna Wilhelmina Nienhuis (*1806 Marum, + nov. 1866). Knd.: Anna Lucia (*1847 N 116, x 1867 Jan Bierling, +1913)

In 1852 wordt E 731 tm 734 verkocht aan art. 5596 (zie hieronder oude nrs. 89 tm 92) en E 735 tm 738 aan art. 4333 (zie oude nrs. 93 tm 96). Verder bouwt hij E 785 tm 788 bij aan de Gr. Appelstraat (zie daar)

Hulpkaart kadaster 1844 met bouw oude nrs. 89 tm 96

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 89

(1844-’70: L 321, 1870-’99: L 568, 1899-1921: 62): E 731, 1931: E 2884, 1932: E 2892, 1938: E 3056

1852 (art. 5596. 3 tm 6): Hindrik Roelofs Edens (winkelier)

1863 (art. 4037.14/8035): Harmannus v.d. Veen (kistemaker)

1867 (art. 8612): Jacob Drent (poelier)

1874 (art. 10098/10362): Tiete v.d. Werf (timmerm.) en cs

1880(art. 6816.12): Hindrik Sijbes (kuiper en winkelier, +1898)

1913 (art. 17549.5): Harm Sijbes (winkelier)

1913 (art. 17031.8): Jan Nap (timmerm., aann.)

Adresb. 1924: 89: L. Hogema, werkm.

1928 (art. 28806): Johannes Gerardus Hensens (meubelmaker) (woont. nr. 89). In 1931 verandering ivm gasthuis, waarbij ook grond wordt geruild, waarna huis E 2884 wordt en grond achter panden 90 tm 96: E 2885

1931 (art. 30192): Johannes Gerardus Hensens (meubelmaker)en Rikkert Borgman (aann.)

1931 (art. 28806): Johannes Gerardus Hensens (meubelmaker)

Adresb. 1933: 89: J.G. Hensens, meubelm.

1936 (art. 17557.30): Joseph Johannes August Linhoff (Koopman, woont Gr. Markt 31)

Adresb. 1938: 89: J. Wolters

1945 (art. 35718.8): Maria Elisabeth Linhoff Stichting

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘72: 89: J.T. Visch, monteur

1971 (art. 42938.309): RUG

1981 (art. 41000.9572): gem. Groningen

1982 (art. 23113.183): St. Groninger Woningbouw Concordia. Sloop en nieuwbouw

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 90

(1844-’70: L 322, 1870-’99: L 569, 1899-1921: 63): E 732, 1949: E 3136

1852 (art. 5596. 3 tm 6): Hindrik Roelofs Edens (winkelier)

1863 (art. 4037.15/8035): Harmannus v.d. Veen (kistemaker)

1867 (art. 8612): Jacob Drent (poelier)

1874 (art. 6646.21): Pieter Jans Scharmga (schipper)

1887 (art. 13490.11): Lumke Bos, wed. Pieter Jan Scharmga

1908 (art. 15545.8): Hinderikus Hamming (*1859, koemelker, +1922), later wed. Stientje Bolhuis (woont Gr. Appelstraat) (zie ook nrs. 93 tm 96)

Adresb. 1924: 90: J. H. Blaauw, werkm.

1924 (art. 13974.63): Jan Groenewold (timmerm.) (zie ook oude nr. 101)

1925 (art. 26143.8): Jacob van Dijken

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘38: 90: mej. E. Fokkema, wachvr.

1937 (art. 27300.7 later 11): Hendrik Warners (slager)

Adresb. 1950: 90: G. Renses, vertegenw.

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘61: 90: R. Boomsma

1963 (art. 41000.4980): gem. Groningen

Adresb. 1964 tm ‘72: nr. ontbreekt

1982 (art. 23113.184): St. Groninger Woningbouw Concordia. Sloop en nieuwbouw

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 91

(1844-’70: L 323, 1870-’99: L 570, 1899-1921: 64): E 733, 1949: E 3137

1852 (art. 5596. 3 tm 6): Hindrik Roelofs Edens (winkelier)

1863 (art. 4037.16/8035): Harmannus v.d. Veen (kistemaker)

1867 (art. 8612): Jacob Drent (poelier)

1874 (art. 7030): Pieter Beijer (boekhandelaar)

1916 (art. 15545.10): Hinderikus Hamming (*1859, koemelker, +1922), later wed. Stientje Bolhuis (woont Gr. Appelstraat) (zie ook nrs. 90 en 93 tm 96)

Adresb. 1924: 91: E. Groenboom, gem. rein.

1924 (art. 21603): Jan Bos (kapper) en Jacob Bos (kappersbed.) (elk ½)

1925 (art. 26143.9): Jacob van Dijken

1931 (art. 30081): Christoph Diederich Grit (cafehouder)

Adresb. 1933: 91: wed. R. Schluter, werkvr.

Adresb. 1938: 91: mej. R.C. Reuter-Hemmes

1941 (art. 34571): Adolf Kuiper (zonder)

1941 (art. 33968): IJmke Tjerkstra (verzekeringsag.)

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘58: 91: wed. C. Edens-Hagenus

1961 (art. 42628): Marten Jan prins (naturalist)

Adresb. 1961: 91: –

Adresb. 1964 tm ‘72: nr. ontbreekt

1973 (art. 44030): Klaas Jan Kaper (*1934, groentehandel.)

1981 (art. 41000.9510): gem. Groningen

1982 (art. 23113.185): St. Groninger Woningbouw Concordia. Sloop en nieuwbouw

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 92

(1844-’70: L 324, 1870-’99: L 571, 1899-1921: 65): E 734, 1933: E 2975

1852 (art. 5596. 6): Hindrik Roelofs Edens (winkelier)

1863 (art. 4037.17/8035): Harmannus v.d. Veen (kistemaker)

1867 (art. 8612): Jacob Drent (poelier)

1874 (art. 10098): Tiete v.d. Werf (timmerm.) en cs

1878 (art. 11114): Einje de Vries (bediende)

1891 (art. 14486): Einje de Vries  (concierge) en cs

1915 (art. 15545.9): Hinderikus Hamming (*1859, koemelker, +1922), later wed. Stientje Bolhuis (woont Gr. Appelstraat) (zie ook nrs. 90, 91 en 93 tm 96)

Adresb. 1924: 92: mej. S. Smith, werkvr.

1924  (art. 26143.6): Jacob van Dijken. In 1925 opbouw

1925 (art. 27400): Oene Veenma (x Femke Bijl) (4/7) en 6 knd. (elk 1/14)

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘38: 92: O. Veenma

1946 (art. 36013): Geert Mannes (*1884, kweker,x 1904 Geertje Walsma) (1/2) en 11 knd. (elk 1/22)

Adresb. 1950: 92: D. L. v.d. Tuin, expediteur

Adresb. 1958 tm i.e.g. 61: 92: mw. K. Meijer-Siersema

Adresb. 1964 tm ‘72: nr. ontbreekt

1969 (art. 47404): Harm Jan Marten Prins (bankemploye)

1974 (art. 53657): Jan Bartel (*1949, constr.bankwerker)

1981 (art. 41000.9408): gem. Groningen

1982 (art. 23113.186): St. Groninger Woningbouw Concordia. Sloop en nieuwbouw

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 93

(1844-’70: L 325, 1870-’99: L 572, 1899-1921: 66): E 735, 1933: E 2976

1852 (art. 4333/9022): Johannes Casper Bachg (smid)

1884 (art. 11014): Klaas Walles (tuinier)

1906 (art. 15545): Hinderikus Hamming (*1859, koemelker, +1922), later wed. Stientje Bolhuis (woont Gr. Appelstraat)

Adresb. 1924: 93: H. Groenboom, gem. rein.

1924 (art. 26143.7): Jacob van Dijken. In 1925 opbouw

Adresb. 1933: 93: J. Wielinga, grondwerker

1934 (art. 31400): Hendrik te Velde

Adresb. 1938: 93: H. te Velde

1948 (art. 22275): Ekke Jonkman (letterzetter)

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘61: 93: J. Balkema, letterzetter

Adresb. 1964 tm ‘72: nr. ontbreekt

1972 (art. 42938.320): RUG

1981 (art. 41000.9573): gem. Groningen

1982 (art. 23113.187): St. Groninger Woningbouw Concordia. Sloop en nieuwbouw

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 94

(1844-’70: L 326, 1870-’99: L 573, 1899-1921: 67): E 736, 1932: E 2893

1852 (art. 4333/9022): Johannes Casper Bachg (smid)

1884 (art. 11014): Klaas Walles (tuinier)

1906 (art. 15545): Hinderikus Hamming (*1859, koemelker, +1922), later wed. Stientje Bolhuis (woont Gr. Appelstraat)

Adresb. 1924: 94: wed. A. v.d. Kaap

1924 (art. 23058.14): Gerrit Rademaker (aannemer)

1926 (art. 26143.13): Jacob van Dijken

1929 (art. 29454): Jakob Lestestuiver (slager) en gem. Groningen

1932 (art. 23631.4): Jakob Lestestuiver (*1891 Borger, +1975, slager/grossier, x 1913 Geessiena Johanna Leutscher, *1888, +1977)

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘38: 94: wed. D. Lestestuiver

1941 (art. 34484): Timotheus Gosewinus v.d. Meulen (vertegenw.)

Adresb. 1950: 94: J. Bos, fitter

Adresb. 1958: 94: H. Bosman, hulparb. drukkerij

Adresb. 1961: 94: –

1961 (art. 39618.4): Petrus Franciscus Terpstra (fabrikant)

Adresb. 1964: nr. ontbreekt

1964 (art. 44238): Jannes Evenhuis (veehouder)

Adresb. 1968: 94: J.J.H. Evenhuis

1971 (art. 49146): Teunis Gijsbertus Varkevisser (werktuigk.)

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1981 (art. 41000.9413): gem. Groningen

1982 (art. 23113.188): St. Groninger Woningbouw Concordia. Sloop en nieuwbouw

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 95

(1844-’70: L 327, 1870-’99: L 574, 1899-1921: 68): E 737, 1950: E 3224

1852 (art. 4333/9022): Johannes Casper Bachg (smid)

1884 (art. 11014): Klaas Walles (tuinier)

1906 (art. 15545): Hinderikus Hamming (*1859, koemelker, +1922), later wed. Stientje Bolhuis (woont Gr. Appelstraat)

Adresb. 1924: 95: A. Piek, werkm.

1924 (art. 23058.15): Gerrit Rademaker (aannemer)

1926 (art. 26143.14): Jacob van Dijken

1929 (art. 34500): Ulbe v.d. Meulen (arts, Franeker) (1/2) en Anne Douwe v.d. Meulen (zonder) (1/2)

Adresb. 1933: 95: A. Hempenius, vertinner

Adresb. 1938: 95: wed. C. Gerrits-Bakema

1947 (art. 34484): Timotheus Gosewinus v.d. Meulen (vertegenw.) en Ulbe v.d. Meulen (arts) (elk ½)

Adresb. 1950: 95: wed. G. Brand-Beuving

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘61: 95: G.J. Perebolte, kleerm.

1961 (art. 39618.5): Petrus Franciscus Terpstra (fabrikant)

Adresb. 1964/’68: nr. ontbreekt

1968 (art. 46952): Adam Willem Kooi (*1931, kant.bed.)

Adresb. 1972: 95: N.M.E. de Bruijne

1974 (art. 39359.10): Jan Dusseljee (*1920, aann.)

1976 (art. 47151): Dr. Hendrik Jan Willem Drijvers (*1934, wetensch. Hoofdmedew. RUG)

1981 (art. 41000.9576): gem. Groningen

1982 (art. 23113.189): St. Groninger Woningbouw Concordia. Sloop en nieuwbouw

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 96

(1844-’70: L 328, 1870-’99: L 575, 1899-1921: 69): E 738, 1950: E 3225

1852 (art. 4333/9022): Johannes Casper Bachg (smid)

1884 (art. 11014): Klaas Walles (tuinier)

1906 (art. 15545): Hinderikus Hamming (*1859, koemelker, +1922), later wed. Stientje Bolhuis (woont Gr. Appelstraat)

Adresb. 1924: 96: Joh. Blauw, werkm.

1924 (art. 24377.3): Jan van der Veen (timmerm.,+1949)

1925 (art. 23058.16): Gerrit Rademaker (aannemer)

1926 (art. 26143.15): Jacob van Dijken

1929 (art. 34500): Ulbe v.d. Meulen (arts, Franeker) (1/2) en Anne Douwe v.d. Meulen (zonder) (1/2)

Adresb. 1933: 96: wed. B. Boer

Adresb. 1938: 96: J. van Dijken

1947 (art. 34484): Timotheus Gosewinus v.d. Meulen (vertegenw.) en Ulbe v.d. Meulen (arts) (elk ½)

1947 (art. 34484): Timotheus Gosewinus v.d. Meulen (vertegenw.) en Ulbe v.d. Meulen (arts) (elk ½)

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘58: 96: H. Kluin

1961 (art. 39618.5): Petrus Franciscus Terpstra (fabrikant). Wordt in ’62 garage.

Adresb. 1961: 96: –

Adresb. 1964/’68: nr. ontbreekt

1968 (art. 41822): De Schatkamer, eerst NV daarna BV

1975 (art. 50556): Aalie Geert Zijlstra (*1920, ambt. Prov. griffie)

1981 (art. 41000.9356): gem. Groningen

1982 (art. 23113.190): St. Groninger Woningbouw Concordia. Sloop en nieuwbouw

 

Noorderbinnensingel – nrs. 88 tm 94

E 3752

In 1982 nieuwbouw door woningstichting Concordia. In 1993 door fusie veranderd in woningstichting ‘De Huismeesters’

 

Noorderbinnensingel -oude nr. 97

(1896-‘99: L 499/2) (Hoek Gr. Appelstraat): E 267 (erf), E 789, 1896: E 2151, 1933: E 2977, nu Gr. Appelstraat 41-49) 

1832 (art. 767): Klaas Gerbrands (koemelker)

1843 (art. 837): Gerbrand Hindriks Groenhuis (voerman). In 1843 en 1844 bouw in tuin (zie Gr. Appelstraat)

1845 (art. 4572): Jan Gerbrands Groenhuis (koemelker)

1852 (art. 5649): Jurrien Woldijk (koemelker)

1853 (art. 5802): Hindrik Gerhardus Hamming (koemelker)

1896 (art. 15546): Henderikus Hamming (koemelker) c.s. (Geert Belgraver en Derk Smit)

1896 (art. 15571/15272): Geert Belgraver (aann.) en Derk Smit (timmerm.) (pand in 1896 gebouwd, zie foto’s)

1905 (art. 17660): idem, later wed. Antje Bosman (1/2) en 5 knd. Belgraver (elk 1/10)

1917 (art. 21471): Jan Hoving (winkelier)

1925 (art. 23261): Jochem v.d. Laan (schipper/fabr.arb), later wed. Jantje Hollemans (4/7) en 6 knd. Van der Laan

1930 (art. 29875): Fenna Sijtsma(*1879 Oostmahorn, x 1900: Johannes Swart, cafehouder, *1876-+1918/x 1920: Lambertus Johan Nipperus, wagenbestuurder; woont nr. 97) en gem. Groningen

1933 (art. 19381): Fenna Swart (wed. Johannes Swart, gesch. van L.J. Nipperus, woont nr. 97), Gerrit Jan Gombert (coupeur)

Adresb. 1938 tm ‘64: mevr. F. Nipperus-Sijtsma, winkelierster (’64 met P.M. Smith)

Adresb. 1968: J. Sijtsma,  mevr. F. Nipperus-Sijtsma, winkelj.

Fenna Sijtsma (*1879-+1977) was eerst getrouwd met cafehouder Johannes Swart (*1876-+1918) en hertrouwde in 1920 met wagenbestuurder Lambertus Johan Nipperus. Fenna werd in de volksmond ‘Opoe Swart’ genoemd en dreef tot haar dood een kruidenierswinkeltje op de hoek met de Noorderbinnensingel, waar ze op 16 maart 1973 op gewelddadige wijze werd overvallen.

Adresb. 1972: J. Sijtsma

1973 (art. 42938): Rijksuniversiteit Gron.

Nieuwsblad van het Noorden, 19-1-1977

1981 (art. 41000): gem. Groningen

Nieuwsblad van het Noorden, 20-4-1982

Nieuwsblad van het Noorden, 23-11-1982

 

Grote Appelstraat

Noorderbinnensingel -nr. 98

(tot 1899: L 499b, 1899-1921: 71-71a): E 268, 1866: E 1228

1832 (art. 666): Jan Kornelis Ennema (touwslager)

1851 (art. 5485): Trientje Witkop, wed. Jan Cornelis Ennema (touwslagersche).

Na het overlijden van Trijntje Witkop in 1865 worden het volgende jaar de 2 huizen (E 268) en E 269 (zie Gr. Appelstraat 44), met achterliggende tuin door de erven gesplitst. Zo ontstaan uit E 268: E 1228 en 1231(Nbs. 98 en 99) en uit E 269: E 1229 (Gr. Appelstr. 44) en 1230 (Nbs. oude nr. 100) 

1866 (art. 8293): Geertje Meijer, wed. Hindrik van Zanten, later Grietje Westers (x Conradus Kiers)

1875 (art. 10337): Albert Laurens Westers (timmerm.)

1875 (art 9756): Thomas Doesburg (voerman)

1876 (art. 10446): Sophia Jong, wed. Thomas Hendricus Doesburg

1911 (art. 19767): Johannes Swart (kastelein, +1918), later wed. Fenna Sijtsma (1/2) en Sjoert Swart (1/2). Zij hertrouwt 1920: Lambertus Johan Nipperus (wagenbestuurder)

Adresb. 1920: 71. G.H. van Malta, caféhouder; 71a. J. Weertjes, bakkerskn.

Adresb. 1922: 98. G. Tijman, caféhouder; 98a. M.W. Broekmans, letterzetter

1924 (art. 19381): Fenna Sijtsma (gesch. van L.J. Nipperus), en Gerrit Jan Gombert (coupeur) (Noorderbinnensingel 96)

1927 (art. 28004): Daniel Sijtsma (+1935), later wed. Gertrud Huppertz (*Gartenweiler, Duitsl., + 1939; 7/12) en 5 knd. Sijtsma. Hij komt in 1929 ook in bezit van E 1230 en 1231 (zie nr. 99)

Adresb. 1928: 98-98a: A. Iwema, caféhouder

Adresb. 1933: 98-98a: D. Sijtsma, caféhouder

Adresb. 1938: 98-98a: G. Rozema, caféhouder

1940 (art. 32091): NV ‘H.J. Hoving Groninger Glasindustrie’, Gr. Appelstr. 42-4

1942 (art. 29638): Hindrik Jacob Hoving (glasfabrikant)

1954 (art. 39002): Henderika Drenth (+1962), wed. Harmannus Hoving (+1953), later 4 knd Hoving: Niesjen Gezina (*1904), Hindrik Jacob (*1905), Gezina Niesjen (*1909) en Bouke (*1917) (elk ¼)

1967 (art. 44779): Freerk Smilda (cafehouder), later wed. Grietje van der Wal (*1926) (5/8) en 3 knd (elk 1/8) (woont er niet)

1975 (art. 54724): Grietje van der Wal, wed. Freerk Smilda (woont Roden)

1978 (art. 60742): Exploitatiemaatschappij d’Oranjeboom

1981: Capri Bar (in ’83 i.e.g nog)

1988 (art. 77580): Vof Van der Wal, Hartmans en Partners (Paul v.d. Wal, *1965, Cornelia Teeninga, *1947, Reinder Johannes Hartmans, *1965, Jan Harman Witzenburg, *1965) (wonen er allemaal niet)

Detail kaart uit 1910 met toenmalige huisnrs. 71, 72, 72/1, 73, 73/1 en 74, die in 1921 worden vernummerd naar 98 tm 103

Noorderbinnensingel -nr. 99 (vanaf ’39 ook 99a-99b)

(tot 1899: L 576, 1899-1921: 72): E 1231, 1940: E 3080

Tot 1866 zie bij nr. 98.

1866 (art. 6056): Wolter Jansen (timmerm.kn.)

1882 (art. 8926. 27 en 28): Gerhardus Andreas Omloo (machinist)

In 1897 gescheiden van oude nr. 100.

1897 (art. 14978): Jan Smit (bakker)

1901 (art. 17153): Harm Hamming (koemelker) (1/2) en knd. Hamming

1919 (art. 17905): Hemme Kreekel (scheepskap. en kermisreiziger)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’28: 72/99: mej. R. Reuter- Hemmes

1929 (art. 28004): Daniel Sijtsma (+1935), later wed. Gertrud Huppertz (*Gartenweiler, Duitsl., + 1939; 7/12) en 5 knd. Sijtsma

1932 (art. 30244): Aaltje Huizinga x Feiko Jan de Vries (behanger) (woont er niet)

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘38: 99: A. Posthumus, koopman (in ’38 incl. nr. 100)

1938 (art. 33054): Richte Tekelenburg (*1893, timmerm.) X 1911 Hilje Zichterman. Knd: Richte (*1911) x 1933 Elina Martha Fokelina Bakker. (woont later nr. 99a)

Sloop in 1938. Nieuwbouw 1938-’39 (arch. W. Bijlefeld)

1940 (art. 33670): Egbert Smid (scheepskap.) (woont er niet). In 1940 verbouw en verenigd: E 3080

1941 (art. 34541): Sieka Hebeliena Jacomiena Vos (x Meint Folkert Eigenberg, koopman) en Eefke Boerma (x Roelof Vos), later Eigenberg ook voor 1/8 eigen. (wonen er niet)

1950 (art. 40941): Sieka Hebeliena Jacomiena Vos (x Meint Folkert Eigenberg, dir. NV)

1959 (art. 41608): Gerhard Drenth (*VS, koopman, +1966), later wed. Irma Katharina Wilken en 2 knd. Drenth (*1920 en 1930)

1974 (art. 43834): Adelgunde Auguste Hoyer (X Aloisius Christoffel Johannes Brands) (woont Oranjestr. 1)

1975 (art. 54055): VvE 99, 99a en 99b

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 100

(tot 1899: L 577, 1899-1921: 72/1): E 1230

Tot 1866 zie bij nr. 98.

1866 (art. 6056): Wolter Jansen (timmerm.kn.)

1882 (art. 8926. 27 en 28): Gerhardus Andreas Omloo (machinist)

In 1897 gescheiden van nr. 99

1897 (art. 13700.68): Geert Belgraver (bouwondern.)

1898 (art. 16206): Jacob Reinders de Vries (+1905) x Wallina Kema

1902 (art. 13290): Jakob de Raad (schipper, +1917) x Maria van der Wijk

1908 (art. 18972): Hemme Kreekel (scheepskap.) en Jakob de Raad (+1917), later wed. Maria v.d. Wijk

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’28: 72/1/100: N. (K.?) Mast, werkm.

1929 (art. 28004): Daniel Sijtsma (+1935), later wed. Gertrud Huppertz (*Gartenweiler, Duitsl., + 1939; 7/12) en 5 knd. Sijtsma. Hij komt in 1927 ook in bezit van E 1228 (zie nr. 98) en 1229 (zie Gr. Appelstr. 44), en in ’29 van nr. 99: Zie voor vervolg daar.

Adresb. 1933: 100: wed. T. Boonstra

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 101

(tot 1899: L 578, 1899-1921: 73): E 270 =tuin, 1866: E 1232=tuin, 1867: E 1240, 1933: E 2981

1832 (art. 666): Jan Kornelis Ennema (touwslager)

1851 (art. 5485): Trientje Witkop, wed. J. K. Ennema

1866 (art. 8250): Nikolaas Wildeboer (verwerskn.).

In E 270 wordt E 1232 en in 1867: 3 huisjes gebouwd: E 1239 tm 1241 (oude nrs. 101 tm 103)

(art. 7412. 24/10120): Harm Luikinga (wever). Heeft veel bezit

1886 (art. 13290): Jakob de Raad (schipper, +1917) , later wed. Maria van der Wijk (2/3) en 2 knd (elk 1/6)

Adresb. 1920: 73: wed. F. Middel

Adresb. 1922: 101: wed. J. v.d. Veen

1924 (art. 17905): ): Hemme Kreekel (scheepskap. en kermisreiziger)

1925 (art. 13974. 64 tm 66/27569): Jan Groenewold (timmerm.). In 1926 verkocht hij E 1241 (oude nr. 102) aan art. 20231. Deel van E 1239 in ’26 eveneens, werden verenigd tot E 2732

1926 (art 20231): Piet Mulder (loodgieter).

1927 (art. 26752): Sake Pieter Rijpstra (likeurstoker, later Nw. Kerkhof 21), Hij verkoopt in 1928 E 2732 en 2733 (oude nrs. 102 en 103) aan twee verschillende personen. Zie bij oude nrs. 102 en 103.

Adresb. 1928: 101: T. Slor, kellner

Adresb. 1933: 101: S.P. Rijpstra, werkm

1933 (art. 30825. 2 en 4): Maria Elisabeth v.d. Vaart. In 1933 worden oude nrs. 101 en 102 samengevoegd tot E 2981

Adresb. 1938: 101. H. Sjoerts, voeger

1945 (art. 35655): Doede de Jong (veehouder, Aduard; 7/9) en 2 knd. De Jong (elk 1/9)

Adresb. 1950: 101: mw. H. Rijpstra, B. Bosman (ijsbereider), F.N. Sjoerts (schoenm.)

1957 (art. 37912.8): Popke Boonstra (*1911, timmerm.-aann.).

Adresb. 1958: 101: mw. H. Rijpstra, B. Bosman (ijsbereider),

1959 (art. 39319): NV H.J. Hoving Groninger Glasindustrie. Zie verder bij nr. 100.

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 102

(tot 1899: L 579, 1899-1921: 73/1): 1867: E 1241, 1926: E 2732 1933: E 2981

Gebouwd in 1867. Eigenaren tot 1928 zie bij oude nr. 101

Adresb. 1920/1922: 73/1/ 102: P. Veldman, werkman

Adresb. 1928: 102: L. Stobbe

1928 (art. 28873): Grietje Elzinga (Kollum)

1931 (art. 29960): Wiebe Roffel (timmerm.)

1931 (art. 26752.34): Sake Pieter Rijpstra (likeurstoker, later Nw. Kerkhof 21). In ’33 verkoop van ged. aan art. 30131 (zie bij oude nr. 103)

Adresb. 1933 e.v.: nr. ontbreekt

1933 (art. 30825. 2 en 4): Maria Elisabeth v.d. Vaart. Wordt in ’33 bij nr. 101 gevoegd en daarna E 2981. Zie verder bij oude nr. 101.

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 103

(tot 1899: L 580, 1899-1921: 74): 1867: E 1239, 1926: E 2733, 1933: E 2980

Gebouwd in 1867. Eigenaren tot 1928 zie bij oude nr. 101

Adresb. 1920: nr. ontbreekt

Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘28: 103: K. (C.) Havenga, voerman

1928 (art. 28533): Maria Anna Magdalena Bultena

1931 (art. 30131): Klaas Bottinga (aann., Gr. Kruisstr. 45a). Wordt in ’33 door wijziging perceel: E 2980

Adresb. 1933: 103. A. Haagsma, chauff.

1934 (art. 29351): Wilhelmus Arnoldus Josephus Veeger (sig.handelaar; Nw. Ebb.str.2, +1955) x1924, later wed. Elisabeth Maria Hensen (2/3) en Wilhelmus Cornelius (*1924, arts) en Alida Catharina (*1929; Utr.) (elk 1/6, later elk ½).

Adresb. 1938/1950/1958: 103. J. Hekkema, werkm.;

1959 (art. 39319): NV H.J. Hoving Groninger Glasindustrie. Zie verder bij nr. 100.

 

Noorderbinnensingel -nr. 100

1962: E 3286, 1980: E 3356 en E 3357

Gebouwd op plek oude nrs. 101-103 en loods in 1960-’61 in opdracht van H.J. Hoving, arch. J.A. Boer, op E 3108, 2980, 2981, 825 (=Gr. Kruisstr.), 2476 (ged.)

1960 (art. 39319): NV H.J. Hoving Groninger Glasindustrie

In 1962 krijgt bezit van Hoving aan Gr. Appelstr. en Noorderbinnensingel 100 nieuwe kadasternummers (zie Hulpkaart 1963: E 3286 en 3287)

1967 (art. 46090): NV (later BV) Beleggingsmaatschappij Hoving

1979 (art. 60878): Henderika Grietje Hoving (*1936, ½) en Grietje Annie Henderika v.d. Bij-Hoving (*1943, ½). In 1980 nieuwe kadasternummers E 3353 tm 3357 en daarna wordt alles verkocht.

E 3356, 1980: E 3359A1(=app.) en 3356 (mag.):

1980 (art. 63634): Anton Hendrix Noorda (*1946)

1987 (art. 76879): Zeefat BV

E 3357:

1980 (art. 63632): VvE 100, 100 a tm f.

Maar ook:

1980 (art. 58762. 157 tm 169): Beleggings- en Exploitatiemaatsch. Hoogeheem BV

1980 (art. 48702): Jacob Hofman (kellner, Sauwerd) x Riekje Gnodde. Hij verkoopt tussen ’80 en ’82 alle appartementen apart.

Gebruikt door: In elk geval 1963-’73 Verenigde Glasindustrie Hoving-Houwink, dat daarna verhuist naar de Spaarnestraat.

1973: GTI Elektrotechniek BV (later onderdeel van Zeefat)

okt. 1992-heden: Mamamini

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 104

(tot 1921: geen nr.): E 271 = tuin en 272, E 1242 en 2461, 1913: E 2476, 1962: uit deel E 2476, E 2980 en 2981 ontstaat E 3286

1832 (art. 2306): Cornelis van Stappen (schoenmaker)

1832 (art. 852/7138): stad Groningen. E ongenummerd

1832 (art. 2815): stad Groningen. In 1861 na sloop E 271 ontstaan uit E ongenummerd, 271, 272 en 306: E 1086-1087 (resp. schuur en tuin) en 1088-1089 (zie Grote Kruisstraat)

E 1086=schuur en 1087=tuin gaan dan naar art. 7352 en 7353 (beide gem. Groningen, wordt in 1867 E 1242=privaat en 1243=tuin)

E 1088 en 1089 gaan dan naar art. 2817, daarna 8210, 13354

Uit E 1242 en E 2461 (sinds 1912 uit E 2352) ontstaat in 1913: E 2476 (broeikas): steeds gemeente Groningen.

Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘38: 104. Gem. bloemkwekerij

In ’62 gaat uit art. 41000.1460 deel door ‘ruiling’ met enkele huizen aan de Gr. Appelstraat naar art. 39319, zie bij nr. 100.

 

Noorderbinnensingel -nrs. 101-104

1962: deel van E 2476, 1963: E 3285, 1978: E 3336, 1983: E 3384, E 3406, E 3754, nu: E 3764

(art. 41000.4480 enz, laatst: 9942): gem. Groningen

1983 (art. 23113.274): Stichting Gron. Woningbouw Concordia

Gebouwd 1983-’85: 18 huizen en schuren (N’binnensingel 101 tm 104 en Gr. Kruisstraat 43 tm 65)

Nu: De Huismeesters

 

Detail van Kadastrale Minuutplan uit 1919 met de woningen 105 tm 110 (kadasternrs. 2152 tm 1996) en Lambik (kadasternr. E 1988)

Noorderbinnensingel -nr. 105

(1895-1899: L 580, 1899-1921: 75): E 2078, 1896: E 2152, 1983: E 3385

In 1895 E 1650 (=veestal) met stuk tuin van E 1977 gekocht van wed. Plenter-Broeksema

1895 (art. 14464.71 en 72):Derk Smit (*1867 Aduard, timmerman, + 1927, x 1892 Trientje Ansing, *1867=+1936). In 1895 bouw/stichting, daarna E 2078 tm 2081 (N’binnensingel) en E 2082 tm 2084 (Gr. Kruisstr., zie daar)

1895 (art. 15271): Henderikus Meijer (timmerman)

1896 (art. 15559): Jan Jager (meubelmaker, +1940), later wed. Anna Bunt (3/5) en 4 knd. (elk 1/10). Door aankoop ged. van buurman (zie bij nr. 106) ontstaat E 2152 (zie kaartje hierboven)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’38: J. Jager, meubelmakerskn.

1946 (art. 35954): Frans Jager (vertegenw., +1951) en Berend Jager (machinetek.) (elk ½), na ’51: Berendje Harmina Bakker (wed. Frans Jager)  en 2 knd. ( resp.1/3 en elk 1/12) en Berend Jager (1/2)

Adresb. 1950/1958: H.H.D. Schuth, controleur nachtveiligheidsdienst

1954 (art. 38251): Kornelis Roelof Westerhof (*1916, koopman) (woont er niet)

1963 (art. 43960): Stientje Brouwers (telefoniste)

Adresb. 1964 tm i.e.g. ‘68: E. Gerritsen (ambt. PTT)

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1975 (art. 54711): Jan Veenstra (*1951, bouwkundige) x Johanna Margaretha Hinnen (wonen er). In 1976 stukje aangekocht van E 3285, wat in ’79 E 3335 (=tuin) wordt (rest wordt dan E 3336, zie kaartje hieronder). In 1983 worden huis en tuin verenigd tot E 3385

Hulpkaart kadaster 1984

 

Noorderbinnensingel -nr. 106, 106a

(1895-1899: L 580/1- L 580b, 1899-1921: 76-76a): E 2079, 1896: E 2153

In 1895 E 1650 (=veestal) met stuk tuin van E 1977 gekocht van wed. Plenter-Broeksema

1895 (art. 14464.71 en 72): Derk Smit (*1867 Aduard, timmerman, + 1927, x 1892 Trientje Ansing, *1867=+1936). In 1895 bouw/stichting, daarna E 2078 tm 2081 (N’binnensingel) en E 2082 tm 2084 (Gr. Kruisstr., zie daar)

1895 (art. 15271): Henderikus Meijer (timmerman)

1896 (art. 15558): Pieter Straat (broodbakker) en cs (Hendrik en Marten Straat, Jan Jager). In 1896 verkoop van ged. aan art. 15559 (zie bij nr. 105) waarna dit E 2153 wordt.

1896 (art. 15583): Marten Straat (bakker) (1/3) en 2 andere Straats (elk 1/3)

Adresb. 1911: 76: K. Fokkens, werkm.; 76a: wed. Wieringa

1916 (art. 18427.10): Simon Hinderik de Rooij (*1869, meubelmaker, +1938), later wed. Geesien de Vries (7/12) en 5 knd (elk 1/12) (wonen er)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’38: 106. S.H. de Rooij, meubelbek. (in ’33 ook M. de Rooij, Beh.-stoff.);

Adresb. 1920: 76a: wed. B.J. Meijer, B.C.J. Meijer, handelsreiz.

Adresb. 1922: 106a: R. Untied, kellner

Adresb. 1933: 106a. L.J. Vos, schilder

Adresb. 1938: 106a. M.J. Rennes, sigarenm.

1948 (art. 36451): Simon Hinderik de Rooij (koopman)

Adresb. 1950/1958: 106. S.H. de Rooij, boekbinder en papierhandel.; 106a. E. Peper, loodskn./1958: H. Kiel, timmerm.

Adresb. tm i.e.g. 1968: 106: S.H. de Rooij (boekbinder) (106a: ontbreekt)

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

 

Noorderbinnensingel -nr. 107, 107a

(1895-1899: L 580c, 1899-1921: 77-77a): E 2080, 1920: E 2504

In 1895 E 1650 (=veestal) met stuk tuin van E 1977 gekocht van wed. Plenter-Broeksema

1895 (art. 14464.71 en 72): Derk Smit (*1867 Aduard, timmerman, + 1927, x 1892 Trientje Ansing, *1867=+1936). In 1895 bouw/stichting, daarna E 2078 tm 2081 (N’binnensingel) en E 2082 tm 2084 (Gr. Kruisstr., zie daar)

1898 (art 16390.61): Derk Smit, later wed. Trientje Ansing en knd.

1920 (art. 29359): Otto Smit (boekhouder, woont Rijswijk)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’20: 77: A. Molenberg, machinist; Adresb. 1911: 77a: G. de Jager, kn. Limonadefabr.

Adresb. 1920: 77a: M. Bakker, tuinierskn.

Adresb. 1922: 107: M. Poelman, chauff.; 107a: W. Bakker, kasknecht (wellicht dezelfde als in 1920?)

1929 (art. 23778): Hendrik Bottinga (houtstekkecht later -chef) (1/2), Klaas (timmerm.-aann.) en Anna Bottinga (x F.H. Jagt) (elk ¼) (hebben veel bezit)

1931 (art. 21344): Hendrik Jan Alberts (schipper)

Adresb. 1933: 107: H.J. Alberts; 107a: H. de Vries, chauff.

1950 (art. 23856.12): Berend Woest (slager)

1954 (art. 34475): Klaas Jacob Spithoff (aannemer, Siddeburen)

1955 (art. 33720): Pieter Prenger (*1883, administr.) en Frouwke Brouwer (*1887, x Gerard Atzema)

1959 (art. 39992.7): Jan Wiebe Boersma (*1924, koopman)

1959 (art. 41515): Ludina Kampen (x Sietze Veenstra)

Adresb. 1964/ ‘68: 107. D. Zeinstra (schipper), Fr. Zeinstra (machinebankw.; in ’68 niet meer)); 107a. T. Bakker (perser)

1967 (art. 35537): Sietze Veenstra (schilder, +1966), later 3 knd. Veenstra (elk 1/3)

Adresb. 1972: 107. Ontbreekt; 107a. T. Bakker

1972 (art. 50025): Ludina Kampen, wed. Sietze Veenstra

1972 (art. 43979): Grietje Hofman (*1924, pensionhoudster)

1972 (art. 50951): Hendrik Dijkstra (*1920, schilder, +1986)

1987 (art. 76484): Johannna Wilhelmina Venema (*1920) (zelfde adres als Dijkstra in Roden)

 

Noorderbinnensingel -nr. 108

(1895-1899: L 580/2, 1899-1921: 78): E 2081, 1920: E 2505

In 1895 E 1650 (=veestal) met stuk tuin van E 1977 gekocht van wed. Plenter-Broeksema

1895 (art. 14464.71 en 72): Derk Smit (*1867 Aduard, timmerman, + 1927, x 1892 Trientje Ansing, *1867=+1936). In 1895 bouw/stichting, daarna E 2078 tm 2081 (N’binnensingel) en E 2082 tm 2084 (Gr. Kruisstr., zie daar)

1898 (art 16390.62): Derk Smit, later wed. Trientje Ansing en knd.

Adresb. 1914: J.R. Molenberg, tabaksk., mej. H. Molenberg-Veenstra, besteedster van dienstb.

1919 (art. 23125): Johan Christiaan Georg Roeders (kappersbediende), later Hinderikus Roeders (ober, kelner)

Adresb. 1911 tm ’20/’22: 78/108: J.C.G. Roeders, kappersbed., mej. H. Roeders, besteedster van dienstboden.

1931 (art. 29952): Jacobus Bottinga (bankwerker (woont er)

Adresb. 1933 tm ‘68: J. Bottinga (monteur)

1967 (art. 46260): Maria Jantina Bottinga (*1920, x Hendrik Pieter Nederhoed) en Jantje Bottinga (*1927, x Frederik Jan ten Kampe)

1969 (art. 47185): Klaas Kallenkoot (schipper, p.a. Rotterdam)

1974 (art. 53688): Wilhelmina Gerda Baltink (*1949, lerares) (woont er)

1985 (art. 73098): Josefa Franciska Maria Prins (*1957) (woont er)

 
Noorderbinnensingel -nr. 109

(1895-1899: L 580/3, 1899-1921: 79): 1885: E 1992, 1885: E 1995

1885 (art. 13101): Jan Smit (*1840 Aduard, eerst koopman later timmerman, +1928)x 1865 Wibbina Wieringa (+1870), x 1874 Janna Balk. Uit 1e huwelijk zn. Derk (*167 Aduard).

In 1885 gebouwd: E 1995

1886 (art. 13240): Roelof Speelman (tjalkschipper)

Adresb. 1911/’14: wed. B. Schut

1914 (art. 18790.3): Berend Hoving (boekdrukker)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’49: 79/109. W.F. Jonker, mag.bediende

1926 (art. 27665): Willem Frederik Jonker (portier, +1949) x 1916: Jantje Wijnholt, later wed. (2/3) en 2 zonen (elk 1/6)

Adresb. 1950: wed. J. Jonker- Wijnholt

1965 (art. 43969): Otto Klinkenberg (*1902) x Derkjen Wedema

1980 (art. 62880): Anna Alida op ’t Ende (*1955)

1984 (art. 71656): Siewert Jan Marrink (*1966) (woont er)

 

Noorderbinnensingel -nr. 110

(1895-1899: L 580/3, 1899-1921: 80): 1885: E 1992, 1885: E 1996

1885 (art. 13101): Jan Smit (*1840 Aduard, eerst koopman later timmerman, +1928)x 1865 Wibbina Wieringa (+1870), x 1874 Janna Balk. Uit 1e huwelijk zn. Derk (*167 Aduard).

In 1885 gebouwd: E 1996

1886 (art. 13241): Harm Roemers, koffiehuish. (zie nr. 111)

1893 (art. 14789): Willem Havinga (werkman)

1907 (art. 18790): Berend Hoving (boekdrukker)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’22: 80/110. B. Hoving, boekdrukker

1921 (art. 24964): Lukas Nuiver (zadelmaker) (woont er vanaf 1922)

Adresb. 1924 tm i.e.g. ‘38: 110. L. Nuiver

1947 (art. 27300.10): Hendrik Warners (slager)

Adresb. 1950: H. Warners, slagersbed. (later Haren)

1952 (art. 26056.4): Willem Maathuis (koetsier, later kruidenier) (woont er)

Adresb. 1958/ ’61: W. Maathuis, mej. G. van Zalen (alleen in ’61)

1962 (art. 43438): Margje Vrieling (*1935, kantoorbed., x Albertus Stock) (wonen er)

Adresb. 1964/’68: A. Stock, uitvoerder, mej. M. Vrieling, secretaresse

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

1979 (art. 62207): Barend Wouter de Graaff (*1956, ass.-accountant) en Ellen Trude Poldervaart (*1956, secretaresse) (wonen A’dam)

1981 (art. 64915): Paulina Cornelia Johanna Lindeyer (*1960) (woont er)

Vanaf 2006: Peter Wassing (fotograaf) 

 

Noorderbinnensingel -nr. 111

(1887?-1899: L 580/5, 1899-1921: 81, 1921-?: -): E 1988, 1940: E 3081 (zie ook Gr. Kruisstraat 73= Lambik)

1885 (art. 9547): Reina Broeksema (+1901), wed. Berend Plenter. Ze bouwt in 1885 op E 1978 de huidige Gr. Kruisstraat 67 t/m 73/Noorderbinnensingel 111.

1885 (art. 12842/13101): Jan Smit (*1840 Aduard, eerst koopman later timmerman, +1928)x 1865 Wibbina Wieringa (+1870), x 1874 Janna Balk. Uit 1e huwelijk zn. Derk (*167 Aduard)

1886 (art, 13241): Harm Roemers, koffiehuish.

Hij vraagt in nov. ’87 vergunning verbouwing tot 2 woningen (bovenverdieping), in 1888: herbouw

BR 1890: L 580/5: Alderik Warners (*1856, mag.knecht) x Geeske Mulder (*1858) + 3 knd.

1893 (art. 13829): Pieterdina Catharina Faber, wed. Hindrik Klaassens Hamming

BR 1900: 81: Libbe Sleijt (*1870, boekbinder) x Anje Werkman (*1870) + knd. Gerrit (*1898) en Henderika (*1900). Eerst verhuizen ze naar Plantsoenstr. en in 1908 naar Zutphen

1905 (art. 16354): Waalko Jan Roelfsema (fabr.), later wed. Geesina Margaretha van Bruggen

1912 (art. 20054): Albert van Duinen (caféhouder), later Grieko Huizinga (caféhouder)

Adresb. 1911 tm i.e.g. 1920: 81: nr. ontbreekt

1923 (art. 25806): Jan Marinus Luijk (caféhouder)

1925 (art. 27146): Harm Engels, later Hendrik Seif (caféhouder, woont Delfzijl)

1927 (art. 27927): Rienko Ouwinga (caféhouder)

Oudste vermelding van de Plantsoenbar in NvhN is van 8-1-1927 (zie afb.)

1931 (art. 30080): Hendrik de Groot (caféhouder), later wed. Jantje van der Werff (woont Oosterstr.) 1931: Plantsoenbar H. de Groot.

NvhN 4-2-1956: opening Plantsoenbar door Brinksma (zie afb.).

1967 (art. 46063): Jan Popke Bosklopper (caféhouder) x Grietje Hof (woont er niet)

1975 (art. 54038): Jannus Bosklopper (*1943, caféhouder) woont Gr. Kruisstr. 53a, x Elizabeth Henderika Robben. Zij verkopen het publiek in 1981 aan :

1981 (art. 66444): Tjaakje Niewijk (*1945)

1985 (art. 73676): Pieter Mulder (*1930) x Roelfiena Schuiten (*1942), wonen Gr. Kruisstr. 73a

In dec. 1993 gekocht door Eddy Weening , opening in januari 1994 als ‘Lambik’.

Vanaf 1-2-2020 exploitatie door Flora Karsemeijer

Eind zomer 2021 exploitatie overgenomen door Hendrik Linnewiel, Jesse en Martien. Renovatie tot begin 2022

 

 Kruitdwinger: zie bij Grote Kruisstraat

 

Grote Kruisstraat