Verklaring van de straatnamen:

Bloemsingel/Jodenkamp:

In de raadsvergadering van 26 november 1910 wordt besloten in plaats van de nooit echt tot ontwikkeling gekomen Oosterbinnensingel (in 1883 aangelegd) een singel aan te leggen die ‘loopt van den Oostersingel bij de Bloemstraat om het terrein der Lichtfabrieken heen en langs het nieuwe Chemische Laboratorium naar de Nieuwe Ebbingestraat’. Op 27 april 1912 stellen B. en W. de raad voor de singel te noemen naar de straat, ‘waarbij zij een aanvang neemt’. Zo besluit de raad twee weken later ‘zonder discussie of hoofdelijke stemming’ tot de naam Bloemsingel. Bij dezelfde gelegenheid wordt de naam Jodenkamp, genoemd naar de voormalige Israelitische begraafplaats in de Ebbingedwinger, ook gegeven aan de ‘verlenging’ van hetzelfde straatje naar de Bloemsingel die in 1914 tot stand komt. Tijdens de bezetting wordt de naam, vanwege het woord ‘Joden’, door het NSB-stadsbestuur gewijzigd in Verl. Brouwersstraat.

CiBoGa/ Ebbingekwartier:

Het Boterdiep, Circus-, Boden- en Gasfabriekterrein worden in het gemeentelijk Structuurplan uit 1986-’87 aangeduid als ‘Intensiveringsgebied’. De projectnaam CiBoGa (Circus-, Boden- en Gasfabriekterrein) ontstaat en in september 1997 ligt er een ‘stedenbouwkundig plan’. Met het stagneren van de ontwikkeling in 2002-’03 raakt de naam op de achtergrond.

‘Om de neerwaartse spiraal van het winkelgebied ten noorden van de binnenstad te doorbreken’ sluiten ondernemers ‘rond de Nieuwe Ebbingestraat en Boterdiep’ in september 2004, zoals het Dagblad van het Noorden meldt, een ‘convenant’ met de gemeente. Het is de eerste keer dat de naam ‘Ebbingekwartier’ naar buiten komt. Hoewel de naam CiBoGa ook daarna wel opduikt, wordt uiteindelijk nog alleen over het Ebbingekwartier gesproken. Hoewel de begrenzing onduidelijk is, spreken de bewonersorganisatie en de buurtkrant van de Niewe Stadt’ vanaf 2011 over de combinatie Hortusbuurt- Ebbingekwartier. Voor deze website hanteer ik de naam Ebbingekwartier echter alleen voor het na 2000 ontwikkelde deel van de wijk.

Inhoud verberg

De periode tot 2000

Oneven zijde:

Bloemsingel nr. 1

dl. G 1 (gracht en bolwerk), later oa dl. G 1283, dl. G 1521, dl. G 2278, dl. G 2630, dl. G 2532, dl. G 2833, dl. G 2849, dl. G 2888, dl. G 2927, dl. G 3092, dl. 4333, 1911: G 4473, 1911: G 4483, 1924: G 4865, 1926: dl. A 3906, nu dl. A 13499

1832 (art. 1813): Min. van oorlog

1836 (art. 2813.17): Dep. van Oorlog. In 1837: G 1283. Later De Staat (Domeinen) en art. 10150 en 13059= De Staat (Gewone Domeinen)

Wordt later dl. G 4333. In 1911 splitsing voor aanleg straten enz., wordt daarna G 4473

(art. 16249.103 later 116): De Staat (Binnenl. Zaken, Onderwijs). In 1911 bouw laboratorium, dat wordt G 4483

Hulpkaart kadaster 1911

1916 (art. 21033.21): De Staat (Bi.za., later: Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen). Wordt in 1924 G 4865 en in 1926, na aanleg Ant. Deusinglaan: dl. A 3906

Bloemsingel nr. 3 en 5

dl. F1 (gracht en bolwerk), 1853: dl. F 769, 1879: dl. F 1334, 1892: dl. F 1683 (bouwterr.), 1904: dl. F 2024 (exercitieterr.), 1911: dl. F 2128, 1924: F 2355, 1926: dl. A 3906, 1933: dl. A 5495, 1936: dl. A 6658, nu dl. A 13499

1832 (art. 1813): Min. van oorlog, later Dep. van Oorlog. In 1853 splitsing en verkoop 2 weilanden (F 767 en 768) aan de stad (art. 852: zie bij Gasfabriek). Vestingwerken worden F 769:

Detail kadasterkaart sectie F, mei 1853

In 1879 afsplitsing en ontstaan F 1335 (zie bij Gasfabriek) en F 1334 (vesting). Wordt uiteindelijk:

1890 (art. 13985): De Staat (gewone Domeinen) en De Staat (Dep. van Oorlog). Wordt in 1892: F 1683= bouwterrein. In 1904 splitsing en overdracht, daarna oa F 2024

Detail kadasterkaart sectie F,met daarop o.a. de ‘Oosterbinnensingel’ (zie later), oktober 1904

1904 (art. 13984.26): De Staat (Dep. van Oorlog/Defensie)

1909 (art. 16249.80 later 107): De Staat (Min. van Binnenl.z.; Onderwijs). In 1911 stichting woning, stallen, daarna F 2128

1916 (art. 21033.20): De Staat (Bi.za., later: Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen).

Adresb. 1918 tm i.e.g. ‘33: 3: J.J. Boom, aman. Phys.lab.

In 1924 gaat deel van het terrein (wordt F 2358) naar gem. Groningen. Rest wordt F 2355.

Hulpkaart kadaster 1924

Bloemsingel Bodenterrein

dl. A 5495, 1936: dl. A 6659, 1939: A 6872, 1941: A 7163, 7164 en 7165, 1951: A 7623

Zie tot 1936 bij Bloemsingel nr. 3 en 5

2 tekeningen S.J. Bouma, 1939

Hulpkaart kadaster 1941

Bodenterrein 1942 (foto Openbare Werken)

Even zijde:

Oosterbinnensingel

dl. F 769, daarna uiteindelijk: 1883: o.a. F 1402 (weg) en F 1406 (open grond), 1888: F 1566 (weg), 1892: F 1684 (Oosterbinnensingel)

(art. 10150.311 en 313): De Staat (Gewone Domeinen). In 1885 gaat F 1406 naar art. 12979 (De Staat, Gewone Domeinen en Dep. van Oorlog): zie verder bij Bloemsingel- oude nr. 10

De in 1883 aangelegde weg F 1402 blijft tot 1887 van De Staat en wordt dan overgenomen door de gemeente;

1887 (art. 13354.307 later 361 en daarna 463): gem. Groningen. In 1888 wordt de naamloze ‘weg’ F 1566 en gerekend tot het terrein van de Gasfabriek. In 1892 verandert dit, wordt het F 1684, en krijgt de weg van de gemeente de naam ‘Oosterbinnensingel’:

Kadasterartikel 13354.463

Kadasterkaart sept. 1892 met de ‘Oosterbinnensingel’

‘Wereldtentoonstelling’

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt’: ‘Om Groningen een flinke impuls te geven, wordt besloten tot een grote ‘Nijverheids-Tentoonstelling’ rond het thema ‘Licht en Warmte’, onder de bezielende leiding van grootindustrieel Jan Evert Scholten. De in 1900 aangetreden directeur Gemeentewerken Jan Anthony Mulock Houwer richt hiervoor het ‘Exercitie Veld’ op de voormalige vestinggrond in. De ingang van De Tentoonstelling is bij het huidige kruispunt Boterdiep-Bloemsingel. Door onder andere de ‘Japanse’ paviljoens spreken de Stadjers spreken over hun ‘wereldtentoonstelling’, die duurt van 15 juni tot 1 september 1903.’

Plattegrond Tentoonstellingsterrein, waarbij duidelijk wordt dat de Oosterbinnensingel, voor zover echt ontwikkeld, tijdelijk wordt bebouwd.

Zie ook boek: Groningen van alle tijden dl. 1: In the picture

Met de verdere uitbreiding van de Gasfabriek en de aanleg van de Bloemsingel in 1912 verdwijnt de Oosterbinnensingel weer (zie onder bij Bloemstraat-oude nr. 60).

Bloemsingel Gasfabriek

Deel 1e kadasterkaart sectie F met aan de bovenzijde rechts de percelen die het eerst voor de gasfabriek in gebruik komen

F 118 (tuin met tuinhuis), 1837: dl. F 608 (weiland) , 1849: F 740

1832 (art.261): Frederik Jan ter Borgh (chirurgijn)

1837 (art. 852): stad Groningen. Verenigd met F 113, 114, 115 en 116. Zie verder bij Gasfabriek

F 116 (tuin met tuinhuis), 1837: dl. F 608 (weiland) , 1849: F 740

1832 (art. 2715): Gerardus Wolbers (kastemaker)

1837 (art. 852): stad Groningen. Verenigd met F 113, 114, 115 en 118. Zie verder bij Gasfabriek

F 115 (weideland), 1837: dl. F 608 (weiland), 1849: F 740

1832 (art. 165): Hinderk Bloem (koemelker)

1837 (art. 852): stad Groningen. In 1837 ‘slooping’. Verenigd met F 113, 114, 116 en 118. Zie verder bij Gasfabriek

F 113 (moestuin)en F 114 (huis en erf), 1837: F 609, 1849: F 740

1832 (art. 2742): Renzo Wolters (moesker) (Woont in 1825 Boterdiep en in ’26: Schuitendiep P 298)

1837 (art. 852): stad Groningen. Verenigd met F 115, 116 en 118. Zie verder bij Gasfabriek

dl. F 694 (tuin; komt voort uit F 110, zie bij Langestraat), 1849: F 740

(art. 3569): Pieter Dekker (koemelker). In 1849 gaat deel van F 608 en 609 van de gemeente naar hem (wordt F 741) en deel van F 694 gaat naar gemeente en vormt met rest van F 608 en 609: F 740

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt’: In 1837 heeft de stad dit relatief lege gebied al op het oog voor de vestiging van een gasfabriek en koopt dat jaar daarom percelen van moesker Renzo Wolters, koemelker Hindrik Bloem, chirurgijn Frederik Jan ter Borgh en kastenmaker Gerardus Wolbers. Acht jaar later wordt een aangrenzend weiland bijgekocht. Koninklijke goedkeuring voor het gebruik van ‘loopend gas’ voor straatverlichting in de vestingstad blijft echter uit vanwege het explosiegevaar. Pas dankzij Willem III krijgt Groningen ‘eener Fabryk voor pijpgaz uit steenkolen’.

F 31 (weideland), 1867: dl. F 767

1832 (art.2206): J. de Sitter (controleur, L’warden)

1845 (art. 852.112): stad Groningen. In 1853 verenigd met F 740. Zie verder bij Gasfabriek

Kadaster Hulpkaart 1853
Bloemstraat – oude nrs. 50 tm 60 

F 767, 1855: F 797 tm 805, later o.a. dl. F 1703, F 1988, F 2183, F 2213, F 2540, F 2586, F 2973

(art. 852.134): stad Groningen. In 1855 stichting gasfabriek, daarna F 797 tm 805. Volgende jaar uit F 805: F 832 en 833

Plattegrond Gasfabriek 1893 (coll. Gron. Arch.)

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt’: De fabriek begint in november 1854 met zesendertig personeelsleden, waaronder acht stokers en zestien aanstekers. De steenkolen komen uit Engeland, worden in Harlingen overgeladen en in de Noorderhaven gelost. In grote ovens worden de kolen onvolledig verbrand, wat gas oplevert dat wordt opgeslagen in twee gashouders met een gezamenlijke inhoud van 2200 kubieke meter. Hoewel de gasfabriek in eerste instantie bedoeld is voor de verlichting van ‘wegen, straten en pleinen’, is de belangstelling onder particulieren zo groot dat het particuliere verbruik het verbruik voor de stadsverlichting al na een jaar overtreft.

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt’: ‘De nieuwe tijd wordt onder andere geïllustreerd met de bouw van een ‘Electrisch Centraal Station’ aan het eind van de Bloemstraat (1901-’02) (…). Vanaf het moment dat op 4 oktober 1902 de elektrische stroomlevering in de gemeente begint, wordt niet meer gesproken van de Gasfabriek maar van de ‘Lichtfabrieken’. ‘

Bloemstraat – oude nr. 50

(tot 1870: O 242, 1870-1899: O 373)

BR 1870: O 242/373: Gerrit Wouter v.d. Heetkamp (*1820, Woudrichem, dir. gasfabriek) x Geertje Willems (*1822 Gron.) + dch., dienstmeid en dienstbode

Adresb. 1924 tm i.e.g. ‘38: L. Landeweer Hzn, adj-dir.

Adresb. 1950-’51 tm ‘58: J. Hemerik, dir. Gem. Elec. Bedr.

Adresb. 1961 e.v.: nr. ontbreekt

Bloemstraat – oude nr. 52

(1870-1899: O 373)

Adresb. 1924 tm i.e.g. ’50-‘51: Gasfabriek (vanaf ’33 ook kant. Gem. Waterleiding)

Adresb. 1958: nr. ontbreekt

Adresb. 1961: 52-54: Gasbedr. en Waterleidingbedr.

Adresb. 1964 en ‘68: Gem. Gasbedrijf

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

Bloemstraat – oude nr. 54

(tot 1870: O 243a, 1870-1899: O 374a, later O 374b)

BR 1870: O 243a/O 374a: Pieter Johannes Jacobus Wisdom (*1838 ’s Gravenh., opzichter gasfabriek, +1895)x Anna Lammerdina Hofkamp (*1836, +1895)

Adresb. 1924: adj-dir. H. Roelfsema

Adresb. 1933: – en ontbreekt verder

Adresb. 1950-’51: Kant. Administr. Gas-, Electr. en Trambedrijf

Adresb. 1958: nr. ontbreekt

Adresb. 1961: 52-54: Gasbedr. en Waterleidingbedr.

Adresb. 1964 en ‘68: Gem. Administr.bedr.

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

Bloemstraat – oude nr. 56

(tot 1870: O 243, 1870-1899: O 374 later O 374a)

BR 1870: O 243/O 374: Jan Luitjes Nieborg (*1813, boekh. Gasfabriek, +1875) x Hillegien Westerhuis (*1807)+ nicht, neef, achterneef en achternicht Beumeé en dienstm.

Adresb. 1924 tm i.e.g. ’50-‘51: kantoor Electr. bedrijf

Adresb. 1958: nr. ontbreekt

Adresb. 1961 tm ‘68: Gem. (Gron.) Electr. Bedr.

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

Bloemstraat – oude nr. 58

(1870- 1899: O 374a)

Administratiegebouw

Adresb. 1924 tm i.e.g. ’50-‘51: kant. Boekh. Licht- en Trambedrijf

Adresb. 1958: nr. ontbreekt

Adresb. 1961: Gem. Lichtbedrijf

Nr. ontbreekt daarna

Bloemstraat – oude nr. 60

Administratiegebouw

Adresb. 1924 tm i.e.g. ’50-‘51: Electrisch centraalstation

Nr. ontbreekt daarna

Zie o.a. Hervonden Stad 2006:

Het oudste deel wordt in 1901-’02 gebouwd als Electrisch Centraal Station in opdracht van de gemeente Groningen, naar ontwerp van de directeur gemeentewerken J.A. Mulock Houwer, in samenwerking met N.J. Singels, adviseur van de gemeente en de AEG in Berlijn, die een basisplan voor het gebouw levert. Het betreft de eerste gemeentelijke elektriciteitscentrale, die in de volksmond al gauw de Lichtfabriek wordt genoemd. De fabrieksonderdelen, de stoommachines, pijpleidingen, ketels en condensatie-inrichtingen worden geleverd door Stork in Hengelo.

Het rechthoekige fabrieksgebouw is opgetrokken uit rood-bruine baksteen met gele speklagen en ontlastingsbogen van helderrode steen en een fries van
siermetselwerk. Het heeft in oorsprong het silhouet van een Palladiaanse villa. Iconografisch is dit interessant, omdat nadrukkelijk niet gekozen is voor de uitstraling van een fabrieksgebouw, maar voor een vorm die aansluiting zocht bij de ‘entourage’ van de gebruiker. De eerste afnemers zijn immers de beter gesitueerden, die wonen aan de Hereweg, een singel of in het villapark.

De ‘renaissancevilla’ gaat ten onder gegaan aan haar eigen succes, want tussen 1911 en 1930 wordt zij aan vrijwel alle zijden met bouwvolumes uitgebreid, waardoor (de heldere opzet van) het oorspronkelijke gebouw geheel aan het zicht is onttrokken. Aan de noordzijde worden een ketelhuis, bijna net zo groot als het oorspronkelijke gebouw, en een enorme schoorsteen op de noordoosthoek toegevoegd. Aan de zuidzijde is nog ruimte voor een forse driehoekige vleugel, waar in 1911 (toen de zuidwesthoek van het gebouw), ook nog een toren met een wijzerplaat en elektrisch(!) aangedreven wijzers, tegenaan wordt gebouwd. En tot slot is het gehele complex aan de westzijde uitgebreid in de vorm van een verlenging van de bestaande volumes, met een tweede torenachtige hoekafsluiting en een tweede schoorsteen op de noordwesthoek.

Op 1 december 1924 wordt besloten over te gaan tot samenwerking met het Provinciaals Electriciteitsbedrijf via de centrale in Helpman. Het duurt nog tot 1933 voor de productie van elektriciteit wordt overgenomen door die centrale. De oude centrale krijgt dan een bestemming als werkplaats, opslag- en kantoorruimte. Ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum, wordt in 1952 aan de voorgevel een plaquette van geglazuurd terracotta onthuld, gemaakt door Anno Smith, voorstellende ‘elektriciteit’.

In 1964 houdt het gemeentelijke energiebedrijf op als productiebedrijf en worden de installaties verwijderd. Sluiting van de gasfabriek volgt een jaar later. Waarschijnlijk is toen ook de hoge schoorsteen van de centrale gesloopt.

Prentbriefkaarten Bloemstraat oude nr. 60 (nu ‘De Machinefabriek’)

Kantoorgebouw Gasfabriek aan de Bloemsingel ontworpen door Mulock Houwer 1910 (foto P.B. Kramer, coll. Gron. Arch.)

Gasfabriek op Hulpkaart kadaster 1914

Gasfabriek op Hulpkaart kadaster 1971

Bloemsingel – oude nrs. 2 tm 8-8

dl. F 1892, 1903: F 1987 tm 1984, 1990: F 3109

(art. 13364.403, later 17475, 19578, 26088, 30600 en 41000.198 tm 201): gem. Groningen. In 1903 stichting daarna F 1987 tm 1984. Zie verder hieronder

Hulpkaart kadaster 1903

Bloemsingel – oude nr. 2

1903: F 1987, 1990: dl. F 3109

Adresb. 1918 tm i.e.g. ‘38: F.W. Suërs, chef machinist

Adresb. 1950-’51 tm ‘58: K. Poelstra, chef bankwerker

Adresb. 1961 en ‘64: J. van Triest, machinist GEB

Adresb. 1968 en ‘72: R. Dijkshoorn, monteur

Bloemsingel – oude nr. 4

1903: F 1986, 1990: dl. F 3109

Adresb. 1918: W. Rube, chef-monteur

Adresb. 1924: H.J.A. Freutel, insp. kabelnet

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘50-‘51 H. Davids, electric.

Adresb. 1958 tm ‘72: P.W. Medema, opzichter GEB

Bloemsingel – oude nr. 6

1903: F 1985, 1990: dl. F 3109

Adresb. 1918: E. Muller, chef-moint. Gasfabr.

Adresb. 1924: –

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘38: Z. Mulder, stoker Elec. Centr., (alleen in ‘33 ook) J. Mulder, vertegenw. van Calcars Houth.

Adresb. 1950-’51 en ‘58: H. Huizinga (mag.bed.), (alleen in ’50-’51) mej. A. Schaap (winkeljuffr.)

Adresb. 1961 tm ‘72: W.A. Wissbrock Kremer, (voorman) mont. H.sp./in ’68: opzichter

Bloemsingel – oude nrs. 8-8a

1903: F 1984, 1990: dl. F 3109

Adresb. 1918 tm i.e.g. ‘24: 8: L. Meek, gasfitter

Adresb. 1918: 8a: D. Braaksma, stoker; Adresb. 1924: 8a: Z. Mulder, stoker El. Centr.

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘38: 8: H.L. Berghuis, werkm. Gasfabr.; 8a: J. Huijsse, ont. Gasfabr.

Adresb. 1950-’51: 8: W. Meijer, opz. GGG; 8a: J. Huijsse, gasmeester

Adresb. 1958: 8: B. Meijer, opz. Gem.Gasfabr.; 8a: C.L. Le Blanc, electr.

Adresb. 1961 tm ‘72: 8: R. Bijleveld, ambt. GGB

Adresb. 1961: 8a: C.L. Le Blanc, electr.

Adresb. 1964 tm ’72: K. Slagter, voorman smid

Tussen Ebbinge- en Jacobijnerdwinger

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt’: ‘De lijnbaan tussen de Ebbinge- en de Jacobijnerdwinger wordt door J. Bulthuis in 1772 getekend. Begin negentiende eeuw is deze touwslagersbaan eigendom van de zeilmakersfamilie Wolters. Eerst van vader Jan, vervolgens van oudste zoon Roelof en in 1836 van de jongere zoon Albertus. In 1862 koopt de 23-jarige zeilmaker Gerrit Reijenga de lijnbaan, die datzelfde jaar trouwt met z’n achternichtje Anna Annetta Reijenga. Twee jaar later overlijdt de jonge Gerrit, waarna zijn weduwe en andere familie het bedrijf voortzetten tot de ontmanteling van de vesting een eind maakt aan deze lijnbaan.’

Lijnbaan met op de achtergrond de Jacobijner- of Galgedwinger 1771 (tek.: J. Bulthuis)

F 30 (lijnbaan), 1880: dl. F 1356, later o.a. dl. F 1358, dl. F 1406, dl. F 1565, dl. F 1602, 1892: dl. F 1683, 1904: dl. F 2024 (exercitieterr., woning en stallen), 1911: dl. F 2128, 1881: dl.F 1358 (vestinggrond)

1832 (art. 2741): Roelof Wolters (touwslager)

1847 (art. 4907): Albertus Wolters (touwslager)

1862 (art. 7557): Gerrit Reijenga (touwslager), later wed. en knd.

1867 (art. 8507): De Staat (Dep. van Oorlog) en Gerrit Reijenga (touwslager)

1880 (art. 10150.158): De Staat (Gewone Domeinen). In 1880 afbraak.

1880 (art. 8210.318 later 334): gem. Groningen. In 1883 opsplitsing en ged. verkoop

Bloemsingel/hoek Jodenkamp ZZ

Volgens ‘Bestemmingsplan Boterdiep 1’ worden hier op het gemeenteterrein van de vm Gasfabriek (F 3305, 1981: F 3023) begin jaren 80 twee geschakelde gymzalen gebouwd.

Nieuwsblad van het Noorden, 4-12-1929

Bloemsingel – oude nr. 10

dl. F 769, daarna uiteindelijk: 1883: dl. F 1406 (open grond), 1889: dl. F 1602, 1890: F 1625 en 1626, 1892: dl. F 1683, 1904: dl. F 2023 (vestinggrond), 1911: F 2127

(art. 10185.52): De Staat (Dep. van Oorlog)

1879 (art. 8210.292 later 334 ): gem. Groningen. Van F 1334 via F 1351 en 1356 naar F 1358. In 1883 gedeelten verkocht, o.a. aan

1883 (art. 10150.313): De Staat (Gewone Domeinen). F 1406= open grond

1885 (art. 12979.2): De Staat (Gewone Domeinen en Dep. van Oorlog)

1888 (art. 13059.206): De Staat (Gewone Domeinen)

1889 (art. 13985.1 later 4): De Staat (Gewone Domeinen en Dep. van Oorlog). F 1602 is ‘bouwterrein’ en er verrijst inderdaad een ‘bergplaats’ (F 1626) en wordt de rest van het terrein F 1625:

Hulpkaart kadaster sept. 1890, met F 1625 (bergplaats) en F 1626

In 1892 worden F 1626 alweer afgebroken en samengevoegd met F 1625 tot F 1683= ‘bouwgrond’. Voorlopig wordt het echter alleen gebruikt als ‘Exercitieveld’ voor het leger:

                        Detail stadsplattegrond uit 1887

Detail kadasterkaart sectie F met F 1683, sept. 1892

In juni-aug. 1903 wordt hier de zogeheten ‘Wereldtentoonstelling’ gehouden (zie ook boven bij ‘Verlengde Oostersingel’)

Brug over het Boterdiep en de toegangspoort tot het tentoonstellingsterrein

In 1904 splitsing F 1683 in F 2023 en 2024. Het eerste gaat over naar:

1904 (art. 13059.463): De Staat (Gewone Domeinen, Financiën) F 2023= ‘plantsoen en opslagplaats’

In 1904 splitsing en ontstaan o.a. F 2023:

1904 (art. 13059.463): De Staat (Gewone Domeinen, Financiën) F 2023= ‘plantsoen en opslagplaats’

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt’: ‘Een deel van het tentoonstellingsterrein van 1903 wordt bestemd voor een universiteitsgebouw. Na het afbranden van het Academiegebouw in 1906 stelt de regering geld beschikbaar voor ‘een afzonderlijk, buiten de te herbouwen academie gelegen chemisch laboratorium’. Het beoogde bouwterrein, ‘gelegen aan de overzijde van het Boterdiep, tusschen ’t Verbindingskanaal en de oude Israëlitische begraafplaats’, is op dat moment ‘onder beheer van de departementen van oorlog en finantiën’. Het duurt tot 1908 voor het in handen is van het juiste ministerie, dat van binnenlandse zaken. Het bouwplan wordt gemaakt door rijksbouwmeester J.A. Vrijman, die ook verantwoordelijk is voor een ‘Physiologisch Laboratorium’ aan het eind van de Bloemstraat.’

1911 (art. 16249.111): De Staat (Binnenl. Zaken, Onderwijs). In 1910-’12 bouw laboratorium, dat wordt F 2127

Hulpkaart kadaster 1911

Boterdiep

Ebbingedwinger

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt’: ‘De molen van de Ebbingedwinger wordt in 1629 gebouwd en is volgens de Stadsrekeningen afkomstig van het Boterdiep (….) De dwinger met de kortste molengeschiedenis is die ‘bij het Botterdiep’, de Ebbingedwinger. Er is bovendien weinig over bekend. In 1631 is (…) Jelijs Jansen er molenaar en later is een andere Jansen, Roeleff, er langdurig molenaar. In 1687 verkoopt hij de molen aan Pieter Hindrix, die daarvoor geld heeft geleend van luitenant Wijffringh(e). Vier jaar later heeft Hindrix de lening afbetaald, maar uit een resolutie van burgemeesters en raad van 17 april 1708 blijkt dat de molen er dan al niet meer staat.’

F 2, 1883: F 1404, 1888: F 1564 (+F 1517)

1747 (1832: art. 873): Israelitische gem.

1867 (art. 8472): De Staat (Dep. van Oorlog) en Isr. Gem. Wordt in 1883: F 1404

1885 (art. 12977): De Staat (Domeinen) en Isr. Gem.

1885 (art. 13059): De Staat (Gewone Domeinen, Financiën). In 1885 komt hier F 1517 (zie hieronder) bij. In 1887-’88 sloop van F 1404, daarna F 1564

1896 (art. 16249. 108): De Staat (Binnenl. Zaken, Onderwijs). Zie verder bij Bloemsingel -oude nr. 10.

F 3 (begraafplaats), 1883: F 1405, 1885: F 1518

1747 (1832: art. 873): Israelitische gem. In 1827 buiten gebruik gesteld (zie boven: Stadsmonumentenbord)

1867 (art. 2824): Israelitische gem.

1874 (art 8473): De Staat (Dep. van Oorlog) en Isr. Gem. Wordt in 1883: F 1405

1885 (art. 12977): De Staat (Domeinen) en Isr. Gem. In 1885 wordt hoekje (F 1517) afgesplitst en gaat naar art. 13059= De Staat (Gewone Domeinen, Financiën).

1886 (art. 873.44): Israelitische gem.

Plan Prov. Waterstaat 1911-’12 (coll. Gron. Arch.)

De aangelegde verbinding van het oude deel Jodenkamp met de Bloemsingel, F 2179, op een Hulpkaart kadaster uit 1914

Jodenkamp en Chem. laboratorium in 1927 (foto P.B. Kramer, coll. Gron. Arch.)

De Jodenkamp op de 1e kadasterkaart, 1832

Jodenkamp, oneven zijde

Boterdiep

Jodenkamp – oude nrs. 1 tm 5

F 23 en F 22 (elk 2 huizen), 1875: F 1255 tm 1253

?: Jantje (Jantijn) Jans Korrel, wed. Fokko Artel (+1816)

vanaf 1816?: Meindert (van) Smal(le)vliet/d (+1809) x 1796 Elina/e Artel (+1836, dch. van Fokko Artel, +1791, en Jantie/jn Jans Korrel, +1816)

1832 (art. 2242): wed. Meindert Smalvliet (+ 1809, Hoenderkoper)

1846 (art. 4745, later 4829): Anna Grashuis. In 1875 splitsing, daarna uit F 23: F 1256 (zie Boterdiep) en F 1255. Uit F 22: F 1254 en 1253

1877 (art. 5209): Eildert Roelfs Deves en knd. (olijfabrikant). Zie verder hieronder

Jodenkamp – oude nr. 1

F 1255

BR 1822: I 50/ O 164: Hinderikus van Gerpen, kleermaker

Voor eigenaren tot 1877 zie hierboven

1877 (art. 5209): Eildert Roelfs Deves en knd. (olijfabrikant)

1878 (art. 11079): Geessien Bos en Trientje Bos (x Harm Struik) (elk ½)

1902 (art. 17286): Abraham Bos (zb)

Adresb. i.e.g. 1907 tm ’14: wed. T. Krombeen

Adresb. 1921: J. Knol, loopkn.

1923 (art. 21028.10): Berend Jacob Criens (timmerm.)

Adresb. 1924 tm i.e.g. ’30: wed. H. v.d. Berg

1927 (art. 28406): Hendrik de Jonge (contr. beambte SS) en 4 anderen

Adresb. 1933: wed. J. Bonnema

Adresb. 1938 tm i.e.g. ‘58: E. Helbig, grondwerker

1944 (art. 35485): Hindrik Criens (account.) en Berend Hoiting (elk ½)

1957 (art. 36537.13): Sjoerd Gerrit Jelte Bouwers (account.)

1958 (art. 40896): Hendrik Medema (kruidenier, x Trijntje Musch). In 1958 verbouw

Adresb. 1961 e.v.: nr. ontbreekt

Jodenkamp – oude nr. 3

F 1254

BR 1822: I 51/O 163: Hindrik Opten, snikvaarder

Voor eigenaren tot 1877 zie hierboven

1877 (art. 5209): Eildert Roelfs Deves en knd. (olijfabrikant)

1878 (art. 9302.5): Pieter Willem Bazuin (arbeider, +1942)

1894 (art. 14464.38, later 16390.66): Derk Smit (timmerm., +1927) en cs (bezit veel)

Adresb. 1907: H. Sanders, goudsmidskn.

Adresb. 1914: –

Adresb. 1921: D. Reinhart, betonw.

Adresb. 1924: H. Kraak, werkm.

1927 (art. 26154, later 47992): Bernard de Ruiter (meubelstoffeerder Boterdiep 91). In 1929 verenigd met F 2413 (zie Boterdiep) tot F 2626 (huis en werkpl.)

Adresb. 1930: –

Adresb. 1933: Bekleederijinr. B. de Ruiter

Adresb. 1938 tm i.e.g. ’50-51: Werkpl. Meubelstoff. De Ruiter (zie ook bij nr. 5).

Nr. ontbreekt daarna

1986 (art. 75264): Lammert Dijkema (*1926) en Trijntje Margaretha Knol (*1935) (wonen Boterdiep 91)

Jodenkamp – oude nr. 5

F 1253

BR 1822: I 52/ O 162: Pakhuis, Van Weening

Voor eigenaren tot 1877 zie hierboven

1877 (art. 5209): Eildert Roelfs Deves en knd. (olijfabrikant)

1878 (art. 10120.32, later 15457.15): Harm Luikinga (wever) en anderen

Adresb. 1907: wed. J.E. Knoop

Adresb. 1914: –

1920 (art. 23923, later 18698): Johannes Roose (zb)

Adresb. 1921 tm i.e.g. ’24: R. Stoffers, werkm.

1927 (art. 26154, later art. 47992): Bernard de Ruiter (meubelstoffeerder Boterdiep 91)

Adresb. 1930: J. Rooze, J. Wijngaard (loopkn.)

Adresb. 1933 e.v.: werkpl.

Adresb. 1950-’51: Werkpl. Meubelstoff. De Ruiter (zie ook bij nr. 3). Nr. ontbreekt daarna

1986 (art. 75264): Lammert Dijkema (*1926) en Trijntje Margaretha Knol (*1935) (wonen Boterdiep 91)

Jodenkamp – oude nrs. 7 tm 21

F 21 (huis), F 20 (lijmziederij), 1840: F 619

BR 1822: I -/ O 161: Pakhuis

1832 (art. 925): Johannes Harland (leerbereider).

Johannes (Jan/Joannes) Harland (*ca. 1769, ‘zeemtouwer’, +1832) x 1791 Margarita Schuiten (*1767, +1824). Ze wonen Oude Ebbingestraat en krijgen tenminste vier kinderen.

In 1840 sloop van F 21 en 20 en daarna samen F 619=erf

1851 (art. 4572. 32 en 33, later 6671.4): Jan Gerbrands Groenhuis (koemelker)

1858 (art. 6165.4): Laurens Herman Meijer (koemelker). In 1871 splitsing in F 1172 en F 1173 = 2 mestdobbes

1871 (art. 6828.31): Floris Joannes Willem Jacobus Scheurleer en cs. In 1872 verkoop F 1172 aan art. 8528, zie hieronder bij oude nrs. 7 en 9. In 1876 verkoop F 1173 aan art. 10097, zie hieronder bij oude nrs. 11 tm 21

Jodenkamp – oude nrs. 7 en 9

F 1172 (mestdobbe), 1884: F 1465 (huis)

1872 (art. 8528, later 12558): IJme Kuipers en m.e. (z.b.). In 1884 bouw huis, daarna F 1465

1894 (art. 15136.5): Jacob Werda (wagenmaker). In 1895-‘96 herbouw

1905 (art. 18171): Firma IJ. Kuipers (Jan Louwe en Simon Kuipers, voerlieden)

1913 (art. 20357): Jan Louwe Kuipers IJzn. (voerman)

1914 (art. 20536): Adriaan Prummel (*1881, zakkenverhuurder, +1967;  x 1907 Harmanna Westerhoff) (woont Nw. Ebb.str. 155), later met anderen

1964 (art. 41000.5259): gem. Groningen

Voor bewoners zie hieronder

V.l.n.r. de oude nrs. 9-9a, 7-7a en de dichtgespijkerde nrs. 5, 3 en 1

Nieuwsblad van het Noorden, 3-4-1967

Jodenkamp – oude nr. 7

Adresb. 1907: 7a: H. v.d. Veur, aansteker

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’21: 7a: T.G. de Muinck, portier gasfabr.

Adresb. 1924 tm i.e.g. ’33: 7: schilderswerkpl. J. Oudgenoeg

Adresb. 1924: 7a: F. Bosker, werkm. Gasfabr.

Adresb. 1930: 7a: R. Hofman, venter

Adresb. 1933: 7a: mej. J. Roeters-Donker, werkvr.

Adresb. 1938 tm i.e.g. ‘61: 7: werkpl.; 7a: G.C. van Marm (schilder) (in ‘[61 ook) mej. G. en C. van Marm, H. Burgstra

Adresb. 1964: 7a: R.H.E. Portner, monteur

Nr. ontbreekt daarna

Jodenkamp – oude nr. 9

Adresb. 1907: 9a: E. Folkers, werkm.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ‘30: 9: pakhuis/werkpl.

Adresb. 1921 tm i.e.g. ’24: 9a: R. Klein, stoker centrale

Adresb. 1930 tm i.e.g. ‘38: 9: werkpl.; 9a: J. Scherphuis, colport.

Adresb. 1950-’51 tm ‘58: 9: werkpl.; 9a: B. Bus (hellingkn.), (alleen in ’50-’51 ook) R. Bus (bestseller)

Adresb. 1961: 9a: –

Adresb. 1964: 9a: H. Beuker, heier

Nr. ontbreekt daarna

Jodenkamp – oude nrs. 11 tm 21

F 1173 (mestdobbe), 1878: F 1317 tm 1320

1876 (art.10097): Jan Cornelis Bakema (voerman).

Hij krijgt 8-4-1876 voor de bouw van woning met stal voor 2 paarden op het perceel, maar dit gaat waarschijnlijk niet door gezien het onderstaande

1877 (art. 8775): Bernardus Hendrikus Smit (timmerm.).

Op 1-9-1877 krijgt Smit toestemming voor de bouw van 5 ‘woonkamers’ onder 1 dak. Dit wordt F 1317 tm 1321.

Hulpkaart kadaster sept. 1878

1878 (art. 9030.49): Haijo van Bruggen (houtzaagmolenaar).  F 1320 wordt in 1879 gesplitst in F 1330 en 1331. Zie verder hieronder

Jodenkamp – oude nr. 11

F 1321, 1879: F 1342

(art. 9030): Haijo van Bruggen (houtzaagmolenaar). In 1878 bouw van F 1317 tm 1321

1879 (art. 11319): Klaas Oest Beerta (*1840, steendrukker, +1915; x Geessien Koning) en Jan Bus

1904 (art. 17829): Teunis Sijbes (houtstekkn.)

1904 (art. 17840): Jan Groen (cartonnagefabr.)

‘Electrische Cartonnage-Fabriek’ van J. Groen (Nieuwsblad van het Noorden, 12-5-1904)

Jan Groen wordt in 1854 in Groningen geboren als zoon van een gelijknamige ‘vleeschhouwer’ en Geertruida Galtjes Muntinga. Hij trouwt in 1880 in Zaandam met de daar in 1852 geboren Guurtje Mul. Ze krijgen een zoon en een dochter, maar die overlijden beiden jong (1883-1888 en 1886-1889). In de stad wonen ze eerst Vismarkt 1, daarna Lopendediep ZZ 3a, Nw. Ebbingestraat 86a (Adresb. 1907) en Violenstraat 1 (Adresb. 1911). Groen is eerst ‘lakenkooper’, later koopman, tapijtreiniger en tot slot ‘cartonnage-fabrikant’. In 1905-’06 laat hij een nieuwe fabriek bouwen aan de Noorderbinnensingel (nr. 15: zie daar), waarna hij dit pand, nr. 11, verkoopt. Guurtje Mul overlijdt in 1920 en hij in 1924.

Nieuwsblad van het Noorden, 31-10-1924

1906 (art. 18519): Jan Willem Alting (graanhandel./koopman). In 1910 veranderd in pakhuis

Adresb. 1907: nr. ontbreekt

Adresb. i.e.g. 1911 tm i.e.g. ‘30: pakhuis

Adresb. 1933 tm i.e.g. ’38: Waschinricht. R. de Jonge

1940 (art. 28607.13): Geertje Smeenk, wed. J.W. Alting (woont Nw. Ebb.str. 173).

Adresb. 1950-’51: Pakhuis De Ruiter

In 1956 dl. naar gem. en rest naar:

1956 (art. 26154.10): Bernard de Ruiter (meubelstoff., woont Boterdiep 91)

Adresb. 1958 en ’61: Nr. ontbreekt

Adresb. 1964: Fa. Tekelenburg, app.bouw etc.

Nr. ontbreekt daarna

Van i.e.g. 1983 tot ’93 is hier Handelsmij. Installatiebureau Regio Dijkstra BV gevestigd

Jodenkamp – oude nr. 13

dl. F 1320, 1879: F 1330, 1879: F 1337, 1888: F 1573, 1951: F 2854, 1968: dl. F 2944=erf

(art. 9030): Haijo van Bruggen (houtzaagmolenaar). In 1879 wordt F 1320 gesplitst in F 1329 en 1330

1879 (art. 11320, later 9438.12): Jacob (Toon) Modderaar (schipper). Wordt in 1888: F 1573

1898 (art. 16270.2): Wolter Beening (bezit veel)

1902 (art. 17500): Jan Smit (bakker)

Adresb. 1907: T. Hollander, straatmaker

Adresb. 1914 tm i.e.g. ‘24  D. Folkers, werkvr.

1919 (art. 23463): Christiaan Scheffer (kleerm.)

1920 (art. 23463): Kornelis Jan Wiltjer (metselaar/aann.)

Adresb. 1930 tm i.e.g. ’38: J.A.H. Folkers, pakh.kn.

1935 (art. 31625.3): Meindert Zuidema (makelaar)

1935 (art. 31863): Johannes Boerema (winkelier)

1942 (art. 34903): Dorothea van Dijken (z.b.).

Adresb. 1950-’51: mej. G. Fraiquin

In 1951 gaat dl. naar gem. Groningen en rest wordt F 2854

Adresb. 1958: A.F. Sieverts, stucadoor. Nr. ontbreekt daarna

1959 (art. 41000.3260): gem. Groningen. In 1968 sloping, daarna verenigd met buurpanden tot F 2944= erf

De oude nrs. 21 tm 15 links (gebouwd in 1877-’78 door B.H. Smit) en bij de handkar achterin nr. 14 in 1932, met waarschijnlijk links de heer Wallinga (bewoner van nr. 21)

Jodenkamp – oude nr. 15

dl. F 1320, 1879: F 1331, 1879: F 1338, 1888: F 1572, 1932: F 2727, 1968: dl. F 2944= erf

(art. 9030): Haijo van Bruggen (houtzaagmolenaar). In 1879 wordt F 1320 gesplitst in F 1329 en 1330

1879 (art. 11277): Gerrit Kars Roelfs (oppasser).

1888 (art. 13220): Jacob (Toon) Modderaar (schipper). Wordt in 1888: F 1572

Adresb. i.e.g. 1907 tm ’14: wed. N. Gazendam

Nieuwsblad van het Noorden, 3-4-1967

Adresb. 1921 tm i.e.g. ’24: B. Kamphuis, boekb.kn.

1924 (art. 26739): Jacob Modderaar (z.b.)

1924 (art. 22526.15): Lourens Hendrik Désar (ambten. NS) (bezit meer)

1924 (art. 26774): Hendrik Kuipers (koffiebrander) (woont er). In 1932 dl. naar gem. Groningen waarna de rest F 2727 wordt.

Adresb. 1930 tm i.e.g. ’38: H. Kuipers, loopkn., (in ’38 ook) H.W. Suiding, tabaksbew.

1941 (art. 29656.7): Enne Wierenga (bakker)

Adresb. 1950-’51: J.J. Middel (expeditiekn.), M. Middel (grondw.)

1951 (art. 32642.6): Harm Hoeksema (lijkkistenfabr./meubelmaker)

1956 (art. 23672.12): Geert Koerts (hulpmonteur GEB) (woont Riouwstr.)

Adresb. 1958: E. Kruizinga, los arb. Nr. ontbreekt daarna

1964 (art. 41000.5352): gem. Groningen. In 1965 ‘sloping’. In 1968 verenigd met buurpanden tot F 2944= erf

Jodenkamp – oude nr. 17

F 1319, 1879: F 1339, 1888: F 1571, 1951: F 2855, 1968: dl. F 2944=erf

(art. 9030): Haijo van Bruggen (houtzaagmolenaar)

1879 (art. 11277): Gerrit Kars Roelfs (oppasser)

1879 (art. 11319): Klaas Oest Beerta (*1840, steendrukker, +1915; x Geessien Koning) en Jan Bus (zie ook bij oude nr. 11)

1904 (art. 15923.8): Johannes Hartzema (verlakker) (woont Nw. Kerkhof 18)

Adresb. i.e.g. 1907 tm ’14: T.H. Sijbes, voermans-/ later houtstekkn.

1920 (art. 18270.17): Egbert Jan Bierling (cartonnagefabr.)

1920 (art. 24378): Wilhelm Johan Frans Bakker (schipper)

Adresb. 1921: –

1922 (art. 23459): Menne Hielkema (metselaar). In 1923 ‘opbouw’

Adresb. 1924: M. Hielkema, metselaar

1924 (art. 26567): Cornelis Post (werkman) (woont er)

Adresb. 1930 tm i.e.g. ’38: C. Post, werkm.

1940 (art. 34097): Klaas de Vries (los werkman)

1941 (art. 33832.5): Willem de Boer (monteur tel.bedrijf, x Klaaske Fokkens)

1948 (art. 36524): Sietze Rozema (*28-3-1903 Gron., zn. van koetsier Kornelis R. en Grietje de Boer; kantoorbed., later zonder, +16-5-1990) (x 12-5-1932: Janke Bouma, +12-4-1984) (wonen Nw. Bot.str. 52)

In 1951 dl. naar gem. Groningen waarna de rest F 2855 wordt.

Adresb. 1950-’51 tm ’58: L. Drost, koopman (oud papier)

Nr. ontbreekt daarna

1959 (art. 41000.3253): gem. Groningen. In ’63 onbew. Verklaard. In ’64 ‘sloping’. In 1968 verenigd met buurpanden tot F 2944= erf

Jodenkamp – oude nr. 19

F 1318, 1879: F 1340, 1888: F 1570, 1951: F 2856, 1968: dl. F 2944

(art. 9030.51): Haijo van Bruggen (houtzaagmolenaar). In 1878 bouw van F 1317 tm 1321

1879 (art. 11320): Jacob Modderaar (schipper). Wordt in 1879: F 1340

1885 (art. 9438.13): Jacob (Toon) Modderaar (z.b.). Wordt in 1888: F 1570

1902 (art. 13220.40): Jacob (Toon) Modderaar (schipper, later z.b.).

Adresb. i.e.g. 1907 tm i.e.g. ‘24: C. (A.) Evenhuis, werkm.

1920 (art. 24288): Cornelis A. Evenhuis (arb.)

1930 (art. 12963.13): Nikel van Huizen (timmerm.,.+1941; x Fokelina de Groot) (woont Boterdiep 83)

Adresb. 1930: J. Huizinga, koopm.

Adresb. 1933: J.H. van Dijk, houtbew.

Adresb. 1938: J. Oldenburger, werkm.

Adresb. 1950-‘51: J. Pijl, werkm.

In ’51 gaat dl. naar gem. Groningen waarna de rest F 2856 wordt.

1953 (art. 30600.6096, later 41000.1682 later 5069): gem. Groningen

Adresb. 1958 e.v.: nr. ontbreek

In 1963 onbew.verklaard. In ’64 ‘sloping’. In 1968 verenigd met buurpanden tot F 2944= erf

Jodenkamp – oude nr. 21

F 1317, 1879: F 1341, 1888: F 1569, 1892: F 1685, 1951: F 2857, 1968: dl. F 2944

(art. 9030): Haijo van Bruggen (houtzaagmolenaar). In 1878 bouw van F 1317 tm 1321

1879 (art. 7368, later 11459 en weer 7368): Arie Marten Robbersen (loodgieter, +1888), later wed. Jacomina Venhuizen (+1905). Wordt in 1879 F 1341 en in ’88: F 1569.

1891 (art. 14433.38): Johannes Gerardus Brans (timmerm.) en cs (3 andere timmerlieden:L zonen van Jacobus Hinderikus Mulder en Anna Cath. Eijssens). Wordt in 1892: F 1685

1893 (art. 5621.53): Jan Sikkes Visser (timmerm.)

1900 (art. 16822): Johannes Visser (z.b.)

1900 (art. 16364): Hindrik Dermer (voerman, +1916), later wed. Antje Wicherts (+1958) (1/2) en 3 dch. (elk 1/6).

Adresb. i.e.g. 1907 tm i.e.g. ‘38: F. Wallinga, werkm.

Adresb. 1950-’51: J. Wiegman, machinist

In ’51 gaat dl. naar gem. Groningen waarna de rest F 2857 wordt.

1956 (art. 30600. 6852, later 41000.2102 en later 5070): gem. Groningen

Adresb. 1958 e.v.: nr. ontbreekt

In 1963 onbew.verklaard. In ’64 ‘sloping’. In 1968 verenigd met buurpanden tot F 2944= erf

Achterin de oude nrs. 14, 16 en rechts nr. 22. Links de oude nrs. 15 en 17 (Nieuwsblad van het Noorden, 24-2-1927)

V.l.n.r. de oude nrs. 21 tm 13 begin jaren 60 (foto Fotobedrijf Piet Boonstra, coll. Gron. Arch.)

Aanleg riolering, mei 1931, met links de oude nrs. 14 enz., achterin nr. 22 en rechts de oneven nrs. (foto P.B. Kramer; coll. Gron. Arch.)

Jodenkamp, even zijde
Jodenkamp – oude nr. 2

F 13, 1968: dl. F 2948

i.e.g. 1806: Reinder Buining (aannemer, +1821) x Jantje Bonsema

Eigenaar 1822 -1827: Laurens van Lintel (borstelmaker, +1827)

Laurentius Henderikus (‘Laurens’) van Lintel (*ca. 1783, borstelmaker, RK) trouwt in 1805 met Anna (Maria) Schreuder. Ze krijgen samen acht kinderen en wonen aan de Oude Ebbingestraat. Van Lintel koopt in 1822 (zie Groninger Courant, 29-1-1822) zes kamers van de weduwe van Reinder Buining ‘op de drift’ en drie aangrenzend aan het Boterdiep (in 1806: I 79 tm 87) Van Lintel overlijdt in 1827 en z’n bezit, waaronder de negen kamers, gaat dan over op z’n weduwe en dan nog levende vijf dochters.

Verkoop van de negen kamers I 79 (VI) tm 87 (XIV) aan het ‘Joden-kampje’ in de Groninger Courant van 29-1-1822

1832 (art. 1476): wed. Laurens van Lintel en 5 dochters

1860 (art. 667.5): Adamus Ensdorff (metselaar, +1878), later Roelfien Wies

1885 (art. 9585.8): Jan Bus (steendrukker)

1890 (art. 14151): Maria Suurmeijer (+1900) (wed. Johannes Servaas, +1870). In 1890 herbouw

Adresb. i.e.g. 1907 tm ’24: nr. ontbreekt

1918 (art. 22386): Johannes Kuipers (+1926), later wed. Kornelia Buiringe (+1929) (1/2) en 3 dch. (elk 1/6)

1929 (art. 29436): Wilhelmus Stephanus Maria Feddema (koopman), Karel Hubert Antoon Adriaens (hoofd der school) en Wilhelmus Petrus Theodorus Mali (ambten. NS) (elk 1/3)

Adresb. 1930 tm i.e.g. ’38: H. Boimers, rijwielherst.

1942 (art. 34741): Johanna Margaretha Kuipers (wed. W.S.M. Feddema) en W.P.Th. Mali

1946 (art. 35887): Mattheus Wilhelmus Feddema (kapper, Apeldoorn) en Johannes Severus Flapper (winkelier, Hoensbroek)

Adresb. 1950-’51: Pakhuis F.J.H. Smit.

Nr. ontbreekt daarna

1965 (art. 42938.later 233): RUG. In 1967 sloping. In 1968 dl. naar gem. Groningen en rest naar chem.lab., transformatorlokaal, erf= F 2948:

Zie onder: Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp – oude nr. 4

F 14, 1968: dl. F 2948

i.e.g. 1806: Reinder Buining (aannemer, +1821) x Jantje Bonsema

Eigenaar 1822 -1827: Laurens van Lintel (borstelmaker, +1827)

1832 (art. 1476): wed. Laurens van Lintel en 5 dochters

Over Van Lintel: zie bij oude nr. 2

1860 (art. 667.6): Adamus Ensdorff (metselaar, +1878), later Roelfien Wies

1885 (art. 9585.9): Jan Bus (steendrukker)

1890 (art. 14152): Trientje Smith, wed. Jan van Laar

Adresb. i.e.g. 1907 tm ‘14: J. Knol, werkm.

1916 (art. 16364.6): Hindrik Dermer (+1916), later wed. Antje Wicherts (1/2) en 3 dch. (elk 1/6).

Adresb. 1921 tm i.e.g. ’24: Th. Op den Kamp, werkm.

Adresb. 1930: J. Dijkstra, coupeur

Adresb. 1933: J. Slotema

Adresb. 1938: H.J. Ermers, borstelm.

In 1948 pakhuis

Adresb. 1950-’51 en ‘58: J.L. Wilken, metselaar

1959 (art. 39992.5): Jan Wiebe Boersma (*1924, koopman)

Adresb. 1961: J. Schuiling, expeditiebed.

Nr. ontbreekt daarna

1962 (art. 34445.26): Gerrit Bekkering (autosloper, +1964)x Anna Maria Moorman (*1900)

1962 (art. 42938.5): RUG. In 1963 onbewoonb.verkl. In 1967 sloping. In 1968 dl. naar gem. Groningen en rest naar chem.lab., transformatorlokaal, erf= F 2948

Zie onder: Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp -oude nr. 6

F 15, 1968: dl. F 2948

i.e.g. 1806: Reinder Buining (aannemer, +1821) x Jantje Bonsema

Eigenaar 1822 -1827: Laurens van Lintel (borstelmaker, +1827)

1832 (art. 1476): wed. Laurens van Lintel en 5 dochters

Over Van Lintel: zie bij oude nr. 2

1860 (art. 2568.7): Daniel Wachters (*1807, eerst scheepstimmerm. later borstelm.) x 1828 Catharina Hinderika van Lintel *1806)

1887 (art. 11014.7): Klaas Walles (tuinier)

1906 (art. 17614): Harm Walles jr. (barbier, Nw. Bot.str.42)

Adresb. 1907: J. Boltjes, timmerm.

Adresb. 1914: A. v.d. Kamp, sigarenm.

Adresb. 1921: A. Mein, werkm. SS

1924 (art. 17324.44): Jan Dirk Imelman (drogist, Lage der A). Zie: Familie Imelman

Adresb. 1924: P. Zinkgraven, werkm.

Adresb. 1930: R. Karssen, glazenw.

Adresb. 1933: H.T. Maij, werkm.

1934 (art. 18519.13): Jan Willem Alting (graanhandelaar, Nw. Ebb.str. 173, +1939)

Adresb. 1938: F.J.S. Luider (pakhuiskn), A. Bosman (lompensort.)

1940 (art. 28607.12): Geertje Smeenk, wed. Jan Willem Alting

Adresb. 1950-’51: F.J.S. Luider, koopman

1952 (art. 37388.12): Herman Martinus Kerstholt (botenbouwer, administrateur)

1955 (art. 27746.44): Jacobus Hinderikus Buser (aann., +1958)x Johanna Folkers (Gr. Leliestr. 20)

Adresb. 1958: W. Staal, arb. Scheepswerf.

Nr. ontbreekt daarna

1965 (art. 42938.later 233): RUG. In 1967 sloping. In 1968 2568dl. naar gem. Groningen en rest naar chem.lab., transformatorlokaal, erf= F 2948

Zie onder: Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp – oude nr. 8

F 16, 1968: dl. F 2948

i.e.g. 1806: Reinder Buining (aannemer, +1821) x Jantje Bonsema

Eigenaar 1822 -1827: Laurens van Lintel (borstelmaker, +1827)

1832 (art. 1476): wed. Laurens van Lintel en 5 dochters

Over Van Lintel: zie bij oude nr. 2

1860 (art. 7098): Lambertus Nienhuis en cs. (minderjarige)

1872 (art. 9486): Frederik Nienhuis en m.e. (koopman)

1879 (art. 7636.60): Frederik Nienhuis (commission.)

1887 (art. 13411.23): Hillechien Nienhuis en cs (Niesje Willemina)

1891 (art. 14043): Hindrik Bos (kastelein, +1893)x Elisabeth de Graaf

Adresb. 1907: P.J. Geerlings, stalkn.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ‘61: J.(J.R.) Karssen, glazenwasscher

1918 (art. 22399): Pieter Scheeres (handelsreiz., Winschoten

1920 (art. 22170): Ebel Ebels (drogist)

1924 (art. 17324.42): Jan Dirk Imelman (drogist, Lage der A). Zie: Familie Imelman

1926 (art. 22376.5): Folkert Kiestra Ezn. (vz. Waterschap Oude Held)

1930 (art. 28607): Geertje Smeenk (x Jan Willem Alting, +1939), later wed.

1952 (art. 37388.9): Herman Martinus Kerstholt (botenbouwer, administrateur)

1955 (art. 27746.41): Jacobus Hinderikus Buser (aann., +1958)x Johanna Folkers (Gr. Leliestr. 20)

Adresb. 1964: mevr. A.C.A. Karssen-Pluis

1965 (art. 42938.later 233): RUG. In 1967 sloping. In 1968 dl. naar gem. Groningen en rest naar chem.lab., transformatorlokaal, erf= F 2948

Zie onder: Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp – oude nr. 10

F 17, 1968: dl. F 2948

i.e.g. 1806: Reinder Buining (aannemer, +1821) x Jantje Bonsema

Eigenaar 1822 -1827: Laurens van Lintel (borstelmaker, +1827)

1832 (art. 1476): wed. Laurens van Lintel en 5 dochters

Over Van Lintel: zie bij oude nr. 2

1860 (art. 4752.23, later 7419.10): Jan Joostens Imelman (blikslager). Zie: Familie Imelman

1868 (art. 8739): Josephus Bakema (pakhuiskn.)

1893 (art. 13228.14): Pieter Westerhoff (koemelker)

Adresb. 1907: J. Haak, werkm.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ‘24: wed. J. Haak, (in ’24 ook) G. Haak, werkm. Gasfabr.

1919 (art. 23241): Jan Rozema (pakhuiskn.)

1923 (art. 21083.42): Douwe Huizing Dzn.  (z.b., Bloemstr. 37)

1927 (art. 18519.7): Jan Willem Alting (graanhandel.)

1928 (art. 28607.12): Geertje Smeenk, wed. Jan Willem Alting

Adresb. 1930: J. Stuivenberg, werkm.

Adresb. 1933: E. Stuivenberg, werkm.

Adresb. 1938: C.J. Fraiquin, werkm.

Adresb. 1950-’51 tm ‘61: wed. Tj. Fraiquin-Westerveld, (in ’61 ook) mej. J. Fraiquin

1952 (art. 37388.7): Herman Martinus Kerstholt (botenbouwer, administrateur)

1955 (art. 27746.39): Jacobus Hinderikus Buser (aann., +1958)x Johanna Folkers (Gr. Leliestr. 20)

Adrfesb. 1964: H. Fraiquin, fabr.arb.

1965 (art. 42938.later 233): RUG. In 1967 sloping. In 1968 dl. naar gem. Groningen en rest naar chem.lab., transformatorlokaal, erf= F 2948

Zie onder: Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp – oude nr. 12

F 18, 1968: dl. F 2948

i.e.g. 1806: Reinder Buining (aannemer, +1821) x Jantje Bonsema

Eigenaar 1822 -1827: Laurens van Lintel (borstelmaker, +1827)

1832 (art. 1476): wed. Laurens van Lintel en 5 dochters

Over Van Lintel: zie bij oude nr. 2

1860 (art. 6704.12, later 13640.12): Mattheus Schroote (*1860, kamerbehanger, +1897)x 1889 Emmen: Reinou Jorna (* Bolsward) (zie ook bij Gr. Rozenstr.)

1894 (art. 11786.23): Bernardus Swijgman (boekh./voerman)

1896 (art. 12225.5 later 36): Ipe van der Warf (huisschilder, Nw. Ebb.str. 111), later Jan v.d. Warf en de Nederduits Herv. Gem.

Adresb. i.e.g. 1907 tm i.e.g. ’30:  A. Kruger, kleermakerskn.

Adresb. 1933: J. Bosma, magazijnkn.

Adresb. 1938: G.W. Arends, werkm.

Adresb. 1950-’51 en ‘58: C.A.J. Fraiquin, los arb

Adresb. 1961: -.

In 1963 onbewoonb.verkl. Nr. ontbreekt daarna

1965 (art. 42938.later 233): RUG. In 1967 sloping. In 1968 dl. naar gem. Groningen en rest naar chem.lab., transformatorlokaal, erf= F 2948

Zie onder: Hulpkaart kadaster 1969

De oude nrs. 2 tm 14 in 1965 (foto K.A. Gaasendam)

Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp – oude nrs. 14 tm 20

F 4, 1847: F 715 tm 1718, 1853: F 715 tm 717 en 772

?: Jantje (Jantijn) Jans Korrel, wed. Fokko Artel (+1816)

vanaf 1816?: Meindert (van) Smal(le)vliet/d (+1809) x 1796 Elina/e Artel (+1836, dch. van Fokko Artel, +1791, en Jantie/jn Jans Korrel, +1816)

1832 (art. 2242): wed. Meindert Smalvliet (+1809, Hoenderkoper)

1846 (art. 4745, later 4829.6 tm 9): Anna Grashuis. In 1847 stichting, daarna F 715 tm 718. Zie Hulpkaart 1847.

Hulpkaart kadaster 1847

In 1853 stukje naar art. 2813, rest wordt F 772. Zie Hulpkaart 1853

Hulpkaart kadaster 1853

1877 (art. 5209.6 tm 9): Eildert Roelfs Deves (oliefabrikant). In 1878 verkoop aan verschillende partijen: zie hieronder

Jodenkamp – oude nr. 14

F 715, 1951: F 2852, 1968: dl. F 2948

(art. 5209): Eildert Roelfs Deves (oliefabrikant)

1878 (art. 11080): Sietze Mijs (of Mees) (schipper). Wordt in 1891: F 1638

1897 (art. 16117): Jan Mees (of Mijs) (letterzetter)

Adresb. i.e.g. 1907 tm ‘24: J. Mees (letterzetter), (alleen in ’14) S.J. Mees (brievenbest.)

1926 (art. 25664.33): Gerrit Edens (vleesschouwer) en Willem Roelof Homan (idem)

1926 (art. 23959.4): Jantje Bezema (x Klaas Bezema)

1927 (art. 18519.6): Jan Willem Alting (graanhandelaar, later z.b.; +1939)

Adresb. 1930 tm i.e.g. ‘38: R. Lanting, werkm.

1940 (art. 28607.14): Geertje Smeenk, wed. Jan Willem Alting

Adresb. 1950-’51 tm ‘61: S.J. Noeken, fabr.arb.

In 1951 dl. naar gem. Groningen en rest wordt F 2852.

1952 (art. 37388): Herman Martnus Kerstholt (botenbouwer/boekh.)

1955 (art. 27746.38): Jacobus Hinderikus Buser (aann., +1958)x Johanna Folkers (Gr. Leliestr. 20)

Adresb. 1964 e.v.: nr. ontbreekt

1965 (art. 42938.later 233): RUG. RUG. In 1967 sloping. In 1968 dl. naar gem. Groningen en rest naar chem.lab., transformatorlokaal, erf= F 2948

Zie boven: Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp – oude nr. 16

F 716, 1952: F 2853, 1968: dl. F 2948

(art. 5209): Eildert Roelfs Deves (oliefabrikant)

1878 (art. 11081): Jacob Jansen (houtdraaijer)

1880 (art. 11541): Seike Mennes, wed. Antonie Geurts

Adresb. 1907: wed. Geurts

1909 (art. 18266.7): Johannes Huisveld (z.b.)

Adresb. 1914: A. Kroon, werkm.

1920 (art. 22447.19): Gerrit Edens (slager) en Andreas Strüber (winkelier)

Adresb. 1921 tm i.e.g. ’24: J. Stuivenberg, werkm.

1928 (art. 24575.3): Meindert Douma (kleermaker/confectiefabr.). In 1930 aanbouw

Adresb. 1930: A. Kroon, schipper

1931 (art. 30260): Eppo Koerts (kleerm.)

Adresb. 1933: E. Koerts, kleerm.

1937 (art. 32558): Klaas Koerts (leider Psychpateninr. Rekken)

Adresb. 1938: mej. J. Koerts

1948 (art. 36557): Jan Bos (koopman). In 1952 gaat dl. naar gem. Groningen en wordt de rest F 2853

Adresb. 1950-’51 tm ‘64: H. Schut, voerman

1965 (art. 42938.113 later 215): RUG. In 1967 ‘sloping’ en in ’68 verenigd tot F 2948= chem.lab., transformatorlokaal, erf

Zie boven: Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp – oude nr. 18

F 772, 1929: dl. F 2623, 1932: dl. F 2725, 1937: dl. F 2766, 1964: dl. F 2914, 1966: dl. F 2918, 1968: dl. F 2948

(art. 5209): Eildert Roelfs Deves (oliefabrikant)

1878 (art. 10120.31, later 15457.14): Harm Luikinga (wever, +1905), later wed. Saartje Severrrien (Severwijn)(+1919) en knd.; nog later Catharina Luikinga e.a.

Luikinga vraagt op 11-11-1882 vergunning voor de bouw van 3 woningen achter zijn F 772. Hij krijgt op 17-11 geen vergunning omdat het niet aan de openbare weg is.

In 1910 en ‘15 verandering van bestemming: wordt eerst ‘gebouw’ en daarna ‘bergplaats’

Adresb. 1907: K. Enkelman, voermanskn.

Adresb. 1914 e.v. nr. ontbreekt

1919 (art. 18967.14): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (secr. College van Curatoren RUG)

1920 (art. 21033, later 33146.11 en nog later 39387.23): De Staat (Onderwijs, later ook Kunsten en Wetensch.). Wordt in 1929 verenigd met F 717 tot F 2623 (zie Hulpkaart kadaster 1929) in 1932: dl. F 2725

Hulpkaart kadaster 1929

Wordt in ’37: dl. F 2766

1963 (art. 42938.30): RUG. In 1964 dl. naar gem. Groningen, waarna rest F 2914. Wordt in 1966: F 2918 en in ’68 verenigd tot F 2948= chem.lab., transformatorlokaal, erf

Zie boven: Hulpkaart kadaster 1969

Jodenkamp – oude nr. 20

F 717, 1929: dl. F 2623, zie verder bij oude nr. 18

(art. 5209): Eildert Roelfs Deves (oliefabrikant)

1878 (art. 7917.5): Derk Lugtenberg (smid)

1880 (art., 8709.4): Hendrik Kiel (timmerm.)

Adresb. 1907: J. v.d. Berg, vischventer

1908 (art. 18954): Albertus Philippus Ridder (cand. Notaris). In 1910 verandering van bestemming, daarna ‘gebouw’

Adresb. 1914 e.v.: nr. ontbreekt

1920 (art. 18967.15): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (secr. College van Curatoren RUG)

Zie verder bij oude nr. 18

Jodenkamp – oude nr. 22 (vanaf ’24: nr. 18)

 F 19, 1852: F 765 en 766 (erf), 1873: F 765, F 1199 (blauwverv.) en 1200 (erf), 1888: F 1575, 1932: F 2725, 1937: dl. F 2766

1832 (art. 925): Johannes Harland (leerbereider, +1832). Hij bezit ook F 21 en 20 (zie bij oude nrs. 7 tm 21)

1851 (art. 4572. 32 en 33, later 6671.4): Jan Gerbrands Groenhuis (koemelker). Op erf F 19 in 1852 stichting van F 765 (huis) en rest erf (F 766).

1856 (art. 3026): Jan Karp (blaauwverwer)

1867 (art. 8481): De Staat en Jan Karp (blaauwverwer)

1872 (art. 9704): De Staat en Johannes Haupt (aannemer). In 1873 aanbouw van een blauwververij (wordt F 1199), erf wordt dan F 1200

Hulpkaart kadaster 1873

1875 (art. 10326): De Staat en Heijo Alting (schuitevaarder). In 1880 gaat F 1200 (erf) naar art. 10150.165= De Staat (Gewone Domeinen)

1884 (art. 7933.14 en 15, later 13765.5 en 6): Heijo Alting (schuitevaarder, later stoombootkap.). In 1888 worden F 765 en 1199 verenigd tot F 1575

Adresb. 1907: J. Bos, werkm.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ‘24: L. van Looij, werkm.

1915 (art. 19578.1083): gem. Groningen

1920 (art. 21033.49): De Staat (Onderwijs, later ook Kunsten en Wetensch.)

Adresb. 1925 tm ‘30: 18: L. van Looij, werkm. (Lowie van Looij +1930)

Adresb. 1931: wed. L. van Looij

In 1932 gaat een dl. naar gem. Groningen. Rest wordt F 2725 en wordt in ’37 dl. van F 2766

Adresb. 1933 e.v.: nr. ontbreekt

1938 (33146.11, enz): De Staat (Onderwijs, later ook Kunsten en Wetensch.).

Zie verder bij Bloemsingel oude nr. 10

De periode na 2000

De nieuwe situatie met daarin de cijfers van de blokken

Oneven zijde:

Bloemsingel nrs. 1 tm 5

eigenaar: RUG

nr.1: Lifelines

Nr. 3: woonhuis

Nr. 5: Familiehuis UMCG

 

Voormalige Bodenterrein:
Vrydemalaan nr. 2

A 13493

DOT: gebouwd 2013-’14. Geopend 17 juni 2014 door CdK Max van den Berg.

Het gebouw werd ontworpen door Jack van der Palen van Architectengroep Archiview.

Wikipedia: ‘Het initiatief tot de totstandkoming van het gebouw en het ontwerp van het planetarium theater was afkomstig van de Groninger hoogleraar astronomie Edwin Valentijn.’

Bloemsingel nrs. 81 tm 195

A 10983

Bloemhof (hoek Bloemsingel / Van Kerckhoffstraat). Opdrachtgever: IMA (ING Vastgoed, Bouwbedrijf Moes, Amstelland Ontwikkeling). Architect: Marlies Rohmer

(NB: feitelijk buiten ‘Niewe Stadt’)

Bloemsingel nr. 197

A 14192

GEB-gebouw (Hoofdvoedingsstation Noord; 10kV-schakelstation)

Gebouwd 1955-’58. Opdrachtgever: J. Hemerik (Gemeentelijk Energiebedrijf Groningen)
Architect : G. Hamerpagt (Arnhem), samen met ‘industriearchitecten’ H. Fels, A.H. van Rood en J.D. Postma.
(NB: feitelijk buiten ‘Niewe Stadt’)

Voormalige Circusterrein:
Bloemsingel nrs. 201 tm 211

A 11219

Deel blok Monnikhof:

Gebouwd 2000-2002. Opdrachtgever G: IMA (ING Vastgoed, Bouwbedrijf Moes, Amstelland Ontwikkeling). Architect: S333  Studio for Architecture & Urbanism

(NB: feitelijk buiten ‘Niewe Stadt’)

Bloemsingel nrs. 217 tm 263

A 11225

Blok De Beren:

Gebouwd 2000-2002. Opdrachtgever: IMA (ING Vastgoed, Bouwbedrijf Moes, Amstelland Ontwikkeling);

Architect: S333  Studio for Architecture & Urbanism

(NB: feitelijk buiten ‘Niewe Stadt’)

Even zijde:

Voormalige Gasfabriekterrein:
Bloemstraat nr. 36

1988: dl. F 3089, 1990: F 3107, 2001: F 3240

 (art. 41000. 9275 later 10522): gem. Groningen.

Nu: RUG, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

 

Bloemstraat nr. 38

nu dl. F 3752

‘Machinefabriek’: Theater met werkplaatsen, kantoren en café

Omstreeks 1980 was in het gebouw het energiemuseum gevestigd. In 1996 neemt het Noord Nederlands Toneelgezelschap (NNT) het in gebruik. Aan de indeling van het gebouw werd weinig veranderd; er werd een aantal tussenwanden geplaatst en verlaagde plafonds aangebracht. De voormalige machinehal is nu ingericht als theaterzaal, de decorwerkplaats is gehuisvest in de voormalige ketelruimte en in de driehoekige zuidvleugel bevinden zich kantoorruimten. In de westelijke uitbreidingen van ca. 1916 zijn een café, garage met opslag en CV-ruimte ondergebracht. In 2006 is het gebouw opgeknapt, na jaren van achterstallig onderhoud. Zo vond herstel plaats aan verrot houtwerk van ramen, deuren en kozijnen. Vervolgens werd het houtwerk geschilderd in de oorspronkelijke kleuren.

Bloemsingel nr. 2 tm 8b

F 1984 tm 1987, nu: F 3743

https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=226&miadt=2297&milang=nl&miview=ldt&mizk_alle=103602&mistart=4

Dienstwoningen gasfabriek. Gebouwd ca. 1905; ontwerp J.A. Mulock Houwer

Bloemsingel nr. 2-1 tm 10c

nu dl. F 3752

Bloemsingel nr. 10-10b

F 3753

Kunstwerf/ Noorderlingen: geopend 23-9-2022

https://gemeente.groningen.nl/kunstwerf-geopend-nieuw-cultuurcluster-in-ebbingekwartier

Opening 23-9-2022; Opdrachtgever gem. Groningen.

Architecten: Ard de Vries Architecten & Studio Donna van Milligen Bielke; Architect openbare ruimte: Piet Oudolf ism Delta Vormgroep

Kolendrift nr. 19

nu F 3303

Regulateurshuis/ vanaf 2020: Le Petit Theatre

zie Hervonden Stad 2009: ‘Gebouwd in 1892 naar ontwerp van de Groninger architect K.H. Holthuis in Chalet-stijl. Vanaf 1922 fungeerde het gebouw als portiersloge van het op hetzelfde terrein gevestigde electriciteitsbedrijf. Boven de ingang bevindt zich een tegeltableau uit 1954, aangeboden door het personeel naar aanleiding van het 100-jarig bestaan. Met twee bedrijfshallen vormt het regulateurshuis het enig overgebleven restant van de gasfabriek. Het oorspronkelijke mezzanine-venster hierboven is dichtgezet met een tegeltableau uit 1954. De smeedijzeren muurankers hebben de vorm van een lelie. De topgevels zijn voorzien van decoratief bewerkte houten dakbeëindigingen met overstek, waarin rondbogen zijn opgenomen. Op de nokken van het fors overkragende dak met ajour gesneden houten gootlijst is een sierlijk bewerkt smeedijzeren hekwerk geplaatst. Op de nok boven de ingang is een smeedijzeren windvaan aangebracht, waarin het jaartal 1892 is verwerkt.’

Le Petit Theatre, van Sharon Doelwijt, begint in 2011 op Turfsingel 18-20 en verhuist in 2020 naar het Regulateurshuis

Bloemsingel nrs. 100 tm 176

Deel van blok 7. Grondgebonden woningen en appartementen. Opdrachtgever: vanWonen (was eerder AM Wonen). Architect: DAAD

Bloemsingel nrs. 178 tm 198

Deel van blok 6. Grondgebonden woningen. Opdrachtgever: vanWonen (was eerder AM Wonen). Architect: BDG Architecten

Ebbingedwinger nrs. 1 tm 41

Deel van blok 3. Trezoor. Opdrachtgever: IMA (ING Vastgoed, Bouwbedrijf Moes, Amstelland Ontwikkeling). Architect: AAS Groningen

Voormalig Scheikundig Laboratorium:
Bloemsingel nrs. 200 tm 224 (oude nr. 10)

Sinds 2009 cultureel woon- werkcomplex  ‘Het Paleis’ (zie bij oude nr. 10)

Vervolg voormalige Gasfabriekterrein:
Kolendrift nrs. 10 tm 54, Kolendwarsstraat nrs. 11 tm 27, Haverkampsdrift nrs. 11 tm 29, Fitterij nrs. 1 tm 5a en 2 tm 15

Noord-Westelijk deel van Blok 7, met Bloemsingel (rechtsboven), Fitterij (midden), Haverkampsdrift (linksboven) en Kolendwarsstraat (onder) (Hulpkaart kadaster sep. 2019)

Deel van blok 7 (zie ook Bloemsingel nrs. 100 tm 176). Grondgebonden woningen en appartementen. Opdrachtgever: vanWonen (was eerder AM Wonen). Architect: DAAD

Haverkampsdrift nrs. 12 tm 40, Grutmolen nrs. 1 tm 33, Wallegang nrs. 1 tm 17

Blok 6 op Hulpkaart kadaster uit 2016

Deel van blok 6 (zie ook Bloemsingel 178 tm 198). Grondgebonden woningen. Opdrachtgever: vanWonen (was eerder AM Wonen). Architect: BDG Architecten

Botermolendrift nrs. 21 tm 31, Courtine nrs. 1 tm 51, Langestraat nrs. 127 tm 137

Deel blok 5 Courtine (zie ook Langestraat 127 tm 137). Opdrachtgever: Nijestee (Schots & en Scheef) en AM Wonen (overige woningen). Architect: studioninedots

Langestraat

Oneven zijde:

Langestraat nrs. 23 tm 103

De bouwplek op Google Steerview, augustus 2017

Blok 7a: Ebbingehof. Geopend april 2022. Opdrachtgever: stichting Ebbingehof. Architect: Moriko Kira

Langestraat nrs. 105 tm 125

Deel van blok 6 (zie ook boven). Grondgebonden woningen. Opdrachtgever: vanWonen (was eerder AM Wonen). Architect: BDG Architecten

Langestraat nrs. 127 tm 137

Deel blok 5 Courtine (zie ook boven). Opdrachtgever: Nijestee (Schots & en Scheef) en AM Wonen (overige woningen). Architect: studioninedots

 

Langestraat nrs. 141 tm 151

Deel van blok 3. Trezoor (zie ook bij Ebbingedwinger). Opdrachtgever: IMA (ING Vastgoed, Bouwbedrijf Moes, Amstelland Ontwikkeling). Architect: AAS Groningen

 

Even zijde:

Langestraat nr. 66

dl. F 3316, 2011: F 3370

https://www.monumenten.nl/monument/486752

nu: restaurant Florentin

 

Langestraat nrs. 70 tm 140, Botermolendrift nrs. 1 tm 13 en 2 tm 16

Blok 4a, 4b en 6b. In fasen ontwikkeld vanaf 2008. Grondgebonden woningen aan achterzijde Boterdiep en langs Botermolendrift. Opdrachtgever: AM Wonen. Architect: De Zwarte Hond