De inwerkingtreding van de Woningwet stimuleert de oprichting van woningbouwverenigingen omdat erkende corporaties aanspraak kunnen maken op overheidssteun. In de stad is de NV Volkshuisvesting de eerste nieuwe woningbouwvereniging  (zie oa. het boekje Volkshuisvesting toen, nu en straks; 85 jaar sociale woningbouw 1908-1993). Bankier jonkheer Mr. Rhijnvis Feith neemt al in 1903 het initiatief een NV op te richten. Hij krijgt steun van gemeentesecretaris A. Pekelharing, kantonrechter J.A. Tellegen, Gedeputeerde H.C.A. Thieme, Wolters-uitgever E.B. ter Horst, graanhandelaar H. Helder en niet te vergeten grootindustrieel J.E. Scholten. In januari 1904 dienen Feith c.s. een verzoek in bij het gemeentebestuur om te mogen bouwen ‘achter den weg naar Bedum’ (op grond van Scholten). Onmiddellijk ligt de woningverhuurdersvereniging ‘Door Eendracht Sterk’, met bouwer Piebe Belgraver als president (zie Uitgelicht De Belgravers), dwars. Het leidt tot een aanzienlijke vertraging.

Als de gemeenteraad begin 1907 het voorstel voor de oprichting van de woningbouwvereniging nog niet heeft behandeld, dreigt Scholten zijn bereidverklaring voor verkoop van de grond in te trekken. B. & W. verontschuldigen zich voor de vertraging en op 16 maart 1907 krijgen Feith c.s. eindelijk het gemeentelijk voorschot dat de oprichting van Volkshuisvesting mogelijk maakt. De Koninklijke goedkeuring volgt het volgende jaar. Het complex aan de Bedumerstraat is het eerste dat Volkshuisvesting bouwt. De NV bouwt later onder andere in de Indische buurt aan het naar initiatiefnemer Rhijnvis Feith genoemde plein (zie ook mijn boek De Korrewegwijk De Hoogte uit 1999).

Nieuwsblad van het Noorden, 19-9-1908

In de bezettingstijd acht het gemeentebestuur kennelijk de voorwaarden aanwezig om iets te doen aan de versnippering in de sociale woningbouw. Onder gemeentelijke druk gaan Ons Belang, De Voorzorg, Groningsche Woningbouw en tot slot Samenwerking in 1941-’42 ‘samenwerken’ met Volkshuisvesting, hoewel er feitelijk sprake is van overname. Vooruitlopend op de volledige fusie worden alvast bestuursleden uitgewisseld. Zo wordt in 1943, na het overlijden van Volkshuisvesting-voorzitter jonkheer Mr. D.R. de Marees van Swinderen, de latere PvdA-wethouder Johannes (‘Jan’) de Wilde, ex- Ons Belang, zijn opvolger. Eind 1946 worden de statuten voor de nieuwe Woningbouwvereniging Volkshuisvesting ontworpen en op 28 juli 1947 komt de Koninklijke goedkeuring. Mede door de fusie wordt Volkshuisvesting in de naoorlogse jaren de snelst groeiende Groninger woningbouwvereniging.

In tegenstelling tot elders besluit de gemeente Groningen na de oorlog niet meer zelf te bouwen en de activiteiten van de gemeentelijke instelling Centraal Woningbeheer voornamelijk te beperken tot aankoop en sanering van krotwoningen. Volkshuisvesting krijgt daardoor het al van voor de oorlog daterende gemeentelijke plan voor middenstandswoningen aan de Noorderbinnensingel aangeboden. De architecten Laas van der Zee (1892-1962) en Hermanus Johannes (‘Herman’) van Wissen (1910-2000) krijgen de opdracht de plannen verder uit te werken. Hoewel een gedenksteen boven de poort tussen Noorderbinnensingel 124 en 135 anders doet vermoeden zijn de woningen niet in 1948 maar begin 1949 klaar.

In 2001 verdwijnt de naam Volkshuisvesting door samengaan met de SSH en wordt het ‘In’. Acht jaar later wordt dat door fusie met 2 andere corporaties: ‘Lefier’.