Verklaring van de straatnamen:
Bloemstraat: De straat dankt haar ontstaan aan een besluit van burgemeesters en raad van 28 juni 1630, waarin de rooilijn van de Turfsingel noord- en zuidzijde vanaf de Ebbingebrug worden bepaald. De ‘noorderswette van de noorderstrate bij ’t Diep’ zal volgens dit besluit vanaf het hoekhuis in rechte lijn naar de vesting – ‘het bolwarck’ – lopen. In aktes in het rechterlijk archief wordt in 1637-’39 gesproken over de ‘Bloemkersstrate’ en in laatstgenoemd jaar duikt de naam ‘Bloemstraete’ voor het eerst op.
Jacobijnerweg: Uit archeologische opgravingen, verwerkt in het rapport Stadse Fratsen 35, ligt waarschijnlijk op deze plek al in de elfde eeuw een weg. Vermoedelijk leidt deze naar de ‘burcht’ van de familie Vrydema (NB: de huidige Vrydemalaan volgt ook ongeveer dit traject). Later fungeert ze als de toegangsweg tot de steenbakkerij van de Dominicaner monniken (of Jacobijnen) op de westoever van de Hunze. Als de zeventiende-eeuwse vesting de weg doorbreekt, krijgt het bastion ter plekke de naam Jacobijnerdwinger. Vanwege de aanwezigheid van een militaire galg worden zowel de dwinger als de weg ook wel daarnaar genoemd. Op de eerste kadasterkaart wordt de naam ‘Galgenweg’ overigens ineens gegeven aan de latere Langestraat (zie daar).
Haverkampsdrift: (zie foto boven) De straat hoort bij de eersten van de wijk, als verlengde van de Leliestraten, Nieuwe Kerkhof ZZ en Korenstraat. Op de kaart van Haubois worden Korenstraat en Haverkampsdrift beide aangeduid als ‘Haverstraet’. De naam Haverkampsdrift is waarschijnlijk ontleend aan de voerman Johannes Haverkamp die er percelen bezit.
Langesteeg/Langestraat: De straat ontstaat als pad tussen de hier gelegen tuinen en weilanden. Er worden meerdere namen aan gegeven. Op de eerste kadasterkaart staat de naam ‘Galgenweg’, verwijzend naar de galg die ooit in de buurt stond. Die naam wordt zelfs in het begin van de twintigste eeuw soms nog gebruikt. Ook spreekt men om onduidelijke reden meerdere keren wel van de Professorensteeg. Uiteindelijk wint de naam Langesteeg het, hoewel de steeg helemaal niet zo lang is. In 1906 verzoeken ‘G. Weis c.s.’ om een wijziging naar ‘Langestraat’, die door de gemeenteraad wordt gehonoreerd.
Bloemstraat, even zijde
Noorden-in-woord-en-beeld, 13-11-1931
Hoekpand Boterdiep 1
F 145, 1876: dl. F 1277, 1896: dl. F 1792, 1901: dl. F 1939, 1926: dl. F 2435, 1985: F 3071
(zie ook bij nr. 2 en bij Hoofdstuk 8: begin Boterdiep)
1832 (art. 803): Freerk(Frerik) Bontkes Gosselaar (winkelier/koopman, x Dijna van Boomgaarden Lunsingh). In 1876 verenigd met Bloemstraat 2 tot F 1277 (zie verder daar) (zie ook nr. 22)
1986 (art. 74150): Marian Stellema (*1946, woont Boterdiep 1), bezit ook F 3072A1= Bloemstraat 2-1
Bloemstraat nr. 2-2a
(tot 1870: O 216, 1870-’99: O 273a): F 144, 1876: dl. F 1277, 1896: dl. F 1792, 1901: dl. F 1939, 1926: dl. F 2435, 1985: F 3070
BR 1830: O 216: Freerk Bontkes Gosselaar xDijnna van Boomgaarden Lunsingh +knd
1832 (art. 459): Franciscus Jacobus Johannes Cremers (notaris) en m.e.
1837 (art. 458.21): Franciscus Jacobus Johannes Cremers (wethouder, later burgemeester)
1839 (art. 803.5): Freerk(Frerik) Bontkes Gosselaar (*1798, winkelier/koopman, x Dijna van Boomgaarden Lunsingh) (zie ook nr. 22). In 1876 verenigd met Boterdiep 1 tot F 1277
1883 (art. 11602.4): Bontko Gosselaar (*1827 O 216, Boterdiep, +1911; x 1869 Grietje Bleeker *1849 Nieuwolda)
1891 (art. 14295): Jan de Jongh (koopmans(bediende))x Trijntje Bosscher. In 1896 herbouw (arch. K. van Bolhuis)en verenigd met stukje F 1276, daarna F 1792. In 1901: F 1939
1912 (art. 19214): Klaas Themmen (*1873 Sauwerd, vleeschhouwer, +1944; x 1900 Trientje Woltil (*1873 Noorderhoogebrug), daarna wed. (2/3) en 2 zoons (elk 1/6). In 1929 herbouw
Adresb. 1933: 2: mej. E. Kool
1946 (art. 36000): Hendrik Themmen (*1907,x Geertruid van Ess, vleeschhouwer)
1980 (art. 63017): Klaas Pieter Themmen (*1940, slager,x Roelofje Wesseling). In 1985 splitsing in F 3070 en 3071
1985 (art. 73985): F 3071 en F 3072A1 en A2: VvE, Bloemstraat 2-1 en 2a (zie ook bij Boterdiep 1)
Bloemstraat nr. 4-4a
(tot 1870: O 218, 1870-’99: O 274): dl. F 143, 1858: F 871, 1863: F 958, 1901: F 1938, 1927: F 2578, 1962: F 2910
1832 (art. 1881): Lambartus Pluimker (Koopman)
1854 (art. 3624): Christof Frederik Hägele (z.b.). In 1858 splitsing in F 869 tm 871 en verkoop aan verschillende eigenaren. F 871 gaat naar:
1858 (art. 105.2): Willem Bekkering (*1804, verwer, +1888; wedn. Trientje Schierbeek; x 1834 Aaltije Meijer, *1808), later met Heiko Bekkering (*1838, boekhouder, x 1871 Eelde Hillechien Bitter, *1836) (wonen eelde) en nog later knd.. In 1863 bijbouw en daarna F 958. In 1901: F 1938
BR 1870: O 218/274: Willem Bekkering x Aaltje Meijer
1905 (art. 10812.39 later 49): Eerhardus de Grave (*1847, cichoreifabrikant, +mei 1930; x1877 Usquert: Jantje Bruins, *1852, +juni 1930). Wordt in 1927: F 2578
1930 (art. 22709.15): NV Vereenigde Cichorei en Peekoffiefabrieken vh Fa. H. Keizer en J.S. Havinga Oortwijn (Boterdiep 7).
Adresb. 1933: 4: wed. A. Post, F. Vorstenburg
In 1935 sloop en herbouw (arch. E. van Linge)
1952 (art. 38307): Rutgerdina Adolphine de Grave, wed. Willem Albert Scholten (woont den Haag)
1953 (art. 38383): Johannes Theodorus Hake (zuivelhandel., +1984) (woont er). Wordt in 1962: F 2910
Bloemstraat nr. 6-6a
(tot 1870: O 219, 1870-’99: O 275): dl. 143, 1858: F 870, 1901: F 1937, 1927: F 2579, 1968: dl. F 2943, 1990: F 3113
1832 (art. 1881): Lambartus Pluimker (Koopman)
1854 (art. 3624): Christof Frederik Hägele (z.b.). In 1858 splitsing in F 869 tm 871 en verkoop aan verschillende eigenaren. F 870 en 869 (is achter nr. 8) gaat naar:
1858 (art. 3243.16 en 17): Roelof Klein (houtkooper). F 869 =bergplaats en erf en F 870, houtstek en erf, wordt in 1861 pakhuis en erf
1864 (art. 8011.7 en 9): Roelof Klein (houtkooper)
BR 1870: O 219/275: ontbreekt
1884 (art. 12822.4 en 5): Hendrik Klein (houthandel.)
1893 (art. 6608.38 en 39): Wilhelmus Johannes Klein (houtkooper)
1898 (art. 12098.4 en 5): Heine Otto Olthoff (verwer). In 1898 wordt F 870 herbouwd (arch. W. Berkenbosch). In 1901 wordt F 869: F 1936 en F 870: F 1937
1912 (art. 17638. 3 en 4): Jakob Wetsema (*1875 Wetsinge, broodbakker, +1937; x 1900 Janna Sissing, *1877 Bedum), later wed. (2/3) en 2 knd. (elk 1/6). Bergplaats F 1936 wordt in 1929 verkocht aan art. 29214. F 1937 wordt door verkoop stukje straat aan gem. in 1927: F 2579
Adresb. 1933: 6: B. Mesander (visch- en fruithandel), mej. H. Drenth (tricotw.); 6a: K. Buter (koetsier), mej. A.C. Boer-Witteveen
1956 (art. 38556.3): NV Groninger Industriële Crediet Bank
1960 (art. 41020.8 later 34): VOF Fa, Gebroeders de Jong (5 broers, w.o. 4 garagehouders: Albertus Bernardus, Petrus Jacobus, Johannes Gerardus en Gerardus, en 1 administrateur: Bernardus Petrus). Ze bezitten ook Bloemstraat 10-12, 24-24a en 26-26a, Langestraat F 2142, F 2576, meerdere panden aan Jacobijnerweg en Boterdiep.
F 2579 (huis & erf) wordt in 1966 verbouwd en in ’68 verenigd met garagepanden Boterdiep (zie daar en zie Hulpkaart kadaster 1969), daarna F 2943
1982 (art. 57729.4): Fa. Gebroeders De Jong (vennoten: Albertus Bernardus *1921, x Helena Margarethe Lefferts, wonen Bloemstr. 26a; Bernardus Petrus *1922, x Helena Geziena Maria Lieberom). Boterdiep 5-7 gaat in 1985 naar art. 72104 (zie daar bij Hoofdstuk 8). Bloemstraat 6-6a gaat naar:
1985 (art. 73687): Bernardus Petrus de Jong (*1922, x Helena Geziena Maria Lieberom) (wonen Veenweg). Zij verwerven uit art. 57729 ook Bloemstraat 10-12
Bloemstraat nr. 8 tm 8c
(tot 1870: O 220, 1870-’99: O 276): F 142, 1901: F 1935, 1927: F 2580, 1937: F 2765, 1978: F 3009
1832 (art. 2017): Jan Jans Bink (schuitevaarder)
1836 (art. 2355.7): Teeke Roelfs Swart (scheepstimmerman)
1846 (art. 4746): Geert Geerts de Winter (beurtschipper)
1858 (art. 6703): Mense Mattheus Kwint (scheepskapitein)
1861 (art. 7277): Henricus Scheepers (timmerm.)
BR 1870: O 220/276: Henricus Scheepers (*1793) + dch.: Catharina Helena (*1815)
1871 (art. 8539.13): Jan Houttuin (verlakker)
1887 (art. 13507.1 later 17): Pieter Straat (bakker). In 1899 bijbouw
1900 (art. 16999.1 later 10): Jantje Maatjes, wed. Pieter Straat. Het wordt in 1901: F 1935
1903 (art. 17638): Jakob Wetsema (*1875 Wetsinge, broodbakker, +1937; x 1900 Janna Sissing, *1877 Bedum), later wed. (2/3) en 2 knd. (elk 1/6). F 1935 wordt door verkoop stukje straat aan gem. in 1927: F 2580. In 1927 verbouw. In 1929 verkoop, samen met bergplaats erachter F 1936:
1929 (art. 29214): Kornelis Willem Vink (broodbakker, +1958).
Adresb. 1933: 8: K.W.Vink (bakker), J. Meek (boekh.)
In 1934 verbouw van F 2580 en F 1936 verandert van bergplaats in werkplaats. In 1937 verbouw en samenvoeging F 1936 en F 2580 tot F 2765= huis, bakkerij en erf. In 1946 weer verbouwd
1948 (art. 36676): VOF A. Huseman (vennoten Albert en Jan Huseman, Klaas Sijbrand v.d. Ploeg; allen bakkers)
1963 (art. 43751): Huseman’s Bakkerijen BV
1977 (art. 57257): Mettiena Maria Hamming (*1951, x Jacob Elzinga). In 1978 wordt Bloemstraat 8 tm 8c F 3009. De achtergelegen werkplaats weer afgesplitst -wordt F 3008 – en verkocht aan art. 57729, Gebr. De Jong (zie bij nr. 6-6a) en deze wordt in 1984 doorverkocht naar art. 72104= Frans Sikkes (zie Boterdiep 5-7).
Bloemstraat – oude nr. 10
(tot 1870: O 221, 1870-’99: O 277): F 141 en F 140 (= perceel aan gang, achter F 141 en 139), 1846: F 705, 1901: F 1934
1832 (art. 79): Harm Bakker (bode)
1840 (art. 3164.7 en 8): Fokke Ubels van der Werff (scheepstimmerm.) (zie ook nr. 18). Wordt in 1846 met F 139 verenigd tot F 704 en 705 (zie Hulpkaart 1846)
1850 (art. 1468.52, later 7141.22): Hindrik Johannes Limborgh (scheepstimmerm., later rentenier) (zie Uitgelicht)
1867 (art. 7126.8): Sjouktje Jannes Waterborg, wed. Johannes Wessels (meester borstelmaker, +1864), x 1868 Jannes Landweer
BR 1870: O 221/277: Jannes Landweer (*1807, wednr. Wimke Hillebrands) x 1868 Sjouktje Jannes Waterborg (*1814 Leek, wed. Johannes Wessels)
1873 (art. 9827): Hemmo Wilhelmus Hemmes (koopman)
1890 (art. 14105): Margaretha Magdalena Elizabeth Meijer (x 1873 Arend Martens Prins)
1896 (art. 13700.48 later 62 en daarna 99+100): Geert Belgraver (bouwondernemer). In 1896 herbouw en in 1901 splitsing in F 1933 (gang) en 1934 (huis)
1903 (art. 17660.43 en 44): Geert Belgraver (+1914), later wed. Antje Bosman (1/2) en 5 knd. (elk 1/10). Hij bezit ook F 1931 (zie bij oude nr. 12), 1932 en 2091. Dit wordt in 1918 allemaal gekocht door:
1918 (art. 22076): Gerrit Bos Janzn. (fustenhandelaar). Op F 1931 (gaat naar art. 27342) wordt de rest in 1925 verkocht aan:
1925 (art. 12711. 22 tm 25): We/arner Duiker sr. (rijtuigschilder), later (1/7) met 6 knd. (elk 1/7). F 1932, 1933, 1934 en 2091 – ook met F 19831 (zie bij oude nr.12) – worden in 1926 verenigd tot F 2523. Zie verder bij nr.10-12
Bloemstraat – oude nr. 12
(tot 1870: O 222-222a-222/2, 1870-’99: O 278): F 139, 1846: F 704, 1901: F 1931, 1927: dl. F 2523,
1832 (art. 395): wed. Andries Bunt
1842 (art. 3164.9): Fokke Ubels van der Werff (scheepstimmerm.). Wordt in 1846 met F 140 en 141 verenigd tot F 704 en 705 (zie Hulpkaart 1846). F 704 wordt in 1850 verkocht aan art. 2548.5 en F 705 aan art. 1468.52
1850 (art. 2548.5): Jan de Vries (schipper) (zie ook nr. 16)
1857 (art. 1343.5): Lammert Kooiboer (schipper), Jan Lammert Eerenst en cs
BR 1870: O 222/278: Antonie Omloo (*1817) x Johanna Elmpt (*1819) + 2 knd.; 222a/278: Grietje Kroeger (*1822, naaister) + knd.: Johannes Veersema (*1852, hulp-onderwijzer), Grietje Veersema (*1862); 222/2/278: Henricus Geerlings (*1821 Amsterd.-+1873) x Antje Blombergen (*1824) + 5 knd.
1896 (art. 14697.5): Lucas Kamps (koemelker, veehandelaar) en Willem v.d. Wolde (koemelker, veehandelaar). Wordt in 1901: F 1931
1903 (art. 13700.107): Geert Belgraver (metselaar en bouwondernemer)
BR 1900/1910: Geert Belgraver (1857-1914) x Antje Bosman + knd.
1903 (art. 17660); Geert Belgraver, later wed. Antje Bosman (1/2) en 5 knd. (elk 1/10)
1918 (art. 22076): Gerrit Bos Janzn. (fustenhandelaar).
1925 (art. 27342): Berend Renkema (aannemer)
1926 (art. 12711. 26): We/arner Duiker sr. (rijtuigschilder), later (1/7) met 6 knd. (elk 1/7). F 1931 wordt in 1926 verenigd met F 1932, 1933, 1934 en 2091 (zie bij oude nr. 10) verenigd tot F 2523. Zie verder bij nr.10-12
Bloemstraat nr. 10-12
F 2523, 1927: F 2581, 2002: F 3249
(art. 12711. 22 tm 25): We/arner Duiker sr. (rijtuigschilder), later (1/7) met 6 knd. (elk 1/7). In 1926 nieuwbouw i.o.v. W. Duiker, arch. Nijhuis en Reker: winkel en woningen. Wordt in 1927 F 2581 (zie Hulpkaart kadaster)
Adresb. 1933: 10: W. Harms (vleeschh.); 10a: J. Reiding, mevr. T. Reiding-de Koning (coupeuse); 12: A.H. Doornbos (kapper); 12a: H. Stoll (autoverhuur);12b: G. Duiuker (rijtuig en automobielschilder en Duco-Spuitwerk)
1949 (art. 36995): Div. knd. Duiker en 2 anderen
1971 (art. 41020.39): VOF Fa, Gebroeders de Jong (5 broers, w.o. 4 garagehouders: Albertus Bernardus, Petrus Jacobus, Johannes Gerardus en Gerardus, en 1 administrateur: Bernardus Petrus). Ze bezitten ook Bloemstraat 24-24a en 26-26a, Langestraat F 2142, F 2576, meerdere panden aan Jacobijnerweg en Boterdiep.
1982 (art. 57729.6): Fa. Gebroeders De Jong (vennoten: Albertus Bernardus *1921, x Helena Margarethe Lefferts, wonen Bloemstr. 26a; Bernardus Petrus *1922, x Helena Geziena Maria Lieberom). Boterdiep 5-7 gaat in 1985 naar art. 72104 (zie daar bij Hoofdstuk 8). Bloemstraat 6-6a gaat naar:
1985 (art. 73687): Bernardus Petrus de Jong (*1922, x Helena Geziena Maria Lieberom) (wonen Veenweg). Zij verwerven uit art. 57729 ook Bloemstraat 6-6a (zie daar)
Boek 400 jaar Niewe Stadt: ‘In de jaren dertig, als deze prentbriefkaart wordt uitgegeven, kent het eerste stuk Bloemstraat vanaf het Boterdiep nog meerdere winkels. Zo is uiterst links op nummer 12 kapper A.H. Doornbos gevestigd en in het ‘moderne’ pand nummer 14 verkoopt juffrouw J. Oosterveld zowel ‘kruidenierswaaren’ als ‘Speelgoederen’. Aan de rechter, oneven kant, is later bijna alle bebouwing door nieuwbouw vervangen’
Bloemstraat nr. 14
(tot 1870: O 223, 1870-’99: O 279): F 138, 1871: F 1165, 1901: F 1930, 1931: F 2669
1832 (art. 1191): Andries Jansen (wever)
1856 (art. 4498.17, later 8032.4): Gijsbertus de Loos (zaagmolenaarsbediende)
1870 (art. 8444.15): Harbert Scheltens (timmerm.)
BR 1870: O 223/279: ontbreekt
1871 (art. 9349): Martinus van der Meij de Bie (boekhouder). In 1871 herbouw, daarna F 1165
1874 (art. 10183): Mente Reitsema (dir. aardappelmeelfabr.) (woont eerst Neu Ruppen, Pruisen, later Gron.)
1896 (art. 15548): Hinderik Oosterveld (reiziger, +1920), later wed. Henderika Jansma (1/2) en 4 knd. (elk 1/8). In 1901: F 1930
1929 (art. 29257): Zwaantje Oosterveld (*1883, z.b., +1948). In 1929 sloop en herbouw (arch. C. Laffra). Wordt in 1931: F 2669
Adresb. 1933: mej. J. Oosterveld (kruideniersw. en speelgoederenmag.), A.M.T. Verdonk (recl.teekenaar), G. Scholtens (handelsreiz.)
1949 (art. 31062): Jeichiena Oosterveld (*1881, winkelierster, +1964) (woont nr. 13a) en Hinderika Oostrerveld (*1887, x Gerard Scholtens, *1897-+1967)
1962 (art. 30836.9): Rudolfus Hensen (*1900, koopman, +1971)
1968 (art. 46661): Hendrik Arkema (timmerm.-aannemer, x Geertruida Meijer)
1971 (art. 49280): Anna Arkema (*1947, antiqaire)
Bloemstraat nr. 16
(tot 1870: O 224, 1870-’99: O 280): F 136 + F 137 (achterliggende tuin), 1865: F 998 (tuin) en 999, 1882: F 1392
1832 (art. 1267.9 en 10): Willem Keizer (rentenier)
1840 (art. 2548. 3 en 4): Jan de Vries (schipper) (zie ook oude nr. 12)
1865 (art. 6544.4 en 5): Gerrit Liefheid (briefbesteller). In 1865 bijbouw, daarna F 998 (=tuin) en 999
1867 (art. 8667): Arend Martens Prins (boekh. Mach. Vlasspinnerij, +1897; x 1865 Gijsbertina Wilhelmina Betz, +1869; x 1873 Margaretha Magdalena Elizabeth Meijer, +1895) (zie ook bij ouden r. 10).
BR 1870: O 224/280: Arend Martens Prins (*1832 Martenshoek, gepens. expediteur) + knd. en anderen
F 998 en 999 worden in 1882 verenigd tot F 1392
1898 (art. 16231.42): Anna Abrahamine Afina Jeannette Fenna Prins (*1877, x 1897 Jelle de Waard, *1868) (3/8), Reiniera Margaretha Arendina Prins (*1884) (3/8) en Stientje Margaretha Harmina Prins (*1874, x 1892 Karl Siekmeier, *1855) (1/4)
1898 (art. 15582.3): Nathan Philip(pus) Norden (Koopman). Wordt in 1901: F 1929 en in 1907 gesplitst in F 2091 (pakhuis en tuin) en 2092 (huis en erf) (zie Hulpkaart 1907)
F 2091 wordt in 1908 verkocht aan art. 17660.85= Geert Belgraver (zie bij oude nrs. 10-12). F 2092 wordt verkocht aan:
1908 (art. 17129.4): Derk Vos (boekdrukker)
1917 (art. 17129.5): Jan Hendrik Bijleveld (kleermaker). Wordt na verkoop stukje aan gem.: in 1929 F 2611
Adrfesb. 1933: 16: G. Bolhuis (meubelmag.), wed. Th. Veen
1940 (art. 33498): Jan Louwinus van Kelckhoven (aannemer)
1940 (art. 33954): Baarte Hof (rijwielhandelaar, radiotechnicus)
Bloemstraat nr. 18
(tot 1870: O 225, 1870-’99: O 281): F 135, 1866: F 1026, 1901: F 1928, 1927: F 2582
1832 (art. 2354): Johan Pieter de Swart (timmerm.)
1848 (art. 3164.17): Fokke Ubels van der Werff (scheepstimmerm.) (zie ook oude nr. 10)
1850 (art. 4448bis): Lukas Hendriks Ekens (koopmansbediende, x Anna Rozema) en Otto Rozema
1855 (art. 6173): Lukas Hendriks Ekens (koopman)
1856 (art. 6302): Willem Jansma (arbeider). In 1866 bijbouw, daarna F 1026.
BR 1870: O 225/281: Willem Lieuwes Jansma (*1824 Ee) x 1850 Zwaantien/tje Jans Straatman (*1820) + knd. en Johannes Liefheid (*1792, Dg.-+1870)
Wordt in 1901: F 1928
1902 (art. 15310.18 later 23 en 77): Jan Imelman J.Phzn. (blikslager). In 1903 verbouw en in ’27 verkoop stukje aan gem., waarna het F 2582 wordt
Adresb. 1933: 18: mej. M. Deen (modiste), mej. E.M.A. Bouwens
1946 (art. 35895.7): Fennechina Wemelina Imelman (z.b.,x Jacob Laufers)
1961 (art. 41664): Ludolf Johan Amelsberg (*1922, techn.ambt.) en Hendrika Johanna Amelsberg (*1924, onderwijzeres) (wonen Oostersingel) (zie ook nr. 20)
1982 (art. 68613): Thomas Everts Albert Wielema (*1958) en Klaasje (*1957) (wonen Selwerderstr.)
1984 (art. 71752): Clarisse Ditta v.d. Woude (*1966) (woont er)
1986 (art. 74315): Carla te Winkel (*1968)
Bloemstraat nr. 20 – 20a – 20b
(tot 1870: O 226-226a-226b, 1870-’99: O 282-282a-282b): F 134, 1867: F 1029, 1901: F 1927, 1927: F 2583
1832 (art. 580): wed. Roelf Harms Dost
1837 (art. 2728.9): Petrus Jozephus de Wolf (kleermaker)
1843 (art. 4307): Jan Reinders Jzn. (*1788, wolkammer, +1845) woonde (BR 1840 2-288) eerder Nw. Ebb.str N 21
1847 (art. 4971): Cat(ha)rina Meijer
1866 (art. 8090): Mente Reitsema (boekhouder Foxhol) (zie ook bij nr.14 en 22). In 1867 bijbouw en daarna F 1029
BR 1870: O 226/282: Jan Mintes Reitsema (*1807-+1879) x Fennegien Noorbergen + 2 z
BR 1874: ) 282: Klaas Bonsema (*1858) en Jakob Adema (*1858, Dps.), later nog 2 anderen
BR 1870: O 226a/282a: Sibrand van Driessen (*1829) + vr., zn. en anderen
BR 1870: O 226b/282b: Agien Schaapschoe (*18198) + 3 knd. Koens
1873 (art. 9594.5): Wobbenius Albronda (timmerm.kn.). In 1901: F 1927
1902 (art. 13535.11 later 14 en 15): Luitjen Amelsberg (timmerm.,+1923, later 4 knd. (elk ¼). Wordt in 1927: F 2583. In 1930 verbouw
Adresb. 1933: 20: mej. E.F. Amelsberg (winkeljuffr.), G. Weringa (timmerm.); 20a: mej. J. Brüggemann (pensionh.); 20b: J. Akkerman (electr.), wed. J. Dijkstra
1959 (art. 41664): Ludolf Johan Amelsberg (*1922, techn.ambt.) en Hendrika Johanna Amelsberg (*1924, onderwijzeres) (wonen Oostersingel) (zie ook nr. 18)
1982 (art. 68024): Hilbert Reinder Thiescheffer (*1952), Jakob Jan Dijkstra (*1954) en Magdalena Jacoba Komen (*1955) (laatste 2 wonen 20b) (elk 1/3)
1983 (art. 70390): Jakob Jan (‘Jaap’) Dijkstra (*1954) (2/3) en Magdalena Jacoba Komen (*1955) (1/3) (wonen 20b)
Bloemstraat nr. 22 – 22a
(tot 1870: O 227, 1870-‘99: O 283): F 133, 1866: F 1025, 1901: F 1926, 1927: F 2584
1832 (art. 2490): wed. Cornelis Jans Venema (kastelein)
1842 (art. 803.6): Freerk(Frerik) Bontkes Gosselaar (winkelier/koopman, x Dijna van Boomgaarden Lunsingh) (zie ook nr. 2)
BR 1850: Jacobus Koning (wever)
BR 1860: Aaltje Pauwels (*1787, spinster)
1865 (art. 8090): Mente Reitsema (boekhouder Foxhol) (zie ook bij nr.14 en 20). In 1866 bijbouw en daarna F 1025
BR 1870: Brand Jacobs Reitsema (*1820 Grootegast, koemelker)x Aukje Wattenburg (*1824) en 2 anderen
1873 (art. 9772): Brand Jacobs Reitsema (koemelker, x 1863 Hoogkerk Aukje Wattenburg)
Adresb. 1872-’73: B.J. Reitsema, koemelker
Hij laat in 1878 koestal bouwen ter vervanging van mestput achter O 283 en in 1883 verdieping bouwen op O 283
1885 (art. 13040): Willem Bos (* 1831 Zuidwolde) x 1861 Margaretha Agatha Wouda (*1835 Loppersum)
Adresb. 1886: W. Bos, koemelker
1896 (art. 15735): Margaretha Agatha Wouda, wed. Willem Bos (z.b.)
1901 (art. 17092): Laurentius Bos (z.b.) en 2 andere Bossen en Henderikus Ignatius Johannes Schrandt (vleeschhouwer). Wordt in 1901: F 1926
1903 (art. 16866): Henderikus Ignatius Johannes Schrandt (vleeschhouwer, later koopman)
Adresb. 1907: W. Bos en K. Bos, koemelkers
1916 (art. 19623.4): Jan Hendrik Roetink (huisschilder, +1940)(2/3) en 2 knd (elk 1/6)
Adresb. 1918 voerman; Adresb. 1921: G. Kremer, voerwerk
1919 (art. 23400): Berend Gerrit Barlinckhoff (schilder)
1927 (art. 26839.4): Rudolf Herman Hidskes (commies der Reg. en Dom.) (woont 22a). Wordt in 1927 F 2584. In dat jaar sloop en nieuwbouw (arch. P. Th. Holthuis)
Adresb. 1933: H.P. Buurlage 9winkelch.); 22a: J. Bakker (vertegenw. Veluvine Verffabr.)
1941 (art. 34031.5): Doeko Oosting (insp. B.I.M. Delfzijl)
1948 (art. 36553): Sietsia Hindrika Oosting (x Jacobus Reinhart Schoonbeek, tandarts) (woont Den Haag)
1949 (art. 36699): Jurriën Furda (winkelier)
1957 (art. 39681): Theo(dorus) Wilhelm Louis Wedema (fotohandelaar). In ’58 en ’61 verbouw, daarna 22 en 22a
1986 (art. 74905): Rumkler Alarm Project Service BV
Bloemstraat nr. 24 – 24a
(tot 1870: O 228, 1870-‘99: O 284): F 132, 1850: F 756, 1867: F 1050, 1901: F 1925, 1929: F 2610, 1969: dl. F 2936, 1998: dl. F 3208
1832 (art. 1477): Jan Lipping (knegt), zie ook Langestraat
1849 (art. 5211, later 9911): Pieter Pieters Bos (onderw. Inst. voor Doofst.,+1891), later wed. Geessien Jans Ritzema (1/2) en 2 knd. Bos (elk 1/6) en wed. Bos (1/12) en haar 2 knd (elk 1/24). Bos bezit ook F 106 (Langestraat), In 1850 bijbouw, waarna F 755 (tuin) en 756. In 1867 in tuin bouw, daarna F 1042 tm 1049 (huisjes) 1050 (nr. 24 + tuin) (zie Hulpkaart 1867 bij Langestraat)
BR 1870: O 228/284: Pieter Pieters Bos (*1812) x Geessien Jans Ritzema (*1823) + 3 knd. Bos
F 1050 wordt in 1901: F 1925 (huis en tuin)
1903 (art. 13731.9): Gerrit van der Land (depothouder). In 1903-‘04 herbouw
1917 (art. 21620): Vereen. Het Tehuis voor schoolgaande kinderen (woont nr. 24). Wordt in 1929 F 2610
Ca. 1930, coll.: Gron. Archieven
Adresb. 1933: 24: Tehuis voor Schoolgaande kinderen, mej. B. Sjoerts 9directrice); 24a: wed. H.J. Bansberg
BR 1940-’47: Luppe (“Lub’) Houttuin (1898-1972), fotograaf, x Johanna Everards
1946 (art. 35834): Luppe Houttuin (photograaf)
Adresb. (1947: 24a) 1950: 24a. L. Houttuin, fotograaf (Hij verhuisde ‘56 naar Reigerstraat 6 en trad in dienst als ‘bediende’ bij architect Klein)
1956 (art. 34829): Jacobus de Jong (*1894, garagehouder) + 5 zonen
Solexhuis De Jong:
Nieuwsblad van het Noorden, juni 1957
1958 (art. 41020.2 later 38): VOF Fa, Gebroeders de Jong (5 broers, w.o. 4 garagehouders: Albertus Bernardus, Petrus Jacobus, Johannes Gerardus en Gerardus, en 1 administrateur: Bernardus Petrus) Zie ook bij nr. 6 en 26-26a. In 1969 worden vele percelen van de Gebroeders de Jong samengevoegd tot F 2936 (Zie Hulpkaart 1969, bij Langestraat)
1982 (art. 57729.5): Fa. Gebroeders De Jong (vennoten: Albertus Bernardus *1921, x Helena Margarethe Lefferts, wonen Bloemstr. 26a; Bernardus Petrus *1922, x Helena Geziena Maria Lieberom)
1985 (art. 73686): Albertus Bernardus de Jong (*1921, x Helena Margarethe Lefferts) (wonen nr. 26a)
In 1998 samen met nr. 26: F 3208
Bloemstraat nr. 26 – 26a
(tot 1870: O 229, 1870-‘99: O 285): F 131, 1929: F 2609, 1998: dl. F 3208
1832 (art. 2213.7): Fennechien Wegman, wed. Johannes Sleining (+1826) (renteniersche)
1846 (art. 4771.7): Febo Jans Kruisinga (*1792 Finsterwolde, schoenmaker,+1848, x 1827 Finsterwolde), later wed. Anna Sleining (*1791)
1859 (art. 6689.3): Harm Davids Huninga (z.b., +1864), daarna ‘gezamenlijke erfgenamen’
1865 (art. 8066): Trientje van Oosten, wed. Harm Davids Huninga
1866 (art. 8319): Teetje Tjapkes, wed. Lammert Split (+1865)
1867 (art. 8592): Inne Ruurds Wijga (z.b, +1886) x Roelina Faber, later alleen de wed.
BR 1870: O 229/285:Inne Ruurds Wijga (*1807 Harlingen, grutter, wednr. Hermina Hannen)x 1854 Roelina Faber (*1819) + 2 knd.; 229/285: Jannes Gust (*1817) x 1844 Clara Haetz van Hateren (*1817 L’warden) + 2 knd.
1888 (art. 9773): Jurrien Bleeker (kistenmakerskn., +1916 Delfzijl), later knd.: Luutje (*1865, adj.commies), Emke (*1867), Jurrien (*1876) en Henderikus Johannes Patberg (meubelfabr., x Grietje Bleeker, *1878-+1915)
1916 (art. 18437.14): Gerhardus Johannes Nicolaas van Voorn (rijwielhandelaar)
1920 (art. 24458): Harm Amerika jr. (aannemer). Wordt in 1921 i.o.v. H. Amnerika verbouwd tot werkplaats en woningen
1923 (art. 11039.5): Harm Wedema (verfhandelaar, +1942), later wed. Elisabeth van Hoften (2/3) en zn. Okko (tandarts) en Oege Piet (verfhandelaar) (elk 1/6). Wordt in 1929: F 2609
Adresb. 1933: 26:L J. Huizinga (schoenm.); 26a: wed. D. Kraaienga
1951 (art. 36457.15) Herman Olthoff (caféhouder, +1959) (bezit veel)
1955 (art. 34829): Jacobus de Jong (*1894, garagehouder) + 5 zonen
1958 (art. 41020.1): VOF Fa, Gebroeders de Jong (5 broers, w.o. 4 garagehouders: Albertus Bernardus, Petrus Jacobus, Johannes Gerardus en Gerardus, en 1 administrateur: Bernardus Petrus) Zie ook bij nr. 6 en 24-24a
1982 (art. 57729.3): Fa. Gebroeders De Jong (vennoten: Albertus Bernardus *1921, x Helena Margarethe Lefferts, wonen Bloemstr. 26a; Bernardus Petrus *1922, x Helena Geziena Maria Lieberom)
1985 (art. 73686): Albertus Bernardus de Jong (*1921, x Helena Margarethe Lefferts) (wonen nr. 26a)
In 1998 samen met nr. 24: F 3208
Bloemstraat nr. 28 -28a -28b
hoek Langesteeg/-straat (tot 1870: O 230, 1870-‘99: O 286): F 130, 1929: F 2608
1832 (art. 425): Jacob van Cleef (onderwijzer)
BR 1840: Jan Hettes Menagje (timmerman)
1848 (art. 5079): Hindrik Anken (koemelker)
BR 1850: Jan Geert Boerma (*1811, koemelker) x Wilhelmina Bosman (*1815) + knd
BR 1860: Jan Bouman (*1811, veehouder)x Willemina Bosman + knd. Ze vertrekken 1861 naar Noorddijk.
BR 1870: Hendrik Lauwrens Anken ? (*1806, voerman, NH) x Siena Bruns
1870 (art. 9083): Berend Sieses Nijdam (landb.)
BR febr. 1870 komen uit Haren: Berend Nijdam (*1848 Hoornschedijk, veehouder, +1897 Hoogkerk) x febr 1870 Eltje Averes (*1850) + Sieze (*mei 1870-+juli ‘70), Alle (*’72-+’73)
Adresb. 1872-’73: B. Nijdam, koemelker. Ze vertr. 1876 n. Hoogkerk
1876 (art. 10591): Willem v.d. Wolde (koemelker). In 1906 herbouw (arch. K. en G. Hoekzema): winkel en woningen
1906 (art. 18589.3): Petronella Wichers, wed. Lammert Burema (eerst koemelkersche daarna z.b.). Wordt na herbouw F 2079
1920 (art. 14832.4): Lubbartus Bernardus Koops (*1880, kastelein,+1944), later wed. Johanna Maria Hillebrands (2/3) (wonen nr. 28) en zn. Lubbartus Bernardus (*1914, cafehouder) en Frans Reinhart (aannemer) (elk 1/6) . Bezit ook panden aan Langestr.(52) en Jacobijnerweg (19 en 31)
Adresb. 1933: 28: L.B. Koops (cafeh.); 28a: F. Mulder (coupeur); 28b: H.M.Noordberger (behanger), N.H. Bakker (kantoorbed.)
1948 (art. 36342): Lubbartus Bernardus Koops (*1914, cafehouder)
1977 (art. 51249.7): Martje Anna Ekas (*1940, onderwijzeres; x Arend Evenhuis)
Langesteeg/-straat
Bloemstraat – oude nrs. 30, 32, 34, 34/1
(tot 1870: O 232, 233, 234, 234/2, 1870-‘99: O 362, 363, 364, 365): F 129 tm 127, 1852: F 761 tm 759, 1855: F 792, 760 en 759, 1929: F 2607
1832 (art. 2341): Hinderk Stuurs (boekdrukker)
1837 (art. 3549): Roelf Jansen (koemelker) x Geertruid Smeding + knd
BR 1840: O 233: Roelf Jans(sens) (48 jr, koemelker, +1876) x Geertruida Sme(e)ding (45 jr) + 3 knd en knd Reinders
1851 (art. 5459): Poppe Tempel (timmermansknecht, +1863). In 1852 bijbouw, daarna F 761 tm 759. In F 761 wordt in 1855 F 792 na bouw huisjes F 793 tm 795 erachter en 796(=tuin): zie bij Langestraat oude nrs 1 tm 5. In F 796 (tuin) in 1861 stichting, daarna F 923 tm 925 (Langestr. 7 tm 11) en tuin F 926.
1862 (art. 7432): Poppe Tempel (+1863), later wed. Geertje Jelles.
BR 1870: O 232/362: Geertje Jelles (*1824) + 2 knd. Tempel
BR 1870: O 233/363: Jan Pieters de Groef (*1813 Heerenveen-+1891, wednr. Trijntie Scholtens) x 1860 Mari(j)a van (der) Tol (*1816 Boskoop-+1885)
BR 1870: O 234/364: Trientje Mulder (*1819) + knd. Geert Wilhelm v.d. Tuin (*1843) x 1873 Meena Bierman (*1847) en Derk (*1855) + (klein)zn.: Siewert (*1873)
BR 1870: 234-2/ 365: Bart v.d. Pijl (*1804 Hardinxveld, klerk,+1876)+ 4 knd.
Aan de Langestraat (zie daar) worden F 923 tm 925 en 926 (=tuin) in 1903 verkocht aan art. 14515 (F 923 tm 925) en art. 17544 (F 926). Rest wordt verkocht aan:
1903 (art. 17448): Goosen Vuursteen (rentenier, +1910; x Annechien Mindé) (5/8) en z. Johannes (*1877, timmerman/aannemer) Komt ook in bezit van F 793 tm 795 aan Langestraat (zie daar) (zie kadasterkaart 1909)
1905 (art. 14495.4 tm 6): Pieter Wijma (koopman)
1913 (art. 19578.927 tm 929/26088.884 tm 886, vanaf 1929: 4001/30600.1255/41000.530 en daarna 4186): gem. Groningen. In 1929 samengevoegd 6 woningen (ook Langestraat 1 tm 5) tot F 2607
Adresb. 1938: 30: wed. G. van Dekken; 32: H. Bunt, houtbewerker; 34: ontbreekt
Adresb. 1958: 30: A. Hindriks, radio-monteur en magazijnchef; 32: R. v.d. Heide, melkbereider; 34: ontbreekt
In 1961 ‘sloping’
F 108: zie bij Langestraat
Bloemstraat – oude nrs. 36 tm 48
F 126 tm 120 (huizen) en F 119 (erf)
1832 (art. 484): erven Everwijn van Dam (koekebakker)
1847 (art. 4979): Gerrit van der Pers
1853 (art. 5831): Eppo Habbes Reinink (zakkenverhuurder). In 1878 verkocht aan verschillende personen. Zie verder hieronder
Bloemstraat 36 tm 48 in 1965 met het uithangbord van de fa. Weis bij nr. 44 (foto K.A. Gaasendam, coll. Gron. Arch.)
Bloemstraat – oude nr. 36
(tot 1870: O 235, 1870-’99: O 366): F 126, 1878: F 1316, 1929: F 2605
(art. 5831): Eppo Habbes Reinink (zakkenverhuurder)
BR 1870: O 235/366: Friedrich Simons Brandt (*1829, timmerm.; x 1846 Willempien Visscher, *1820-+1862) x 1863 Ymkje Postra (*1821 Dantumadeel) + 5 knd (zn. Pieter, *1851,x Geertruida Jonker, *1852)
1878 (art. 11086): Johan Bernard Schmitz (+1916 Den Bosch; x Maria Anna Bolman). Wordt met deel van F 119 in ’78: F 1316. In 1879 opbouw
1880 (art.10804): Lambertus Tonkens (timmerm.)
1909 (art. 16872): Pieter Abbringh (boekbinder)
1920 (art. 19578.1687/26088.900/30600.1253/41000.529): gem. Groningen
Adresb. 1938: J. Hilberdink, grondw.
Adresb. 1958: A.L. Poolman, timmerm.
Adresb. 1968: W. Middel, fabr.bed.
Adresb. 1972: nr. ontbreekt
1985 (art. 24498. Later 493): Woningbouwver. Gruno. In ’87 verenigd met naastgelegen pand
Bloemstraat – oude nr. 38
(tot 1870: O 236, 1870-’99: O 367): F 125, 1878: F 1315, 1929: F 2604
(art. 5831): Eppo Habbes Reinink (zakkenverhuurder)
BR 1870: O 236/367: Tomas Zuidema (*1836 Uithuizen, broodbakker) x 1861 Klasina Melles (*1839 App.dam) + schoonmoeder, zwager en 4 knd.
1878 (art. 11087): Hindrik Suiveer (z.b.). Wordt met deel van F 119 in ’78: F 1315
1891 (art. 12142.5): Johanna Sasse (naaister, +1899)
1900 (art. 15431): Willemina Johanna Hahn (z.b.); vanaf 1901: Hendrik Smit (notarisklerk)
1919 (art. 19578.1471/26088.901/30600.1252/41000.528): gem. Groningen
Adresb. 1938: J.C. Zijlstra, kleerm.kn.
Adresb. 1958: W.B. Luikinga
Adresb. 1968: F.W. Smit
Adresb. 1972: nr. ontbreekt
1985 (art. 24498. Later 493): Woningbouwver. Gruno. In ’87 verenigd met naastgelegen pand
Bloemstraat – oude nr. 40
(tot 1870: O 237, 1870-’99: O 368): F 124, 1878: F 1314, 1929: F 2603
(art. 5831): Eppo Habbes Reinink (zakkenverhuurder)
BR 1870: O 237/368: Harm Harmannus de Loos (*1808 Eexta, gasfitter, +1876) x 1853 Johanna Petronella Keiser (*1811) + zwager Lammert Keiser (*1819); Tjerk Suiveer (*1842) x 1871 Derkje Hinderks Denekamp (*1846 Dld.) + 2 zn.
1878 (art. 9448): Jakomina van Hoorn (*1830, winkeliersche, +1918; x 1864 Luitje Rintjes v.d. Meulen, wed.nr. Harmtje Frieling, scheepskap., +1871) (winkeliersche). Wordt met deel van F 119 in ’78: F 1314
1881 (art. 11917): Jan Georg Brugmans Abbringh (boekbinder). In 1881 herbouw en in ’97 opbouw
1899 (art. 16728): Cornelia Hermanni, wed. Jan Georg Brugmans Abbringh (z.b.)
1915 (art. 20778): Jan Siemen Abbringh (kunstdraaier)
1920 (art. 19578. 1688/26088.902/30600.1251/41000.527): gem. Groningen
Adresb. 1938: F. Schultz, timmerm.
Adresb. 1958: mw. M. Roggeveld-Poldervaart
Adresb. 1968: mw. S. Roggeveld
Adresb. 1972: nr. ontbreekt
1985 (art. 24498. Later 493): Woningbouwver. Gruno. In ’87 verenigd met naastgelegen pand
Bloemstraat – oude nr. 42
(tot 1870: O 238, 1870-’99: O 369): F 123, 1878: dl. F 1313, 1879: F 1350, 1929: F 2602
(art. 5831): Eppo Habbes Reinink (zakkenverhuurder)
BR 1870: O 238/369: Anna Margaretha de Jong (*1817, wed. Sient Harms de Vries) + 3 zn. (zn. Hinderikus, *1851, x 1875 Harmke v.d. Laan) + Hinderika de Jonge (*1821) + zn.
1878 (art. 10573): Georgius Johannes Visser (*1842 Holwerd, wafelbakker/ later zaakwaarnemer en taxateur, +1894) Bezit veel. Wordt met deel van F 119 in ’78: F 1313. Wordt na afscheiding deel F 1313 in ’79: F 1350
BR vanaf 1879: O 369: Bernardus Jansen (*1831 Wildervank, schipper) + vr. en 9 knd.
1888 (art. 13245.2): Jan ter Spill (timmerm.)
1892 (art. 14679): Elisabeth Struik, wed. Jan ter Spill (z.b.)
1907 (art. 18862): Andreas Kuitert (bankwerker)
1913 (art. 20392): Pieter Westerhof (vergulder, +1938;x Hinderika Elisabeth Broekmans)
1919 (art. 19578.1564/26088.903/30600.1250/41000.526): gem. Groningen
Adresb. 1938: M.R. Zadel, bekleder
Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘68: H. Swart, bankwerker
Adresb. 1972: nr. ontbreekt
1985 (art. 24498. Later 493): Woningbouwver. Gruno. In ’87 verenigd met naastgelegen pand
Bloemstraat – oude nr. 44
(tot 1870: O 239, 1870-’99: O 370): F 122, 1879: F 1349, 1929: F 2601
(art. 5831): Eppo Habbes Reinink (zakkenverhuurder)
BR 1870: O 239/370: Hessel Klugkist (*1830 Scheemda, fabr.werker) x 1856 Elizabeth Alting (*1827) + 3 knd.
1878 (art. 10573.laatst 83): Georgius Johannes Visser (*1842 Holwerd, wafelbakker/ later zaakwaarnemer en taxateur, +1894) Bezit veel. In 1879 herbouw. Wordt met deel F 1313 in ’79: F 1349. In 1889 bijbouw
1894 (art. 15158.22): Francisca Maria Kalt (*1852 Smilde, x1874 wed. Georgius Johannes Visser; x 1903 Gerben Veen)
1906 (art. 18406): Jakob Mennes (brievenbesteller)
1911 (art. 14986.7 later 15): Elzo de Vries (bakker)
1929 (art. 29441): Jan Weis (*1886, voerman later brandstofhandel, +1962; x 1917), later wed. Bouwina Beerta (*1892 Stadskanaal, +1971) (3/5) en zn.: Gerhardus en Boele (*1918), Harmannus en Roelof (*1922) (elk 1/10 later ¼)
Adresb. 1938: J. Weis, fa. G. Weis Brandstoffenh.
Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘68: Fa. G. Weis, olie- en kolenhandel
Nieuwsblad van het Noorden, 17-12-1962
Adresb. 1972: nr. ontbreekt
1973 (art. 51861): Harmannus (*1922) en Roelof (*1922) Weis (brandstofhandel.)
10981 (art. 41000.9529): gem. Groningen
1985 (art. 24498. Later 493): Woningbouwver. Gruno. In ’87 verenigd met naastgelegen pand
Nieuwsblad van het Noorden, 30-10-1986
Bloemstraat – oude nr. 46
(tot 1870: O 240, 1870-’99: O 371): F 121, 1879: F 1348, 1929: F 2600
(art. 5831): Eppo Habbes Reinink (zakkenverhuurder)
BR 1870: O 240/371: Annegien Kornelis te Velde (*1805 Windeweer, +1871; wed. Menno Homkes) + 3 knd. Homkes
1878 (art. 10573.laatst 82): Georgius Johannes Visser (*1842 Holwerd, wafelbakker/ later zaakwaarnemer en taxateur, +1894) Bezit veel. In 1879 herbouw. Wordt met deel F 1313 in ’79: F 1348. In 1888 –’89 bijbouw
1894 (art. 15158.21): Francisca Maria Kalt (*1852 Smilde, x1874 wed. Georgius Johannes Visser; x 1903 Gerben Veen)
1905 (art. 17639): Jan Alberts (schoenmaker)
1911 (art. 14986.6 later 14): Elzo de Vries (bakker)
1929 (art. 29441): Jan Weis (*1886, voerman later brandstofhandel, +1962; x 1917), later wed. Bouwina Beerta (*1892 Stadskanaal, +1971) (3/5) en 4 zn. (elk 1/10 later ¼)
Adresb. 1938: P. Eekhof, tuinman
Adresb. 1958: G.J. Hovingh, kok militair garnizoen
Adresb. 1968 en ‘72: ontbreekt
1973 (art. 51861): Harmannus (*1922) en Roelof (*1922) Weis (brandstofhandel.)
1981 (art. 41000.9528): gem. Groningen
1985 (art. 24498. Later 493): Woningbouwver. Gruno. In ’87 verenigd met naastgelegen pand
Bloemstraat – oude nr. 48- 48a
(tot 1870: O 241, 1870-’99: O 372): F 120, 1878: F 1312, 1929: F 2599
(art. 5831): Eppo Habbes Reinink (zakkenverhuurder)
BR 1870: O 241/372: Heiko Hendriks (*1844, stoelmaker) x 1868 Bieuwina Kuipers (*1849 Eenrum) + 3 knd. en Renje Sierts (*1820 moeder Bieuwina)
1878 (art. 11088): Hindrik Hamming (z.b.)
1881 (art. 9364.17, later 12990.3): Menno Imelman (blikslager)
1904 (art. 18051): Jurrien Peter Freese (timmerm.)
1905 (art. 18238): Andries Hummer (commiss.). In 1905 bijbouw
1919 (art. 18238): Jan Huizinga (*1883 Ezinge, veehandelaar en grossier, +1963; x Jantina van Hoorn, +1949) (3/5) en knd.: Albertha Dievertje (*1906), Folkert (*1907-+1968, x 1932 Geertje Veldthuis), Trienetta (*1913), Harmina (*1916) (elk 1/10). Wordt in 1929: F 2599
Adresb. 1938: L. Brouwer, venter
Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘68: 48: K. Bosma
Adresb. 1958: 48a: J.A. Kamphuis, oberkellner
Adresb. 1968: 48a: J. v.d. Berg (opperm.), J. Schoneveld (monteur), J.A. Kamphuis (oberkellner)
Adresb. 1972: nr. ontbreekt
1969 (art.41000.7232): gem. Groningen
1985 (art. 24498.later 493): Woningbouwver. Gruno. In ’87 verenigd met naastgelegen pand
Bloemstraat nrs. 30 tm 30 e, 32 tm 32 e en 34 tm 34 e
(art. 24498.493): Woningbouwver. Gruno: 18 woningen, 18 schuren
Bloemstraat – oude nrs. 50 tm 60
zie bij Hoofdstuk 24: Bloemsingel enz.
F 118 (tuinhuis en tuin)
1832 (art. 261): Frederik Jan ter Borgh (chirurgijn)
1837 (art. 852.89 later 91/92): stad Groningen. In 1837 ‘slooping’ en verenigd met F 113 (moestuin) 114 (huis en erf) en 116 (tuinhuis) tot F 608 en 609= weilanden
F 116 (tuinhuis en tuin)
1832 (art. 2715): Gerardus Wolbers (kastenmaker)
1837 (art. 852.88 later 91/92): stad Groningen. In 1837 ‘slooping’ en verenigd met F 113 (moestuin) 114 (huis en erf) en 118 (tuinhuis) tot F 608 en 609= weilanden
F 115 (erachter= weiland)
1832 (art.165): Hindrik Bloem (koemelker)
1837 (art. 852.2 later 91/92): stad Groningen. In 1837 ‘slooping’ en verenigd met F 113 (moestuin) 116 (tuinhuis en tuin) en 118 (tuinhuis en tuin) tot F 608 en 609= weilanden
Bloemstraat nr. 38
Zie bij Bloemsingel, CiBoGa/Ebbingekwartier
Langesteeg/ Langestraat
In het bevolkingsregister (BR) 1840 staat in de kantlijn het begin van bebouwing ‘in dezelfde steeg’ (nog naamloos) aangegeven: O 231/2, 3 enz.
Oneven zijde:
Langesteeg – oude nrs. 1, 3 en 5
(tot 1870: O 232/4, 232/3 en 232/2, 1870-’99: O 361, 360 en 359): dl. F 129,1852: dl. F 761, 1855: F 793 tm 795 en 796 (tuin), 1861: F 793 tm 795, 1929: dl. F 2607
(zie ook Bloemstraat 30 tm 34)
1832 (art. 2341): Hinderk Stuurs (boekdrukker)
1837 (art. 3549): Roelf Jansen (koemelker) x Geertruid Smeding + knd.
1851 (art. 5459): Poppe Tempel (timmermansknecht, +1863). Na bijbouw aan Bloemstraat wordt tuin erachter in 1852 F 761. Daar worden in 1855 huisjes F 793 tm 795 gebouwd en 796(=tuin). In F 796 (tuin) in 1861 stichting, daarna F 923 tm 925 (zie onder bij oude nrs. 7 tm 11) en tuin F 926.
F 793 tm 795 worden verkocht aan:
1903 (art. 17448): Goosen Vuursteen (*1848, rentenier, +1910; x Annechien Mindé) (5/8) en zoon Johannes (*1877) (zie kadasterkaart 1909)
1905 (art.14495. 7 tm 9): Pieter Wijma (koopman)
(art.14495. 7 tm 9): Pieter Wijma (koopman)
Adresb. 1911: 1: W. Knapke; 3: wed. van Dijken; 5: B. Wijnands, schilder
1913 (19578. 930 tm 932/26088.887 tm 889, later 4001): gem. Groningen
Langesteeg – oude nrs. -, – en 1
(1899-1921: 1, 3 en 5)
(19578. 930 tm 932/26088.887 tm 889, later 4001): gem. Groningen.
Adresb. 1920: 1: T. Boelkens, werkman; 3; ontbreekt; 5: B. Wijnands, schilder
Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘24: -; -; 1: B. Wijnands, schilder
In 1929 verenigd, ook met Bloemstraat 30 tm 34 tot F 2607 (zie daar)
Adresb. 1950-’51: pakhuis. Daarna geen vermeldingen meer.
In 1961 ‘sloping’
Langesteeg – oude nrs. 7, 9 en 11
(tot 1870: O 231/12, 231/11 en 231/10, 1870-’99: O 358, 357 en 356): dl. F 129,1852: dl. F 761, 1855: dl. F 796, 1861: F 925 tm 923 en 926 (erf), 1903: F 1993 tm 1991
(art. 5459): Poppe Tempel (timmermansknecht, +1863). In F 796 (tuin) in 1861 stichting, daarna F 923 tm 925 en 926 (erf)
F 926 wordt in 1903 verkocht aan art. 17544 (Johannes en Goosen Vuursteen en Willem Folkers). En F 925 tm 923 aan:
1903 (art. 14515): Willem Folkers (houtdraaier, +1940; x Pietertje Rienstje Abbringh). Hij krijgt iets later ook weer deel van F 926. Met deel daarvan worden F 925 tm 923 in 1903 resp. F 1993 tm 1991 (‘Galgenweg’)
Adresb. 1911: 7: A.C. van Til, pakknecht; 9: J. Bunt, werkman; 11:P H.J. Hielkema, werkman
1919 (art. 22447): Gerrit Edens (slager) en Andreas Strüber (winkelier)
1919 (art. 19578. 1565 tm 1567/26088.929 tm 931/30600.laatst 3953 tm 3955): gem. Groningen
Langesteeg – oude nrs. 3, 5 en –
(1899-1921: 7, 9 en 11)
(art. 19578. 1565 tm 1567/26088.929 tm 931/30600.laatst 3953 tm 3955): gem. Groningen
Adresb. 1920/1922 tm i.e.g. ‘24: 7/3: P. ten Hoove; 9/5: J. Bunt, werkman; 11/-: ontbreekt
In 1938 onbewoonb. verklaard en in ’40 veranderd in werkplaatsen
Langesteeg – oude nrs. 13 tm 21, 21/1 tm 3
(tot 1870: O 231/9 tm 5 en O 231/4b, 4a en 4): F 108 (tuin met tuinhuis)
1832 (art.75): Popke Geerts Bakker (lakenkoper)
1834 (art. 3220): Onne Oving (rentenier). In 1844 bouw, daarna F 656 tm 660 (huisjes) en 661 (tuinhuis) (zie Hulpkaart)
Hulpkaart kadaster 1844
F 661 wordt in ’46: F 702 (tuin) en 703 (stal en erf, in ’47 verkocht): zie Hulpkaart kadaster 1846:
F 702 wordt in ’49 gesplitst en aan apart verkocht (zie onder bij oude nrs. 21/1 tm 3). In 1851 verkoop van F 660 tm 656 aan verschillenden
Langesteeg – oude nr. 7
(1844-1870: O 231/9, 1870-’99: O 355, 1899-1921: 13): F 660, 1968: dl. F 2933, 1970: dl. F 2973
(art. 3220): Onne Oving (rentenier)
1851 (art. 5026.5, later 7446.9): Tijs Wijnstok (kapitein)
1868 (art. 8650): Annegien Bruins (x Jan Imes v.d. Woude)
1876 (art. 10406): Antje Heeres (x Simon Noordhoff)
Adresb. 1911: J.M. de Ruiter, voeger
1919 (art. 22281.5): Egbert Jan Bierling (cartonagefabr.) en Willem Roelf Homan (vleeschh.)
1919 (art. 19578.1435/26088.881/30600.413 later 3956/41000.4171): gem. Groningen.
Adresb. 1920/’22 tm i.e.g. ‘24: 13/7: J.M. de Ruiter (’20: voeger, daarna koopman)
In ’40 veranderd in werkplaats en in ‘651 ‘sloping’. Wordt in 1968 dl. F 2933 en in ’70 dl. F 2973
F 2933 op Hulpkaart kadaster 1969
Langesteeg – oude nr. 9
(1844-1870: O 231/8, 1870-’99: O 354, 1899-1921: 15): F 659, 1853: F 778, 1937: F 2762, 1968: dl. F 2933, 1970: dl. F 2973
(art. 3220): Onne Oving (rentenier)
1851 (art. 5497): Adam Nieuwentijd (*1817, timmerm.)
1852 (art. 5659): Harm Afman (houtkooperskn.). Wordt in 1853 verenigd met stuk tuin tot F 778
1859 (art. 5594.5, later 9916): Carolus Siersma (koopman) en Petrus Siersma
1889 (art. 10760): Robertus Cornelis Johannes Beuming (+1896), later wed. Elisabeth Emerentiana Suring (1/2) en 2 knd. (elk ¼)
1904 (art. 13731.10): Gerrit v.d. Land sr. (depothouder) (23/32) en 3 knd. (elk 3/32)
Adresb. 1911: H. Boekholt, stoelmaker
1919 (art. 18168.80): Jan Imelman Jzn. (eerst gasfitter, daarna makelaar,+1939; x 1908 Mettje Wester)
Adresb. 1920/’22 tm i.e.g. ’24: 15/9: H. de Vries, voermanskn.
1931 (art. 30313. 24 later 75): Jan Imelman Jzn, later wed. Mettje Wester (3/4) en dch. Catharina Aaltina Imelman (*1909) (1/4). Wordt in 1937: F 2762: zie Hulpkaart kadaster:
Adresb. 1950-’51: wed. W. Kolk
Adresb. 1958: F.J. Luider, pakhuiskn.
Adresb. 1961: nr. ontbreekt
1961 (art. 41000.3952 later 4181): Gem. Groningen. In ’61 ‘sloping’. Wordt in 1968 dl. F 2933 en in ’70 dl. F 2973
Langesteeg – oude nr. 11
(tot 1870: O 231/7, 1870-’99: O 353, 1899-1921: 17): F 658, 1855: F 777, 1968: dl. F 2933, 1970: dl. F 2973
(art. 3220): Onne Oving (rentenier)
1851 (art. 5496): Johannes Steendam (lettergieter). Wordt in 1855 met stuk tuin F 777
1855 (art. 1343): Lammert Kooiboer (schipper, +1857) en Jan Lammert Eerenst
1896 (art. 15813): Berend Eerenst (*1838, pakhuisbed.)
1897 (art. 13507.14): Pieter Straat (bakker). F 777 wordt in het kadaster hierbij aangeduid als ‘Lange- of Prof.steeg’, net als in de volgende drie aktes
1900 (art. 16999.2): Jantje Maatjes, wed. Pieter Straat
1901 (art. 12869): Dirk Rijpstra (koopman, +1923)
1906 (art. 15014): Pieter Bulthuis (Kuiper, +1921)
Adresb. 1911: A. Zaagman, werkman
1919 (art. 19349.11): Derk Lammerts v.d. Tuin (voerman/werkman) (woont Moesstr.)
Adresb. 1920/’22: A. Zaagman, werkman
1924 (art. 25664.27): Gerrit Edens en Willem Roelof Homan (vleeschhouwers)
Adresb. 1924: H.H. Kloosterhuis, bankwerker
1929 (art. 25902): Frederikus Johannes Henderikus van Lingen (winkelier, +1944), later wed. Harmina Tulp
Adresb. 1950-’51: H. Kruizinga, los werkman
Adresb. 1958: W. Bos
Adresb. 1961: mevr. M. Bos-Rozeboom
1960 (art. 41000. 3664 later 4182): gem. Groningen. In ’61 ‘sloping’. Wordt in 1968 dl. F 2933 en in ’70 dl. F 2973
Langesteeg – oude nr. 13
(tot 1870: O 231/6, 1870-’99: O 352, 1899-1921: 19): F 657, 1937: F 2761, 1968: dl. F 2933, 1970: dl. F 2973
(art. 3220): Onne Oving (rentenier)
1851 (art. 5495): Lubbina Reinders Brouwer (z.b.)
1852 (art. 5443): Wilt Hilrichs Hidden (kuiper)
1853 (art. 4766): Willem Alberts de Boer (scheepskap.)
1864 (art. 4371.7): Christiaan Keizer (houtkooperskn.)
1881 (art. 11554): Jantje Fokkens, wed. Johan Hendrik Ike (kleermaker, +1863) (1/4) en 3 knd. Ike (elk ¼)
1898 (art. 13731.3): Gerrit v.d. Land sr. (depothouder) (23/32) en 3 knd. (elk 3/32)
Adresb. 1911: R. Kroese, werkman
1919 (art. 18168.79): Jan Imelman Jzn. (eerst gasfitter, daarna makelaar,+1939; x 1908 Mettje Wester)
Adresb. 1920/’22 tm i.e.g. ’24: R. Beerda, bierbrouwer
1931 (art. 30313. 23 later 74): Jan Imelman Jzn, later wed. Mettje Wester (3/4) en dch. Catharina Aaltina Imelman (*1909) (1/4). Wordt in 1937: F 2762
Adresb. 1950-’51: C. de Waal, betonwerker
Adresb. 1958 en ’61: J. Hut
1961 (art. 41000.3953 later 4183): Gem. Groningen. In ’61 ‘sloping’. Wordt in 1968 dl. F 2933 en in ’70 dl. F 2973
Langesteeg – oude nr. 15
(tot 1870: O 231/5, 1870-’99: O 351, 1899-1921: 21): F 656, 1968: dl. F 2933, 1970: dl. F 2973
(art. 3220): Onne Oving (rentenier)
1851 (art. 4037): Harmannus v.d. Veen (kistenmaker)
1859 (art. 4190.6, later 8513): Frederik de Vies (timmerm.)
1868 (art. 8879, later 10594): Sirp Alberts (verwerskn.)
1877 (art. 10804): Lambertus Tonkens (timmerm.)
1880 (art. 10573.19): Georgius Johannes Visser (wafelbakker, later zaakwaarnemer /taxateur) (bezit veel)
1891 (art. 13228.9): Pieter (Jan) Westerhoff (koemelker, later z.b.)
1891 (art. 10573.89): Georgius Johannes Visser (wafelbakker, later zaakwaarnemer /taxateur, +1894) (zie boven)
1894 (art. 15156): Josephus Antonius Visser (minderjarige)
1901 (art. 15158.49): Francisca Maria Kalt, wed. Georgius Johannes Visser (+1894)
1908 (art. 18984): Renger Sissingh (apoth.bed.) en Jakob Wetsema (bakker)
Adresb. 1911: U.J. Rosema, koopman
1918 (art. 19578.1403/26088.880/30600.412/41000.185 later 3769 en 4184): gem. Groningen
Adresb. 1920: 21: U.J. Rosema (koopman) en K. Poelstra (smidsknecht)
Adresb. 1922 tm 1950-‘51: 15: wed. U.J. Rosema (in ’22 ook nog K. Poelstra, smidsknecht)
Adresb. 1958: mw. E. de Vries
In 1960 onbewoonb. verkl.
Adresb. 1961: nr. ontbreekt en dat jaar ‘sloping’. Wordt in 1968 dl. F 2933 en in ’70 dl. F 2973
Langesteeg – oude nrs. 21/1 tm 3
(art. 3220.9): Onne Oving (rentenier)
1849 (art. 5257): Jan Abraham Smit (schipperskn.). In 1867 splitsing en bouw: F 1039, 1040 en 1041. Wordt in 1874: F 1214 tm 1216 (huizen) en 1217 (erf). Zie Hulpkaart kadaster 1874:
1875 (art. 7759. 56 tm 59/13832.30 tm 33): Johannes Philippus Imelman (blikslager) Hij bezit heel veel: zie ook hieronder oude nrs. 21/4 tm 18
1891 (art. 13228.10 tm 13): Pieter (Jan) Westerhoff (koemelker, later z.b.) (zie ook bij oude nr. 21). In 1903 verkoop aan verschillende partijen: zie hieronder.
F 1217 (erf) gaat eerst naar art. 17535: Hendrik Bus (tuinier) en Harm Kraal Degenhart (koopman), maar wordt nog zelfde jaar verdeeld over eigenaren van F 1214 tm 1216.
Langesteeg – oude nrs. 15/1 en 15/2
(1899-1921: 21/1 en 2): F 1215 en 1216, 1903: F 1215 en 19909, 1903: F 1215 en 2005, 1937: dl. F 2764
(art. 13228.11 en 12): Pieter (Jan) Westerhoff (koemelker, later z.b.)
1903 (art. 16846. 4 en 5): Hendrik Bus (+1919 Dennenoord; x 1900 Frouke Westerhoff, +1969). F 1216 wordt in 1903 F 1990 en daarna F 2005
1906 (art. 18613): Pieter Jan Westerhoff en Johannes Mulder (beiden z.b.)
Adresb. 1911: 21/1: wed. W. Alsema, koopvr.; 21/2: F. Stinissen, sigarenmaker
1917 (art. 19578. 1322 en 1323/26088.895 en 934/30600.laatst 3131 en 3132): gem. Groningen
Adresb. 1920: 21/1: wed. W. Alsema, koopvr.; 21/2: J. de Jonge, werkman
Adresb. 1922 tm i.e.g. ’24: 15/1: J. Ritsema, groentenventer; 15/2: J. de Jonge, werkman
Nr. 15/1 (F 1215) wordt in ’34 onbewoonb. verkl. en beide in 1936 ‘slooping’. In ’37 verenigd met F 1989 tot dl. F 2764
Langesteeg – oude nr. 15/3
(1899-1921: 21/3): F 1214, 1903: F 1989
(art. 13228.10 tm 13): Pieter (Jan) Westerhoff (koemelker, later z.b.)
1903 (art. 17313): Harm Kraan Degenhart (koopman). Wordt in 1903: F 1989
1904 (art. 16090.47): Sebe Sierks jr. (klerk, later notaris) (bezit veel)
1905 (art. 15906.10): Lambertus Erenstein (winkelier, +1910), later wed. Willemina Landman (1/2) en 6 knd. (elk 1/12)
Adresb. 1911: 21/3: A. Kuipers, werkman
1917 (art. 17638.5): Jakob Wetsema (broodbakker, +1937)
1918 (art. 19578.1340/26088.928/30600.laatst 3133): gem. Groningen
Adresb. 1920/’22 tm i.e.g. ’24: 21-3/15-3: wed. G. Lammers
Nr. 15/3 wordt in ’34 onbewoonb. verkl. en in 1936 ‘slooping’. In ’37 verenigd met F 1989 tot dl. F 2764
Langesteeg – oude nrs. 21/4 tm 18
(tot 1870: O 231/3o tm a en 231/3, 1870-’99: O 347 tm 332): F 109 (achterliggend) (tuin met tuinhuis)
1832 (art. 1492): Jan van Loo (rentenier)
1856 (art. 4666.21/7433.10): Johannes Wessels (timmerm/koopman)
1865 (art. 7685): Pieter Offringa (aannemer)
1865 (art. 8194): Rienk Pieters Offringa (aann.). In 1866 stichting, daarna F 1009 tm 1023 (huizen) en 1024 (erf):
1873 (art. 7759): Johannes Philippus Imelman (*1840, blikslager; x 1863 Wemelina Bos, *1842) Hij bezit heel veel (zie ook oude nrs. 21/1 tm 3). In 1888 gaat het naar verschillende partijen. F 1024= erf gaat naar de gezamenlijke eigenaren en 1924 naar de gem. Groningen (art. 26088.1544)
In 1910 is de toestand van de meeste woningen al als zo slecht beoordeeld (zie kaartje) dat de gemeente ze besluit te kopen (mede met het oog op uitbreiding van de gasfabriek). Dit gebeurt in 1912 en het volgende jaar vindt al ‘slooping’ plaats.
Langesteeg – oude nr. 21/4
F 1023
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.23): Johannes Philip Imelman (+1916)
1891 (art. 14307.2): Jan Hulscher (koetsier)
1894 (art. 14972): Esso Johannes Albers (tapper)
1895 (art. 15339): Luitje van Sluis (bode)
Adresb. 1911: J. Nijborg, werkman
1912 (art. 19578.852): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/5
F 1022
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13408.5): Klaas (Gerhards) Hoff (*1863 Kantens, kruidenier; x 1896 Grietje van Dalen, *1860)
1889 (art. 10591): Willem v.d. Wolde (*1852, koemelker/veehandelaar, +1905; x 1875 Petronella Wichers, *1856)
1906 (art. 18589): Petronella Wichers (x 1907 Lammert Burema)
Adresb. 1911: B. v.d. Lijn, arbeider
1912 (art. 19578.853): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/6
F 1021
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.22): Johannes Philip Imelman
1891 (art. 14298.3): Hermannus Hinderikus Westenborg (*1866, bakkersbediende, +1895; x 1892), later wed. Christina Everharda Schoe (*1868 Delfzijl) (1/2) en dch. Margaretha (1/2)
1899 (art. 16320): Harm Meijer (z.b.)
1899 (art. 14689.13): Johannes Friederikus Thiel (*1857 Nw.Schans, agent van politie, later z.b.)
Adresb. 1911: G. Pruim, voermansknecht
1912 (art. 19578.838): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/7
F 1020
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13081.9): Siese Nijdam (bediende, later commissionair en koffiehuish.)
Adresb. 1911: H. van Minnen, arbeider
1912 (art. 19578.841): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/8
F 1019
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13277.5): Lucas ten Cate (scheepskap.) (bezit veel)
1895 (art. 14678): Tjakke Wieringa (winkelier, +1897; x ), later wed. Anje Homan (1/2) en 3 knd. (elk 1/6)
1897 (art. 13700.67): Geert Belgraver (metselaar/bouwondernemer)
1903 (art. 17660.41): Geert Belgraver (+1914)
Adresb. 1911: U. Spel
1912 (art. 19578.850): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/9
F 1018
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13081.8): Siese Nijdam (bediende, later commissionair en koffiehuish.)
Adresb. 1911: C. de Roode, arbeider
1912 (art. 19578.840): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/10
F 1013
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 9880.22): Sebe Sierks sr. (kastelein, koopman, letterzetter) (bezit veel)
1893 (art. 14765): Eltjo Lingbeek (timmerm.)
1898 (art. 15617.4): Pieter Olthoff (weesvader,+1940; x Anna Reinbergen, +1921) (3/4)
Adresb. 1911: wed. A. Tombroek
1912 (art. 19578.844): gem. Groningen
Langesteeg – oude nr. 21/11
F 1014
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13081.7): Siese Nijdam (bediende, later commissionair en koffiehuish.)
Adresb. 1911: W.E. Klaver, schilder
1912 (art. 19578.839): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/12
F 1015
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.19): Johannes Philip Imelman
1889 (art. 13898): Harmannus van Malta (schipper)
1898 (art. 15617.5): Pieter Olthoff (weesvader,+1940; x Anna Reinbergen, +1921) (3/4) en dch. Catharina (+1955,x Jan Vos)(1/4)
Adresb. 1911: J. Kristeerius, werkman
1912 (art. 19578.845): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/13
F 1016
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.20): Johannes Philip Imelman
1891 (art. 11554.8):
(art. 13700.69): Geert Belgraver (metselaar/bouwondernemer)
1903 (art. 17660.40): Geert Belgraver (+1914)
Adresb. 1911: A. Bierling, werkman
1912 (art. 19578.849): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/14
F 1017
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.21): Johannes Philip Imelman
1891 (art 12684.13/14139.7): Douwe Huizing (turfschipper)
1893 (art. 12524.5): Jan Tinga (timmerm.)
Adresb. 1911: M. Leuver, werkman
1912 (art. 19578.848): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/15
F 1012 (2 huizen), 1888: F 1604 en 1605
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.18): Johannes Philip Imelman. In 1888 gesplitst in F 1604 en 1605:
F 1604:
1888 (art 9476.15): Arend Boerema (+1894), later wed. Itje Bonnes Bijmolt (1/2) en 3 knd (elk 1/6)
1896 (art. 15158.42): Francisca Maria Kalt (*1852 Smilde, x1874 wed. Georgius Johannes Visser; x 1903 Gerben Veen)
1899 (art. 16466): Theodorus Alma (bierhandelaar)
1899 (art. 12676.6): Klaas v.d./ Laan (timmerm.)
1901 (art. 13008.8): Harmannus Hendericus van Malta (turfschipper)
1912 (art. 19578.851): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
F 1605:
1888 (art. 10573.78): Georgius Johannes Visser (*1842 Holwerd, wafelbakker/ later zaakwaarnemer en taxateur, +1894) Bezit veel (zie ook nr. 21 en Bloemstraat)
1894 (art. 15158.23): Francisca Maria Kalt (*1852 Smilde, x1874 wed. Georgius Johannes Visser; x 1903 Gerben Veen)
1896 (art. 9476.17): Itje Bonnes Bijmolt, wed. Arend Boerema (+1894) (1/2) en 3 knd (elk 1/6). In 1910 geen huis meer
Adresb. 1911: nr. ontbreekt
1912 (art. 19578.842): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/16
F 1011
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.17): Johannes Philip Imelman(+1916)
1899 (art. 15617.10): Pieter Olthoff (weesvader,+1940; x Anna Reinbergen, +1921) (3/4) en dch. Catharina (+1955,x Jan Vos)(1/4)
Adresb. 1911: M. Hielkema, metselaar
1912 (art. 19578.847): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/17
F 1010
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.16): Johannes Philip Imelman(+1916)
1899 (art. 15617.9): Pieter Olthoff (weesvader,+1940; x Anna Reinbergen, +1921) (3/4) en dch. Catharina (+1955,x Jan Vos)(1/4)
Adresb. 1911: W. Langendijk, werkman
1912 (art. 19578.846): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oude nr. 21/18
F 1009
(art. 7759): Johannes Philippus Imelman (blikslager)
1888 (art. 13832.15): Johannes Philip Imelman (+1916)
1899 (art. 15617.8): Pieter Olthoff (weesvader,+1940; x Anna Reinbergen, +1921) (3/4) en dch. Catharina (+1955,x Jan Vos)(1/4)
Adresb. 1911: I. Korenhof
1912 (art. 19578.843): gem. Groningen. In 1913 ‘slooping’
Langesteeg – oudste nrs. 23, 25, 25/1 tm 12, 27 en 29
(1846-’70: O 230/19 tm 4, 1870-’99: O 329 tm 314): F 110 (tuin met tuinhuizen), 1846: F 676 tm 694, 1937: dl. F 2764
1832 (art. 2436): Johanna Catharina Walman (+1844), wed. Gerrit van Trojen (x 1800, +1820)
1842 (art. 3569): Pieter Dekker (koemelker, zie ook Nw. Kijk nr.83). In 1846 laat hij er bouwen F 676 tm F 691 (16 huizen) en F 692=erf. Verder F 693, rest F 694= tuin. Hij verkoopt dan F 676 tm 692 aan art. 4079 (zie onder)
E 693 en 694 worden in 1855 verkocht aan art. 6137= Harm Jacobs Dekker (schoenm. En in 1866 naar art. 6155= Gerrit Koolman (arb.). Hij verbouwt F 693 en bouwt nog iets bij, waarna het F 1034 tm 1037 wordt. In 1872 is alles in bezit van de gem. Groningen gekomen t.b.v. de gasfabriek (zie bij Hoofdstuk 24: Bloemsingel enz.)
1846 (art. 4079, later 6674): Het Algemeen Diakengezelschap der Nederd. Hervormde Gemeente te Gron. Wordt in 1867 Gasthuis voor den werkenden stand
1935 (art.30600. 2631 tm 2646, later 3149 tm 3164 en laatst 3244): gem. Groningen. In 1936 ‘slooping’, daarna in ’37 verenigd met andere percelen tot F 2764
Langesteeg – oude nr. 17 tm 47
(1899-1921: 23, 25, 25/1 tm 12, 27 en 29): Gasthuis voor den werkenden stand
F 111 (tuin met tuinhuis)
1832 (art. 1991): van Rhee (timmerman, aannemer)
1832 (art. 2896): Jan Huizinga (metselaar)
1846 (art. 3544): Jan Reinders van der Veer
1850 (art. 4516): Johannes Veersema (timmerman)
1855 (art. 6155): Gerrit Koolman (arbeider)
1866 (art. 8211.58): gem. Groningen
F 112 (tuin met tuinhuis)(hoek Jacobijnerweg)
1832 (art. 556): Harm Dorenregt (hovenier), later wed. Scholte
1857 (art. 852.169 en 170): stad Groningen