De Kleine Rozenstraat tijdens de aanleg van een nieuw wegdek in 1929, met op de achtergrond de Grote Rozenstraat (foto P.B. Kramer, coll. Gron. Arch.)

Verklaring van de straatnamen:

Op 1 mei 1624 wordt bij Raadsbesluit ‘gelastet om de straten in de nije stadt sekere namen te geven’. In het genoemde Raadsbesluit worden die namen niet vermeld, waardoor we af moeten gaan op de eerste kaart waarop ze genoemd staan, die van Haubois. Veel namen blijken te zijn ontleend aan de oorsprong en het nog groene karakter van de nieuwe uitleg. De ‘Rosen Straet’ is een van die namen. Op die kaart valt ook op dat de zuidzijde van de Kleine Rozenstraat dan al (bijna) helemaal bebouwd lijkt en aan de Grote Rozenstraat is de Hortustuin al duidelijk herkenbaar.

Inhoud verberg
Grote Rozenstraat, oneven zijde
Grote Rozenstraat, even zijde

Grote Rozenstraat, oneven zijde

Grote Rozenstraat – oude nr. 1

(tot 1870: L 241-2, 1870-1899: L 418) (samen met Nw. Kijk in ’t Jatstraat 66): E 335, 1868: E 1274-1275, 1869: E 1303, 1875: E 1595, 1933: E 2993

1832 (art. 1186): Hinderk Jansen (winkelier/molenaar) (bezit ook huis en tuin E 317 en 318 in Kruiddwinger)

1847 (art. 670.14/8007): Lucas Enting (timmerm.). In 1868 gesplitst in E 1274 en 1275 (2 woningen naast elkaar) en in ’69 weer verenigd tot E 1304

1871 (art. 8977): baronesse Christine Louise van Haersolte van den Doorn (*1829 Zwolle-+1873 A’dam) (x 1862), wed. Jurrien Jans (1837-1865)

1873 (art. 9866): Pieter Fellinga (brievenbesteller). Hij splitst het pand in 1875 in E 1594 en 1596 (=Nw. Kijk in ’t Jatstraat 66 en 68; zie daar) en E 1595, zie hierna (zie Hulpkaart 1933)

1877 (art. 6959.7): Jan Zeehuizen (broodbakker)

1878 (art. 9031.42): Berend Hindriks Woldhoorn (broodbakker) (bezit veel)

1884 (art. 12808.14/12900): Hendrik Berends Wolthoorn (broodbakker)

BR 1900: Harmanna Scheering (*1834-+1902), wed. Hindrik Mik (+1897) (breister)

1901 (art. 16249, 21033): De Staat (Onderwijs)

Adresb. 1911 tm i.e.g.’22: wed. N. Bartels

Adresb. 1924: wed. J. Lesterhuis

1933 (art. 21033/28203.51/33147.20/37799.4):): De Staat (Binnenlandsche zaken/Onderwijs, later OKW, Domeinen/Financiën, Wederopbouw & Volkshuisv., Rijksgebouwendienst)

Adresb. 1933: wed. W.A. Meijer

Adresb. 1938: K.J. Henkelman

1971 (art. 42938.301): RUG

Grote Rozenstraat in 1910 met rechts de huisjes met oude nrs. 3 (uiterst rechts) tm 13 en daarachter het Chemisch Laboratorium (nr. 15) (uit Gr. Gezinsbode, 26-6-1985)

Zelfde plek ca. 1927 (foto Openbare Werken)

Grote Rozenstraat – oude nr. 3

(tot 1822: F 154, 1822-1870: L 240, 1870-1899: L 417): E 336, 1933: E 2994

BR 1822: F 154/ L 240: wed. Becherer

1832 (art. 535): Jan Dommering (bakker)

1836 (art. 3416): wed. Johannes Harmannus Jansen

1852 (art. 5280): Josephus Jansen (timmerman)

1879 (art. 10573.20):Georgius Johannes Visser (wafelbakker/koopman, +1894)

1894 (art. 15157): Maria Catharina Johanna Visser (minderjarige)

BR 1900: Gerard Dijk (*1852, schoenm.) x Hindertje Dijk (*1854) + Egbertus (*1883, letterzetter), Geert Jacob (*1888) en 2 anderen

1903 (art. 15158.52): Francisca Maria Kalt, wed. Georgius Joh. Visser

1908 (art. 17769.7): Geert Kuiper (timmerm./aann., +1926)

1908 (art. 18967.5): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (secr. College van Curatoren RUG) (zie ook nr.5 en 9)

1909 (art. 16249.81/21033/28203/33147/37086/39387): De Staat (Binnenlandsche zaken/Onderwijs, later OKW, Domeinen/Financiën en weer OKW)

BR 1900: G. Dijk

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’20: G. Dijk, schoenm.knecht, E. Dijk, boekbinderskn., (in ’11 en ’14 ook G.J. Dijk, drukkerskn.)

Adresb. 1922: G. Dijk, schoenm.knecht

Adresb. 1924: F. Wedema, schoenm.

Adresb. 1933/’38: H. Meijer, werkman

1963 (art. 42938): RUG. In 1970 sloop

 

Grote Rozenstraat nr. 3

nu: Van Gelder gebouw

(voor oude situatie zie foto uit 1985 hieronder)

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 5 

(tot 1822: F 153, 1822-1870: L 239, 1870-1899: L 416): E 337, 1933: E 2995

BR 1822: F 153/ L 239: Jan Visscher

1832 (art. 535): Jan Dommering (bakker)

1836 (art. 3416): wed. Johannes Harmannus Jansen

1852 (art. 5280): Josephus Jansen (timmerman)

1879 (art. 9780.3): Egbertus Schattenberg (schoenm./koopman)

1892 (art. 12250.4): Jan Kornelis van Leeuwen (winkelier) (woont Nw. Bot.str.50)

BR 1900: Harm van der Veur (*1876,NH, kleerm.) x 1899 Harmke Gerlach (*1879, Dps.) + knd.

1909 (art. 18967.8): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (secr. College van Curatoren RUG)

1909 (art. 16249.100/21033.4/28203/33147/37086/39387): De Staat (Binnenlandsche zaken/Onderwijs, later OKW, Domeinen/Financiën en weer OKW) (zie ook nr. 3 en 9)

Adresb. 1911 en ‘14: J.J. Schattenberg, bediende

Adresb. 1920 tm i.e.g. ‘38: H.H. Blauw, mag.knecht

1963 (art. 42938): RUG. In 1970 sloop

Grote Rozenstraat in juni 1985 met oude huisjes nr. 7 en nr. 13, dat dan transformatorhuisje is (foto EFG, 24-6-1985)

 
Grote Rozenstraat – oude nr. 7

(tot 1822: F 152, 1822-1870: L 238, 1870-1899: L 415 ): E 338, 1933: E 2996 (vanaf ‘44 kantoren)

BR 1822: F 152/ L 238: A. of H. Amsing (NB: Hindrik Amsing, metselaar, overlijdt in 1830 in L 219; z’n echtgenote Maria krol overleed daar in 1826)

BR 1830: Fokko Fokkens + vr. en knd.

1832 (art. 535): Jan Dommering (bakker)

1836 (art. 3416): wed. Johannes Harmannus Jansen

1852 (art. 5280): Josephus Jansen (timmerman)

1879 (art. 11652): Leonardus Johannes Fokken (stoelmatter)

1898 (art. 16247): Alagonda Engelina en Catharina Henderika Fokken

1898 (art. 16288): Albertus Roelof Collij (kleermaker)

BR 1900: Aagtje Kuipers (*1869), wed. Hendrik Lodewijk Vriesema (arbeider, +1897) + zn. en 2 anderen.

Vanaf mrt. 1901: IJeb Douwe Feikema (*1874, schipper) x Sijtske Dijkstra (*1874) + Gerardus (*1901)

1908 (art. 17660.86): Geert Belgraver (bouwondern.,+1914) x Antje Bosman

1908 (art. 18967.6): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (secr. College van Curatoren RUG)

1909 (art. 16249.82/21033/28203): De Staat (Binnenlandsche zaken/Onderwijs, later OKW, Domeinen/Financiën)

Adresb. 1911: wed. A.R. Collij-Fokken, J.R. Collij, kleerm., mej. G. Collij, atelierwerkst.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ‘38: pakhuis

1944 (art. 33147/37799.7): De Staat (Financiën/Domeinen, later Wederopbouw & Volkshuisv./ Rijksgebouwendienst)

1971 (art. 42938): RUG

 

Gang: E 339, 1933: E 2997

1832 (art. 150): De Staat (Binnenlandsche Zaken)

 

Grote Rozenstraat – oude nrs. 7/1, 7/1a, 7/1b en 7/2

(1843-1870: L 237-5 tm L 237-2, 1870-1899: L 414 tm 411, later alleen L 412 en 411): 1843: E 657-658 (aan de gang; zie bij nr. 15)

1843 (art. 4087): Geert Rozemulder (koopman)

1848 (art. 4598): Hermannus Berends Schuitema (commissionair)

1852 (art. 1861): Willem Waling Pel (landb.).

1858 (art. 6656): Tamme (of Tammo) Riddering (koornmeter +1895,x Jantien Krook), later dch. Anna (*1836, x1864 Harmannus Wijnstok, later gescheiden)

1898 (art. 16249) De Staat (Binnenlandsche zaken/Onderwijs)

In 1903 afbraak daarna bij Hortustuin: E 2317

1843: E 659-660 (achter nrs. 9-13; zie bij nr. 15)

1843 (art. 4087): Geert Rozemulder (koopman)

1848 (art. 4598): Hermannus Berends Schuitema (commissionair)

1852 (art. 1861): Willem Waling Pel (landb.).

1858 (art. 4752/7419): Jan Joostens Imelman (blikslager). Zie: Familie Imelman

1872 (art 9578): Simon Sleutelberg (koopman)

1875 (art 6959): Jan Zeehuizen (broodbakker)

1878 (art. 10130.93 en 94): Hendericus Hendriks Sprik

1891 (art. 14095.17 en 18): Henderikus Hendriks Henke (landb.+1897), later wed. Freerkien Velthuis

1902 (art. 14603): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (advocaat en proc.)

1902 (art. 16249.44 en 45): De Staat (Binnenlandsche zaken/Onderwijs). In 1903 afbraak daarna bij Hortustuin: E 2317

 

BR 1900: 7/1: Roelof Leuver (*1845, borstelmaker) x Maria Elisabeth Kuilman (*1848) + 3 knd (vertrekken okt. 1900 naar Amersfoort)

7/1a: Lammegien Steenbergen (*..), wed. Harte Lubbers (+1881) + dch. Lubbers (vertr. 1903 naar Amsterdam) en 3 knd. Steenbergen (zn. Hindrik vertr. 1907 naar Amsterdam)

7/1b: Helena Mengers (*1836), wed. Joannes Henricus Sieling (touwsl.knecht, + 1875) + zn. Willem (*1875)

7/2: Henricus Jacobus Leo Kloosterhuis (*1832) x Sijtske Pieters Verhaag (*1845)

 
Grote Rozenstraat – oude nr. 9

(tot 1822: F 151c, 1822-1870: L 237, 1870-1899: L 410): E 341, 1933: E 2998

BR 1822/1830: Anne Klases van der Woude (timmerman)

1832 (art. 949): Jacob Hemmes Hebers (deurwaarder,+1838)

1832 (art. 713): Wolter Folkeringa (commissionair, +1841), later wed. Antje Geerts Cremer (+1863) en erfgen.

1864 (art. 8056): Ika Alida Folkeringa (*1817, x Geert Kortrijk)

1865 (art. 7917): Derk Lugtenberg (smid)

1875 (art. 10351): Pieter Willems de Groot (stuurman)

1879 (art. 5581/14431): Take Luitjes van Sluis (*1813, schipper)

BR 1900: Hindrik Havinga (*1850, stoelmaker, +1908) x 1874: Janna Abeen (*1850) + knd.

1903 (art. 8766.29): Hendrik Groenewold (bloemkweeker)

1909 (art. 18967.7): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (secr. College van Curatoren RUG)

(zie ook nr. 3 en 5)

1910 (art. 16249.101 /21033.6 /28203 /33147 /37086 /39387.15): De Staat (Binnenlandsche zaken/Onderwijs,

Adresb. 1914 tm i.e.g. ‘24: N. Dubbelboer, kermisreiz.

Adresb. 1933: F. Wedema, schoenm.

Adresb. 1938: –

1963 (art. 42938.20): RUG. In 1970 sloop

 
Grote Rozenstraat – oude nr. 11

(tot 1822: F 151b, 1822-1870: L 236, 1870-1899: L 409): E 342, 1930: E 2780

BR 1822: A. van Elmpt (goudsmid)

BR 1830: Marie Bok en knd. De Jong

1832 (art. 949): Jacob Hemmes Hebers (deurwaarder,+1838)

1832 (art. 713): Wolter Folkeringa (commissionair, +1841), later wed. Antje Geerts Cremer (+1863) en erfgen.

1864 (art. 8056): Ika Alida Folkeringa (*1817, x Geert Kortrijk)

1865 (art. 8159): Jan Luitjens Borkhuis (kastelein, later scheepstuiger, +1869), later wed. Wallina Kema

1870 (art. 9118): Jan Sebes Scheepsma (aanv. tapper,+1883, x 1833 Hillegien Lammers,+1891), later wed.

1891 (art. 14461): Geessien Scheepsma, wed. Johannes Hut (dch.: Jantje Hut,*1852)

1900 (art. 11940.12): Berend van Laar (kleermaker, x 1873 Jantje Hut) en dch. Ettien (*1876)

1900 (art. 13700.92): Geert Belgraver (metselaar en bouwondern.)

BR 1900: Johannes Christiaan Kloose (*1844, arb., +1928) x1870: Teubina Mulder (*1845) + 4 knd.

1903 (art. 17660.36): Geert Belgraver (bouwondern.,+1914), later wed. Antje Bosman (1/2) en 5 knd. (elk 1/10)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ‘20: J.C. Kloose, pakhuiskn.

1920 (art. 23824): Geert Otto (stucadoor). Vanaf 1924: Hendrik Simon de Rooij (stoffeerder, 2/3) en 2 knd (elk 1/6)

Adresb. 1922: G. Otto, stuc.knecht (zie later Kl. Rozenstr. 64-66)

Adresb. 1924: H.S. de Rooy, meub.bekleeder

1924 (art. 26697): Etsko Laarman (hortulanus) (*1898, x1924, in ’42 gescheiden: Margaretha Johanna Drewes) (woont Nw. Kijk in ’t Jatstr. 82)

Adresb. 1933: Th. van Bergen, timmerm.

Adresb. 1938: D. Hulzebos, visventer

1955 (art. 39387.42): De Staat (OKW)

1963 (art. 42938.22): RUG. In 1970 sloop

 
Grote Rozenstraat – oude nr. 13

(tot 1822: F 151a, 1822-1870: L 235, 1870-1899: L 408): E 343, 1930: E 2781

1806: ‘een stallinge met koetshuis’ van Erven Prof. W. Munniks

BR 1822: F 151a/ L 235: P. Bané

BR 1830: Aldert Jager + vr + knd

1832 (art. 949): Jacob Hemmes Hebers (deurwaarder,+1838)

1832 (art. 713): Wolter Folkeringa (commissionair, +1841), later wed. Antje Geerts Cremer (+1863) en erfgen.

1864 (art. 8056): Ika Alida Folkeringa (*1817, x Geert Kortrijk)

1865 (art. 4333.8/9022): Johann Caspar Bachg (*1813 Haselünne, smid,+1888) x 1841 Christina Elizabeth Meijer (+1861); x 1862 Susanna Harmanna Greeven (wonen Nw. Kijk in ’t Jatstr. M 204)

1888 (art. 13783): Susanna Harmanna Greeven (wed. Joh. Caspar Bachg) . In 1896 herbouw

BR 1900: Hinderkien Geenhuizen (1839), weduwe Oosterhuis (x 1867: Feddo Karel Oosterhuis, *1843, besteller,+1880; en x 1881: Willem Oosterhuis,*1847, besteller, 1899) + 2 knd. en 2 anderen

1901 (art. 17185): Franciscus Harmannus Bachg (kunstschilder, leeraar) (3/5) en 4 knd. (elk 1/10)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ‘24: H. Kolhorn, voermanskn. (in ’14 ook W. Bakema, barbier en J. Rijkens, handelsbed.)

1928 (art. 28859): Johannes Kerkhof (bedrijfsleider)

Adresb. 1933/’38: H. Kolhorn, voermanskn. (in ’38 ook F. de Groot, loodgieter

1950 (art. 37388): Herman Martinus Kerstholt (botenbouwer, administr.)

1957 (art. 38887.6): Jan Kornelis de Cock Stichting

1961 (art. 42938.1): RUG. In 1961 veranderd in ‘transformator’

 

Grote Rozenstraat nr. 15

(tot 1822: F 151, 1822-1870: L 234, 1870-1899: L 407): E 344, 1843: E 661

1806: behuizinge van Erven Prof. W. Munniks

BR 1822: F 151/L 234: H. Wolters

BR 1830: Antje de Boer (72 jr, * Leer) en Christiaan Poelman (37 jr.; timmerman)

1832 (art. 1885): Christiaan Poelman (timmerm.)

1841 (art. 4087): Geert Rozemulder (koopman). In 1843 stichting E 657 tm 661 (zie eerder: aan gang en achter nr. 9-13)

1848 (art. 4598. 12 tm 16): Hermannus Berends Schuitema (commissionair)

1852 (art. 1861. 17 tm 21): Willem Waling Pel (landb.).

1858 (art. 6654): Israel David Outs (koopman)

1878 (art. 11000/10149): De Staat (onderwijs). In 1883 herbouw, daarna E 1849=Hortus, 1850= Pharm. Lab.

Adresb.1911 e.v.: Chem. Lab., vanaf ’20: Pharmac. Lab.

 

Grote Rozenstraat nr. 17 

(1806: F 150, 1814?-1822: F 151, 1822-1870: L 233, 1870-1899: L 406): E 345

1806: Behuizing zijnde Academie woning voor Prof. in de Botanie.

NB: in 1814 waarschijnlijk verbonden met onderstaande F 149 en bovenstaande tot F 151

BR 1822: F 150: ontbreekt; F 151/L 233: Petrus Driessen (prof)

BR 1830: Hermannus Christiaan van Hall (prof.; *1801 Amsterdam -+ 1874 Beek) x 1825 Utrecht: Maria Anna van Schermbeek + knd. + dienstmeiden

1832 (art. 150): De Staat (Binnenlandsche Zaken)

BR 1900: Huibertus Eelkes Roosjen (*1844, bediende,+1925 Harlingen) x Sierdje Bergsma (*1843) + dch. Rinske Catrijne (*1873 Pingjum) en dienstbode

Adresb. 1911 en ‘14: H.E. Roosjen, concierge Lab.

Adresb. 1920 tm i.e.g. ‘24: R. de Vries, amanuensis Pharmac. Lab.

 

Grote Rozenstraat – oude nr. F 149

(1806: F 149, vanaf 1814? deel van F 151)

tot 1803: Dr. Rudolph Helprich Eyssonius (*ca 1713-+ jan. 1803, x 1763 Cataharina Petronella ten Berge, + 1787 Boteringestraat)

Op 8 maart 1803 ‘publyk by Strykgeld’ verkoop van ‘extra groote Tuin in de Rozenstraat naast de Hortus Medicus, daarin een Behuizinge, Zomerhuis, Druivekast en Stookboe’. De aankoop door de universiteit voor f.2760,-

1806: Behoort aan Hortus Medicus. Ingericht tot Laboratorium Chemicum.

BR 1822: ontbreekt

In 1814 met verdieping verhoogd (zie gevelsteen) en waarschijnlijk toen verbonden met F 150 (nu nr. 17), zie verder daar en Stadsmunumentenbord

 

Grote Rozenstraat nrs. 15 – 17 

nu: Snijdersgebouw

Stadsmonumentenbord:

De Groninger Hortus begon in 1626 als de botanische tuin van apotheker Henricus Munting.  Door geldnood gedreven, ging hij de tuin in 1642 verzorgen in dienst van de universiteit en zo werd deze de Hortus Botanicus. Het bijgebouwde breedhuis of  ‘Hortushuis’ werd enerzijds Muntings woning en anderzijds ingericht voor het botanisch onderwijs. ‘Hortulanus’ Munting werd opgevolgd door zijn zoon en later z’n kleinzoon. De Muntings onderhielden de tuin aanvankelijk uit eigen zak en dat gaf keer op keer financiële problemen. Toen de schulden zo groot waren geworden dat gerechtelijke verkoop van ‘huis en hof in de Roosenstraet’ onvermijdelijk was, werd de Provincie in 1691 voor 3700 gulden de nieuwe eigenaar.

In de loop der tijd werd de Hortus steeds groter. Zo werd het vermoedelijk achttiende-eeuwse eenlaagse pand ten westen van het Hortushuis aangekocht en ingericht tot Chemisch Laboratorium. In 1814 werd het verhoogd, van een zandstenen gevelsteen voorzien en waarschijnlijk toen ook via een tussenlid verbonden met het Hortushuis. In 1880 werd het rechter deel van dat breedhuis gesloopt met het oog op de bouw van een nieuw Farmaceutisch Laboratorium (nummer 15). Voor de hoogleraar Botanie werd toen aan de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, in de Hortustuin, een woning gebouwd.

 

Grote Rozenstraat nrs. 19

Gadourekgebouw, gebouwd 2012-’14 (Skets architectuurstudio)

 

E 346 tm 349, 350=tuin

1836 (art. 257): Johannes Borgesius

Hij bezit in totaal 15 percelen in de Hortusbuurt: Verder E 309 tm 314 (zie Kruitdwinger) en E 403 tm 406 (zie Gr. Rozenstr. 40 e.o.). Hij is aanvankelijk commissionair van beroep, later rentenier. In 1840 verkoopt hij z’n grote huis (E 349) met tuin (E 350) aan de universiteit. De tussenliggende huizen, E 346 tm 348 (latere oude nrs. 19 tm 27, zie onder) worden pas in 1845 door zijn erven verkocht.

 

Grote Rozenstraat oude nrs. 19 tm 27 in mei 1984 (foto EFG Fotoburo)

 

NB: Hoewel er vanaf 1936 tussen de nrs. 17 en 31 nog maar vijf in plaats van zes woningen zijn (zie verbouwing bij nrs. 19 tm 23) is er tm het Adresboek van 1943 nog altijd sprake van zes huisnummers. Toch heeft er waarschijnlijk ca. 1936 een vernummering plaats, waardoor er in de volgende Adresboeken (m.i.v. 1950) geen sprake is meer van een nr. 29.

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 19

(1862-1870: L 232-2, 1870-1899: L 405): E 346, 1862: E 1116, 1931: E 2782, 1936: E 3021

Zie tot 1862 bij oude nr. 21.

1845 (art. 4621/468): Be(e)rend Willems Crol ( *1791 bleeker, later veearts, +1861, en Trijntje Pol) en m.e.

In 1862 gesplitst, zie ook nr. 21

1862 (art. 7581.1): Willemina Crol (*1842 Appingedam, dch. van Jacobus Crol, *1815, x 1842 Geertruida Burema) (zij trouwt 1872 in Appingedam met Reinder Rozinga)

BR 1870: L 232-2/ L 405: Frederikus Harmannus Stokhorst (*1822, weverskn., gescheiden van Amke Freeman) x 1864 Wilmina Crol (*1826, dch. van Be(e) rend Willems Crol, veearts) + zn.

1871 (art. 4622.8): Jacob Hillebrand Groenewold (tuinman)

1891 (art. 14298): Hermannus Hinderikus Westenborg (bakkersbediende,+1895), later wed. Christina Everharda Schoe (1/2) en dch. Margaretha (1/2)

1899 (art. 15135.4): Klaas Bultje (turfschipper)

BR 1900: Zwaantje Regina Schuring (*1825, +1901), wed. Harm Olthoff (+…) + knd.: Klaas (*1851, zeeman), Rommert Derk (*1861) + dienstb.

1901 (art. 13700.96/17660.39): Geert Belgraver (bouwondern.,+1914) x Antje Bosman

Adresb. 1911: J. Wiegers, tuinier

Adresb. 1914: wed. J. Wiegers

1922 (art. 22113.2): Jan van der Steeg (groente- en melkventer, koopman)

Adresb. 1924: wed. J. van der Steeg

1930 (art. 29883): Sjoerd Johannes Swart (koopman) en gem. Groningen

1931 (art. 29835): Sjoerd Johannes Swart (koopman)

Adresb. 1933: A. van Kammen, werkm.

1934 (art. 31356): Pieter van Weering (assuradeur)

1934 (art. 29351.6): Wilhelmus Arnoldus Josephus Veeger (sigarenhandel.,+1955), later wed. Elisabeth Maria Hensen (2/3, +1966) en Wilhelmus Cornelius (*1924, arts) en Alida Catharina (*1929, sociologe) (elk 1/6, later ½). In 1934-‘35 herbouw en in ’36 van 3 panden 2: E 3021 en 3022

Adresb. 1938 tm i.e.g. ’43: P.G. Bronsema, werkm. (in ’43 ook D. v.d.Laan, kellner)

Adresb. 1950-‘72: Mevr. W.H.P.M. Rose

1967 (art. 42938.195): RUG

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 21

(tot 1822: F 148, 1822-1870: L 232, 1870-1899: L 404): E 346, 1862: E 1115, 1931: E 2783, 1936: E 3022

1806: T. Tammens

BR 1822: F 148/ L 232: Jan Frieze

1832 (art. 257): Johannes Borgesius (rentenier)

1845 (art. 4621/468): Be(e)rends Willem Crol (bleeker, later veearts) en m.e.

In 1862 gesplitst, zie ook nr. 19

1862 (4568.5 ): Helena Jans Boerma, wed. Geert Jans Esbra (+1842)

1869 (art. 9041): Onno Onnes (schrijnwerkerskn.)

BR 1870/1900: Onno Onnes (*1823, schrijnwerker,+1908) x 1850: Jantje Lenting (*1820,+1906 )

1906 (art. 18622): Jacob Hillebrand Groenewold (bloemist)

BR 1906-1908: Hendrik Bus (*1873, bloemist) x Frouke Westerhoff (*1876)

Vanaf febr. 1908: Aaltje Wichers (*1859)

Adresb. 1911 en ‘14: wed. G. Poelman

Adresb. 1924: J. de Vries, mag.kn.

Adresb. 1933: mej. J. Wories

1934 (art. 26143.25): Jacob van Dijken.

1934 (art. 29351.7): Wilhelmus Arnoldus Josephus Veeger (sigarenhandel.,+1955), later wed. Elisabeth Maria Hensen (2/3, +1966) en Wilhelmus Cornelius (*1924, arts) en Alida Catharina (*1929, sociologe) (elk 1/6, later ½). In 1934-‘35 herbouw en in ’36 van 3 panden 2: E 3021 en 3022 (zie hieronder)

Adresb. 1938-‘43: wed. R. Ludolphij-Gerring (Remina Gerring *1888, x 1913: Johan Wilhelm Ludolphij, +1924 Dennenoord)

Adresb. 1950-‘72: wed. R. Ludolphij-Gerring; L. Riepma, timmerm.(laatste na ‘64 niet meer)

1967 (art. 42938.196): RUG

 

Grote Rozenstraat – oudste nr. 23

(tot 1870: L 231-2, 1870-1899: L 403, 1899-1936?: nr. 23): E 347, 1876: E 1657, 1931: E 2784, 1936: E 3022 (zie bij nr. 21)

BR 1870: L 231-2/ L 403: Geertje (Grietje) Rentjes (Reintjes) (*1792, Dps.) + 1870-’72: Johannes Franciscus v.d. Pol (*1829 Amsterdam, loodgieter)

(art. 6125/8895): Johannes Muller (*1825, houtkooper, x 1855 Trientje Derks Wijk). In 1876 splitsing, daarna E 1656 (zie hieronder) en E 1657

1888 (art 13635): Egbert Koch (*1845, koopman, +1912, x 1879), later wed. Jetske Uni (1/2) en 10 knd (elk 1/20)

Adresb. 1911: J. Albronda, schipper

1913 (art. 18622.29): Jacob Hillebrand Groenewold (bloemist)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ‘24: wed. E. Oosterveld

Adresb. 1933: wed. E Hillebrink

1934 (art. 26143.26): Jacob van Dijken

1934 (art. 29351.8): Wilhelmus Arnoldus Josephus Veeger (sigarenhandel.,+1955), later wed. Elisabeth Maria Hensen (2/3, +1966) en Wilhelmus Cornelius (*1924, arts) en Alida Catharina (*1929, sociologe) (elk 1/6, later ½). In 1934-‘35 herbouw en in ’36 van 3 panden 2:  E 3021 en 3022, waarbij dit pand vervalt. Vervolg zie bij nr. 21.

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 23

(tot 1822: F 147, 1822-1870: L 231, 1870-1899: L 402, 1899-1936?: nr. 25): E 347, 1876: E 1656, 1926: E 2714

BR 1822: F 147/ L 231: Pieter Gerrits

1832 (art. 257): Johannes Borgesius (rentenier)

1845 (art. 216.32): Abel Popko van Bolhuis (slager) (bezit veel)

1845 (art. 4631): Jan Weber (timmerm.)

1857 (art. 6125/8895): Johannes Muller (*1825, houtkooper, x 1855 Trientje Derks Wijk). In 1876 splitsing, daarna E 1656 (zie hieronder) en E 1657

BR 1870: Albert Jan Prange (*1802, timmerm., +1876) x 1829 Frouke Zuidhoff (+1860), x 1864 Reinna de Graaff (*1808, +1872). 

BR 1873: Enno Wetsema (*1850, koornmeter) x 1874 Johanna Dam (*1849)

1888 (art. 12990.6): Menno Imelman (blikslager). Zie: Familie Imelman

Adresb. 1911 en ‘14: C. van Hove, werkm.

1924 (art. 26143): Jacob van Dijken

Adresb. 1924: wed. L. Albronda

Adresb. 1933: 25. F. Nanninga, werkm.

In 1933-‘34 sloop en herbouw (J. van Dijken)

1934 (art. 30248): Filippus Pronk (+47).

1934 (art. 29351.6): Wilhelmus Arnoldus Josephus Veeger (sigarenhandel.,+1955), later wed. Elisabeth Maria Hensen (2/3, +1966) en Wilhelmus Cornelius (*1924, arts) en Alida Catharina (*1929, sociologe) (elk 1/6, later ½). In 1936 herbouw (zie adv. NvhN 23-5-’36: ‘keurig nieuw klein huisje’)

Adresb. 1938 tm i.e.g. ‘50: nr. 23. wed. A. de Vries-Baalman

Adresb. 1958: G. Vrieling, elektricien

Adresb. 1961-‘68: mevr. A. van Delden-Woltjer

1967 (art. 42938.197): RUG

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

vanaf nov. 2006: nr. 23. kantoor Erasmus Student Network (ESN)-Groningen (zie Beno’s Stad 334 uit mei 2008)

Beeld uit Beno’s Stad van 22-5-2008 voor oude nr. 23 met ESN-bestuurder Kirsten de Haan

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 25

(tot 1870: L 230-2, 1870-1899: L 401, 1899-1936?: nr. 27): E 348, 1876: E 1655, 1931: E 2785

BR 1870: Aaltje de Boer (*1836 Roderwolde, Dps.)

(art. 4622): Jacob Hillebrand Groenewold (*1804, x1829, tuinman+1887), later wed. Marta Jans Vos (*1805) en Albert Groenhuis (bleeker). In 1876 gesplitst in E 1654 en E 1655 (zie onder)

1891 (art. 13613): Albert Pieter Hartman (*1860, x 1884: Aaltje v.d. Bijl +1923, x 1924: Bertha Nieborg, winkelier,+1932), later wed. Bertha Nieborg (woont Steentilkade)

Adresb. 1911: A. Wiersema, arb.

Adresb. 1914: K. Wiersema, arb.

Adresb. 1924: W. Schluter, bankwerker

Adresb. 1933: nr. 27. wed. J. Dijkstra

1934 (art. 26255.12): Eltjo Harmannus Kok (grossier). Gebouwd E.H. Kok (arch. Benninga en Van Hoorn) 1934-‘35

Adresb. 1938: nr. 25. ontbreekt

Adresb. 1939-‘68: nr. 25. mej. Fr. Vink

1942 (art. 35026): CV onder VOF Handelsmaatschappij vh K. Smit Anno 1881 (Johannes Smit, koopman)

1956 (art. 39972.6): NV Handelsmaatschappij vh K. Smit Anno 1881

Adresb. 1958-‘72: Mw. T. Rensink, fröbel- onderwijzere

1960 (art. 38887.12): Jan Kornelis de Cock Stichting

1965 (art. 42938.152): RUG

Adresb. 1972: nr. 25. ontbreekt

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 27

(tot 1822: F 146, 1822-1870: L 230, 1870-1899: L 400, 1899-1936?: nr. 29): 1876: E 1654,1931: E 2786

BR 1822: F 146/ L 230: J. Egberts

1832 (art. 257): Johannes Borgesius (rentenier)

1845 (art. 4622): Jacob Hillebrand Groenewold (*1804, x1829, tuinman+1887), later wed. Marta Jans Vos (*1805) en Albert Groenhuis (bleeker) (zie ook bij o.a. oude nr. 16). In 1876 gesplitst in E 1654 en E 1655 (zie boven)

BR 1870: L 230/L400: Susanna van den Berg (*1809, +1879) + knd. Van Laan

1891 (art. 14281): Wiebe Keizer (*1851, boekhouder,ambt. Raad van Arbeid,x 1877, +1913), later wed. Aeissina Masson (*1851, +1933, 1/2) en 2 knd (elk ¼), later ook 2 kleinknd. (elk 1/8)

Adresb. 1911: J. Ilsen, sig.maker

Adresb. 1914: D. Dam, voermanskn.

Adresb. 1924: H. Bergs, schilder

Adresb. 1933: nr. 29: wed. P.J. Haak

1934 (art. 26143.27): Jacob van Dijken. In 1935 verbouw

Adresb. 1938-‘39: nr. 27. mej. E.M. Poelman, naaister;

NB: Adresb. 1938 tm i.e.g. ’43: nr. 29. wed. P.J. Haak

1943 (art. 35386): Cornelis Jonker (*1881, schipper +1968, x 1911: Anja Dekker, *1885) en 4 knd. (1916 tm 1922)

Adresb. 1943: nr. 27. mej. H. Kisch, coupeuse

Adresb. 1950: nr. 27. H. van Hierden, hovenier; nr. 29. ontbreekt

Adresb. 1958-‘72: nr. 27. Mw. T. Rensink, fröbel- onderwijzeres; nr. 29. ontbreekt

1969 (art. 42938.248): RUG

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 31

(tot 1822: F 145, 1822-1870: L 229, 1870-1897: L 399): E 349 en 350 (=tuin, bijna tot Gr. Kruisstr.), 1840: deel van E 632 (=Hortus), 1864: E 1172, 1869: E 1279

In 1806 is T. Tamme(n)s eigenaar van F 145=beh. en van F 146 tm 148= kamers.

NB: Dit huis heeft in 1816 en ’18 vermoedelijk het huisnummer F 124/125

BR 1822: F 145/L 229: Tonko Tamme(n)s (*ca 1749 Bourtange, commies, +1826 – x 1775 Trijntje Buining, *ca. 1745 Hoornschedijk, +1806); dch. Lukkien (zie hieronder)

BR 1830: Johannes Borgesius (*1781 Bellingwolde, rentenier, +1840) x 1811 Lukkien (Lukjen) Tamme(n)s (*ca 1782,+24-7-1823 F 145 Rozenstr.).

1832 (art. 257): Johannes Borgesius (rentenier)

BR 1840: Johannes Borgesius (59, rentenier), Geertruida Catharina (24), Jacoba (17). Vanwege de verkoop van z’n pand, verhuist hij in 1840 naar Zuiderdiep F 290 en wordt  op 21 oktober datzelfde jaar dood gevonden in de stadsgracht (zie Uitgelicht).

1840 (art. 3828): Koninkrijk der Nederlanden

In 1840 samen met E 357, 358 (naastgelegen tuin en tuinhuis, dat wordt afgebroken; zie bij oudste nr. 33 onder) en E 327(=gang van verschillende eigenaren, waaronder Borgesius, naar Gr. Kruisstraat) voor aanleg Landhuishoudkundige tuin, bij Hortus. Daarna E 632.

1840 (art. 2818.31/7265.4): Min. van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat.

Na bijbouw in 1864 krijgt de (tuinmans)woning weer een eigen kadasternummer: E 1172 (zie foto)

BR 1841/1870: Jacob Hillebrand Groenewold (* 1804, eerst tuinier, later amanuensis landhuishoudk. school, +1887) x 1829 Marta Jans Vos. (NB Ze wonen aanv. Gr. Leliestraat L 65, in 1834, ‘39 Gr. Appelstr. L 274. Ook zoon Hindrik wordt 1843 geboren op L 274). Zie voor bezittingen Groenewold ook bij oude nrs. 16, 18, 20, 40 en 29.

In en om een botanische tuin: Hortus Groninganus 1626-196 (p.148): ‘Het huis van de heer Borgesius aan de Rozenstraat echter werd het woonhuis voor de amanuensis bij de landhuishoudkundige lessen, J.H. Groenewold, die tevens dit nieuwe gedeelte van de tuin verzorgde. De bewoning van dat huis ging evenwel niet zonder voorwaarden van de zijde van (professor) v. Hall, ook al schijnt er tussen beide mannen een goede verstandhouding te hebben bestaan. Amanuensis Groenewold bleef weliswaar vrij van huurbetaling, maar hij kreeg niet de beschikking over de benedenvertrekken ten westen van de hoofdingang en hij moest – hier spreekt van Halls praktische en agrarische inslag – op eigen kosten twee koeien houden. De mest daarvan, zowel als andere mest of afval van de inwoning moest in de tuin blijven, een aanwezige buitenkeuken werd als koeienstal ingericht’.

In 1869 wordt het huis nog iets vergroot, waarna het kadasternummer E 1279 krijgt.

1874 (art. 10149.5 ): De Staat (Onderwijs)

Het voormalig huis van Borgesius, de latere tuinmanswoning en zaadkamer in 1894 op de plek van het latere Botanisch Laboratorium (nr. 31)

 

Grote Rozenstraat nr. 31

(1897-‘99: L 399): 1897: deel van E 2168

Nu: Boumangebouw

(art. 10149.5 ): De Staat (Onderwijs)

In 1897 herbouw Pharmac.Botanisch Lab., daarna deel van E 2168

1898 (art. 16249.5): De Staat (Onderwijs/Binnenl. Zaken). In 1899 stichting nieuw Botanisch Laboratorium gebouwd (nummer 31) op de plaats van een tuinmanswoning en zaadkamer.

Jaline de Groot schreef haar masterscriptie over het Botanisch Laboratorium. Ze schreef o.a. (p.87): ‘Het grote bakstenen Farmaceutisch Laboratorium uit 1880 aan het begin van de Grote Rozenstraat had als eerste hoge gebouw in de straat de toon gezet. Maar het nieuwe laboratorium was minstens zo imposant. Dit gebouw was bijna twee keer zo groot als de botanische laboratoria die tot dan toe in Nederland waren gebouwd.’

Masterscriptie Jaline de Groot (1)

 

Vervolg Stadsmonumentenbord (zie bij nr.15-17):

In 1899 werd een nieuw Botanisch Laboratorium gebouwd (nummer 31) op de plaats van een tuinmanswoning en zaadkamer.

Na aankoop van oude nrs. 33 tm 37 (zie hieronder)  werd het in 1909 in westelijke richting verlengd. Ondanks de aankoop van nog meer huisjes met bijbehorende grond  kampte de Hortus uiteindelijk steeds meer met ruimtegebrek. Vanaf 1929 werd daarom een nieuwe botanische tuin bij ‘Huis de Wolf’ in Haren aangelegd.

Hoewel pas in 1966-’67 de plantencollectie naar Haren verhuisde en in 1973 de laboratoriumafdeling vertrok, had de universiteit al vanaf 1961 andere plannen met de ‘Hortusbuurt’. Er was grootschalige sloop en nieuwbouw gepland. Dankzij de komst van een nieuw stadsbestuur kwam het niet  verder dan de afbraak van een aantal Hortusgebouwen  en de realisatie van ‘Alfagebouw’ aan de Grote Kruisstraat. Vanaf dat moment mocht de  universiteit nog maar beperkt bij bouwen rondom de  oude Hortustuin.

Bouw Botanisch Laboratorium in 1899

De achterzijde van het huisje oudste nr. 33, dat in 1909 werd afgebroken

 

Grote Rozenstraat oude nr. L 225 (gesloopt)

(tot 1822: F 141, 1822- 1840: L 225): E 358 (huis) + E 357 (tuin)

BR 1822/1830: F 141/ L 225: Jan Rasterhoff (*1759 Vries, +1842, X Geertien Alberts, + voor 1830). Hij woont er in 1830 met dienstmeid.

Rasterhoff heeft veel bezit aan de Grote Rozenstraat: de huisjes F 144 tm 141 (dat zijn 6 huisjes aan de noordzijde van de straat en zijn woonhuis met tuin erachter) en aan de overkant F 132-133 (F 133 wordt L 214) (zie bij nr. 76).

1832 (art. 1935): Jan Rasterhoff

BR 1840: staat dat huis als ‘onbewoond’

1840 (of 1839?) (art. 3828): Koninkrijk der Nederlanden

Tuin en huis worden aangekocht voor aanleg Landhuishoudkundige tuin, bij Hortus (zie boven bij oude nr.31). Rasterhoff verhuist waarschijnlijk niet lang daarvoor naar L 214 (zie bij huidige nr. 76) dat ook van hem is en waar hij in 1842 overlijdt. Zijn erven verkopen daarna de rest van zijn bezit, o.a. de huisjes met oudste nrs. 33 tm 37 (worden 1909-’10 gesloopt voor uitbreiding van nr. 31) en oudste nrs. 39 tm 43, die later 33 tm 37 worden, zie hieronder.

 

Grote Rozenstraat – oudste nr. 33

(tot 1822: F 144, 1822- 1870: L 228, 1870-1899: L 398): E 351

BR 1822: F 144/ L 228: G. Lugters

1832 (art. 1935): Jan Rasterhoff

1843 (art. 909.18): Bernhard van der Haar (*1796 Liener, D, kastelein-+ 1854) x3e 1834: Janna Hindriks Bont (heeft veel bezit in de wijk)

1859 (art. 5228.3): Teijo Fokkes Tuur (winkelier,+1865) x1846: Frederica Chorbach (+1896)

1866 (art. 8331): Anne Jans Jonker (tufschipper)

1869 (art. 8997): Catharina Annes van der Ploeg, wed. Jan Lammerts Jonker (+1865)

1876 (art. 9880/16120.11): Sebe Sierks (kastelein, koopman, letterzetter)

1904 (art. 14603.7): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (adv. & procur.)

1905 (art. 16249.60/21033.17): De Staat (Onderw./Binnenl.Zaken). In 1909-’10 afbraak (zie foto boven), nieuwbouw en vereniging E 351 tm 353 tot E 2432

 

Grote Rozenstraat – oudste nr. 35

(tot 1822: F 143, 1822-1870: L 227, 1870-1899: L 397): E 352

BR 1822: F 143/ L 227: Abraham Sisselaar (gepens. sergant, + 1823 F 143, X Maria Gezina Koks, + 1829 aan Vismarkt)

1832 (art. 1935): Jan Rasterhoff (heeft veel bezit in de wijk)

1843 (art. 909.19): Bernhard van der Haar (*1796 Liener, D, kastelein-+ 1854) x3e 1834: Janna Hindriks Bont (heeft veel bezit in de wijk)

1859 (art. 4557.21/7560.4): Gradus Augusto (wever)

1872 (art. 8395.6): Johan Adam Ellenberger (bureaulist)

1887 (art. 13585): Gerard Poelman (arb.,+1893), later wed. Johanna Magdalena van der Hoek (1/2) en 5 knd (elk 1/10)

1896 (art. 15678): Jan Schutte (timmerm.) (heeft veel bezit)

1904 (art. 14603.8): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (adv. & procur.)

1905 (art. 16249.61/21033.17): De Staat (Onderw./Binnenl.Zaken). In 1909-’10 afbraak, nieuwbouw en vereniging E 351 tm 353 tot E 2432

 

Grote Rozenstraat – oudste nr. 37

(tot 1822: F 142, 1822-1870: L 226, 1870-1899: L 396): E 353

BR 1822: F 142/ L 226: J. Stolzenberg

1832 (art. 1935): Jan Rasterhoff

1843 (art. 909.20): Bernhard van der Haar (*1796 Liener, D, kastelein-+ 1854) x3e 1834: Janna Hindriks Bont (heeft veel bezit in de wijk)

1859 (art. 4752.21/7419.2): Jan Joostens Imelman (blikslager), later met knd. (bezit veel in de wijk). Zie: Familie Imelman

1872 (art. 9653): Maria Imelman x Tjeert Roelfsema (timmerm.)

1873 (art. 9903): Jan Mulder (*1844,bewaarder in Huis van Arrest, +1883), later wed. Alberdina Roelfsema (1/2) en dch. Grietje (x Frederik Pettinga) (1/2)

1891 (art. 14375): Holke van der Ploeg (tapper, later koffiehuishouder)

1904 (art. 14603.9): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (adv. & procur.)

1905 (art. 16249.61/21033.17): De Staat (Onderw./Binnenl.Zaken). In 1909-’10 afbraak, nieuwbouw en vereniging E 351 tm 353 tot E 2432

 

Grote Rozenstraat oude nrs. 33 tm 37 (eerder nrs. 39 tm 43) en deur naar gang (oorspronkelijk E 359, zie onder) in 1973 (foto K.A. Gaasendam)


Grote Rozenstraat nr. 33 (gesloopt)

(tot 1822: F 141, 1822-1870: L 224, 1870-1899: L 395, 1899-1921: 39): E 354, 1933: E 2999, 1975: deel van E 3331

BR 1822: F 141/ L 224: J. Hader

1832 (art. 1935): Jan Rasterhoff

1843 (art. 909.21): Bernhard van der Haar (*1796 Liener, D, kastelein-+ 1854) x3e 1834: Janna Hindriks Bont (heeft veel bezit in de wijk)

1859 (art. 6704.3): Mattheus Schroote (koopman) later samen met Johannes Hermannus Schroote (*1827, winkelier) (+1882), later wed. Margaretha Michalina van der Werff (*zie ook oude nrs. 86 tm 90)

1888 (art. 13640.7): Mattheus Schroote (*1860, kamerbeh. +1897- x Reinou Jorna) en andere Schrootes

1894 (art. 14576.3): Harmannus Bernardus Edelkamp (timmerm.)

1908 (art. 13008.11): Harmannus Henderikus van Mal/Malt(h)a (*1844, turfschipper, +1931, x 1873: Alijda Johanna Gillis *1850)

1909 (art. 18967.9): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (secr. van College van Curatoren van RUG)

1910 (art. 16249. 102/21033.7/28203/33147.25/37086.4/39387.16): De Staat (Onderw./Binnenl.Zaken enz)

Adresb. 1914 tm ‘20: 39/Adresb. 1922/1928: 33: wed. H.J. Hes

Adresb. 1933: 33: J. Spanjer, chauff.

Adresb. 1950-’51: 33: wed. F. Dijksterhuis-Smant

Adresb. 1958/1961: 33: A. Mensinga, melkv.

1963 (art. 42938.23): RUG

Adresb. 1964/tm i.e.g. 1972: 33: –

Gesloopt 1973 (zie foto K.A. Gaasendam). In ‘75: E 3331=erf. Nu speelplekje

 

Grote Rozenstraat nr. 35 (gesloopt)

(tot 1822: F 141, 1822-1870: L 223, 1870-1899: L 394, 1899-1921: 41): E 355, 1933: E 3000, 1975: deel van E 3331

BR 1822: F 141/ L 223: J.J. Hiddema

1832 (art. 1935): Jan Rasterhoff

1843 (art. 909.22): Bernhard van der Haar (*1796 Liener, D, kastelein-+ 1854) x3e 1834: Janna Hindriks Bont (heeft veel bezit in de wijk)

1859 (art. 6816.2): Hindrik Sijbes (kuiper & winkelier,+1898), later wed. Henderika Helmens (1/2) en 2 knd (elk ¼)

1913 (art. 17549.4): Harm Sijbes (winkelier) en Teunsje Sijbes

1913 (art. 18967.13): Mr. Bernardus ten Bruggen Cate (secr. van College van Curatoren van RUG)

1915 (art. 16249.133//21033/28203/33147/37086/39387.17): De Staat (Onderw./Binnenl.Zaken enz)

Adresb. 1914 tm ‘20: 41: B. Kanon, werkm.

Adresb. 1922-‘24: 35: J. Sinning, remmer SS

Adresb. 1928: 35: wed. H. Schut

Adresb. 1933: 35: wed. E. Bakker

Adresb. 1950-’51: 35: K.A. Gaasendam, werkm.

Adresb. 1958: 35: J. Velthuis, tuinm.

Adresb. 1961 tm i.e.g. 1972: 35: mw. H. Hulzebos-Nijland

1963 (art. 42938.24): RUG

Gesloopt 1973 (zie foto K.A. Gaasendam). In ‘75: E 3331=erf. Nu speelplekje

 

Grote Rozenstraat nr. 37 (gesloopt)

(tot 1822: F 141, 1822-1870: L 222, 1870-1899: L 393, 1899-1921: 43): E 356, 1975: deel van E 3331

BR 1822: F 141/ L 222: J. Rosemulder

1832 (art. 1935): Jan Rasterhoff

1843 (art. 909.23): Bernhard van der Haar (*1796 Liener, D, kastelein-+ 1854) x3e 1834: Janna Hindriks Bont (heeft veel bezit in de wijk)

1859 (art. 6178.10/8609.3): Klaas Bruins (tingieter,+1887) x Evertje Jacobs van der Laan

1873 (art. 14712): Anna Elizabeth Bruins (*1859) x Johannes Bergman

1912 (art. 18168.35): Jan Imelman Jzn. (gasfitter, later makelaar). Zie: Familie Imelman

Adresb. 1914-‘20: 43/Adresb. 1922-‘24: 37: H. v.d. Steeg, werkm.

Adresb. 1928: 37. J.B. Nolmans, mag.kn.

1931 (art. 30225.11): Hendrik Lambertus ten Cate (Off. Marine). In ’36 verbouwd

Adresb. 1933: 37: J.A. Huijser, werkm.

Adresb. 1950-’51: 37: wed. J. van Houten- Boelkens

1957 (art. 38887.7): Jan Kornelis de Cock Stichting

Adresb. 1958: 37: G. Palmans, monteur centr. verw.

Adresb. 1961/1964: 37: G. Drenth, machine-bankwerk.

1964 (art. 42938.110): RUG

Adresb. 1968-1972: 37: –

Gesloopt 1973 (zie foto K.A. Gaasendam). In ‘75: E 3331=erf. Nu speelplekje

 

E 359= gang met tuinhuis, 1863: deel van E 1144, 1862: deel van E 1406, later deel van E 1730 en vanaf 1880:E 1763 (zie ook bij Noorderbinnensingel)

1832 (art. 1904): Harmannus Pothoff (cipier)

1842 (art. 165.7/7512.9): Hindrik Bloem (koemelker)

1863 (art. 7691.1): Antonie Wilhelmus van der Velden (timmerm.). In 1863 bouw: E 1128 tm 1143 en E 1144=tuin en gang, zie verder bij Noorderbinnensingel oude nrs. 117 tm 131 en 142. In 1880 ontstaat E 1763

1880 (art. 11612): div. eigenaren

1927 (art. 28302): gem. Groningen en div. anderen

1937 (art. 30600.3236): gem. Groningen

De gang wordt in 1947: E 3122 (zie bij nrs. 39 en 41)

 


E 360=tuin (1848: E 804 en 805=tuin, 1853: E 881 tm 883, 1857: E 881, 882, 1002 tm 1004, 1863: E 881, 882, 1003, 1113, 1145 tm 1148)

1832 (art. 2180): Gerhardus Siertsema (koornmeter)

1834 (art. 2179): Klaas Sier(t)sema (koopman)

1843 (art. 3664): Jan Rooda (banketbakker)

1847 (art. 4941/7858): Gosse Molenberg (hovenierskn.) In 1848 bouw, daarna E 804 en 805 (tuin). In 1853 in tuin bouw, daarna E 881, 882 (huizen) en 883 (tuin). In 1857 weer bouw in tuin, daarna E 1002 (tuin) en 1003, 1004 (huizen). In 1862 in E 1002 en 1004 bijbouw, daarna worden deze E 113 (huis) en 1114 (tuin). In E 114 worden in 1863 gesticht: E 1145 (tuin), 1146 en 1147 (huizen) en 1148 (erf)

1875 (art. 10357): Renzo Molenberg (bloemkweeker). In 1879 uit E 1145 en 1148: E 1755 (tuin) en 1756 (huis en erf: zie hieronder nr. 39). In 1901 wordt tuin E 1755 gesplitst: E 2253 en 2254 worden dan verkocht aan art. 17311. 42 en 43.

Grote Rozenstraat gezien naar het zogeheten Rozenplein omstreeks 1927, met uiterst rechts gedeelte van nr. 39 en hogere huizen nr. 41 en 43 (foto Openbare Werken)


Grote Rozenstraat nr. 39

(tot 1899: L 391a, 1899-1921: 45) en 39/1 (tot 1899: L 595/10, 1899-1921: 45/1): 1863: E 1148, 1879: E 1756, 1901: E 2255, 1930: E 2787, 1979: E 3346

1901 (art. 12790): Kornelis Mensinga koopt E 881, 882, 1003, 1113, 1756 en deel van 1755. In 1901 ontstaan door bijbouw uit 1113, 1756 en deel 1755: E 2252 en 2255. In 1902 door bijbouw uit E 1731 en 2252: E 2288. En in 1902 ontstaan uit E 1732 en 1733: E 2289 en 2290. In 1906 wordt door aankoop E 2287: E 2370

1908 (art. 19102): Elsje Kapma, wed. Kornelis Mensinga (woont eerst nr. 57, na ‘21: 51)

1919 (art. 23398): Lammert Ippen (zeilmaker) (woont. Nr. 39)

Adresb. 1914-‘20: 45/Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘38: 39: L. Ippen, zeilmakerskn.

Adresb. 1920: 45/1/Adresb. 1922 tm i.e.g ‘33: 39/1: D. Molog, werkm.

Adresb. 1938: 39/1: –

Adresb. 1950-’51: 39: L. Ippen, zeilmakerskn.

1955 (art. 23964.7): Bernardus Stumpe (*1891, houtdraaier,+1973; x Gepke Katerborg) (woont Gr. Leliestr. 37), later 4/7 en 6 knd (elk 1/14)

Adresb. 1958/1961/1964: 39: G. Katerborg, opperm.

1968 (art. 46521): Bernardus Stumpe (+1973)

Adresb. 1968: 39: F.F. Lagerwerf

Adresb. 1972: 39: J.C. Bastiaans

1973 (art. 51766A): ?. Bezit ook gang E 3122

1974 (art. 40749): Ubel Linstra (*1929, ambt.) x Geessien Wilhelmina Baar

1978 (art. 59624): Christina Margaretha van Heerikhuizen (*1946, lerares) x Johan Auke de Boer (wonen er)

In ’79 perceel vergroot met deel van E 3122 tot E 3346

 

Grote Rozenstraat nr. 41

(tot 1870: L221-6, 1870-1899: L 391, 1899-1921: 47): 1901: E 2254, 1906: E 2372, 1930: E 2788, 1979: E 3345

1901 (art. 17311): Kornelis van Duinen (timmerm.) en 6 knd. Van Duinen (elk 1/14)

1905 (art. 18297): Jurrien Peter Freese (timmerm.). In 1906 deel verkocht, sloop en herbouw. Daarna E 2372

1906 (art. 18582):Marten Boersma (monteur)

Adresb. 1920: 47/Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘33: 41: M. Boersma, in zuivelben.

Adresb. 1920: 47a/Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘28: 41a: wed. A. Hofman, waschvr.

Adresb. 1933: 41a: wed. R.J. Hofman, U. Hofman, kleermaker.

1935 (art. 31699): Pieter Wijgerts (*1901, veehouder)x Trientje van Hemmen

Adresb. 1950-’51: 41: J.B. Davids, werkm.; 41a: K. Kingma, timmerm.

1952 (art. 38187): Pieter Wijgerts (veehouder, 3/4) en Elsiena Martha Wijgerts (minderjarige, 1/4)

1953 (art. 31699.14): Pieter Wijgerts

Adresb. 1958/1961/1964: 41: J.B. Davids, havenarb., T.W. Mulder, glasbewerk.; 41a: H. Tulp, stoker coverinrichting

Adresb. 1968: 41: N.A. Bosscher, drukker; 41a. mw. A. Katerborg-Wagenaar

Adresb. 1972: 41: -; 41a: mw. A. Katerborg-Wagenaar

1972 (art. 50979): Johannes Conradus Geling (*1948, Sappemeer)

1972 (art. 50980): Alex Franciscus Maria Brenninkmeijer (*1951) (woont er)

1976 (art. 56201): Patrick Matthew Thomas Everard (*1955).

In 1979 perceel iets vergroot met deel van E 3122 tot E 3345

 

Grote Rozenstraat 43 (uiterst rechts) tm 51 (vrijstaande iets naar voren uitspringende pand) in een reconstructie van Jan Smook.

Grote Rozenstraat nr. 43-43a

(tot 1870: L 221-5, 1870-1899: L 390, 1899-1921: 49) 1901: E 2253 , 1906: E 2371, 1931: E 2789

1901 (art. 17311): Kornelis van Duinen (timmerm.) en 6 knd. Van Duinen (elk 1/14)

1905 (art. 18297): Jurrien Peter Freese (timmerm.). In 1906 deel verkocht, sloop en herbouw.

1906 (art. 14617): Eltje van der Laan (aannemer)

Adresb. 1920: 49/Adresb. 1922-‘24: 43: mej. E. Thobokholt, waschvr.

Adresb. 1920: 49a/Adresb. 1922-‘24: 43a. G. Fokkelman, schoenmakerskn.

Adresb. 1928: 43: mej. E. Fokkema; 43a: H. Hofman, pakhuiskn.

Adresb. 1933: 43: T. Bakker, handelsreiz.; 43a: S. Havinga, stucadoor

1942 (art. 34999): Tjakomina Egberta Kram (+1962), wed. Pieter Holsteijn (kellner, +1919) en wed. Eltje van der Laan (+1941), later Derk Holsteijn (*1901, Texas), Grietje Roelina Holsteijn (*1907) (beiden 1/3) en 2 knd. Holsteijn (*1926 en ’30) (elk 1/6)

Adresb. 1950-’51/1958: 43: A.J. Cusiel, glazenw.; 43a: Fa. E.A. Kuitert en Zn., loodgietersbedr.

Adresb. 1961/1964: 43: A.J. Cusiel, glazenw., H. Cusiel, timmerm.; 43a: D. Kuitert, loodg., (alleen 1961) mw. G. Kuitert-Oudgenoeg

1963 (art. 41000.4725): gem. Groningen

Adresb. 1968: 43: mw. C. Been-Boddeveld; 43a: D. Kuitert, loodg., M. Klune, patatventer

Adresb. 1972: 43: B. van Dijk; 43a. D. Kuitert

1984 (art. 72223.6): gem. Groningen en Stichting Gron. Woningbouw Concordia

 


Grote Rozenstraat nr. 45 (incl. oude nrs. 47-49, zie hieronder)

(tot 1870: L221-4, 1870-1899: L 389, 1899-1921: 51): E 1113, 1906: E 2370, 1930: onderdeel van E 2790, 1940: E 3086

1901 (art. 12790): Kornelis Mensinga koopt E 881, 882, 1003 en 1113 (ook E 1756 en deel van 1755). In 1901 ontstaan door bijbouw uit E 1113, 1756 en deel 1755: E 2252 en 2255 (zie bij nr. 39). In 1906 wordt E 2252 door aankoop van E 2287: E 2370.

1908 (art. 19102): Elsje Kapma, wed. Kornelis Mensinga (woont nr. 57= na ‘21: 51)

Adresb. 1920: 51/Adresb. 1924/1928: 45: J. Borgman, melkventer

Adresb. 1933/1938: 45: wed. K. Mensinga, koemelkerij (verhuist naar Nw. Kijk in ‘t Jatstraat 66)

1938 (art. 30600.3593): gem. Groningen. Deel wordt afgebroken, rest wordt E 3086 en verkocht aan:

1940 (art. 33476): Jan Mensinga (*1891-+1956), later wed. Aagje v.d. Velde (*1905-+1987) (3/5) en 4 knd. (elk 1/10)

Adresb. 1940: J. Mensinga, koemelker

Adresb. 1950-’51: J. Mensinga, koemelker

Rolf Eerens schreef namens z’n moeder (Beuneker, die woonde Kl. Appelstraat 12a): ‘Met Elsje Mensinga is ze vriendin geweest. Ze zaten bij elkaar op de Nieuwe Kerkhofschool. Haar ouders hadden ook een melkhandel en hadden het druk. Beide ouders werkten hard in de zaak en mijn moeder en Elsje deden wel eens een karweitje en werden dan beloond met een boterham met aardbeien’.

Adresb. 1958 tm 1964: 45: mw. A. Mensinga- v.d. Velde (1961 ook): K. Mensinga, melkh.

1967 (art. 42938.191): RUG

Adresb. 1968: –

Adresb. 1972: 45: R. Hofstee

1982 (art. 68360): Henderikes Reender Reenders (1949) (woont nr. 45)

 


Grote Rozenstraat – oude nr. 47 (gesloopt)

(tot 1870: L221-3,1870-1899: L 388, 1899-1921: 53): E 881, 1930: onderdeel van E 2790

Eigenaren: zie bij nr. 45

Adresb. 1920: 53/Adresb. 1924: 47: wed. J. Spanjer

Adresb. 1928:: 47: wed. C. Schaafsma

Adresb. 1933/1938: 47: J. van Sichem, werkm.

In 1937 onbewoonbaar verklaard

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 49 (gesloopt)

(tot 1870: L 221-2 ,1870-1899: L 387, 1899-1921: 55): E 882, 1930: onderdeel van E 2790

Eigenaren: zie bij nr. 45

Adresb. 1920: 55/Adresb. 1924/1928/1933: 49: W. de Brock, turfventer

In 1937 onbewoonbaar verklaard

Adresb. 1938: 49: –

 

Grote Rozenstraat met zogeheten Rozenplein, dat geheel is afgebroken (reconstructie Jan Smook)

 
Grote Rozenstraat – oude nrs. 51 tm 55 (gesloopt)

E 361, 1859: E 1031, 1879: E 1731 tm 1733, 1902: E 2288 tm 2290, 1930: E 2791 tm 2793

1832 (art. 1427): Klaas Kwelder (koemelker) (bezit veel in de wijk, ook E 76 en 77, waar hij woont)

1834 (art. 3009): Albert Laurens Meijer(koemelker), later wed. Grietje Bloem (knd oa: Geertien *1817) (woont latere nr. 51, zie hieronder)

1855 (art. 6164): Geertien Meijer, wed Theodorus Westers (koemelkersche) en Grietje Westers (X Conradus Kiers). In 1859 bijbouw, daarna E 1031.

1865 (art. 8146): Arend Bouman (koemelker). In febr. 1879, na bijbouw: E 1731 tm 1733 (latere nrs. 51 tm 55, zie hieronder)

1884 (art. 12790): Kornelis Mensinga. Bijbouw E 1731 in 1891 en 1901. In 1902 door bijbouw: E 2288 tm 2290.

1908 (art. 19102): Elsje Kapma, wed. Kornelis Mensinga (woont nr. 57= na ‘21: 51)

1938 (art. 30600): gem. Groningen. Daarna sloop

Gang naar stal achter oude nr. 51 in 1937 (foto Openbare Werken)

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 51 (gesloopt)

(tot 1822: F 140, 1822-’70: L 221, 1870 tot 1899: L 386, 1899-1921: 57): 1879: E 1731, 1902: E 2288, 1930: E 2791

BR 1822: F 140/ L 221: wed. J. Spier

1832 (art. 1427): Klaas Kwelder (koemelker) (bezit veel in de wijk, ook E 76 en 77, waar hij woont)

BR 1830: Gerrit van Riessen (arb.)

1834 (art. 3009): Albert Laurens Meijer(koemelker), later wed. Grietje Bloem (knd oa: Geertien *1817)

BR 1840: Theodorus Westers (voerman, veehouder, +1855, wonend L 221) x 1838 Geertien (Geertje) Meijer (*1817)

1855 (art. 6164): Geertien Meijer, wed Theodorus Westers (koemelkersche) en Grietje Westers (x 1861 Conradus Kiers). In 1859 bijbouw, daarna E 1031.

1865 (art. 8146): Arend Bouman (koemelker). In febr. 1879, na bijbouw: E 1731 tm 1733

BR 1870 (L221/386): Arend Bouman (*1829, veehouder) x 1861 Klaaske(/sien) Heeres (*1830-+1882) en Willem (*1863) en dienstm.

1884 (art. 12790): Kornelis Mensinga. Bijbouw E 1731 in 1891 en 1901. In 1902 nieuwe kadasternummers

BR 1900: Kornelis Mensinga (*1861-+1908, koemelker) X Elsje Kapma (*1862) + knd, w.o.: Jacob Mensinga (*1884) x 1907 Cornelia van Dijk (*1883), gaan wonen nr. 59 en daarna Kerklaan.

1908 (art. 19102): Elsje Kapma, wed. Kornelis Mensinga (woont nr. 57= na ‘21: 51)

Adresb. 1920: 57: wed. K. Mensinga, J. Mensinga, koemelk (= zoon Jan Mensinga *1891-+1956, x Aagje v.d. Velde)

Adresb. 1924/1928: 51: wed. K. Mensinga, 1924 ook: J(an) Mensinga, koemelker

Adresb. 1933/1938: 51: J. Mensinga, koemelker

1938 (art. 30600): gem. Groningen. Daarna sloop

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 53 (gesloopt)

(1879-1899: L 386a, 1899-1921: 59): 1879: E 1732, 1902: E 2289, 1930: E 2792

Eigenaren: zie hierboven

Adresb. 1920: 59: H. Wiegers, werk.

Adresb. 1924: 53: W. Brilstra, serg. Infant.

Adresb. 1928: 53: mej. T. Pieters, mej. W. Zuininga


Grote Rozenstraat – oude nr. 55 (gesloopt)

(1879-1899: L 386b, 1899-1921: 61): 1879: E 1733, 1902: E 2290, 1930: E 2793

Eigenaren: zie hierboven

Adresb. 1920: 61. L. Korenhof, werkm.

Adresb. 1924/1928: 55. L. Korenhof, werkm.


Grote Rozenstraat – oude nr. 57-57a (gesloopt)

(tot 1822: F 139, 1822-1870: L 220, 1870-1899:L 385 en L385-1, 1899-1921: 63 en 63-1 later a): E 362 = huis en erf, 1876: E 1652 en 1653, 1899: E 2208, 1902: E 2291, 1910: E 2437

BR 1822: F 139/ L 220: H. Meinders

1832 (art. 2563): Bernardus Vrijdaal (steenmetzel.)

1835 (art. 3235): Willem Harkes Kuipers (koemelker)

1842 (art. 4111): Eite Pieters Oosterhoff (koemelker)

1851 (art. 1410.4): Klaas Harkes Kuipers (wagenligger/moesker)

1859 (art. 6951): Harke Klaassens Kuipers (winkelier)

1860 (art. 7021): Geertien Koopman, wed. Harke Kuipers (winkeliersche)

BR 1870: (L220/L385): Sebe Sierks (*1844, letterzetter) x Lammegien Weits (*1840) + 2 zonen. Ze verhuizen later naar L 366

BR 1870: L220a/L385a: Hendrik Weits (*1845, pakhuiskn.)+ vr en dch. Ze verhuizen later naar L246-2a

1874 (art. 10181.24): Reinder Wallinga (kastelein), later Marchien en Johannes. In 1876 splitsing in 2 huizen: E 1652 en 1653. In ’99 verenigd tot E 2208, in 1902: E 2291

1904 (art. 18043): Johannes Wallinga. In 1909 splitsing in E 2419 (bouwterrein) en 2420 (huis en erf) en verkoop:

1909 (art. 19116): Daaijo Mulder (bouwkundige) en Gerhardus van Veen (timmerm.)

In 1909-’10 sloop van E 2420 en in 1910 bouw 3 huizen op E 2419, waarna voor E 2435 en 2436: zie bij Noorderbinnensingel. Voor E 2437:

1915 (art. 19772.7): Hermannus Jacob van der Vlis (aanv. beambte SS, later zonder)

1919 (art. 16230): Albert Luikinga

Adresb. 1920: 63/Adresb. 1924/1928: 57: L. Beving kruidenier

Adresb. 1920: 63a.: O. de Vries

Adresb. 1924/1928: 57a. wed. O. de Vries

1938 (art. 30600. 3573): gem. Groningen. In ’39 sloop

 

Grote Rozenstraat nr. 47- 49

1944: E 3091, 1944: E 3109 (bouwterrein), 1947: E 3121 (11 huizen)

(art. 30600.3915, daarna 4228 en dan 4417 tm 4424): gem. Groningen. In 1947 splitsing ivm ‘overdracht’ in E 3120 tm 3127 waaronder: E  3121 = deel Gr. Kruis- tot Gr. Rozenstr. In 1948 stichting 11 huizen, daarna 30600.4946.

1949 (art. 36517.235): Woningbouwver. Volkshuisvesting, Damsterdiep 267

Adresb. 1964: 47. H. van Driel (scheikundige); 47a. H. Super (bedrijfsleider); 47b. Mevr. A A. Garssen- Hulleman; 49. M.H. Huizinga (laborant); 49a. J. Schuring (cahauffeur); 49b. J. Peterson (meubelmaker)

Adresb. ’68: 47. G. Woldijk (magaz.chef); 47a. idem; 47b. J. v.d. Laan (schilder); 49. tm 49b. idem

nr. 49: Menno Hendrik Huizinga (woonde in ’72: Noorderbinnensingel 117a) schreef in ’95 ‘Met de blik naar boven’ over de luchtoorlog 1940-’45. Hij overleed onverwacht 15-6-1998, toen hij net met B. van Leusen  ‘Vier dagen in april’ had afgerond, dat in ’99 verscheen.

 

Grote Rozenstraat, even zijde

Grote Rozenstraat nr. 2

(tot 1899: L 335): E 421, 1925: E 2618

1832 (art. 708): Benjamin Flitzema (koopman) (bezit meer in de buurt)

1846 (art. 2684.8/ 7143.8): Albertus Winsemius (barbier, later policiemeester), later wed. Seigje de Jonge

1885 (art. 12951): Henderika Jogchems, wed. Tjebbe Elzes Sikkema (winkeliersche)

1898 (art. 16240.3): Henderikus Drent (handelaar in schepen)

1899 (art. 15267): Tonnijs Venema (winkelier), later wed. Margaretha Noorman (woont er niet) en Jantje Wubbina Venema x Jarig van Sluis (Den Haag)

Herbouwd F. Venema, 1899

BR 1900: Levie de Vries (*1876, vleeschhouwer) x Geertje Cohen (*1874) + zn. Max (vertrekken 1901 naar Rotterdam) en Douwe Wolthoorn (*1882, slager)

Adresb. 1920: A.A. Smit, winkelier

Adresb. 1922: H.T. Bruinius, winkelier

1924 (art. 24813): Annechien Mensinga (winkelierster; woont Folkingestr. 62). Koopt dan ook Nw. Kijk in ’t Jatstraat 64

Adresb. 1933: –

Adresb. 1938: wed. B.M. Scheffer- Lanting

1966 (art. 45588): Louise Belgraver (*1916, woont Haren) x F.L.P. Krizkovsky

1977 (art. 50562): BV Assunoord

1979 (art. 61673): Annie Gerda Wiersma (*1955, groepsleidster; woont Midlaren)

 

Grote Rozenstraat nr. 4

(tot 1899: L 336): E 420, 1930: E 2794

1832 (art. 2194): Barteld Sikkens (arb.)

1848 (art. 2684.17/7143.7): Albertus Winsemius (barbier, later policiemeester), later wed. Seigje de Jonge

1885 (art. 12951): Henderika Jogchems, wed. Tjebbe Elzes Sikkema (winkeliersche)

1898 (art. 16051.5): Kornelis Mensinga (koemelker) en Freerk Nieman (koemelker). In 1898 herbouw F. Nieman en K. Mensinga

1899 (art. 12215.4): Harmannus Mulder (kleermaker), later wed. Mina Imelman (Zie: Familie Imelman) (9/16) en 7 knd. Mulder (elk 1/16)

BR 1900: Harmannus Mulder (*1857, kleermaker) x Mina Imelman (*1859) en 5 knd.

Adresb. 1920 tm i.e.g. 1938:  H. Mulder, later wed. H. Mulder

1946 (art. 32859.3): Sjoert(d) Swart (koopman; woont er niet)

1947 (art. 36159): Willem de Jonge (schipper), later wed. Oetciena Zijlstra (*1898) en Egbert de Jonge (*1932, portier)

1979 (art. 44946.27): Siebrand v.d. Veen (*1935, kamerverhuurder)


Grote Rozenstraat nr. 6

(tot 1899: L 337): E 419, 1872: E 1366, 1931: E 2795

1832 (art. 2213): Johannes Sleining

1846 (art. 4771): Fi(e)bo Jans Kruisinga (schoenm.; +1848 ) x1827 Anna Sleining (*1791-+1878), later wed.

1852 (art. 5596): Hindrik Roelofs Edens (winkelier)

1853 (art. 5752): Geert Johannes Dijkstra (stuurman; +1894)x Anna Gerdina Berens: 3 knd., later wed (1/2) en 3 knd (elk 1/6)

1901 (art. 13008.9): Harmannus Henderikus van Mal/Malt(h)a (*1844, turfschipper, +1931, x 1873: Alijda Johanna Gillis *1850)

Adresb. 1920, ’22: H.H. van Malta (in ’20 + H. van Malta, meubelm.kn.= Harmannus Hinderikus *1889, x 1919 Mina Berendina Brekhof)

1931 (art. 30034): Kornelis Jan Wiltjer (aannemer) en Jan v.d. Veen (timmerm.)

1931 (art. 30060): Janna Nieboer (bakkersche), wed. Willem Vogel

Adresb. 1933: wed. W. Vogel

Gebouwd Stuiveling (arch. A. Kloosterman), 1934

Adresb. 1938: G. Amsinga

1946 (art. 35837): Willem Woldringh (slager)

1956 (art. 37193.8): Jan Noordhuis (schipper), later Janna Brandsma (9/24), Dirk Noordhuis (*1923; 3/24) en Luitje Windt (*1942; 12/24)

1960 (art. 41019): Aaltje Pruis (+)

1966 (art. 45735): Nanno Harrie Mulder (arts; woont er)x Paula Olga Maria Dijkstra

1971 (art. 48795): Grada Gerdina Hendrika van Voorst (*1948)

1978 (art. 59530): jan Cornelis Timmerman (*1955, verkoper; woont Pijpstraat 1)

1981 (art. 66346): Maria Jannette de Jong (*1952, woont er)

1984 (art. 71047): Marga Jager (*1966; woont er)

 

Grote Rozenstraat nr. 8

(tot 1899: L 338): E 418, 1872: E 1365, 1930: E 2796

1832 (art. 2213): Johannes Sleining

1846 (art. 4771): Fi(e)bo Jans Kruisinga (schoenm.; +1848 ) x1827 Anna Sleining (*1791-+1878), later wed.

1852 (art. 5596): Hindrik Roelofs Edens (winkelier)

1853 (art. 5752): Geert Johannes Dijkstra (stuurman; +1894)x Anna Gerdina Berens: 3 knd.

1872 (art. 9607): Pieter Jans Albers

1877 (art. 8292.10): Tjebbe Elzes Sikkema (koopman), later wed. Hinderika Jogchems (zie ook bij nr. 72)

1898 (art. 13008.6): Harmannus Henderikus van Mal/Malt(h)a (*1844, turfschipper, +1931, x 1873: Alijda Johanna Gillis *1850)

Adresb. 1920, ’22: J. Nienhuis, veehandel.

1926 (art. 27467): Grietje Klazina Stuiveling en Anna Geltina Stuiveling. In 1934 verbouw Stuiveling (arch. A. Kloosterman). Bezit ook nr. 10= E 3013= werkpl. met erf

Adresb. 1933/1938: J.J. van Minnen, werkm.

1943 (art. 35384): Garmt Beukema (kand. Notaris; woont Medemblik) en Albert Jan Beukema (belast.ambt.; woont Assen). Bezit ook nr. 10=E 3013= werkpl. met erf

1978 (art. 59373): Albert Stienstra (*1957; woont er)

1978 (art. 59374): Gerbrand Stienstra x Wilmiena Post (*1936; dir.; woont Augsutinusga)

1986 (art. 74900): Albert (*1957), Tineke (*1959), Jacobus Gerbrand (*1961) en Richard (*1965) Stienstra (elk ¼)

1986 (art. 75636): J.C. Stienstra Vastgoed Groningen BV


Grote Rozenstraat nr. 10-12

E 417

1832 (art. 773): Henderikus Geubels (kleerm.) en m.e.

1834 (art. 3005): Jan Koop (metselaar)

1839 (art. 1628): Klaas Meijer (verwer en glazenmaker)

1839 (art. 2881): Menno Derks ten Hoorn (broodbakker) en knd, later Derk Mennes ten Hoorn

1870 (art. 6537.6): Martinus Kuipers (brood & koekbakker)

1875 (art. 9989): Jan Geurts (touwsl.knecht). In 1877 splitsing in E 1705 en 1706: zie hieronder.

Grote Rozenstraat nr. 10

(tot 1899: L 339a): 1877: E 1705, 1930: E 2797, 1936: E 3013

1877 (art. 9771.7/12684): Douwe Huizing (turf/schipper)

1886 (art. 9819.4): Jan Georg Wijndels (zakkerverhuurder)

1899 (art. 16548): Eildert Brands (schipper)

1920 (art. 18168.82): Jan Imelman Jzn. (gasfitter, later makelaar) Zie: Familie Imelman

Adresb. 1920: J. Westerhof, werkm.

Adresb. 1922: H. Kremer, voermanskn.

1923 (art. 19302.10): Anna Geltina Stuiveling (*1870; woont er niet). In 1936 verenigd met gedeelte uit art. 32002 (E 2614, Nw. Kijk in ’t Jatstraat) tot E 3013

Adresb. 1933: J. Friemann, werkm.

Adresb. 1938: wed. E. van Minnen-Lammers. Wort in 1938 onbewoonbaar verklaard, daarna werkplaats.

1939 (art. 27467.4): Grietje Klazina Stuiveling en Anna Geltina Stuiveling

1943 (art. 35384): Garmt Beukema (kand. Notaris; woont Medemblik) en Albert Jan Beukema (belast.ambt.; woont Assen).

1978 (art. 59373): Albert Stienstra

1978 (art. 59374): Gerbrand Stienstra x Wilmiena Post (*1936; dir.; woont Augsutinusga)

1986 (art. 74900): Albert (*1957), Tineke (*1959), Jacobus Gerbrand (*1961) en Richard (*1965) Stienstra (elk ¼)

1986 (art. 75636): J.C. Stienstra Vastgoed Groningen BV


Grote Rozenstraat nr. 12

( tot 1899: L 339a): 1877: E 1706, 1930: E 2798, 1986: E 3416

1877 (art. 10853): Gerardus Heunink (winkelier)

1878 (art. 11202): Harmannus Wilhelmus Dagelet (3/5) en 4 knd. Dagelet (elk 1/10)

Adresb. 1920, ’22: Ph. P. Hoogman, meubelm.

1931 (art. 26794): Everhardus en Wilhelmina Helena Dagelet, later Hermannus, Francuscus Hendrikus en Catharina Dagelet (elk 1/3)

1936 (art. 32022): Jantje Kallenkoot, wed. Hendrik Bakker

Adresb. 1933: J. van Ingen, werkm. Wordt in ’36 verbouwd, daarna werkplaats

Adresb. 1938: smederij van S.K. Bezema

1986 (art. 64983): Rozendal Vastgoed (Hardegarijp), dat ook Nw. Kijk in ’t Jatstraat 60 bezit (zie daar). Daarna wordt Gr. Rozenstraat 12 plus het achter nr. 14 gelegen pand afgescheiden en verkocht aan:

1986 (art. 74980): Hedde (*1955), Gerrit (*1959) en Tjeert Tel (*1956) (wonen er niet)

Gr. Rozenstraat 12 en het erbij behorende pandje achter nr. 14 worden in 1986 E 3416 (Hulpkaart kadaster 1987)

nu: T. Boelkens

huisje erachter: van … tot ..: atelier Martin Tissing (1936-2018)

Grote Rozenstraat nr. 14

(tot 1899: L 340): E 416, 1931: E 2799, 1936: E 3014

1832 (art. 1474): wed. Ede van Lingen

1845 (art. 4683): Jan Egbert Stukkien en m.e.

1866 (art. 8272): Willem Folkerts (letterzetter)

1876 (art. 10590): Johannes Jacobus Hartman (1/2) en 4 knd. Hartman (elk 1/8)

1905 (art. 18208): Trientje Broekmans, wed. Albert Hendriks (woont er)

Adresb. 1920: wed. A. Hendriks, K. Julsing, pakhuiskn.,

Adresb. 1922, ’24: wed. A. Hendriks, mej. T. Boerema, L. Broekmans

Adresb. 1933: wed. A. Hendriks, mej. A. Eppinga, modiste

1934 (art. 22901.4): Michiel Wories, later wed. Anna Lucia Broekmans (2/3, woont er) en Sjoerd Pekelder (1/6) en Pieter Kornelis Wories (1/6). In 1936 verenigd met ged. van E 2614 (Nw. Kijk in ’t Jatstraat) tot E 3014

Adresb. 1938/1939: wed. A. Hendriks, M. Wories, tabaksbew.

1964 (art. 44209): Geertruida Drost (*1921, huisnaaister)

1975 (art. 45470.33): Jiles van Donderen (*1899, koopman)

1975 (art. 36591.101): Tjeerd Boomsma (*1912, vishandelaar), later wed. Henke van Duinen en knd; Tjeerd (*1938, koopman) en 3 knd. Drent

1975 (art. 54541): Roelftje Geessien Wright (*1954; 1/2) en Johannes Jan Wright (*1956; ½) (wonen in Yde)

1986 (art. 74367): Wilhelmina Mechelina Maria Coerwinkel (*1965, woont er)

Grote Rozenstraat – oude nrs. 16-18-20

Tot 1938 drie huizen (zie onder):


Grote Rozenstraat – oude nr. 16

(tot 1899: L 341): E 415, 1931: E 2800

1832 (art. 1474): wed. Ede van Lingen

1845 (art. 4683): Jan Egbert Stukkien en m.e.

1866 (art. 8273): Albert Bakker (brievenbesteller x Margarieta Geertruda Ansing)

1869 (art. 4622): Jacob Hillebrand Groenewold (tuinman), later wed. Martha Jans Vos en Albert Groenhuis (bleeker).

1891 (art. 13565/19246): Jacoba Groenewold, wed. Klaas Reitsma (hotelhoudster)

1920 (art. 16633): Eusebius Gerhardus Boekhout (manufacturier)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: J. Freese, rijw.maker, A. Freese-Nijdam, modiste

Adresb. 1933: H. de Vries, werkm.

1935 (art. 31797): Hermanna Johanna Sips, wed. E.G. Boekhout (koopvrouw)

1937 (art. 29349): Geertruida Margien Broekstra, wed. Hendrik Bruins + dch. Bruins

Gebouwd H. van de Velde (arch. Wildeboer en Overzet), 1937-’38, hierna E 3055

Grote Rozenstraat – oude nr. 18

(tot 1899: L 342): E 414, 1931: E 2801

1832 (art. 198/7524): Hendrik (Hindrik) de Boer (timmerman)

1868 (art. 4622): Jacob Hillebrand Groenewold (tuinman), later wed. Martha Jans Vos en Albert Groenhuis (bleeker)

1891 (art. 13565/19246): Jacoba Groenewold, wed. Klaas Reitsma (hotelhoudster)

1920 (art. 16633): Eusebius Gerhardus Boekhout (manufacturier)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: H. de Vries, werkm.

Adresb. 1933: D. van Tilborg, werkm.

1935 (art. 31797): Hermanna Johanna Sips, wed. E.G. Boekhout (koopvrouw)

1937 (art. 29349): Geertruida Margien Broekstra, wed. Hendrik Bruins + dch. Bruins

Adresb. 1938: –

Gebouwd H. van de Velde (arch. Wildeboer en Overzet), 1937-’38, hierna E 3055


Grote Rozenstraat – oude nr. 20

( tot 1899: L 343): E 413, 1931: E 2802

1832 (art. 1474): wed. Ede van Lingen

1845 (art. 4683): Jan Egbert Stukkien en m.e.

1866 (art. 8274): Demina Menholts (*1821, dienstmeid, x 1865: Roelof Mekkes, *1819, zadelmaker)

1882 (art. 4622): Jacob Hillebrand Groenewold (tuinman), later wed. Martha Jans Vos en Albert Groenhuis (bleeker)

1891 (art. 13565/19246): Jacoba Groenewold, wed. Klaas Reitsma (hotelhoudster)

1920 (art. 16633): Eusebius Gerhardus Boekhout (manufacturier)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: A. Reinders, werkm.

Adresb. 1933: wed. E. Biemolt

1935 (art. 31797): Hermanna Johanna Sips, wed. E.G. Boekhout (koopvrouw)

1937 (art. 29349): Geertruida Margien Broekstra, wed. Hendrik Bruins + dch. Bruins

Adresb. 1938: wed. H. Sluman- Schenkel

Gebouwd H. van de Velde (arch. Wildeboer en Overzet), 1937-’38, hierna E 3055


Grote Rozenstraat nr. 16, 16a, 16b, 18, 18a, 18b (20 ontbreekt nu)

1938: E 3055

Zie boven: (art. 29349): Geertruida Margien Broekstra, wed. Hendrik Bruins + dch. Eeltje Berendina Kornelia Elizabeth Bruins

Adresb. 1939: 16: K. Rozema (vertegenw.); 16a. R. Lanting (werkm.); 16b. A. Hulzebos (timmerm.); 18: mej. M.S. Wielsma (naaister); 18a. P.W. Broekstra (koopm.); 18b. S.I. van Gelder (vertegenw.)

Razzialijst 1941/Adresb. 1950: 18b. Samuel Izak van Gelder (*1897, vertegenw., 1950: metaalbewerker) x Alberdina Sterenborg + knd Jacques (*1931), Karel Rudolf (*1934) (*1947 John/ Hoge der A): (1938: Kl Leliestraat 1) Gr. Rozenstraat 18B

Bron John van Gelder:  Samuel Izak moet wel naar werkkamp Havelte. Z’n vrouw en kinderen worden door NSB’er Diephuis ‘) uit woning gezet. Na de oorlog ‘gooien’ ze Diephuis eruit met hulp van Canadezen die in Chr HBS zitten.

‘) Jan Harm Wessel Diephuis (*1907, zie bij Nw. Kijk in ’t Jatstraat 54) woont volgens ‘Opgavelijst P.R.A- Afdeeling Documentatie’ in 1945 op 18B.

Adresb. 1958: 16 (tm i.e.g. ’68): Mej. N. Bock, telefoniste PTT (in ’58 met R. Bock)

Adresb. 1958: 16a. P.A. v.d. Bor, sportleraar; 16b.(i.e.g. tm ’68) T.B.J. Parlevliet, aannemer; 18. (i.e.g. tm ’68) Mw. S. S. v.d.Wal-Tigchelaar; 18a. M. Bottema, assist. RU; 18b. H. de Vries, chauff.

1963 (art. 21313): Eeltje Berendina Kornelia Elizabeth Bruin

Adresb. 1964: 16. Zie boven; 16a. (i.e.g. tm ’68) Tj. Smits, los arb. NS; 16b. en 18. zie boven;18a.(i.e.g. tm ’68) Joh.F. Wiegers, magazijnbed.; 18b. J.H. Bletgen, modelmaker

1968 (art. 42938.231): RUG

Adresb. 1968: als boven m.u.v. 18b. R. Joh. Hofman, gem. reiniger

1984 (art. 23113.226): St. Groninger Woningbouw Concordia

 

Grote Rozenstraat – oude nrs. 22-26

(1870-1899: L 344(2x) en L 348): E 412 tm 410, (E 412 wordt E 1075 en daarna E 1548+1549), 1883: E 1944

1832 (art. 2627): Roelf Westers (voerman)

1855 (art. 4728/9004): Harmannus Duns (kleermaker/badhouder). In E 412 in 1861 bijbouw, daarna E 1075. In 1874 gesplitst in E 1548 en 1549=tuin

1880 (art. 9585): Jan Bus (steendrukker/ badhuishouder). Hij verenigt in 1883 alle 4 tot E 1944 (Badhuis: zie Stadsplattegrond 1887, onder nr. 96). NB In 1899 : L 344/nr. 24: Badinrichting; NvhN 12-11-1902

BR 1890: Jan Bus (*1848, badhuishouder) x Diena Dooijes (*1847) + knd

1903 (art. 14233.12): Frederik Hindrik de Vries (timmerman). In 1903 bouw nr. 26, daarna E 2306-2307-2308=erf en E 2309=tuin. In 1903 verkoop van eerste 3. In tuin in 1904 bouw, daarna E 2335, dat gaat in 1921 naar art. 24676.4 (Fred. Hindr. De Vries, woont Gr. Rozenstr. 26)


Grote Rozenstraat nr. 22, 22a, 24, 24a

(1903-1921: 22 en 22/1-22/1a): E 2306-2307, 1903: E 2333, 1909: E 2422 (22-22a) en 2421 (24-24a)

1903 (art. 17629): Wolter Wolters (instrumentenmaker en amanuensis HBS). In 1903 E 2308 weer verkocht aan art. 24233.17 (F.H. de Vries), rest in 1903 verenigd tot E 2333. In 1909 sloop en bouw: E 2422 (huidige nr. 22) en 2421 (huidige nr. 24)

Adresb. 1920: 22. W. Wolters, instr.maker en amanuensis GHBS, wed. J. Jonas; 22a: D. van Gelder; 22/1: B.J.J. Kloosterhuis, machinist; 22/1a: H.E. Roosjen, bediende labor.

Adresb. 1922/’24: 22: W. Wolters, instr.maker/ amanuensis, wed. J. Jonas; 22a: D. van Gelder, koopman; 24: J. Schoenmaker, opz. Stoomwezen; 24a: B.J.J. Kloosterhuis, machinist

Adresb. 1933: nr. 22: D. van Gelder, veehandel; 22a. L. Klamer; 24. W. Smit, werkm.; 24a. B.J.J. Kloosterhuis, machn

1959 (art. 41226): Freerk Groeneveld (koopman, x 1941: Klaziena Noorman)

1983 (art. 69594. 45 en 46): Klaziena Noorman (*1920), wed. Freerk Groeneveld (woont Haren; bezit veel)

 

Grote Rozenstraat nr. 26

(1903-1921: 24): E 2309 (E 2308), 1904: E 2335, 1931: E 2803, 1946: E 3116, nu onderdeel van E 3726:

1903 (art. 14233): Frederik Hend(e)rik de Vries (timmerman). E 2308 verenigd met 2309 en in tuin in 1904 bouw, daarna E 2335

De familie De Vries: De familie bestaat uit een aantal generaties timmerlieden/aannemers. Fred(e)rik de Vries (*1804-+1898) en echtgenote Hinderkien v.d.Schans (*1800-+1883) krijgen zoon Jan (*1839-+1887), die trouwt met Johanna Roline van Ikelen (*1846-+1923). Zij krijgen zes kinderen: Frederik Henderik (*1867), Hinderkien (*1870), Christina (*1873), Johanna Rolina (*1875 Adorp-+1875 Sauwerd), Martinus (*1880) en Roline (*1885). Allen in de stad, met uitzondering van de jong overleden Johanna Rolina (ze woonden dus kort in Adorp/Sauwerd). Frederik Hend(e)rik trouwt in 1893 in Adorp met de daar geboren Jantje Faber. Ook zij krijgen zes kinderen: Jan (*1894), Abelina Johanna (* 1896-+1897), Roline Harmine (*1897), Johanna Abelina (*1898), Johannes (*1900) en Henderika Harmina Ernestina (*1902). Ze wonen lange tijd Gr. Rozenstraat 26. F.H. overlijdt in 1944. Hij heeft ook elders in de wijk panden, zoals Noorderbinnensingel.

Adresb. 1920 (nr. 24)/1924 (nr. 26): F. H. de Vries

1921 (art. 24676.4): Frederik Hendrik De Vries (woont Gr. Rozenstr. 26), later Henderika Harmina Ernestina de Vries (1/5) en 4 anderen

1949 (art 36892/41657): Fa. Techn. Bureau Van Mal en Rump (Gr. Rozenstr. 26)

Heeft ook E 2804 en 2805 (zie daar)

1968 (art. 46149): NV Onroerend Goed Exploit. Mij. te R’dam. Krijgt ook E 2806 (nr. 32)

1969 (art. 42938): RUG. In ’73 worden E 3116, 2804 tm 2806 verenigd tot E 3317. In ’85 ged. ruil met gemeente

V.l.n.r. Grote Rozenstraat 22-24 (voorste hoge pand), 26 en de afgebroken huisjes met de oude nrs. 28-30 en 32, 34 en 36 (het achterste hoge pand) omstreeks 1927 (foto Openbare Werken)


Grote Rozenstraat nrs. 28 tm 36

E 408 (=tuin) en 409 (=huis en erf), 1854: E 940 tm 936 (E 936 wordt in 1857: E 990-991):

1832 (art. 174): Gerrit van Boekeren (verwer)

1833 (art. 3134): Freerk Germs (broodbakker, +1847)

1851 (art. 5483): Teilina Ottens, wed. Freerk Germs (+1875) (zie ook bij oude nr. 38)

Uit E 409 en 408 worden in 1854 E 940 tm E 936 (huizen en laatste is schuur) gebouwd met E 941=tuin. In 1857 wordt E 936 gesplitst in E 990(=wagenhuis) en 991(=huis).

In 1864 wordt alles verkocht: vervolg zie onder.

E 941 aan art. 4728.9 en 7853.5


Grote Rozenstraat  nr. 28

(1870-’99: L 348, 1899-1921: 26): 1854: E 940, 1903: E 2334, 1930: E 2804, 1973: onderdeel van E 3317, nu nieuw, onderdeel van E 3726

1864 (art. 7926): Henderica Gesina v.d. Nap (wed. Hindericus Meuge).

1875 (art. 10276):  Franciscus van der Heijden (*1825, spiegelmaker, x 1860: Helena Maria Walker, +1888)

1889 (art. 13986): Helena Maria Walker (*1831-+1912), wed. Fr. van der Heijden

1899 (art. 11215.10): Jelle de Vries (turfschipper). In 1903 afsplitsing van deel dat wordt verkocht aan art. 14233.18

1909 (art. 14233): Frederik Hindrik de Vries (timmerm-aannemer)

Adresb. 1920/’22: nr. 26/28: wed. A. Wierenga, baker

1921 (art. 24676.3): Frederik Hindrik De Vries (woont Gr. Rozenstr. 26), later Henderika Harmina Ernestina de Vries (1/5) en 4 anderen

1949 (art. 36892.3/41657): Fa. Techn. Bureau Van Mal en Rump (Gr. Rozenstr. 26)

E 2804, 2805 en 3116 (was 2803):

1968 (art. 46149): NV Onroerend Goed Exploit. Mij. te R’dam. Krijgt ook E 2806 (nr. 32)

1969 (art. 42938): RUG. In ’73 worden E 3116, 2804 tm 2806 verenigd tot E 3317. In ’85 ged.ruil met gemeente.

In 2013, samen met nr. 30, nieuw gebouwd.


Grote Rozenstraat nr. 30

(1870-’99: L 349, 1899-1921: 28) : 1854: E 939, 1930: E 2805, 1973: onderdeel van E 3317, nu nieuw, onderdeel van E 3726  

1875 (art. 5053.3): Hendrik Lameris (timmerman)

1879 (art. 11235): Albert Westerborg (timmerm.)

1889 (art. 13873): Christiaan Nicolaas Riedenberg (werkm.), later wed. Elisabeth Karssens en knd. Riedenberg

1905 (art. 18216): Jochem Wolthekker (kastelein)

1909 (art. 19344): Grietje Angerman (wed. J. Wolthekker; koffiehuish. Nw. Kijk in ’t Jatstraat 51a). In 1931: E 2805

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’38: nr. 28/30. IJ v.d. Berg, arbeider

1952 (art. 37104): Tallechien v.d. Laan (wed. Roelof Drenth, woont Nieuwstad)

Nr. 28: Gebouwd techn.buro Van Mal en Rump, 1952

1955 (art 36892/41657): Fa. Techn. Bureau Van Mal en Rump (Gr. Rozenstr. 26)

E 2804, 2805 en 3116 (was 2803):

1968 (art. 46149): NV Onroerend Goed Exploit. Mij. te R’dam. Krijgt ook E 2806 (nr. 32)

1969 (art. 42938): RUG. In ’73 worden E 3116, 2804 tm 2806 verenigd tot E 3317. In ’85 ged.ruil met gemeente.

In 2013, samen met nr. 28, nieuw gebouwd.

Uit boek Niewe Stadt: De Grote Rozenstraat ziet er in 1923, als P.B. Kramer er fotografeert, heel anders uit dan tegenwoordig. Alleen nummer 32, het tweede huisje van links, heeft nog dezelfde begane grond. Behanger Klaas Dijkstra laat er in 1933 een verdieping opzetten. De huisjes 28 tm 36 zijn in 1854 in opdracht van de weduwe van broodbakker Freerk Germs, Teilina Ottens, gebouwd. De nummers 34 en 36 (het hoge pand) zijn in 1949 door de ‘Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs’ vervangen door nieuwbouw. In 1923 hebben de meeste huisjes daarnaast al plaats gemaakt voor de bouw van de Chr. HBS door dezelfde vereniging. Ook een aantal huisjes rechts heeft plaats moeten maken, in dat geval voor nieuwbouw van de universiteit.

Grote Rozenstraat nr. 32

(1870-1899: L 350, 1899-1921: 30): 1854: E 938, 1883: E 1945, 1930: E 2806, 1973: onderdeel van E 3317, nu onderdeel van E 3726

(art. 5483): Teilina Ottens, wed. Freerk Germs

1864 (art. 6705.22): Wilt Hilrichs Hidden (kuiper, +aug. 1892 Veendam), later wed. Martha Jacobs Prummel (+dec. 1892 Veendam), daarna Antje Hidden en Wilte Hilrich Tulp (Sexbierum)

1911 (art. 18168.29): Jan Imelman Jzn. (gasfitter, later makelaar) Zie: Familie Imelman

Adresb. 1920/’22: nr. 30/32. G. Wiggerman, blikslagerskn.

1928 (art. 28803): Derk Alberts (kantoorbed.; woont in A’dam)

1929 (art. 29240): Maria Gesina Anna Elisabeth Menna v.d. Vaart (woont Kleine Bergstraat 1)

Adresb. 1920: G. Wiggerman, bliksl.kn.

1933 (art. 30805): Jan Groenewold (timmerm.), Hendrik ter Veld (bakker) en Anne Kloosterman (aann.)

Adresb. 1933: H. de Boer

1933 (art. 23127): Klaas Dijkstra (behanger, woont er niet) In 1933 verbouwd, met extra verdieping

Adresb. 1938: H.O. Datema, glazenw.

1940 (art. 33631): Johanna Wilhelmina van der Heijden (costuumnaaister; woont er)

1949 (art. 36912): Harke Klinker (lijstenfabr.; woont later Stadskanaal)

1954 (art. 39077): Heije Johannes Folkersma (kantoorbed,; woont er niet)

1958 (art. 40940): Melle van Akkeren (koopman; woont er). Zn: Gert

1967 (art. 41657.6): NV Techn. Bureau Van Mal en Rump

1968 (art. 46149): NV Onroerend Goed Exploit. Mij. Ogem (R’dam)

1969 (art. 42938. 245): RUG

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 34

(1870-1899: L 351, 1899-1921: 32): 1854: E 937, 1883: E 1946, 1931: E 2807, 1946: onderdeel van E 3118

1864 (art. 6692.3): Pieter Damsté Brouwer (korenmeter)

1874 (art. 10102): Willem Koerts Slik (kapitein koopvaardij)

1882 (art. 11916): Luitje Mulder (koopman), later knd. Mulder. Wort in 1883: E 1946

1904 (art. 14233.19): Frederik Hindrik de Vries (timmerm-aannemer)

Adresb. 1920/’22: nr. 32/34. wed. J. van Zuiden

1921(art. 24676.2): Frederik Hindrik De Vries (woont Gr. Rozenstr. 26), later Henderika Harmina Ernestina de Vries (1/5) en 4 anderen

1940 (art. 21498.19): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs. In ’46 verenigd met E 2803 en 2808 tot E 3118.

Adresb. 1950: –

In 1950 sloop en nieuwbouw, zie hieronder

 
Grote Rozenstraat – oude nr. 36-36a

(1870-1899: L 352 of 354, 1899-1921: 34-34a): 1854: E 936, 1857: E 990-991,1883: E 1947, 1894: E 2065, 1931: E 2808, 1946: onderdeel van  E 3118

1864 art. 5330. 7 en 8/8581): Samuel Benjamin Leek (koopman). E 991 wordt in 1883: E 1947

1892 (art. 13700. 20 en 21): Geert Belgraver. In 1894 herbouw en verenigd, daarna beneden- en bovenwoning: E 2065

1895 (art. 9449): Willem Kruijer (zakkenverhuurder), later wed. Geertruida Munting en 5 knd. Kruijer (elk 1/10)

Adresb. 1920/’22: 34/36. D. Oudgenoeg; 34a/36a. J. Stege, werkm.

1923 (art. 23710/14147): Albertus Brink Azn., later wed. Berendien Schaap en 2 knd Brink Schaap

1940 (art. 21498.18): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs. In ’46 verenigd met E 2803 en 2807 tot E 3118.

Adresb. 1950: 36. K.J. Huiskamp, conciërge

 

Grote Rozenstraat nr. 34, 34a, 34b (36 ontbreekt nu)

E 3118, 1951: E 3239 (E 3240 = lokaal erachter), nu onderdeel van E 3724

(art. 21498.20, in ’51: 23 en 24): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs

Na bouw in 1950, in ’51 gesplitst in E 3239 (=huis) en 3240 (staat erachter).

Laatste wordt in 1957 verenigd met E 3182 (Gr. Leliestr.) tot E 3253=bouwterrein, erf en uitweg (naar Gr. Leliestr.). In datzelfde jaar: ged. school en erf.

Adresb. 1958: 34. A. ter Veen, conciërge; 34a. D. Emmelkamp, kl;eermaker; 34b. H. van Streun, amanuensis Chr. HBS

Adresb. 1961-‘64: 34. G. Dambrink, amanuensis; 34a en 34b. zie boven

Adresb. 1968: 34. Joh. Berghuis; 34a. en 34b. zie boven

Adresb. 1972: 34. Y.S. van Dijk; 34a. D. Emmelkamp; 34b. ontbreekt

Later (i.e.g. 1980 nog): Ver. voor Prot. Chr. Onderwijs

Nu RUG

 

Grote Rozenstraat nr. 38

(tm 1924: nrs. 40-42, 1925: 38 tm 44): 1924: E 2548, 1971: onderdeel van E 3316, 1988: onderdeel van E 3419, 1989: onderdeel van E 3426, 1993: onderdeel van E 3591, 2006: onderdeel van E 3724

1920 (art. 21498): Ver. voor Chr. Middelbaar Onderwijs. In 1923 (E 2066, 2067 en 2076, E 399 tm 402) en ’24 (E 2069) sloop, daarna 1923-’24 bouw (arch. J.v.d.Veen, Kuiler en Drewes), waarna E 2548

In 1957 vertrekt de 2e Chr. HBS, met MMS afd., naar nieuwbouw aan Adm. de Ruyterlaan (per 1-8-’68: Augustinus College). Vanaf 1-8-1968 heet 1e Chr. HBS: Wessel Gansfort College. Op 15-10-1980 officiële opening nieuwbouw aan het Heerdenpad.

1979 (art. 42938.358): RUG

Universiteit vestigt er in ’81 of voorjaar ’82 eerst vakgroep Geschiedenis. In 1982 o.a. adres van Stichting Groniek.

Nu: Nieuwenhuis gebouw

Hulpkaart kadaster 1924 met daarop de afgebroken huisjes en in rood de nieuw gebouwde Chr. HBS (E 2548)

De Chr. HBS niet lang na de voltooiing

 

Grote Rozenstraat  nr. 40 (op terrein nr. 38)

Adresb. 1926 tm i.e.g. ’58: W. Louwes, conciërge (later ook amanuensis)

Adresb. 1961 tm i.e.g. ’72: A. ter Veen, conciërge

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 38

(tot 1921: 36): E 407, 1870: E 1324, 1894: E 2066

1832 (art. 100): Otto Bastiaans (molenaarsknecht)

1833 (art. 175.6): Hindrik Boekhoudt (*1782 Jemgum, D, koopman x 1818: Grietje Brouwer) (wonen Vismarkt)

1836 (art. 768.3): Freerk Germs (bakker, x Teilina Ottens, +1847) (zie ook bij oude nrs. 28-36)

1851 (art. 5483.2):Teilina Ottens, wed. Freerk Germs (+1875)

1864 (art. 6692.2): Pieter Damsté Brouwer (korenmeter). In 1870 in 2 delen verkocht aan art. 9175.1 (E 1324) en 8292.3 (E 1325, zie hieronder)

1870 (art. 9175.1 later 26): Johannes Groenewold (bloemkweeker, x Wilhelmina Foskelina Wiardi, +1913). In 1894: E 2066

1900 (art. 8766.28): Hendrik Groenewold (bloemkweeker) (1/2) en 6 knd (elk 1/12)

1909 (art. 18622.2): Jacob Hillebrand Groenewold (bloemist)

Adresb. 1920: 36. L. Albronda, schipperskn.

1920 (art. 21498): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs (Gr. Rozenstr. 38).

Adresb. 1922: 38. –

In 1923 sloop E 2066,  daarna bouw, zie boven bij huidige nr. 38 

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 40

(tot 1921: 38) (ontstaan uit oude nr. 38): 1870: E 1325, 1894: E 2067

1864 (art. 6692.2): Pieter Damsté Brouwer (korenmeter). In 1870 in 2 delen verkocht aan 8292.3 (E 1325) en art. 9175.1 (E 1324, zie hierboven)

1870 (art.8292.3): Tjebbe Elzes Sikkema (koopman)

1873 (art. 9881.1): Maria Engelhard (dienstbode)

1875 (art. 10316): Barteld Meijer (verwersknecht)

1886 (art. 13173): Jan Muntendam (*1886, klerk glasfabriek, x1913 Antje Goutier). In 1894: E 2067

Adresb. 1920/’22: 38/40. P. van der Steeg, werkm.

1920 (art. 21498): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs (Gr. Rozenstr. 38). In 1923 sloop E 2067, daarna bouw, zie boven bij huidige nr. 38 

 

Grote Rozenstraat – oude nr.42

(tot 1870: L 202, 1870-’99: L 356, 1899-1921: 40): E 406  (en E 403 =tuin erachter), 1869: E 1281 (en E 1282= tuin), 1875: E 1658 (en E 1660= tuin), 1894: E 2068, 1895: E 2076

1832 (art. 257): Johannes Borgesius (rentenier) woont 1830: L 229 (=Gr. Rozenstraat)

1845 (art. 4622): Jacob Hillebrand Groenewold (* 1804, tuinman, later amanuensis landhuishoudk. school, +1887)x 1829 Marta Jans Vos. Hij koopt dan ook E 348 (=Gr Rozenstr. NZ er tegenover) van Borgesius. NB. Ze wonen in 1841 L 229 (eerder bewoond door Borgesius).

1868 (E 403 en 406)/1870 (E 404 en 405) (art. 8766): Hendrik Groenewold (bloemkweeker). In 1869 bijbouw E 406 in E 403 (=tuin), daarna E 1281 en 1282 (=tuin).

BR 1870/1880/1890: Hindrik Groenewold (*1843 L 274= Gr. Appelstraat) (bloemkweker) x 1868 Wilhelmina Louise Glinde (*1845, +1905) + knd., tante

Adresb. 1872-’73: H. Groenewold, bloemkweker, tuinier

In 1875-’76 verbouw waardoor uit deel van E 405 en E 1281/E 1282 ontstaat: E 1658 en 1660 (=tuin). In 1894 ontstaat uit E 1658 en E 1660(tuin): E 2068. Het volgende jaar worden tuinen E 1559 en deel van E 1626 erbij gevoegd tot E 2076.

1909: (art. 18622): Jacob Hillebrand Groenewold

Adresb. 1911: H. Groenewold, bloemist

Groenewold hertrouwt 1912: Dieuwke Hoekstra

Adresb. 1914-’15/1920: 40. Jacob Hillebrand Groenewold (*1872, x 1897 Atje Kloosterman, +1907), handels.kweeker.

1920 (art. 21498): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs.

Adresb. 1922: 42. Chr. HBS

In 1923 sloop van E 2076, daarna bouw, zie boven huidige nr. 38

 

Grote Rozenstraat – verdwenen nr. 

(tot 1894: L…): E 405, 1875: E 1659

1832 (art. 257): Johannes Borgesius (rentenier) woont 1830: L 229 (=Gr. Rozenstraat)

1845 (art. 4622): Jacob Hillebrand Groenewold (* 1804, tuinman, later amanuensis landhuishoudk. school, +1887)x 1829 Marta Jans Vos. Hij koopt dan ook E 348 (=Gr Rozenstr. NZ er tegenover) van Borgesius. NB. Ze wonen in 1841 L 229 (eerder bewoond door Borgesius).

1870 (art. 8766): Hendrik Groenewold (bloemkweeker)

In 1875-’76 verbouw waardoor uit deel van E 405 en E 1281/E 1282 ontstaat: E 1658 en 1660 (=tuin). Restant van E 405 wordt E 1659.

In 1894 wordt E 1659 gevoegd bij E 404 (zie hieronder) tot E 2069. Dit huisnummer vervalt dan.

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 44

(1870-’99: L  357, 1899-1921: 42): E 404, 1894: E 2069

1832 (art. 257): Johannes Borgesius (rentenier) woont 1830: L 229 (=Gr. Rozenstraat)

1845 (art. 4622): Jacob Hillebrand Groenewold (* 1804, tuinman, later amanuensis landhuishoudk. school, +1887)x 1829 Marta Jans Vos. Hij koopt dan ook E 348 (=Gr Rozenstr. NZ er tegenover) van Borgesius. NB. Ze wonen in 1841 L 229 (eerder bewoond door Borgesius).

1870 (art. 8766): Hendrik Groenewold (bloemkweeker)

In 1894 wordt E 1659 (zie boven) gevoegd bij E 404 tot E 2069

1909: (art. 18622): Jacob Hillebrand Groenewold

Adresb. 1920: 42. wed. J.R. ten Berge, mej. G. ten Berge, modiste

Adresb. 1922: 44. Chr. HBS

In 1924 sloop, daarna bouw, zie boven huidige nr. 38

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 46 

(1870-’99: L  360, 1899-1921: 44): E 402

1832 (art. 2855): Fonds voor bejaarde onderwijzers en nagelatene betrekkingen

1875 (art. 7814): Ruurd Bosman (scheepstimmerm., +1878), later wed. Aaltje Belgraver, Antje Bosman (wed. van Geert Belgraver) en Willem Bosman (1/2)

Adresb. 1920: 44: H. Lammers, timmerm.kn.

1920 (art. 21498): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs

Adresb. 1922: 46. J.W. Schmidt, bierh.kn.

In 1923 sloop, daarna bouw, zie boven huidige nr. 38

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 48

(1870-’99: L 361, 1899-1921: 46): E 401

1832 (art. 2855): Fonds voor bejaarde onderwijzers en nagelatene betrekkingen

1875 (art. 7814): Ruurd Bosman (scheepstimmerm., +1878), later wed. Aaltje Belgraver, Antje Bosman (wed. van Geert Belgraver) en Willem Bosman (1/2)

Adresb. 1920/’22: 46/48 F. Groenenberg, werkman

1920 (art. 21498): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs

In 1923 sloop, daarna bouw, zie boven huidige nr. 38

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 50

(1870-’99: L 362, 1899-1921: 48): E 400

1832 (art. 2855): Fonds voor bejaarde onderwijzers en nagelatene betrekkingen

1875 (art. 7814): Ruurd Bosman (scheepstimmerm., +1878), later wed. Aaltje Belgraver, Antje Bosman (wed. van Geert Belgraver) en Willem Bosman (1/2)

Adresb. 1920: 48. E. Bruins, schilderskn.

1920 (art. 21498): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs

Adresb. 1922: 50. J. Westerhof, stoker

In 1923 sloop, daarna bouw, zie boven huidige nr. 38

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 52

(1870-’99: L 363, 1899-1921: 50): E 399

1832 (art. 2855): Fonds voor bejaarde onderwijzers en nagelatene betrekkingen

1875 (art. 7814): Ruurd Bosman (scheepstimmerm., +1878), later wed. Aaltje Belgraver, Antje Bosman (wed. van Geert Belgraver) en Willem Bosman (1/2)

Adresb. 1920: 50: J. Wiersema, werkm.

1920 (art. 21498): Vereeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs

Adresb. 1922: 52: H. Stuive, kleermaker

In 1923 sloop, daarna bouw, zie boven huidige nr. 38

 

 Grote Rozenstraat nr. 54

(1870-’99: L 364, 1899- 1921: 52): E 397, 1864: E 1156, 1875: E 1617, 1931: E 2809

1832 (art. 284): Willem Bosman (arb.)

1863 (art. 7814): Ruurd Bosman (scheepstimmerm., +1878), later wed. Aaltje Belgraver (+1899), daarna Willem Bosman (1/2) en Antje, wed. Geert Belgraver

In 1864 splitsing in E 1156, 1157 en 1158=tuin. In 1875 herbouw E 1156 en deel van E 1157 tot E 1617

Adresb. 1920 tm i.e.g. ‘25: nr. 52/54. J. Ilsen, sig.maker

1927 (art. 20547.19) Pieter Former (schipper) en Steven Kruidhof (schipper, later aardapp.en groenteh.), later wed. Hester Former (elk ½) (hebben ook huisjes aan slop Gr. Leliestr. 7 /..). In 1931 herbouw.

Adresb. 1933 tm i.e.g. ’38: C. Dijkstra, werkm.

1940 (art. 20261.13): Pieter Former (groenteschipper, later zonder)

Adresb. 1950 tm i.e.g. 1972: W. Gorter, pakhuiskn.

1966 (art. 42938.182): Rijksuniversiteit

1983 (art. 41000.10022): gem. Groningen

 


Grote Rozenstraat nr. 56 – 70

(1870-’99: L 365/1 tm 365/8, 1899- 1921: Nr. 52/1 tm 8): E 398=tuin, 1864: E 1157 en 1158=tuin, 1875: E 1618 tm 1625 (Rozenhofje)

1832 (art. 284): Willem Bosman (arb.)

1863 (art. 7814): Ruurd Bosman (scheepstimmerm., +1878), later wed. Aaltje Belgraver (+1899), daarna Willem Bosman (1/2) en Antje, wed. Geert Belgraver

In 1864 splitsing in E 1156, 1157 en 1158=tuin. In 1874 wordt E 1158 gesplitst in  2 erven en tuin: E 1491 tm 1493. In febr. 1875 is herbouw klaar waarna: E 1617 tm 1625

Adresb, 1920: 52/1. D. Smits, voerm.kn.; 52/2 C. Giel, werkm.; 52/3. G. Huizinga, timmerm.kn.; 52/4. G. De Munck, grondw.; 42/5. J. Schoneveld, houtbew.; 52/6. W. Gorter, pakhuiskn.; 52/7. T. Smit, grondw.; 52/8. T. Nieveen, schilderskn.

Adresb. 1922: idem: 56, 58 en 62 tm 70; 60. N. Gaasendam, transportarb.

Adresb. 1925: idem, behalve 58. Wed. C. Giel

1927 (art. 20547): Pieter Former (schipper) en Steven Kruidhof (schipper, later aardapp.en groenteh.), later wed. Hester Former (elk ½) (hebben ook huisjes aan slop Gr. Leliestr. 7 /..)

1940 (art. 20261): Pieter Former (groenteschipper, later zonder)

1966 (art. 42938): Rijksuniversiteit

Uit boek Niewe Stadt: Het zogeheten ‘Rozenhofje’, een slop aan de Grote Rozenstraat, wordt omstreeks 1970 gefotografeerd door Warner Folkers. De huisjes, met de huidige huisnummers 54 tm 70, worden in 1875 gebouwd door scheepstimmerman Ruurd Bosman. Hij krijgt hierbij wellicht assistentie van zijn zwager, timmerman-aannemer Piebe Belgraver sr. De huisjes worden in 1966 door de universiteit gekocht met het oog op haar grote uitbreidingsplannen. Dit verklaart de verwaarloosde toestand circa vier jaar later. Als die plannen van de baan zijn, worden de huisjes in 1986 gerenoveerd.

1983 (art. 41000): gem. Groningen

1986: Concordia: gerenoveerd 1986 (samen met Middengasthuis, Leliestraat: zie NvhN 5-3-1986 en 23-5-1987)


Grote Rozenstraat nr. 72

(tot 1870: L 209/2 en 210, 1870-’99: L 365 en 366, 1899-1921: nr. 54): E 395 en 396, 1901: E 2251, 1923: E 2541, 1930: E 2810

E 396:

1832 (art. 168): Jan Bloembergen (soldaat)

1844 (art. 666): Jan Kornelis Ennema (touwslager)

1851 (art. 5485): Trientje Witkop, wed. Jan Cornelis Ennema (touwslagersche)

1866 (art. 8292): Tjebbe Elzes Sikkema (koopman). Die bezit vanaf 1870 ook E 395 (zie hieronder), vanaf dat moment zelfde eigenaar.

E 395:

1832 (art. 2343): Pieter Suidingh (onderw.)

1869 (art. 8975): Johanna Suidingh, wed. Jan oeges de Waard (broodbakker)

1870 (art. 8292): Tjebbe Elzes Sikkema (koopman)

BR 1870: L 365: Antje Looijenga, wed. Pieter Riga (*1825 Dokkum, x 1857) + zn. Hinderikus Jacobus Johannes (*1866). Vertrokken 1873 naar Dokkum + ander

BR 1870: L 366: Tjebbe Elzes Sikkema (*1832 Niezijl, koopman) x 1863 Hinderika Jogchems (*1834) + 4 knd.

E 395 en 396:

1873 (art. 9880): Sebe Sierks (koopman).

1892 (art. 14576/18926): Harmannus Bernardus Edelkamp (timmerm.). In 1901 wordt E 395 verenigd met E 396 tot E 2251

1919 (art. 9260): het Gerarda Huis of Gerarda Gockinga gasthuis. In 1923 verenigd en bijbouw, daarna E 2541.

Adresb. 1920: nr. 54: H.H. Weerzing, kruidenier

Adresb. 1922: nr. 72: E. Weening, kruidenier

Na verkoop deeltje aan gem. in nov. 1930 (zie Hulpkaart): E 2810

1971 (art. 42938): Rijksuniversiteit

1983 (art. 41000): gem. Groningen

1985 (art. 73336/73598): gem. Groningen en Gerrit Jan Derk Groenendal (*1943, woont Vishoek 4). Renovatie 1985 (zie foto NvhN 30-9-1985)

Nu: Winkelhuis/Werkplaats Atelier

 

Grote Rozenstraat – verdwenen nr. (erachter?)

( tot 1870: L 211, 1870-?: L 367, ontbreekt al in 1890)

BR 1870: Anna Wilhelmina Rottinghuis (*1829, RK) + 3 knd. Siersema.

Vanaf 1873: Hendrik de Grooth (*1845) x 1873 Epke Plat (*1850) + 2 zns.

 

Grote Rozenstraat nr. 74

(tot 1870: L 212, 1870-’99: L 368, 1899-1921: nr. 56): E 394 (1930: E 2811)

1832 (art. 975): Harm Heckman (bakker)

BR 1830/1840: Jan Jacobs (tuinier)x Grietje Jacobs Moesker (+1837 L 212). NB: in 1818 wonen ze Jacobijnerweg en is hij ‘vuilnismender’

BR 1850: Sibrand de Boer (*1796, metzelaarsknecht) + vr.

1858 (art. 4752/ 7419): Jan Joostens Imelman (blikslager). Zie: Familie Imelman

1872 (art. 9260): het Gerarda Huis of Gerarda Gockinga gasthuis.

Adresb. 1920: nr. 65: mej. J.W. Pont, baker

Adresb. 1922: nr. 74: mej. J.W. Pont, baker

Na verkoop deeltje aan gem. in nov. 1930 (zie Hulpkaart): E 2811

1971 (art. 42938): Rijksuniversiteit

1983 (art. 41000): gem. Groningen

1985 (art. 73336/73598): gem. Groningen en Gerrit Jan Derk Groenendal (*1943, woont Vishoek 4). Renovatie 1985 (zie foto NvhN 30-9-1985)

nu: Hoekstra en F. ter Beek

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 58

(Nu geen eigen nr. meer): E 392 en E 393 = tuin achter (1923: E 2542, 2543= tuin, 1930: E 2812)

1832 (art. 510): Jan Diemers (koornmeter)

1832 (art. 2882): Jan Jacobs (tuinier)

1849 (art. 5256): Lammert Grashuis en vr. (letterzetter)

1859 (art. 6877): Elisabeth Reinders, wed. Jan Jans Thomas

1871 (art. 9260): het Gerarda Huis of Gerarda Gockinga gasthuis.

Adresb. 1920: nr. 58. C. Kestens, smidsknecht

Na verkoop deeltje aan gem. in nov. 1930 (zie Hulpkaart): E 2812

1971 (art. 42938): Rijksuniversiteit

1983 (art. 41000): gem. Groningen

1985 (art. 73336/73598): gem. Groningen en Gerrit Jan Derk Groenendal (*1943, woont Vishoek 4). Renovatie 1985 (zie foto NvhN 30-9-1985)

 

Grote Rozenstraat nr. 76

(tot 1870: L 213-214, 1870-’99: L 370-371, 1899-1921: nr. 60, 60/1 tm 60/8, 1921- …: nr. 78, 78/1 tm 78/8): E 389, 390, 391 en E 388 =tuin (1853: E 884, 885, 886 en 887=tuin, in 1854: E 924, 1872: E 1359, 1360, 1361, 1892: E 2038, 1930: E 2813): Gerarda Gockinga gasthuis

1832 (art. 1935): Jan Rasterhoff (hij overlijdt in 1842 in L 214, dat in 1870 L  371 wordt; zie eerder).

1842 (art. 4319): Pietertje Cremer

1853 (art. 5026/7446): Tijs Wijnstok (scheepskapitein). In 1853 herbouw, daarna E 884 tm 887. In 1854 deel tuin verkocht: E 925 aan art. 3740

1868 (art. 7273): Lourens Houttuin (verlakker)

1870 (art. 7904): Wolter Gockinga c.s.

Hulpkaart kadaster 1930 met bezit Gerarda Gockinga gasthuis E 2810 tm 2817 (huidige nrs. 74 tm 84)

Gerarda Gockinga gasthuis

Jonkheer Wolter Gockinga (*1812 Groningen, x 1842, +1883) woont met zijn echtgenote (en volle nicht) Gerarda Anna Paulina Wolthers (*1818 Scharmer) en kinderen in Noorderhaven 1, dat hij vanaf 1846 bezit (zie daar). Het echtpaar Gockinga-Wolthers krijgt tussen 1843 en ’56 zes kinderen, waarvan twee jongens (Reneke, *1846, en Scato, *1851) en vier meisjes, waarvan de eerste Louise Christine en Henriette Pauline jong overlijden.

In 1864 koopt hij enkele tuinen (met tuinhuizen) tussen de Grote Lelie- en Rozenstraat en in ’65 het huis Grote Leliestraat (huidige) nr. 51 (zie daar). Of hij dan al aan de stichting van een gasthuis denkt, is onduidelijk. Dat gebeurt ‘pas’ in 1870 ter nagedachtenis aan zijn drie jaar eerder, ‘na een langdurig lijden’, in Paderborn overleden echtgenote.

De advocaat/rentenier gebruikt voor zijn gasthuis niet z’n bezit aan de Leliestraat met de genoemde tuinen (waar in 1895 het Middengasthuis wordt gesticht!), maar koopt daartoe huisjes aan de Grote Rozenstraat. Samen gaan die het Gerarda Huis of Gockinga gasthuis vormen. Het eerste dat hij koopt, is in 1870 het huidige nummer 76. Het volgende jaar koopt Gockinga ten oosten al een huisje bij en in 1872 volgen de huidige nummers 74 en 78.

In 1880 koopt Gockinga nog wat huisjes en laat ze herbouwen in 1883, het jaar dat hij overlijdt (de huidige nummers 80-84). In 1971 worden alle huisjes gekocht door de universiteit met als doel ze te slopen, maar met de overname door woningcorporatie Gruno in 1981 worden ze gered.

 

1871 (art. 9260): het Gerarda Huis of Gerarda Gockinga gasthuis. In 1872 wijziging grenzen met opheffing apart perceelnummer tuin, daarna E 1359, 1360 en 1361.

Na brand in 1891 herstel:

Steen bij deur nr. 76, gelegd door Wolter Daniel Gockinga (geb. 1885), zoon van Reneke Gockinga (*1846) en Ernestine Louise Fränckle (*1858)

In 1892 splitsing en vereniging tot E 2038. Na verkoop deeltje aan gem. in nov. 1930 (zie Hulpkaart): E 2813

1971 (art. 42938): Rijksuniversiteit

1981 (art. 24498): woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

2013: Nijestee: Vereniging van eigenaars Grote Rozenstraat 76 t/m 78A en 80 t/m 84 te 9712 TK Groningen

Achterzijde huisjes Gerarda Gockinga gasthuis in 1978 (foto Gezinsbode)

Idem in augustus 2021

 

Grote Rozenstraat nr. 78-78a

E 387= tuin met tuinhuis (1871: E 1344 en E 1345, 1872 (uit E 1344): E 1357 en 1358, 1892: E 2035 tm 2037, 1931: E 2816 tm 2814): Gerarda Gockinga gasthuis

Aanvankelijk tuin met achterin een tuinhuis. In 1871 splitsing in E 1344 aan de straat en E 1345 erachter. In 1882 en 1891.

1832 (art. 523): Cornelis Dobbenga (koopman)

1865 (art. 8074): Jantje Dobbenga, wed. Johannes van Kregten en m.e. (Anna en Henderika Dobbenga). In 1872 in 2 delen verkocht: E 1344 en 1345

E 1344: 1872 (art. 9260): het Gerarda Huis of Gerarda Gockinga gasthuis

(E 1345 : 1872 (art. 7904): Wolter Gockinga c.s. In 1881 sloop tuinhuis en vereniging: E 1810= tuin. In 1883 scheiding en naar art. 12458: Reneke Gockinga (cand.notaris), zie Leliestraat)

In E 1344 in 1872 stichting, daarna E 1357 en 1358. In 1892 door herbouw uit gang (E 1811), tuin (E 2017) en uit E 1357 en E 1358 ontstaan E 2035 tm 2037. Na verkoop deeltje aan gem. in nov. 1930 (zie Hulpkaart): E 2816 tm 2814

1971 (art. 42938): Rijksuniversiteit

1981 (art. 24498): woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

2013: Nijestee: Vereniging van eigenaars Grote Rozenstraat 76 t/m 78A en 80 t/m 84 te 9712 TK Groningen

 


Grote Rozenstraat nr. 80-84

(tot 1921: nr. 66?, 1921-…: nr. 84, 84/1 tm 84/5) : E 384b, 384a, 384 (1881: E 1807 tm 1809, 1883: E 1851, 1892: E 2034, 1931: E 2817): Gerarda Gockinga gasthuis

1832 (art. 364): Geertruida Catharina Elisabeth Bruins

1840 (art. 3334/ 8026/7370): Mechiel Onnes en m.e. (opzigter bij waterstaat)

1880 (art. 7904): Wolter Gockinga c.s.

1881 (art. 9260): het Gerarda Huis of Gerarda Gockinga gasthuis. In 1881 E 1807 tm 1809, in 1883 herbouw en daarna samen E 1851. In 1892: E 2034. Na verkoop deeltje aan gem. in nov. 1930 (zie Hulpkaart): E 2817

Hulpkaart kadaster 1930 met bezit Gerarda Gockinga gasthuis E 2810 tm 2817

1971 (art. 42938): Rijksuniversiteit

1981 (art. 24498): woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

2013: Nijestee: Vereniging van eigenaars Grote Rozenstraat 76 t/m 78A en 80 t/m 84 te 9712 TK Groningen

Het Gerarda Gockingahuis uiterst links en de oude nrs. 86 tm 96 in 1937 (foto Openbare Werken)

 

Ter plekke van huidige nrs. 86 tm 90 (oude nrs. 68 tm 86):

E 383, 382, 381, 380 en 379, 378 (zie Violetsteeg)

1832 (art. 1883): Jan Pluis (steenmetzelaar). Hij verkoopt E 378 tm 380 in 1832 aan art. 975. In 1859 verkoopt hij deel van E 382 aan art. 6994 (Derk Zuithoff), die erachter aan slop van Violetsteeg 4 kamers bouwt (E 1033 tm 1036), zie daar. Huis aan Gr. Rozenstraat en erf worden dan E 1032.

1861 (art. 6704): Mattheus Schroote (koopman Guldenstr.), later samen met Johannes Hermannus Schroote (*1827, winkelier) (+1882), later wed. Margaretha Michalina van der Werff

Hij vraagt in 1861 vergunning voor afbraak en herbouw van drie woonkamers.

In 1862 herbouw van E 381 en E 1032, daarna E 1108 (huis,erf), 1109 (tuin). In 1862: E 1119 en 1120 (2x huis,erf). In 1863 uit E119, 1120 en E 383 ontstaan E 1149 tm 1151. In 1888 worden ze verkocht aan art. 13640. Zie hieronder:


Grote Rozenstraat – oude nr. 86

(-1870: L 218, 1870-1899: L 376, 1899-1921: nr. 68): E 383, 1863: E 1151

1888 (art. 13640): Mattheus Schroote (*1860, kamerbeh. +1897- x Reinou Jorna) en andere Schrootes

1894 (art. 14968): Anna Wilbrink (*1821-+1903, x 1857 Josephus Antonius Petrus Sluiter +1869), later dch. Helena Maria Elisabeth Sluiter x 1879 Bernardus Johannes Wickenhagen)

1906 (art. 15901): Esso Johannes Albers (tapper)

1911 (art. 19675): Frouke de Groot, wed. Lammert Reker

1920 (art. 23296): Jan Wiltjer (metselaar) (woont er)

Adresb. i.e.g. 1924 tm 1938: J. Wiltjer, metselaar (in ’38 met mej. A.C. van Dam-Lotz)

1939 (art. 30600.3685): gem. Groningen. In ’39 sloop.

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 88

(?-1870: L 218-2, 1870-1899: L 377, 1899-1921: nr. 70): E 382, 1859: E 1032, 1863: E 1150. 1920: E 2508 en 2509 (=werkpl. erachter), 1930: E 2818

1888 (art. 13640): Mattheus Schroote (*1860, kamerbeh. +1897- x Reinou Jorna) en andere Schrootes

1894 (art. 14968): Anna Wilbrink (*1821-+1903, x 1857 Josephus Antonius Petrus Sluiter +1869), later dch. Helena Maria Elisabeth Sluiter x 1879 Bernardus Johannes Wickenhagen)

1906 (art. 15901): Esso Johannes Albers (tapper)

1911 (art. 19675): Frouke de Groot, wed. Lammert Reker. In 1920 bijbouw, waarbij E 2509 (=werkplaats erachter en achter E 1151 wordt verkocht aan art. 21373.3)

1920 (art. 19365.6): Douwe Olthoff (eerst timmerm., woont Gr. Appelstr.) (9/16) en 7 knd (elk 1/16)

Adresb. 1933: W. Schluter, bankwerker

Adresb. 1938: R. Kruizenga, ijzerwerker

1939 (art. 30600): gem. Groningen. In ’39 sloop

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 90

(/-1870: L 218-3, 1870- 1899: L 378, 1899-1921: nr. 72): E 381, 1863: E 1149, 1930: E 2819

1888 (art. 13640): Mattheus Schroote (*1860, kamerbeh. +1897- x Reinou Jorna) en andere Schrootes

1894 (art. 14968): Anna Wilbrink (*1821-+1903, x 1857 Josephus Antonius Petrus Sluiter +1869), later dch. Helena Maria Elisabeth Sluiter x 1879 Bernardus Johannes Wickenhagen)

1906 (art. 15901): Esso Johannes Albers (tapper)

1911 (art. 19675): Frouke de Groot, wed. Lammert Reker

Adresb. 1914: 72: C.J. Drillenburg Lelieveld, straatmaker

1920 (art. 23692): Harm Tilman (gem. werkm.) en Jan Timmer (smidskn.)

1920 (art. 23754): Egbert Hanning (koopman) en Roelf en Jan Timmer en Harm Tilman

1922 (art, 20313): Tjaart Scheltens (huisschilder)

1922 (art. 21373): Wolter Jacob Wolters (sig.fabr. en winkelier, +1933), later wed. Remke Buurma (2/3) en 2 knd. (elk 1/6) (zie bij oude nr. 94)

Adresb. 1924: C.J. Drillenburg Lelieveld, stratenm.

Adresb. 1933: D. Meijer, schipper

1937 (art. 30600.3232): gem. Groningen.

Adresb. 1938: –

In ’39 onbewoonb. verkl. en sloop.

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 92

(tot 1899: L 205, 1899-1921: 74) E 380 (E 378-379= Violetsteeg), 1895: E 2085 (samen met Violetsteeg 25 en 27-27a), 1926: E 2716

1832 (art. 1883): Jan Pluis (steenmetzelaar). Hij verkoopt E 378 tm 380:

1832 (art. 975): Harm Heckman (bakker, +1857)

1858 (art. 6757/10805): Jan Tiessens (timmerm., later opzigter)

1887 (art. 11184): Germ Tiessens (kleerm.x Angenieta Catharina Tijnagel) (1/2) en 5 knd. (elk 1/10)

1891 (art. 14342): Siese Nijdam (*1847 Hoornschedijk, gem. Haren, commission., later zonder, + 1931) en Marten de Jong (idem, ook tapper). In 1894-’95 herbouw: 6 woningen, daarna verenigd tot E 2085

1897 (art. 13806): Marten de Jong

Adresb. 1914/1924: 74/ 92-92a: A. v.d. Woude, brooddepot; 1914: 74a: J. Borgman, werkm.

Adresb. 1933: 92. R. v.d. Woude, brooddep.; 92a. R. Kuilman, werkm.

Adresb. 1938: 92. R. Meijer, venter; 92a. N.A.H. Groenendal, stoff.

1939 (art. 30600.3694): gem. Groningen. In ’39 sloop

De hoek met de Violetsteeg in 1931 met links het oude nr. 92 en rechts nr. 94 (foto Stadsontwikkeling en volkshuisvesting)

Feest op 1 okt. 1926 voor kinderen op de hoek Violetsteeg- Gr. Rozenstraat op vrachtwagen van L.G. Klaassens, ‘Handel in Bakkersartikelen’, gevestigd in de Schuitemakerstraat

 

Violetsteeg

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 94

(1852-1870: L 219, 1870-’99: L 379, 1899-1921: nr.76): deel van E 363, 1852: E 860, 1876: E 1686, 1883: E 1871, 1930: E 2820

1832 (art. 30): Hendrik Ansing (steenmetzelaar). In 1852 bijbouw: E 860 en 861 (oude nrs. 76 tm 82)

1859 (art. 6705.8): Wilt Hilrichs Hidden (*1816 Norden, kuiper, +1892, x 1841 Martha Jakobs Prummel)

1866 (art. 8251): Johannes Balk

1869 (art. 667.9): Adam Ensdorff (*1795 Utr., metzelaar, x1829 Roelfien Wies)

BR 1870: L 219/L 379: Johannes Nieman (*1830, verwerskn.) x 1867 Hiltje v.d. Tand (*1831) en 2 anderen

BR, vanaf 1879 uit Finsterwolde: L 379: Tonnis Dijkstra (*1842, eerst bakker, dan commission.) x 1869 Antje Jurjens (*1839) + 2 knd.

1875 (art. 8749.13): Diederik Jansen (timmerm.,*1840). In 1876 bijbouw, daarna E 1686

1878 (art. 11074): Andries Reiziger (opzigter)

1879 (art. 11269): Jan Bennes Steur (*1848, boekhouder, x 1874 Harmina Henderika Christina Meijer, *1849) (5/8) en 6 knd (elk 1/16) (wonen later Velp). In 1881 bijbouw.

1899 (art. 10340.22): Henderikus Wilhelmus Lameris (schrijnwerker) (heeft veel bezit)

1908 (art. 14280.14): Roelof Lugtenberg (ijzersmid, winkelier) (3/4) en Dirk Berend Lugtenberg (1/4)

Adresb. 1914: 76: R. Lugtenberg, kruidenier

1917 (art. 21373): Wolter Jacob Wolters (sig.fabr. en winkelier, +1933), later wed. Remke Buurma (2/3) en 2 knd. (elk 1/6) (zie ook oude nr. 90)

Wolter Jacob Wolters wordt in 1876 in Groningen geboren als zoon van een voermanskecht en groeit op aan de Lissabonsteeg. Net als twee jongere broers wordt hij al jong sigarenmaker. Hij trouwt in augustus 1901 met Remke Buurma, die drie maanden eerder is bevallen van dochter Anna Alida. Het paar krijgt in 1902 nog een tweede dochter, Hermanna Alida Pieternella. Ze wonen enige tijd Violetsteeg -oude nr. 25 en daarna Gr. Leliestraat 36 (zie daar). In 1917 kopen ze de kruidenierswinkel met het oude nr. 94, verhuizen daarheen en Wolters wordt daar tevens kruidenier. Hij koopt in 1920 Violetsteeg nr. 33, wat zijn werkplaats wordt (zie daar). Van 1924 tot ’46 zijn ook drie huizen aan de Langestraat in bezit van Wolters.

Adresb. 1924/’33: W.J. Wolters, kruidenier en sig.fabr.

Adresb. 1935: wed. W.J. Wolters, kruid.waaren

Nieuwsblad van het Noorden, 18-12-1934

Vernieling gevel van oude nr. 94: ‘Gevel geramd door sleeperswagen’ (Noorden-in-Woord-en-Beeld, 28-12-1934)

1937 (art. 30600.3233): gem. Groningen.

Adresb. 1937 en ’38: H. Pietens, kruiden.

In 1938 sloop.

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 96-96a

(1852-1870: L 219-2, 1870-’99: L 380, 1899-1921: nr. 78-78a): deel van E 363, 1852: deel van E 861, 1861: E 1095, 1876: E 1685, 1883: E 1872

1832 (art. 30): Hendrik Ansing (steenmetzelaar). In 1852 bijbouw: E 860 en 861 (oude nrs. 76 tm 82)

1859 (art. 5164.18/7420): Hindrik Jansen (klerk, vanaf 1851 touwslager van lijnbaan Ennema; *1818-+1905, x 1849 Cornelia Hermanna Ennema). In 1861 vernieuwd, daarna E 1095

Hulpkaart kadaster maart 1861

1868 (art. 8749/17222.17): Diederik Jansen (timmerm.,*1840)

BR 1870: L 2192/L380: Diederik Jansen (*1840, timmerm.) x 1867 Menje Gerrits (*1834 Slochteren)

Hij vraagt in 1871 vergunning om op het achterterrein een woonkamer te mogen bouwen achter L 219, voor eigen gebruik van z’n moeder (Elsien Dijk, *1805- +1881). Stadsbouwmeester Van Beusekom heeft bezwaar omdat de nieuwe woning alleen bereikbaar is door huisgang van woning ervoor.

BR 1873 uit Bedum: L 380: Aaltje Rasveld (*1828) + 3 knd. De Graaf en 1 ander

BR 1879 uit Oostdongeradeel: L 380: Marten van Huizen (*1821, timmerm.) x Renske v.d. Molen (*1822) + 5 knd. en 1 andere Van Huizen (dienstm.)

In 1876 bijbouw, daarna E 1685. In 1883: E 1872

1907 (art. 18168.7): Jan Imelman (gasfitter, later zonder) (bezit heel veel, o.a. ook nr. 10, 32 en oude 98). Zie: Familie Imelman

1916 (art. 21146): Jan Veling (+1923 Dennenoord) (1/2), later wed. Annegiena Tattje, en 6 knd. (elk 1/12)

Adresb. 1924: 96. E. Kuitert, loodgierskn.; 96a. E. Rump, werkm.

1925 (art. 27049): Grietje Koenes, wed. Gerrit Bronsema

1930 (art. 29865): Egbert Jan Bierling (cartonnagefabr.) en gem. Groningen

1931 (art. 18270): Egbert Jan Bierling (zonder, +1939), later wed. Annechien Bieshaar

Adresb. 1933: 96. E. Kuitert, loodgierskn.; 96a. wed. G. Nienhuis, werkvr.

Adresb. 1938: 96. K. Huizinga, ijzerwerker; 96a. wed. G. Nienhuis, werkvr.

1939 (art. 30600.3687): gem. Groningen. In ’39 sloop

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 98-98a

(1861-1870: L 219-3, 1870-’99: L 381, 1899-1921: nr. 80-80a): deel van E 363, 1852: deel van E 861, 1861: E 1094, 1874: E 1536, 1883: E 1863, 1930: E 2822

(art. 30): Hendrik Ansing (steenmetzelaar)

1859 (art. 5164.18/7420): Hendrik Jansen (klerk, later touwslager). In 1861 vernieuwd daarna E 1094 (zie Hulpkaart kadaster bij oude nr. 96)

1868 (art. 8749/17222.17): Diederik Jansen (timmerm.)

BR 1870: L 219-3/L381: Pieter Lukjas Meijer (*1845, mandemaker) x Pieterdiena Brinkema (*1843) + neef Hedde Eikelaar (*1868) en vanaf 1873: broer Tonnis Brinkema (*1847)

In 1874 bijbouw, daarna E 1536. In 1883: E 1863

BR 1874/1875: Remmer Jans Meijer (*1848, instrumentm.) x 1874 Jannigje v.d. Riet (*1849) + 2 knd.

1907 (art. 18168.7): Jan Imelman (gasfitter, later zonder) (bezit heel veel, o.a. ook nr. 10, 32 en oude 96). Zie: Familie Imelman

1916 (art. 21146): Jan Veling (+1923 Dennenoord) (1/2), later wed. Annegiena Tattje, en 6 knd. (elk 1/12)

Adresb. 1924: H.H. Kleersnijder, opperm.; 98a. P. Kruizinga, kellner

1925 (art. 27049): Grietje Koenes, wed. Gerrit Bronsema

1930 (art. 29865): Egbert Jan Bierling (cartonnagefabr.) en gem. Groningen

1931 (art. 18270): Egbert Jan Bierling (zonder, +1939), later wed. Annechien Bieshaar

Adresb. 1933. J. Bodde, kellner; 98a. A. Eijndhoven, tabaksbew.

Adresb. 1938: J. Veenema, venter; 98a. J. Arends, werkm., O. Pijl, werkm.

1939 (art. 30600.3688): gem. Groningen. In ’40 sloop

Het laatste stukje Grote Rozenstraat in 1931 met rechts de oude nrs. 100 tm 104 (foto Stadsontwikkeling en volkshuisvesting)

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 100

(1861-1870: L 219-4, 1870-’99: L 382, 1899-1921: nr. 82): deel van E 363, 1852: deel van E 861, 1861: E 1093, 1883: E 1864, 1930: E 2823

1832 (art. 30): Hendrik Ansing (steenmetzelaar)

1859 (art. 5164.18/7420): Hendrik Jansen (klerk, later touwslager). In 1861 vernieuwd, daarna E 1093 (zie Hulpkaart kadaster bij oude nr. 96)

1869 (art. 6537): Martinus Kuipers (brood en koekbakker)

1875 (art. 8328.8): Reint Siebren Landstra (schipper, koopman)

1880 (art. 9880.5): Sebe Sierks (kastelein, letterzetter, koopman)

1883 (art. 12374): Johannes Zuithoff (koemlker) en Roelf Koolma

1903 (art. 10340.38): Henderikus Wilhelmus Lameris (schrijnwerker) (heeft veel bezit)

1911 (art. 19772): Hermannus Jacob v.d. Vlis (beambte SS, bankwerker, later zonder)

Adresb. 1924 tm 1938: R. Elzer, werkm.

1938 (art. 30600.3539): gem. Groningen. In ’38 sloop

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 102

(1861-1870: L 219-5, 1870-’99: L 383, 1899-1921: nr. 84): deel van E 363, E 1865, 1861: E 1092, 1883: E 1865, 1930: E 2824

1859 (art. 5164.18/7420): Hendrik Jansen (klerk, later touwslager). In 1861 bijbouw, daarna E 1092:

Hulpkaart kadaster maart 1861

1869 (art. 6537): Martinus Kuipers (brood en koekbakker)

1875 (art. 7858. 13): Gosse Molenberg (hovenierskn., +1888), later wed. Trientje Tonnis Rosema

1895 (art. 15385): Swaantje Molenberg (+1918, x Willem Bakker, letterzetter)

1919 (art. 18183): Willem Bakker (letterzetter,+1926), later 3 knd. Bakker (elk 1/3)

Adresb. 1924: J. Ossentjuk, opperm.

1927 (art. 17400): Renso Molenberg (*1848, zn. van G. Molenberg-T. Rosema) en Trientje Wipke Bakker (*1878, dch. van W. Bakker-S. Molenberg)

Adresb. 1933: D. Ossentjuk, loopkn.

1934 (art. 30600. 2391): gem. Groningen.

Adresb. 1938: G. Wilkens, koopm. In ’38 sloop

 

Grote Rozenstraat – oude nr. 104

(1861-1870: L 219-6, 1870-’99: L 384, 1899-1921: nr. 86): E 1866, 1861: E 1091, 1883: E 1866, 1930: E 2825

1859 (art. 5164.18/7420): Hendrik Jansen (klerk, later touwslager). In 1861 bijbouw, daarna E 1091 (zie Hulpkaart kadaster bij oude nr. 102)

1869 (art. 6537): Martinus Kuipers (brood en koekbakker)

1875 (art. 7858.12): Gosse Molenberg (hovenierskn., +1888), later wed. Trientje Tonnis Rosema

1895 (art. 15385): Swaantje Molenberg (+1918, x Willem Bakker, letterzetter)

1919 (art. 18183): Willem Bakker (letterzetter,+1926), later 3 knd. Bakker (elk 1/3)

Adresb. 1924: wed. J. v.d. Vlis

1927 (art. 17400): Renso Molenberg (*1848, zn. van G. Molenberg-T. Rosema) en Trientje Wipke Bakker (*1878, dch. van W. Bakker-S. Molenberg)

Adresb. 1933: wed. J. v.d. Vlis

1934 (art. 30600. 2392): gem. Groningen.

Adresb. 1938: 104 ontbreekt.

In ’38 sloop

 

Grote Rozenstraat nr. 86-90

1944: E 3091, 1947: E 3123

(art. 30600.3915, daarna 4228 en dan 4417 tm 4424): gem. Groningen. In 1947 splitsing ivm ‘overdracht’ in E 3120 tm 3127 (E 3123=Gr. Rozenstraat, E 3125 = deel Gr. Rozen- tot Gr. Leliestr., E 3126=Gr. Leliestr.). In 1948 stichting 6 huizen, daarna 30600.4945.

1949 (art. 36517.236): Woningbouwver. Volkshuisvesting, Damsterdiep 267. In ’49 stichting van meer huizen, daarna huizen aan Noorderbinnensingel en Gr. Leliestraat

 

Kleine Rozenstraat, oneven zijde

Kleine Rozenstraat nr. 1

zie bij Nw. Boteringestraat 40

 

Kleine Rozenstraat nr. 3

E 73, 1854: E 922,1925: E  2651, 1926: E 2678

1832 (art. 2316): wed. Albert Steenwijk (kleermaker)

1839 (art.3791): wed. Eerhardus de Grave

1851 (art. 1881.31): Lambartus Pluimker. In 185 verenigt hij E 73 en E 74 (nr. 5) en wordt het  E 922 en 923 ( nr. 5, zie daar)

1854 (art. 348): Folkert Jans Broos (bakker)

1855 (art. 6104): Andreas Alting (schuitenvaarder)

1860 (art. 7117): Jozeph Philippus Dellebarre (kamerbehanger), later wed. Anna Petronella Weber

1896 (art. 15769): Anna Petronella Weber, wed. J.Ph. Dellebarre

1916 (art. 20101.6): Jan Hendrik Kamps (timmerm.), later wed. Betje Afina Bloemendal

1917 (art. 17614.11): Harm Walles jr. (barbier) (woont Nw. Bot.str., 42). In 1925 ontstaan uit Nw. Bot. str 42: E 2650 en Kl. Rozenstr. 3: E 2651

1925 (art. 17339.3): Tunnis Rozema (timmerm), later wed. Jantje Beukema (woont Nw. Bot.str.44) (eerst met Henderika Annegiena Leemhuis), later 4 knd. Rozema

Gebouwd pakhuis met bovenwoning, i.o.v. T. Rozema (arch. C. Laffra) 1925-‘26. NB: Rozema bezit ook veel in Kl. Leliestraat.

1969 (art. 47194): Hillegiena Rozema (woont Nw, Bot. str. 44)

 
Kleine Rozenstraat nr. 5

E 74, 1854: E 923, 1931: E 2828 (= incl stukje van E 75)

1832 (art. 1881): Lambertus Pluimker (koopman)

1854 (art. 6027): Cornelis Derksen (stelmaker)

1880 (art. 8576.29): Jarig Gelinde (bediende Inst. Doofst.)(heeft veel in buurt: zie ook Violetsteeg)

1894 (art. 15097/6829.51): Geert Schuitema (timmerm., +1910, 83 jr.) (zie ook hieronder)

1906 (art. 15136): Jacob Werda (wagenmaker)

1930 (art 12225): Ipe van der Warf (huisschilder)

1930 (art. 29880): Pieter Bijlefeld en gem. Groningen

1931 (art. 29807): Pieter Bijlefeld (timmerm.-aann.) (5/9) en 8 kn. (elk 1/18). In 1931 sloop en herbouw

1939 (art. 33223): Gerhardus Evenhuis (*1901, kaashandel.) en 3 knd. In ’50 uitbreiding

1969 (art. 40523): Hindrik Harm Beuker (grossier in schoenen) (woont Nw. Ebb.str. 30)

1975 (art. 54306): Beugro BV (is van Beuker)

1977 (art. 58696): Friso Meijerink Bouw BV

1981 (art. 65732): Nederex Zwolle BV

1981 (art. 65860): Aannemersbedrijf Schipper en meijerink in Neede

1981 (art. 44087): St. Gemeente Gods (p.a. Nw. Boteringestr. 50, zie daar) later ‘Pinkstergemeente Andreas’

1999:..

 

Kleine Rozenstraat nr. 7 (-9)

 E 75 , 1931: E 2828, 1999: E 3661, 2007: E 3732

1832 (art. 275): wed. Suring Bos

1837 (art. 3379): Klaas Ridder (barbier)

1861 (art. 5472): Berend Kuitert BKzn. (koopman)

1866 (art. 5076): Feike Jans Dilling

1881 (art. 6829.37): Geert Schuitema (timmerm.) (heeft veel bezit)

BR 1900: nr. 7: Antonius Johannes Greven (*1851, timmerm.) + knd. (NB: hij is een oom van de latere echtgenoot van dochter Trientje, *1900, van Garmt Valentien); nr. 9.: Garmt Valentien (*1879, sig.maker tevens snoepwinkeltje)x Antje Okkens (*1875) + knd. (o.a. Trientje *1900, x 1928 Ferdinand van Wolde)

1906 (art. 15136): Jacob Werda (wagenmaker)

1930 (art 12225): Ipe van der Warf (huisschilder)

In 1931 koopt Bijlefeld deel van E 75, deel E 923 (zie boven) en deel E 2679 (Nw. Boteringestr.), die samen E 2828 worden: 1931 (art. 29807): Pieter Bijlefeld (timmerm., aann.) (5/9) en 8 knd (elk 1/18)(woont Hoornschedijk) Gebouwd werkplaats en woningen door P. Bijlefeld 1930-‘31

1939 (art. 33223): Gerhardus Evenhuis (*1901, kaashandelaar) (woont er niet), later met knd. In 1950 uitbreiding

1969 (art. 40523): Hindrik Harm Beuker (*1928, grossier in schoenen) (woont Nw. Ebb.str.30)

1975 (art. 54306): Beugro BV

1977 (art. 58696): Friso Meijerink Bouw, Zwolle

1981 (art. 65732): Nederex Zwolle BV

1981 (art. 65860): Aann.bedrijf Schipper en Meijerink BV Neede

1981 (art. 44087): St. Gemeente Gods (p.a. Nw. Boteringestr. 50, zie daar) later ‘Pinkstergemeente Andreas’

1999:..

 

Kleine Rozenstraat – oud nr. 11 (tot 1938)

(tot 1822: F 163, 1822-’99: M 76): E 76 , 1920: E 2955

1785: Ties Wolters?

BR 1806/ 1822: Klaas Kwelder (koemelker) (behuizing)

1832 (art. 1427): Klaas Kwelder (koemelker)

1833 (art. 3009): Albert Laurens (Louwrens) Meijer (koemelker), later wed. Grietje Bloem; knd: Geertien (*1817), Jantien (*1819), Louwrens Herman (*1822 en 1826), Egberdina (1823), Klaassien (*1829)

1855 (art. 6165): Laurens (Louwrens) Herman Meijer (*1826, koemelker)

1871 (art. 9343): Roelf Hamming (koemelker), later wed. Jantje Pluis (1/) en 2 dch en zn Hendrik (elk 1/8) en 2 kleindch (elk 1/16)

Adresb. 1907/1918: H. Hamming (koemelker)

1918 (art. 22281): Egbert Jan Bierling (cartonagefabr.) en Willem Roelf Homan (vleeschh.)

1919 (art. 22609): Klaas Nienhuis (koemelker) (woont er)

Adresb. 1924 tm 1931: K. Nienhuis (koemelker). Klaas Nienhuis verhuist naar Paddepoel 1 en begint in ’29 maatschap met Freerk Nienhuis (*1947, veehouder O’hoogebrug)

Adresb. 1933: H.v.d.Meer (schoorst.veger enz), J.v.d.Meer (kantoorbed.)

1934 (art. 31462): Aldert Nienhuis (slager, woont Haren)

1938 (art. 33123): Nicolaas Been jr. (groentenhandel, woont Eelderwolde), later 3 knd. Been. In 1938 sloop (samen met E 2954)

 
Kleine Rozenstraat – oud nr. 13 (tot 1938)

(tot 1822: F 162, 1822-1899: M 75): E 77 , 1933: E 2954

BR 1822: Willem Lanting (zonder beroep) (kamer)

1832 (art. 1427): Klaas Kwelder (koemelker)

1833 (art. 3009): Albert Laurens Meijer (in 1823 nog schipper; koemelker), later wed. Grietje Bloem

1855 (art. 6165): Laurens (Louwrens) Herman Meijer (*1826, koemelker)

1871 (art. 6828.30): Floris Joannes Willem Jacobus Scheurleer (Zuidwolde)

Adresb. 1872-’73: R. Hamming, koemelker

1872 (art. 9585): Jan Bus (steendrukker)

1880 (art. 11577): Jan Berends (kleermaker)

1885 (art. 12998): Martinus Kuipers (koopman, +1901), later wed. Anna Lamina Kuitert (1/4) en knd. Kuipers

1903 (art. 17537): Margrietha Rosemulder (koopvr.)

1919 (art. 19222.8): Anne de Valk (timmerm., +1938)

1924 (art. 24444): Salomon de Swaan (+1928), later wed. Kaatje van Hasselt (4/7) en 6 knd. De Swaan (elk 1/14)

1933 (art. 31049): Kaatje van Hasselt, wed. Salomon de Swaan

1938 (art. 33049): Harm Pikkert (timmerm.-aann.)

1938 (art. 33123): Nicolaas Been jr. (groentenhandel, woont Eelderwolde), later 3 knd. Been. In 1938 sloop (samen met E 2955)

Kleine Rozenstraat gezien in richting Nw. Kijk in ’t Jatstraat ca.1927 (foto Openbare Werken)

 

Kleine Rozenstraat nr. 11-13 (vanaf 1938)

E 76 en 77, E 2955 (nr. 11) en 2954 (nr. 13), 1944: E 3111

1938 (art. 33123): Nicolaas Been jr. (groentenhandel, woont Eelderwolde), later 3 knd. Been. Gebouwd magazijn en woningen i.o.v. N. Been jr. (arch. C/ Laffra) 1938-‘39

In ’44 verenigd tot E 3111)

1965 (art. 33223): Gerhardus Evenhuis (*1901), later 3 knd Evenhuis

1971 (art. 44087.10): Stichting Gem. Gods (zie Nw. Bot.str. 50) later ‘Pinkstergemeente Andreas’

1999:..

 
Kleine Rozenstraat nr. 15

E 78, 1911: E 2450

1832 (art. 713): Wolter Folkeringa (commissionair)

1860 (art. 4209/7569): Johannes Haupt

1878 (art. 9833): Pieter Wiersema (notaris klerk) (oa ook Nw. Bot.str.46, zie daar)

1891 (art. 14279): Abraham Zwaan (paardenslachter)

1909 (art. 19222): Anne de Vlak (timmerm.) Herbouwd i.o.v. A. de Valk (arch. H. Hoekgever) 1909. Daarna E 2450

1918 (art. 21991): Oege Schuitema (rustend schipper), 1926: Johannes Jacobus Mekel (behanger-stoffeerder, woont 15a)

1944 (art. 35601): Otto Johannes Mekel (waterbouwk.opzichter) (woont er niet)

1954 (art. 38149): Olfert Drent (groentenhandelaar)

1976 (art. 56788): Yvonne Antoinette Hassink (*1944, klinisch psych.) (woont er)

nu J. Bouwers

 

Kleine Rozenstraat nr. 17

E 79, 1911: E 2449, 1971: E 3309

1832 (art. 713): Wolter Folkeringa (commissionair)

1860 (art. 7569): Johannes Haupt

1878 (art. 11002): Bonne van Dijken (meter-weger)

1897 (art. 16067): Alexander Mozes Rosenboom (koopman)

1911 (art. 19701): Herman Medema (schipper), later wed. Klasina Kastje. In 1911 optrekken voorgevel (zie bouwvergunning Gr. Arch.), daarna E 2449

1924 (art. 20365): Johan van der Leij, later wed. Cecilia Jansen

1924 (art. 26803): Evert Sterenberg (timmerm.)

1925 (art. 25172): Jan Dam (werkm. Trambedrijf/GW)

1930 (art. 29925): Hendrik Doornkamp (timmerm/aann.) (woont nr. 17)

1942 (art. 35023): Harmannus Kuin (sleepb.kap.)

1962 (art. 42052): Kerkgenootschap  genaamd Broederschap van Pinkstergemeenten in Ned.

1963 (art. 44087): St. Gemeente Gods (p.a. Nw. Boteringestr. 50, zie daar). Van 5-9-1970 ingericht als opvangcentrum voor drugsverslaafden van Amerik.vereniging ‘Teen Challenge’ (zie NvhN 7-9-1970). In 1980 samen met nr. 19

Nu onderdeel kinderdagverblijf nr. 19

 
E80 = gang

later E 2953

1832 (art. 2746): Johan Diederik Wolthers (rentenier) en m.e. (hij is eigenaar van Nw. Bot.str. 50)

 

Kleine Rozenstraat nr. 19

E 81, 1853: E 895 tm 897, 1878: E 1721, 1933: E 2952 (en gang E 2953, was E 80), 1999: E 3662

1832 (art. 2080): Hendrik Geerts Schaaf (schipper)

1868 (art. 8788): Maria Hendriks  en Trientje Hendriks Schaaf

1872 (art. 9602): Harm Jans Bakker

1873 (art. 7297): Dominicus Henderikus Boekholt (timmerm.)

1878 (art. 10973): Daniel Pestman (winkelier). In 1878 weer verenigd tot E 1721

1882 (art. 12250): Jan Korneli(u)s van Leeuwen (winkelier) (6/11) en 11 knd (elk 1/22) (woont Nw. Bot.str. 50). Gebouwd pakhuis en woningen J.K. van Leeuwen 1903-’04.

1938 (art. 33141): Johannes Wilhelmus (koopman, woont Nw. Bot.str. 50) en Martha Henderika van Leeuwen

1960 (art. 42052): Kerkgenootschap  genaamd Broederschap van Pinkstergemeenten in Ned. In 1962 gesloopt. Gebouwd i.o.v. Ned. Pinkstergemeente/ E.A. Graf (arch. K. Lentz)

1963 (art. 44807): St. Gemeente Gods (p.a. Nw. Boteringestr. 50) later ‘Pinkstergemeente Andreas’

1999: kinderdagverblijf samen met nr. 17

 

Kleine Rozenstraat nr. 21

E 82, E 898, 1864: E 1174, 1949: E 3139

1832 (art. 1824): Berend Oosting (arb.)

(art. 5019): Roelf Haftenkamp (wever). In 1864 deel samen met E 186 (=Nw. Kijk in ’t Jatstr. 49, zie daar): E 1173, wat in 1872 wordt verkocht aan art. 9554. Ander deel wordt E 1174 en verkocht aan:

1864 (art. 6692): Pieter Damsté Brouwer (korenmeter)

1874 (art. 10101): Willem Luikinga (tapper)

1876 (art. 2688.9): Johan Christiaan Winterwerp (onderw.)

1880 (art. 11549): Johannes Augustinus Dagelet (timmerm.) (1/2) en 2 dch. (elk ¼)

Gebouwd J.A. Dagelet 1897-‘98

1918 (art. 21871):Jan Mulder (schilder), later Harm Mulder x Frouwke Moedt, later wed. (2/3) en en 2 knd (elk 1/6) (woont 21a)

1928(art. 28666): Cornelis Siebesma (koopman) (woont er niet)

1946 (art. 35942): Lupko Blaauw (installateur) (woont er)

1951 (art. 37628): Berendina Catharina Hoeksema (woont 21a)

1952 (art. 35549): Hielktje Hut, wed. Antoon Philipsen (woont 21a)

1959 (art. 41464): Frederik Schokker (dieselmonteur) (woont 21a)

1976 (art. 55881): Johannes van der Heiden (*1956) (vader-voogd: J. v.d. Heiden, Emmen)

tot mei 2007: Siebert Nix en Elles van der Heiden

 

Kleine Rozenstraat nr. 23 tm 23b

E 83 en 84, 1911: E 2448 , dan verenigd met Nw. Kijk in ’t Jatstraat 47: zie verder daar, tot 1980: E 3360

 1832 (art. 2458): Harmannus van der Veen (bakker)

1853 (art. 5728): Ocko Pieters Huizinga (broodbakker)

E 83:

1860 (art. 7051): Aaltje Nap. In ’61 herbouw

1865 (art. 8145): Jan Reinders van Til

1866 (art. 8255): Jan Jans Barkman (tingietersknecht). Zie verder onder.

E 84:

1860 (art. 7053): Jantje Bootsman, wed. Willem Waling Pel

1862 (art. 7543): Leendert Krook (scheepskapitein). In ’63 herbouw

1878 (art. 11112): Reinder Harm Waterborg. Zie verder onder.

E 83 en 84:

1870 E 83 en 1880 E 84 (art. 9166): Hindrik Mooi (scheepskapitein)

1899 (art. 16501): Pietertje Reinder Muis, wed. Jannes Harms Dost

1906 (art. 14375/21194):Holke van der Ploeg (tapper/ koffiehuishouder)

Gebouwd H. van der Ploeg 1911, daarna verenigd tot E 2448.

Zie voor periode 1911-1980 bij Nw. Kijk in ’t Jatstraat 47 Toen weer afgesplitst.

1980 (art. 44375): Hendrik en Lubertus Ritskes (brandstofhandelaren) (elk 1/2)

1986 (art. 68362.10): Frederik Roelof van Calker (*1955)

 

Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat

Kleine Rozenstraat, even zijde

Kleine Rozenstraat (M 54/2 (1899: 2) tm M 67 (1899: 22) en M181a (1899:24)

Kleine Rozenstraat nr. 2

(Oorspr. deel van E 98, zie Nw. Boteringestr.38) (tot 1899: M 54/2); 1846: E 778, 1925: E 2578

1832 (art. 467): Lubbertus Crol (koopman) In 1846 splitsing in E 778 en E 777 aan Kl. Rozenstraat (laatste komt later bij Nw. Bot.str.) en  E 779 aan Nw. Bot. Straat  (latere nr. 38, zie daar)

1851 (art. 650.28): Christoffel van Elmpt (kastelein)

1854 (art. 5973): Antje Pieters Piersma (+1866), wed. Jan Sinninghe Damsté

1867 (art. 8420): Jan de Jonge (hoofdonderwijzer, +1912), later wed. Ida Ritzema

1915 (art. 11401.30): Fokko Faber (koekbakker) (1/3) en knd Eppo en Aaltje Aafina (x Harm Hendrik Niessen) (elk 1/3)

1917 (art. 21370): Lebertus Bolhuis

1920 (art. 20753): Obbe Jan Freese (*1891, smid, x 1915 Grietje de Jong), later ½ met 2 knd (elk ¼) (zie ook nr. 6)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: Kl. de Boer, pakhuiskn.

Adresb. 1938: H. Meerveld, leesbibl.

1965 (art. 45125): Obbe Jan Freese jr. (*1916) (woont Noorderbinnensingel 51a)

1972 (art. 50222): Willem Nooitgedacht (*1921, reder en scheepskap.) x Gepkina Jantina Sikkema

1980 (art. 63211): Willem Jan (*1950) en Johan Christiaan (*1955) Nooitgedacht (wonen er)

1983 (art. 70488): Johan Christiaan Nooitgedacht (*1955, woont er)

1985 (art. 72464): Ilona Dorothea Lulof (*1968) (woont er)

Kleine Rozenstraat nr. 4-4a

(tot 1899: M 55= werkplaats): E 97 

1832 (art. 2316): Albert Steenwijk (*1765, x 1817, +1829 Rozenstraat M 79), daarna wed. Aaltje Bont (bezit veel)

1857 (art. 744.18): Poppo Garmers (steenkoper)

1858 (art. 3446.11): Jan Christiaans Groenewold (*1800 koopman, x 1834 Grietje Koens, +1861)

1862 (art. 7542): Grietje Koens, wed. Jan Christiaans Groenewold

1869 (art. 9044): Anna Maria Groenewold

BR 1870: Pieter Parée (*1838)x Hillechien Lofvers (*1840) + zuster Johanna Lofvers en dch. Johanna Elisabeth Parée

1870 (art. 9130): Hermannus Bernardus Schoonbeek (timmermanskn., x Martjen Dieters, +1908), later 2 knd. w.o. Hendrik Schoonbeek, later wed. Lammechien Beerthuis en knd. kleinknd. (wonen 4a)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: 4. Bergplaats; 4a. H. Schoonbeek

Adresb. 1938: 4. Bergpl.; 4a. wed. H. Schoonbeek1954 (art. 38975): Sjoerd v.d. Heide (eerst landgebruiker Steenbergen, later z.b.) (woont er)

1953 (art. 37077.12): Kornelis Anko Themmen (*1913, schilder)

1954 (art. 38975): Sjoerd van der Heide (landgebruiker; woont later 4a)

1961 (art. 42685): Eelke Wolters (fabr.arb.)

1971 (art. 49494): Rembertus Matheus Sloot (*1943, koopman)

1971 (art. 49771): Bernardus Petrus (*1948) en Rembertus Matheus (*1943, koopman) Sloot

1983 (art. 70446): Bernardus Petrus Sloot (*1948) (woont Nijmegen)

 


Kleine Rozenstraat nr. 6-6a

(tot 1899: M 56=slachtplaats): E 96

1832 (art. 734): Pieter Friese (koopman, +1839)

1853 (art. 5835): Klaartje Hemmes, wed. Pieter Friese (+1854) en Saartje Friese (x H.M. Jansen)

1856 (art. 6395): Klaartje Friese (*1834, minderjarig)

1858 (art. 6695): Dirk Jans Goudberg (vleeschhouwer, +1889). Eerst pakhuis, daarna met woning

BR1870: M56a: Franciscus Glansbeek (*1844, behanger) x Chatharina Johanna Remmers (*1846-+1870) x1873 Anna Maria Geertruida Timmer + 2 knd

1878 (art. 11030): Jan Goudberg (*1852, vleeschh.) (zn. van Dirk Jans G. en Eefke Keizer)

1887 (art. 13548): Johannes Goudberg (*1860, vleeschh., +1914) (zn. van Dirk Jans G. en Eefke Keizer)

1901 (art. 14190.15): Jan Goudberg (*1852, koopman, +1929, x Martje Westerhoff)

1915 (art. 20753): Obbe Jan Freese (*1891, smid, x 1915 Grietje de Jong), later ½ met 2 knd (elk ¼) (zie ook nr. 2)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: 6a. O.J. Freese, smid

Adresb. 1938: –

1952 (art. 38149): Olfert Drent (groentenhandel.)

1979 (art. 61542): Aannemersbedrij Feenstra

1981 (art. 41000.9651): gem. Groningen

1984 (art. 71575): gem. Groningen en Stichting Stadsherstel. Renovatie 1985 (zie steen)

1985 (art. 72987): gem. Groningen en Juan Molina Campoy (*1950)

Kleine Rozenstraat nr. 8

(tot 1899: M 57): E 95, 1933: E 2957

1832 (art. 1544): Bernardus Meddens

1834 (art. 3020): Joannes Lodewicus Wijnands (*1820, wolkammer +1859- , x 1854 Jacoba Bos)

1860 (art. 7190): Jacoba Jacobs Bos (+1892), wed., J.L. Wijnants

BR 1870: Froukien Folkers (*1804)

1893 (art. 9879.53): Vereeniging het Midden Gasthuis. In 1893 herbouw.

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: wed. K. Schipper

1981 (art. 64508.31): Ver. Het Middengasthuis.

 

Kleine Rozenstraat – nu bij nr. 8

1873: E 1512, 1925: E 2579=bergplaats

1873 (art. 9879.5 later 93): Vereeniging het Midden Gasthuis

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

 

Kleine Rozenstraat – nu bij nr. 10

(tot 1899: M 59, 1899: nr. 10): E 93, 1926: E 2682, 1962: E 3280

1832 (art. 1544): Bernardus Meddens (RK pastoor)

1846 (art. 3107.8): Jan Popkes Sijbes (kuiper)

1866 (art. 4190.8/8513): Frederik de Vries (timmerm.)

BR 1870: Wijte Vissinga (*1824, wolkammer) x 1860 Marchien Johannes (*1824) + 2 zns.

1881 (art. 11922): Harm de Vries (kleerm., x 1890 Johanna Roline van Ikelen, +1923)

1918 (art. 19286): Reinder Brouwer (smid)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: E. Ploeg, smidsknecht

1923 (art. 26313): Fa. R. Brouwer (Reinder en Cornelis Brouwer, resp. kachelfabr. en onderwijzer)

1925 (art. 9879.99): Vereeniging het Midden Gasthuis. In ’62 verenigd tot E 3280

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

 

Kleine Rozenstraat nr. 10

(tot 1899: M 60, 1899-…: nr. 12): E 92, 1962: E 3280

1832 (art. 2316): wed. Albert Steenwijk

1850 (art. 4230.6): Johan Michael Luider(schoenmaker)

1854 (art. 4498.10/8032): Gijsbertus de Loos (*1813, zaagmolenaarsbediende, + 1889; x 1838), later wed. Jantje Moni

BR 1870: Franciscus Antonius Wilkens (*1840, verwerskln.) x Jakoba Berkman (*1836) + 3 knd.

1890 (art. 12225): Ipe van der Warf (huisschilder, +1928, x Grietje Werda), later zn. Jan van der Warf (*1891, leeraar) (bezit veel)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: D. Kampinga, kleermakerskn.

1942 (art. 9879.106): Vereeniging het Midden Gasthuis

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

 

Kleine Rozenstraat nr. 12

(tot 1899: M 61, 1899-..: nr: 14): E 91, 1925: E 2580, 1962: E 3280

1832 (art. 2316): wed. Albert Steenwijk

1850 (art. 4230.5): Johan Michael Luider(schoenmaker)

1854 (art. 4498.9/8032): Gijsbertus de Loos (*1813, zaagmolenaarsbediende, + 1889; x 1838), later wed. Jantje Moni

BR 1870: Johanna Catharina Lamot (*1815, x 1840 Roelf Eelvelt +1863 omroeper, Gr. Rozenstr. L195) = knd Eelvelt en Zwaantje Eelvelt x 1878 Hindrik Wolter Dijkhuis

1906 (art. 9879.92): Vereeniging het Midden Gasthuis

Adresb. 1920:J. Huiting

Adresb. 1922/’24: J. Pluister, timmerm.

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

 

Kleine Rozenstraat – nu bij nr. 12

(tot 1899: M 62, 1899-..: nr: 16): E 90, 1933: E 2958, 1962: E 3280

1832 (art. 1544): Bernardus Meddens

1846 (art. 4742): Hendrik Oltmans Smith (Raadsdienaar)

1851 (art. 5070): Joseph Jacob Cohen (inbrenger bij Bank van Leening)

1852 (art. 5077.4): Mr. Izaac Lazarus Schaap (procureur, +1869) x Rebekka Hijmans

1856 (art. 6332): Roelof Jager (timmerman)

1856 (art. 1343.4): Lammert Kooiboer (schipper) en Jan lammert Eerenst

BR 1870: Elisabeth Margrieta Kubbenga (*1811, RK) (wed. Johannes Bernardus Durville, +1862 M 62 timmermanskn.) en 4 knd. Durville

1896 (art. 9343.6): Roelf Hamming (koemelker, +1909), later wed. Jantje Pluis (1/2) en 3 knd (elk 1/8) en 2 kleinknd (van in 1909 overleden dch. Jantina x Daniel Tor) (elk 1/16). Woont nr. 11-13 (zie daar)

1918 (art. 22412): Franciscus Johannes de Jong (voermanskn.)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: F. de Jong, werkman

1927 (art. 9879.102): Vereeniging het Midden Gasthuis

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

 

Kleine Rozenstraat nr. 14

(tot 1873: M 63, 1873-1899: M 63/1, 1899-..: nr. 18a): E 89, 1874: E 1530, 1925: E 2581, 1962: E 3280

1832 (art. 1191): Andries Jansen (wever)

1854 (art. 5950): Jan Bos (timmerm.) en m.e.

1855 (art. 4569.27/7151): Jan en Karel Bos (timmerlieden)

1865 (art. 4190.7/8513): Frederik de Vries (timmerm.)

BR 1870: Carolus de Groot (*1824, schoenm.) x Reina Wolff (*1826) + knd

1873 (art. 9879.1): Vereeniging het Midden Gasthuis. In ’73 herbouw daarna E 1530

Adresb. 1920: J. Bierling, tuinier

Adresb. 1922: mej. T. v.d. Wal

Adresb. 1924: wed. R. v.d. Schuur

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

 

Kleine Rozenstraat nr. 16 tm 40

(1873-1899: M 63, 1899-1921: 18-2 tm 18-22, 1921-1981?: nr. 20 tm 58): E 94 (=achterliggende tuin), 1849: E 820, 1874: E 1512 tm 1534 (huisjes) en E 1535 (tuin), 1925: idem en E 2582 (tuin), 1962: E 3280

1832 (art. 1544): Bernardus Meddens

1846 (art. 4741): Jacob Cornelis Vroom (*1799, boomkweeker +1891, x Aaltje Harms Boer +1830, x 1832 Roelina Gialts). Na herbouw huisjes, huidige nrs.42-44, wordt tuin in 1849: E 820

1870 (art.6674.87): Het Alg. Diaken Gezelschap der Nederduitsche Herv. Gem.

1873 (art. 9879.4): Vereeniging het Midden Gasthuis. Bouw huisjes E 1512 tm 1534 en E 1535=tuin. Na vereniging in 1962 alles E 3280 (art. 9879.112)

1977 (art. 58816): Jelte (*1938) en Sjoert (*1936) Giezen (dir. Vennootschap)

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

Middengasthuis

Stadsmonumentenbord:

Nederlands-hervormde diakenen en oud-diakenen van het in 1838 opgerichte Algemeen Diaken Gezelschap wensten zich niet alleen bezig te houden met hun eigen onderlinge ‘vriendschappelijke verkeer’. Zij stelden zich tevens ten doel ‘liefdadige instellingen’ op te richten en in stand te houden ‘tot nut der armen’. Zo werden in 1843 hier in de buurt, aan de toenmalige Violetsteeg, ‘twaalf armen-woningen of kamers’ gebouwd en vier jaar later had het Gezelschap verspreid over de stad al zeven door de diaconie beheerde complexen van ‘kamers’.

In 1867 besloot het Algemeen Diaken Gezelschap een gasthuis te stichten voor ‘fatsoenlijke, oppassende handwerkslieden en dienstboden, te min vermogend om een plaats te bekomen in een gasthuis met een hooge inkoopsom en nog te goed om eene plaats in het diaconie-gasthuis te zoeken’.

Drie jaar later werden aan de Kleine Rozenstraat twee behuizingen en een tuin gekocht (ter plekke van huidige nrs. 40, 42 en het hofje) en uit het Gezelschap ontsproot de vereniging ‘het Midden-gasthuis’. Nadat zij op 7 november 1872 koninklijk was goedgekeurd en de bebouwing gesloopt, werden er het volgende jaar 21 nieuwe ‘woonkamers’ neergezet.

Hervormden van 55 en ouder konden zich een plaats in het gasthuis kopen. Aan de Kleine Rozenstraat werd het Midden-gasthuis in de loop der jaren door aankopen met zes huisjes uitgebreid (huidige nummers 8 tm 14). En aan de Grote Leliestraat werd in 1895 een tweede Midden-gasthuis gesticht.

Lange tijd voorzagen de gasthuizen in een behoefte, maar na de Tweede Wereldoorlog veranderde dat geleidelijk. Met een aantal anderen vormden de Middengasthuizen in 1968 de Verenigde Groninger Gasthuizen, die enige jaren later in de Oosterparkwijk twee nieuwe huizen neerzetten. Het gasthuis aan de Kleine Rozenstraat werd verkocht aan een bouwbedrijf en toen de gemeente het in 1978 ‘niet renoveerbaar’ noemde, leken zijn dagen geteld.

Woningbouwvereniging Gruno en de veelal jonge bewoners dachten daar echter anders over en in 1981 werden 18 gerenoveerde en deels vergrote woningen opgeleverd. Het gasthuis is tegenwoordig van Nijestee.

 

Kleine Rozenstraat nr. 42

(tot 1899: M 64, 1899-1921: 18-b, 1921-1981?: nr. 60): E 88, 1849: E 819, 1874: E 1529, 1962: E 3280

1832 (art. 1544): Bernardus Meddens (RK pastoor)

1846 (art. 4741): Jacob Cornelis Vroom (*1799, boomkweeker +1891, x Aaltje Harms Boer +1830, x 1832 Roelina Gialts). In 1849 herbouwd, daarna o.a. E 819 en 820 (tuin)

1870 (art. 6674.86): Het Alg. Diaken Gezelschap der Nederduitsche Herv. Gem.

BR 1870: Willem Dam (*1825, verwer) x 1849 Dina Bunt (*1826) + dch. Johanna

Vanaf 1875: Arie de Vries (*1831) x Grietje Westenberg (*1835)

1873 (art. 9879.3): Vereeniging het Midden Gasthuis. In 1873 bouw.

Adresb. 1920/’22: 18b/60: wed. K.D. Kuipers

Adresb. 1938: 60, S.D. Schuring, portier

Adresb. 1972: 60. Wolthuis-Bultje

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

 

Kleine Rozenstraat nr. 44

(tot 1899: M 65, 1899-1921: 18c, 1921-1981?: nr. 62): E 87, 1849: E 818, 1874: E 1528, 1962: E 3280

1832 (art. 1544): Bernardus Meddens (RK pastoor)

1846 (art. 4741): Jacob Cornelis Vroom (*1799, boomkweeker +1891, x Aaltje Harms Boer +1830, x 1832 Roelina Gialts). In 1849 herbouwd, daarna o.a. E 818.

BR 1870: Kornelis Jakob Vroom (*1834, bloemist) x Anna Christina Regina Gans (*1844) + knd. Vertrekken naar P 95.. en in 1872 naar Winschoten

1870 (art. 6674.88): Het Alg. Diaken Gezelschap der Nederduitsche Herv. Gem.

1873 (art. 9879.2): Vereeniging het Midden Gasthuis. In 1873 bouw.

Adresb. 1920: 18c. K. Roos

Adresb. 1922: 62: R. Boerema

Adresb. 1938: 62. I. Pathuis

Adresb. 1972: 62. T. Vlap- v.d.Vlag, W. v.d. Heide

1979 (art. 24498.316): Woningbouwver. Gruno

1999: Nijestee

 

Kleine Rozenstraat nr. 64

(tot 1899: M 66, 1899-1921: 20): E 86, 1933: E 2959

1832 (art 708): Benjamin Flitzema (koopman)

1846 (art. 4652): Derk Douma (dienaar v.d. nachtschout)

1852 (art.1880.22): Hindrik Pluimker (schuitevaarder)

1859 (art. 6947): Hindrik Elderkamp (borstelmaker) Gebouwd i.o.v. H. Elderkamp (arch. K. Hoekzema) 1890

BR 1860/’70: Hendrik Elderkamp (*1828 Drachten) x Anna Schrikkema (*1822 Siddeburen) + Margretha (*1858), Derk (*1858), Johannes (*1861)

1902 (art. 16325): Derk Elderkamp (winkelier)

1912 (art. 20085/17849): Pieter Albers (machinist, later Ned Indie, +1932)

Adresb. 1920: 20. D. Meijer, Gross. Suikerw.; 20a. E. Mulder, beeldhouwer

Adresb. 1922/’24: 64. D. Meijer, Gross. Suikerw.; 64a. S.R. Noordhoff, gasfitter

1924 (art. 23175.13): Andreas Strüber (winkelier Nw. Ebb.str. 113)

1925 (art. 27009): Theunis Johannes van Bergen (timmerm.).

Adresb. 1928: 64. T.J. van Bergen, timmerman en groentehandel

1928 (art. 28787): Geert Otto (stucadoor) (woont nr. 66) Verbouwd in 1929.

mei-dec. 1929 (foto): G. Borgman Azn, kruideniers-comestibles

Kleine Rozenstraat 64 woningkaart

Adresb. 1929 tm 1931: 64-66: G. Otto, café-slijterij

Adresb. 1933: 64. F. de Groot, handelsr.; 64a. R. Oudgenoeg, kleerm.

Adresb. 1935: 64. I. Boonstra, kruidenier; 64a. R. Oudgenoeg, kleerm.

Adresb. 1937/1938: 64. G.A. Dijkstra, kaash.; 64a. H.S. Brink, sigarenm.

Kleine Rozenstraat 66 in 1929 nadat G. Otto zijn cafe-slijterij net heeft vergroot (foto P.B. Kramer, collectie Gron. Arch.)

Tekst uit boek (p.153):

Het oudste nog bestaande café van de wijk is ‘De Minnaar’, dat tenminste in 1880 al bestaat en dan Kleine Rozenstraat M 67 is genummerd. De eerste ‘tapster’ is de weduwe Jeltje Bart-Rijkholt. Dochter Renske zet het café na haar overlijden voort en daarna volgen Jochem Wolthekker, diens weduwe en haar jongere zus Henderika Angerman. De laatste trouwt de in Leeuwarden geboren Hendrik Dijkstra en zij maken er zelfs een ‘hotel-café-restaurant’ van. De volgende eigenaar, Geert Otto, voegt in 1929 het in 1890 gebouwde winkelpand van nummer 64 toe. Hij laat de boel verbouwen, waarbij nummer 66 wordt verhoogd en vernieuwd en een slijterij gedeelte krijgt (zie foto). In 1979 geeft Henk Tamis er de naam ‘De Bascule’ aan en laat er van tijd tot tijd livemuziek klinken. De huidige naam, voluit ‘De Minnaar van de Rozenstraat’, ontstaat in 1996 door de nieuwe uitbaatster Anja Wassenaar. Zij neemt in het najaar van 2020 na 24 jaar afscheid van haar café.

 

Kleine Rozenstraat nr. 66

(tot 1899: M 67, 1899- 1921: 22) : E 85, 1933: E 2960

1832 (art. 893): Siebren Jans Grouwstra (schoenmaker)

1840 (art. 1091): Geert Jans van Hoorn (commies)

1848 (art. 5053): Hendrik Lameris (timmerm.)

1863 (art. 4144): Anna Lichtenvoort, wed Gelte Hindriks v.d. Bosch  (+1840) (winkeliersche)

1863 (art. 3177): Gelte Hindrik van den Bosch (*1840, timmerm.) en wed. Anna Lichtenvoort (+1872)

BR 1870: Geert Groenewoud (*1836, goudsmid, +1898) x Alida Geertruida Wijndels en 4 knd

Adresb. 1880: M 67: wed. B. Bart, tapster; BR 1880: Jeltje Bart-Rijkholt, winkel. Knd: Jozef (*32, kleermaker; na 1 jr huwelijk weduwn.), Geertruida Marta (*35-+febr. ’80; naaister), Renske (*1846, naaister)

BR 1890: Renske Bart (tapster), Jozef (*1832-+1894), Geertruida (*43), komt 1892 uit Oosterbroek ((= vermoedelijk wed.). De eerste 2 verhuizen (na 1892 naar L 432, enz. Renske overlijdt 1895

BR 1893?-: Jochem Wolthekker, later wed. Grietje Wolthekker-Angerman. Daarna café van Henderika Angerman en echtgenoot Hendrik Dijkstra (zie boekje: ‘Al tien jaar dezelfde Minnaar’, 2006)

1900 (art. 6811.23): Harm Stuiveling (timmerm.) en knd.

1909 (art. 19302): Anna Geltiena Stuiveling (woont er niet)

1917-1923: Hendrik Dijkstra: hotel- cafe-restaurant

Adresb. 1920: 22. H. Dijkstra

Adresb. 1922: 66. H. Dijkstra, tapperij

1921 (art. 24466): Hendrik Dijkstra (caféhouder, later koopman O. Ebb.str)

1923 (art. 25982/28787): Geert Otto (stucadoor) (woont nr. 66). In 1929 wordt nr. 66 verhoogd.

Meer info over Geert Otto

Adresb. 1924/’25: G. Otto, tapper

Adresb. 1929 tm 1931: 64-66: G. Otto, café-slijterij

Adresb. 1933/1935: 66. G. Otto, café-slijterij

Adresb. 1937/1938: 66. G. Meijer, café-slijterij

1967 (art. 38339): Kornelis Otto (*1924, caféhouder, woont later Paterswolde; x Maria Geertruida Geubels) (heeft meer bezit)

Verhuurd aan: J. Woltman, 1969

1979: Cafe De Bascule: Henk Tamis

Vanaf 1996: de Minnaar van de Rozenstraat

Per 1-10-2020: Floris en Larissa

 

Kleine Rozenstraat nr. 68

(tot 1899: M 181a, 1899-1921: 24): E 184, 1847: E 782, 1896: E 2162 (samen met Nw. kijk in ’t Jatstraat 43-45)

1832 (art. 1982): wed. Albert Reneman.

1846 (art. 4459): Johannes Bruce, kleermaker. In 1847: E 782 (hoekpand) en 783 (Nw. Kijk in ’t Jatstraat 43)

1850 (art. 1880): Hindrik Pluimker, schuitevaarder

1854 (art.5965): Willem van Denderen, oppasser

BR 1870: oa Antje Derks Hofman (*1793-+1875, wed. Boele Kremer Riezenkamp +1858, dpsgez.)

1871 (art. 9372): Egbert Riga (timmerm.)

1896 (art. 12790): Kornelis Mensinga (koemelker) Verenigd en herbouwd i.o.v. K. Mensinga 1895-’96 tot E 2162

1899 (art. 11916): Luitje Mulder (koopman)

1916 (art. 22953): Geert Dijk (schoenm.) (woont Nw. Kijk in ’t Jatstr. 45)

Adresb. 1920: 24: Gez. A. en E. Westenborg, koffie en thee

Adresb. 1922/’24: 68: Gez. A. en E. Westenborg, koffie en thee

1950 (art. 37493): Jan Brongersma

1953 (art.29233): Jan Abraham Dik + wed+ knd, scheiding 1978

1978 (art. 59400): Jelly Dik

1978 (art. 46006): Maria Christiana Lemoine (wed. G. Vogel)

1980 (art. 63150): Jurjen Ubbo Robert Niewold

1986 (art. 75145): Sjoerd Pieters Tilkema en Theodora Berta Bredie

 

Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat