Verklaring van de straatnamen:

Noorderbinnensingel: Aanvankelijk werd het hier aangeduid met ‘Aan de wal’. Langs de lijnbaan loopt dan geen echte weg, maar wordt het baanpad van de lijnbaan afgesloten met een ‘rollaag’ (een verticaal naast elkaar gelegde rij stenen). Op voordracht van het college van B&W koos de gemeenteraad op 21 februari 1881 voor de naam Noorderbinnensingel. In mei van het jaar daarvoor was al de naam Zuiderbinnensingel geboren voor een vergelijkbare straat aan de zuidkant van de oude stad. En later zou ook nog de naam Westerbinnensingel volgen.

Violetsteeg: De naam van deze smalle straat of steeg is nooit officieel door de gemeenteraad vastgesteld. Aanvankelijk worden ook wel de namen Fi(o)letten- en Violettensteeg gebruikt, die zijn afgeleid van het verkleinwoord van de viool of het viooltje. Zo kan de Violetsteeg worden gezien als een kleinere versie van de noordelijker gelegen Violenstraat. Met de afbraak van alle woningen daar, is eind jaren dertig de steeg zelf ook verdwenen.

Taksteeg: een slop uitkomend op de Violetsteeg, genoemd naar Machiel Tak, die in 1873 zorgt voor de aanleg en de bouw van bijna alle huisjes. Hetzelfde jaar door de gemeente officieel van deze naam voorzien, al duurt het tot 1921 voordat de huisjes ook een adres aan de Taksteeg hebben en niet meer aan de Violetsteeg.

Inhoud verberg
Noorderbinnensingel
De periode na 1945:

 

De periode tot 1945:

 

Noorderbinnensingel

Het gedeelte tussen de Grote Kruisstraat en Grote Rozenstraat (ter plekke van nr. 112 tm 120 voor de sanering):

Bij het begin van het kadaster zijn hier drie onbebouwde percelen vanaf Gr. Kruisstraat: E 321, E 359 en E 362.

Detail 1e kadasterkaart sectie E, 1832

Het gedeelte Grote Kruisstraat (boven) tot Grote Rozenstraat (onder) in 1907, met toenmalige kadasternummers (zwart) en huisnummers (rood). De huisnummers werden in 1921 gewijzigd, bijv. nr. 84 werd 111 enz. (zie bij de huizen hieronder)                                                                             NB: niet aangegeven de huisnummers van het blok op de hoek met de laatstgenoemde straat: dat waren 89-5, 89-5a, 89-6 en 89-6a (vanaf 1921: nrs. 159, 159a, 160 en 160a).

 

E 321= tuin , 1878: E 1712 tm 1717

1832 (art. 1877): wed. Harm Plenter (koemelker)

1840 (art. 3956): Beerent Plenter (koemelker)/ later Roelf Plenter e.a.

1873 (art. 9861/7697): Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). In 1878 stichting, waarna E 1709 (tuin) en 1710 tm 1717 (kamerwoningen) (voor 1709/1823 en 1710 zie Gr. Kruisstr., wordt L 444). E 1712 tm 1717: bewoners zie hieronder L 444-1 tm L444-8)

1895 (art 15456): Jan Ferdinand Lijbring (*1836 Nw. Ebb.str., timmerman, +1906), x 1863, later wed. Annegien Dussel (4/7) en 6 knd. Lijbring (elk 1/14)

1913 (art. 20218.23 tm 28): Annegien Dussel, wed. J.F. Lijbring

1927 (art. 26088.2580 tm 2585/30600.1017 tm 1022): Gem. Groningen

Het beschreven blok op de kadasterkaart van 1919 en op een foto uit 1937 (het hoge pand is het toenmalige Grote Kruisstraat 30 en de kleine huisjes uiterst rechts de huisnummers 28-1, 28-2 en 28-3)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. –

(1878-1899: L 444-1, 1899- : 82): E 1710

Gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). Voor eigenaren zie hierboven.

BR 1900 (tot 1901): Esso Johannes Albers (*1866, Geref., tapper)x Pietje Jacobus Visser (*1867, Dpsg.) + 2 knd.

BR 1900 (vanaf aug. 1901): Albert v. Duinen (*1876, caféhouder) x Geertruid Bol (*1876) + 2 knd.

BR 1910: 82: ontbreekt

Adresb. 1911 e.v.: 82. ontbreekt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. –

(1878-1899: L 444-2, 1899-: 83): E 1711

Gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). Voor eigenaren zie hierboven.

BR 1900 (tot voor 1905): Willem L.J.H.Chr. George (*1844, knecht, +1905) x Geertje Maring (*1848). Verhuizen naar Gr. Kruisstr. 28

BR 1910: 83: ontbreekt

Adresb. 1911 e.v.: 83. ontbreekt

De huisnummers van 1921 tot de sanering en in donkere lijn de nieuwbouw ingetekend

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 111

(1878-1899: L 444-3, 1899-1921: 84): E 1712

Gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). Voor eigenaren zie hierboven.

BR 1900: Jan v.d. Tuuk (*1839, aanv. broodbakker, +1903, x1e Jantje Havinga)x 1874 Aafke Niewijk (*1844) + 3 dch. en in 1900 zn. Pieter ruim 2 mnd.

BR 1910: Lucas ter Borg (*1884, koetsier)x 1909 Jacoba Kloosstra (*1882) + 3 knd (1912,’14 en ’17)

BR: Eppe Beving (*1869, voerman,+1930)x 1891 Mientje de Jager (*1867, +1926) + 3 knd.

Adresb. 1911 tm ’30: 84/111. E Beving, voermanskn.

Adresb. 1931/’33: 111. K. Kraak, werkm.

In 1938 afgebroken

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 112

(1878-1899: L 444-4, 1899-1921: 85): E 1713

Gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). Voor eigenaren zie hierboven.

BR 1900: Wiebergje Kramer (*1870), wed. Johann Wilhelm Cohrs (+1899, oud-militair Oost-Indisch leger/ venter) + 3 knd. Cohrs; x 1900 Willem Waanders (*1862) + 4 knd. Waanders

BR 1910: Tjerk Kloostra (*1874, likeurstoker)x Jacobtje Woldijk (*1876)+ 4 knd.

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’27: 85/112. T. Kloostra, werkm.

Adresb. 1930: 112: B.J. Berghuis, werkm.

In 1938 afgebroken

Van links af de oude nrs. 110, 111 en 112 en in de gang de niet zichtbare oude nrs. 113 tm 116 (gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring) en  117 tm 121 (gebouwd 1863 door Antoni van Velden) (Reconstructie door Jan Smook)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 113

(1878-1899: L 444-5, 1899-1921: 86): E 1714

Gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). Voor eigenaren zie hierboven.

BR 1900: Johanna Catharina Litman (*1850), wed. Gerardus Steernberg (metselaar, +1896) + 4 knd. Steernberg + Pieter Anthonie Kaldenhoven (*1878, x1901 Margaretha Antonia Steernberg, *1877). Laatsten vertrekken 1901 naar Den Haag, anderen in 1902.

BR 1910: Christina Jozina Elisabeth Kloosterhuis (*1847,+1926), wed. Johannes Jonker+ Willem Frederik Jonker (*1877, winkelbed.) (x1916 Jantje Wijnholt (*1879), en verhuist dan naar nr. 79)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’24: 86/113. Wed. J. Jonker

Adresb. 1927: 113: –

Adresb. 1930: 113: H.K. Kraak, betonwerker

In ’36 onbewoonbaar verklaard en in ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 114

(1878-1899: L 444-6, 1899-1921: 86-1): E 1715

Gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). Voor eigenaren zie hierboven.

BR 1900: Roelf jan Kruizinga (*1865, metselaar)x Trientje Jonker (*1869) + dch.

BR 1910: Jacob Bakker (*1887, los werkm.)x Roelfina Elzer (*1885,+1910),x 1910 Alida Grietje v.d. Wal (*1883). Ze verhuizen naar Kanaalstr.

Adresb. 1911: 86-1: W. Gorter, pakhuiskn. (ze komen uit nr. 86-8)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’27: 86-1/114. Hr. Sporrel, stoker gasfabr.

Adresb. 1930: 114: H. van Kammen, werkm.

In ’36 onbewoonbaar verklaard en in ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 115

(1878-1899: L 444-7, 1899-1921: 86-2): E 1716

Gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). Voor eigenaren zie hierboven.

BR 1900: Christina Jozina Elisabeth Kloosterhuis (*1847, x 1869), wed. Johannes Jonker (deurwaarder, +1895)+ 2 knd. Jonker (NB. Zie bij 1910 nr. 86)

BR 1910: Geert de Jong (*1880, arb.)x Annechien Swaving (*1886)+ 3 knd. en Albert Swaving (*1883, sig. maker) Ze verhuizen naar nr. 96-3

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’27: 86-2/ 115. T. Houwen, voermanskn.

Adresb. 1930: 115: J.H. Bosma, huisschilder

In ’36 onbewoonbaar verklaard en in ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 116

(1878-1899: L 444-8, 1899-1921: 86-3): E 1717

Gebouwd in 1878 door Jan Ferdinand Lijbring (timmerman). Voor eigenaren zie hierboven.

BR 1900: Harm Mulder (*1870)x Johanna Meijer (*1870) + 2 knd.

BR 1900 (vanaf juli 1900, uit Zuidhorn): Pieter Heemstra (*1873, voerman)x Riemke Nieuwhof (*1874) + 4 knd.

BR 1900 (vanaf apr. 1903, uit Aduard): Lammert v. Hijlkema (*1866, arb.)x Dieuwke Smilda (*1871)+ 4 knd.

BR 1910: Jan Bleeker (*1860, lantaarnpoetser)x Catharina Bunt (*1857) + Jan (*1890, die trouwt in 1916 en verhuist dan), Trientje (*1898, verhuist naar Kraneweg)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’20: 86-3. J. Bleeker, poetser

Adresb. 1922 tm i.e.g. ’30: 116: wed. J. Bleeker; in ’30 ook: wed. A. Kuiper

In 1938 afgebroken

 

E 359 = tuin met tuinhuis, E 1132, 1872: E 1371 tm 1405 en 1406 (=tuin)

1832 (art. 1904): Harmannus Pothoff (cipier)

1842 (art. 165.7/ 7512.9); Hindrik Bloem (koemelker)

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers tussen L 221 en L 222 (NB. Dit zijn Gr. Rozenstr. nr. 37 en oude nr. 51) (bouwverg. Tg. 2129, inv.nr.11) E 1128 tm 1143, rest wordt E 1144=tuin (dit wordt in 1872: E 1371 tm 1385). Zie hieronder de oude huisnummers 117 tm 131 en 142 (en zie Hulpkaart 1872).

Daarin sticht hij in 1865 (hij woont dan Violenstraat N 148) vijf kamers (Tg, 2129, inv.nr. 564; dat wordt dan Rozenstraat L 221/7 genoemd) : E 1195 tm 1200, hieruit ontstaan in 1872 twintig huisjes: E 1386 tm 1399 en 1400 tm 1405, waarvan 1386 tm ’88 en 1401 tm ’05 ‘huis, erf’ worden genoemd en de rest ‘kamer’ . Zie hieronder de oude huisnummers 132 tm 136, 138 tm 141 en 148 tm 157 (en zie Hulpkaart hieronder).

Kadastrale Hulpkaart 1872 met gebouwde huisjes 1863 en 1872

Van Velden verkoopt E 1371 tm 1385 in 1872 aan verschillende personen (zie onder).

In 1879 wordt deeltje van E 1406 verkocht, rest wordt E 1730. Volgende jaar splitsing: E 1760 (huis), E 1761 en 1762 (erf), 1763 (gang), 1764 (tuin). De eerste 2 worden in 1909 verkocht aan art. 14764: Christiaan Ferdinand Nap. E 1760 wordt E 1405 (zie onder). Erf E 1762 wordt in 1882: E 1830 (huis) en 1831 (gang). E 1764 wordt in 1880 verkocht aan art. 7697: Lijbring (zie eerder) en die bouwt E 1781 tm 1786 (zie hieronder oude huisnrs. 143 tm 147).

In 1902 verkoopt hij E 1143, 1386 tm 1391 aan art. 17268: Johannes Vuursteen (aannemer). En in 1909 worden E 1395 tm 1404, 1760 (oude nr. 1405), 1761 (=tuin langs gang) en E 2300 tm 2305 (oude nrs. 1392 tm 1394) verkocht aan art. 14764: Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 117

(1863-1870: L246-4, 1870-1899: L 581, 1899-1921: 86-4): ged. E 359, 1863: E 1128, 1872: E 1375

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 9587/16206): Jacob de Vries (*1831, tapper,+1905) x Luiktje Homan (+1864 Garnwerd) x 1870 Wallina Kema, later wed. (3/4) en dch (1/4)

1911 (art. 19275): Jan Lammerts van der Tuin (koemelker (woont Driemolendrift)

BR 1900: Nikolaas Bootsma (*1858, knecht)x Anna Cathariena Biel (*1855)+ 2 knd.

BR 1900 (vanaf 1908?): Hermannus Eijndhoven (*1883, sigarenmaker)x 1908 Johanna Lindeman (*1881)+ 1 zn. Lindeman en 4 knd. Eijndhoven

BR 1910: Nicolaas Bootsma (*1858, los werkm.)x Anna Cathariena Biel (*1855)+ 2 knd.

Adresb. 1911: 86-4: –

BR in 1912 aantal mnd.: Willem v.d. Velde (*1863, machinist)x 1910 Antje Schol (*1867)+ stiefzoon Pieter Werkman (*1894)

Adresb. 1914: C. Poolman, marinier

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’27: 86-4/ 117. W. Brandsema, werkm.

Adresb. 1930: 117:-

Adresb. 1931: 117: J. Oldenburger, werkm.

1934 (art. 30600. 2434): gem. Groningen. In ’36 onbewoonb.verkl.

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 118

(1863-1870: L246-5, 1870-1899: L 582, 1899-1921: 86-5): Eged. E 359, 1863: E 1129, 1872: E 1374

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 7412/10120/15457): Harm Luikinga (,*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

BR 1900: Lupko Beving (*1876, voerman)x Meike Schaap (*1876)+ 6 knd.

BR 1910: Friedrich Wilhelm Eduard Collij (*1881, los werkm.)x 1903 Geertje Remptema (*1878) + 8 knd. en inwonend: Dievertje Grietje Bakema (*1888, dienstbode) + dch.

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’20: 86-5. F.W.E. Colly, opperman

Adresb. 1922: 118. J. Branbergen, brugwachter

Adresb. 1924: 118. P. Veenstra, voermanskn.

Adresb. 1927: 118: A. Kruizenga, werkm.

Adresb. 1930: 118: –

Adresb. 1931: 118: L. Kruizenga, hellingkn.

1935 (art. 18945.36): : Remmert Boekholt (aanv. kastelein, later zonder)

1935 (art. 30600. 2917): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 119

(1863-1870: L246-6, 1870- 1899: L 583, 1899-19221: 86-6): ged. E 359, 1863: E 1130, 1872: E 1373

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 9588): Lambertus Kamphuis (bakkersknecht)

1876 (art. 1200): Cornelis Roelfs de Jong (dienaar der nachtschout)

1885 (art. 13042): Hindrik Selder (timmermansknecht)

1893 (art. 14364): Henderikus Harms van Marlen (huisschilder)

1899 (art. 15906): Lambertus Erenstein (winkelier, +1910), later wed. Willemina Landman (1/2) en 6 knd (elk 1/12)

BR 1900: Gerrit Heslinga (*1856)x Geesje Huizingh (*1860)+ 4 stiefknd. Zijlstra en 1 zn. Heslinga

BR 1910: Jan Noeken (*1881, los arb.)x Jurrina Frans (*1886) + 5 knd. (vertrekken 1910 naar O. Pekela)

Adresb. 1911 en ‘14: wed. L. Alkema

1917 (art. 21816/18945): Remmert Boekholt (zonder)

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’24: 86-6/119 Wed. S. Erenstein

Adresb. 1927: 119: H. v.d. Borg

Adresb. 1930: 119: Sj. Vegt, rijw.maker

Adresb. 1931: 119: –

1935 (art. 30600. 2916): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 120

(1863-1870: L246-7, 1870-1899: L 584, 1899-1921: 86-7): ged. E 359, 1863: E 1131, 1872: E 1372

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 9095): Andries Cornelis Bijlenga (koopman, +1876), later wed. Helena Born

1883 (art. 8177.25): Egbertus Kampen (zoldersknecht, winkelier)

1893 (art. 12989.4): Pauwel Sluman (schipper (1/2) en 5 knd (elk 1/10)

BR 1900: Jan Woldijk (*1843, arb.)x Arnoldina Aleijda Maria Houtschilt (*1840)+ zn. Willem (*1878, rijw.reparateur)x 1900 Trientje Tempel (*1877) + 3 knd.

BR 1910: Jan Woldijk (*1843, arb.)x Arnoldina Aleijda Maria Houtschilt (*1840,+1913)

1914 (art. 19248): Marten Groen (schipper, +1916) x Roelfien Sluman (+1932), later 3 knd (elk 1/3)

Adresb. 1911 en ‘14: J. Woldijk, werkm.

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’22: 86-7/ 120. wed. J. v.d. Steeg

Adresb. 1924: C. Fekkes, werkm.

Adresb. 1927: 120: R. van Assen

Adresb. 1930/’31: 120: G. Sekema, werkm.

1934 (art. 17638.13): Jakob Wetsema (broodbakker, +1937) x Janna Sissing

1937 (art. 30600. 3253): gem. Groningen. In 1938 afgebroken

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 121

(1863-1870: L246-8, 1870-1899: L 585, 1899-1921: 86-8): ged. E 359, 1863: E 1132, 1872: E 1371

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 7412/10120/15457): Harm Luikinga (*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

BR 1900: Jan Meelker (*1855, arb.,+1906)x Neeltje Wiegers (*1860, +1904)+ knd. en 2 kleinknd. Meelker. NB: Jan Meelker gaat in sept. 1904 naar de Strafgevangenis Gron. en overlijdt 1906

BR 1910: Willem Gorter (*1885, pakhuiskn.)x 1908 Rudolphina Elisabeth Maria Koewers (*1886)+ 5 knd. Ze verhuizen naar nr. 86-1 en daarna naar Gr. Rozenstr. 52-6.

1920 (art. 23833): Allie Smit (voerman) (woont nr. 120/)

1920 (art. 23953): Cornelis Bijlenga (brugwachter) (woont Zoutstraat)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’27: 86-8/ 121. L.S. Albronda, schoenm.

1922 (art. 23119): Anton Karel Poelman (fruitkoopman) (woont nr. 70)

1924 (art. 18945. 28): Remmert Boekholt (aanv. kastelein, later zonder)

Adresb. 1930: 121: wed. T. Ossentjuk, wed. G. Jasper

Adresb. 1931: 121: wed. G. Jasper

1935 (art. 15457.43): Harm Luikinga (,*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

1936 (art. 30600. 3080): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

Hulpkaart kadaster 1863 met de net door Antoni van Velden gebouwde huisjes met de oude nrs. 117 tm 131 en 142 (links de lijnbaan)

Links, rug aan rug, de woningen met de oude nrs. 117 tm 131 en rechts het slop met de oude nrs. 132 tm 153 (Reconstructie Jan Smook)

In het midden de in 1863 gebouwde kamerwoningen met de oude huisnummers 117 tm 131 en het kleine huisje rechtsvoor met het oude nr. 142

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 122

(1863-1870: L246-9, 1870-1899: L 586, 1899-1921: 87): ged. E 359, 1863: E 1133, 1872: E 1376

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 9589): Willem van Kempen (cigarenmaker)

1889 (art. 12790.13): Kornelis Mensinga (koemelker, +1908) x Elsje Kapma (woont Gr. Rozenstr. 51)

BR 1900: George Eijndhoven (*1856)x Jantje Klein (*1852)+ 4 knd. en zn. Arie (*1880), die komt in mei uit Strafgevangenis, verhuist in aug. 1900 naar Hoorn, is daarna van dec. 1904 tot nov. ’05 en van mei tot dec. 1906 en vanaf dec. 1907 terug uit (steeds) Hoorn

1908 (art. 19102.9): Elsje Kapma, wed. K. Mensinga. In ’37 onbewoonb. verkl.

BR 1910: George Eijndhoven (*1856, tabakbewerker)x Jantje Klein (*1852)+ 2 knd.

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’31: 87/122. G. Eijndhoven, tabakskerver

1938 (art. 30600. 3565): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 123

(1863-1870: L246-10, 1870-1899: L 587, 1899-1921: 87-1): ged. E 359, 1863: E 1134, 1872: E 1377

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 9590): Berend Klaassen Swart (*1832, timmerm.) x 1859 Lammechien Sierks (*1832-+1868), x 1868 Heike Bolhuis (*1837)

1902 (art. 16380): Sebe Sierks en 3 anderen

1910 (art. 19275): Jan Lammerts van der Tuin (koemelker (woont Driemolendrift)

BR 1910: Hendrikus Swint (*1861, RK)x Trijntje de Waal (*1863)+ 6 knd.

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’31: 87-1/123. H. Swint, voeger

1934 (art. 30600.2435): gem. Groningen. In ’37 onbewoonb. verkl. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 124

(1863-1870: L246-11, 1870-1899: L 588, 1899-1921: 87-2): ged. E 359, 1863: E 1135, 1872: E 1378

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 7412/10120/15457): Harm Luikinga (,*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

BR 1910: Jannes Kroon (*1884, scheepsbouwer)x Teuntje de Kraker (*1884, Scheveningen) + 4 knd. Verhuizen eerst naar 2e Spoorstr. En in ’14 naar Ransdorp

Adresb. 1911: 87-2: J. Kroon, werkm.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’24: 87-2/124. G.H. Brandsma, werkm.

Adresb. 1927 tm i.e.g. ‘31: 124: T. Pleijendal, werkm.

1936 (art. 30600. 3081): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 125

(1863-1870: L246-12, 1870-1899: L 589, 1899-1921: 87-3): ged. E 359, 1863: E 1136, 1872: E 1379

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 7412/10120/15457): Harm Luikinga (,*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’31: 87-3/125. H. Jans, werkm.

1936 (art. 30600. 3082): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 126

(1863-1870: L246-13, 1870-1899: L 590, 1899-1921: 87-4): ged. E 359, 1863: E 1137, 1872: E 1380

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 7412/10120/15457): Harm Luikinga (,*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’20: 87-4. Wed. H.T. Mai

1920 (art. 18841.23): Geert Weening (koemelker, later woningverhuurder)

1920 (art. 23834): Annegien de Jonge (+1921), wed. Anthonie Kroeze (schipper,+1903 Stadskanaal), later Albert Kroeze (*1891, turfventer) x 1930 Jantje Bakker.

Adresb. 1922 tm i.e.g. ’30: 126. A. Kroeze, turfventer

Adresb. 1931: 126: wed. J. Hazenberg

In ’37 veranderd in pakhuis.

1938 (art. 30600. 3569): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 127

(1863-1870: L246-14, 1870-1899: L 591, 1899-1921: 87-5): ged. E 359, 1863: E 1138, 1872: E 1381

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 7412/10120/15457): Harm Luikinga (,*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

Adresb. 1911: 87-5: –

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’27: 87-5/127. G. Beerta, loopkn.

Adresb. 1930: 127: H. Buist, werkm.

Adresb. 1931: 127: H. Eden (werkm.), J.J. Roffel (werkm.)

1936 (art. 30600. 3083): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 128

(1863-1870: L246-15, 1870-1899: L 592, 1899-1921: 87-6): ged. E 359, 1863: E 1139, 1872: E 1382

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 7412/10120/15457): Harm Luikinga (,*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

Adresb. 1911: 87-6: –

Adresb. 1914/’18: 87-6. R. (of H.?) Bolman, werkm.

1920 (art. 23833.2): Allie Smit (voerman) (woont nr. 128), vanaf ’21: Pieter Albert Bos (schilder) (7/12) en 5 knd (elk 1/12)

Adresb. 1920/’22: 87-6/128. Wed. K. Drent

Adresb. 1924 tm i.e.g. 33: P.A. Bos, schilderskn.

1934 (art. 30600. 2598): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 129

(1863-1870: L246-16, 1870-1899: L 593, 1899-1921: 87-7): ged. E 359, 1863: E 1140, 1872: E 1383

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 9587/16206): Jacob de Vries (*1831, tapper,+1905) x Luiktje Homan (+1864 Garnwerd) x 1870 Wallina Kema, later wed. (3/4) en dch (1/4)

1911 (art. 19275): Jan Lammerts van der Tuin (koemelker (woont Driemolendrift)

Adresb. 1911 tm i.e.g. ’22: 87-7/129. Wed. A. Kuipers

Adresb. 1924: G. Swint, voermanskn.

1927 (art. 28049): Trijntje Jaeger (x Lucas Johannes Jansen, timmerm.)

1927 (art. 28088): Daniël Smit (werkman) (woont nr. 129)

Adresb. 1930 tm i.e.g. ’33: D. Smit, werkman

1936 (art. 30600. 3103): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 130

(1863-1870: L 246-17, 1870-1899: L 594, 1899-1921: 87-8): ged. E 359, 1863: E 1141, 1872: E 1384

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 7412/10120/15457): Harm Luikinga (,*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

Adresb. 1911: 87-8: R. Bouwman, werkm.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’24: 87-8/130. H. Koevers

1920 (art. 23833.3): Allie Smit (voerman) (woont nr. 120/), vanaf ’21: Pieter Albert Bos (schilder) (7/12) en 5 knd (elk 1/12)

1927 (art. 28443): Garbrand Kremer (+1931, landb., x 1880: Pietertje Reinders, 1858-1924), later dch. Maria (*1881 Zuidlaren, x 1908 Zuidlaren: Willem Hamming) en Pietertje (x Lambertus Hofstede)

Adresb. 1930/’31: 130: –

1936 (art. 30600. 3145): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 131

(1863-1870: L 246-18, 1870-1899: L 595, 1899-1921: 87-9): ged. E 359, 1863: E 1142, 1872: E 1385

Gebouwd 1863

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1872 (art. 9591.2): Sebo Sierks (letterzetter)

1873 (art. 7412.23/10120/15457): Harm Luikinga (*1835, wever, +1905) x 1860 Saartje Severwijn (Severien, *1833-+1919), later wed. en (schoon)knd.

Adresb. 1911: 87-9: E. Spoelma, schoenm.

Adresb. 1914: –

Adresb. 1918: 87-9: Gez. J. en T. Vogel

Adresb. 1920 tm i.e.g. ‘24: 87-9/131.  Mej. J.A. Vogel

Adresb. 1930/’31: 131: G. Lammers, J.H. Smit, werkm.

1936 (art. 30600. 3084): gem. Groningen. In ’38 gesloopt

Centraal het slop met de oude nrs. 132 tm 153  en rechts de oude nrs. 154 tm 158 (Reconstructie Jan Smook)

Het slop met de oude huisnummers 132 tm 153 (88 tm 88-21) in het midden en rechts de nrs. 154 tm 158 (89 tm 89-4) (foto Openbare Werken, 1932)

Hetzelfde gedeelte gefotografeerd vanaf een universiteitsgebouw aan de Grote Rozenstraat, met op voorgrond huisje met oude huisnr. Gr. Rozenstraat 45-1 (foto Openbare Werken, 1937)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 132

(1872-1899: L 595/2, 1899-1921: 88): 1872: E 1394, 1902: E 2305

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden.

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 19261): Derk Lammert en Hindrik Hindriks van der Tuin (2x werkman)

1911 (art. 16031): Eltjo Rijks (3/4) en Anna Rijks (1/4, x Geert Wilkens)

Adresb. 1914: wed. J. Huizeling

Adresb. 1918: 88. Wed. E. Meijer

Adresb. 1920: 88. L. Veenstra, werkm.

Adresb. 1922/’24: 132. M. Kwint, voermanskn., mej. A. Blik

Adresb. 1930/’31: 132: –

1932 (art. 30615): Geert Wilkens

1937 (art. 30600. 3235): gem. Groningen. . In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 133

(1872-1899: L 595/3, 1899-1921: 88-1): 1872: E 1393, 1902: E 2304

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 18906): Roelf Mulder (timmerm.)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’22: 88-1/133. J. Wiersema, straatmaker

1921 (art. 22023.6): Fokko Kunst (rustend schipper)

Adresb. 1924: 133. J.J. Reinders, groentenv.

Adresb. 1930: 133: J. Oldenburger (werkm.), D. Kuiper (werkm.)

Adresb. 1931: 133: D. Kuiper, werkm.

1931 (art. 21083.60): Douwe Huizing

1931 (art. 26088.4611/30600.1453 later 3193): gem. Groningen. In ’36 onbewoonb.verkl. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 134

(1872-1899: L 595/4, 1899-1921: 88-2): 1872: E 1392, 1902: E 2303

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 19261): Derk Lammert en Hindrik Hindriks van der Tuin (2x werkman)

1911 (art. 16031): Eltjo Rijks (3/4) en Anna Rijks (1/4, x Geert Wilkens)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-2/134. J. Havinga, kleermakerskn.

1932 (art. 30615): Geert Wilkens

1937 (art. 30600. 3234): gem. Groningen. In ’38: sloop

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 135

(1872-1899: L 595/5, 1899-1921: 88-3): 1872: E 1391, 1902: E 2302

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1902 (art. 17268.9 later 17): Johannes Vuursteen (aannemer). Wordt in 1902: E 2302

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’24: 88-3/135. Wed. S. Wiersema

1930 (art. 26088. 4381/30600.later 3192): gem. Groningen.

Adresb. 1931: 135: A. Slor, werkm.

In ’36 onbewoonb. verkl. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 136

(1872-1899: L 595/6, 1899-1921: 88-4): 1872: E 1390, 1902: E 2301

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1902 (art. 17268.8 later 16): Johannes Vuursteen (aannemer). Wordt in 1902: E 2301

Adresb. 1914: Joh. Immel, werkm.

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’24: 88-4/136. Wed. P. van Minnen, werkvr.

1930 (art. 26088. 4380/30600.later 3191): gem. Groningen.

Adresb. 1931: 136: mej. B. Weening, J. Hamstra, werkm.

In ’36 onbewoonb. verkl. In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 137

(1882-1899: L 595/7, 1899-1921: 88-5): E 1830, 1902: E 2300

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd in 1882 (‘huis,erf’; NB. In kadaster vreemd genoeg ‘Leliesingel’ genoemd)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 18397): Samuel Pels (winkelier)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-5/137. G.J. Bosgra, werkm.

1936 (art. 30600. 3141): gem. Groningen. In ’38: sloop

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 138

(1872-1899: L 595/8, 1899-1921: 88-6): 1872: E 1389, 1902: E 2299

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1902 (art. 17268.7 later 15): Johannes Vuursteen (aannemer). Wordt in 1902: E 2299

Adresb. 1914: F. Kroese, smid

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’24: 88-6/138. K. Slump, werkm.

1930 (art. 26088. 4379/30600): gem. Groningen.

Adresb. 1931: 138: P. Ruiter (werkm.), J. Drenth (schipper)

In ’38: sloop

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 139

(1872-1899: L 595/8, 1899-1921: 88-7): 1872: E 1388, 1902: E 2298

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘huis, erf’)

1902 (art. 17268.6 later 14): Johannes Vuursteen (aannemer). Wordt in 1902: E 2298

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’24: 88-7/139. K. van Dellen, werkm.

1930 (art. 26088. 4378/30600): gem. Groningen.

Adresb. 1931: 139: P. v. Linschoten, opperm.

In ’38: sloop

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 140

(1872-1899: L 595/9, 1899-1921: 88-8): 1872: E 1387, 1902: E 2297

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘huis, erf’)

1902 (art. 17268.5 later 13): Johannes Vuursteen (aannemer). Wordt in 1902: E 2297

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-8/140. K. Spier, sigarenmaker

1930 (art. 26088. 4377/30600): gem. Groningen.

In ’38: sloop

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 141

(1872-1899: L 595/10, 1899-1921: 88-9): 1872: E 1386, 1902: E 2296

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘huis, erf’)

1902 (art. 17268.4 later 12): Johannes Vuursteen (aannemer). Wordt in 1902: E 2296

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’20: 88-9. J. Kok, sigarenmaker

Adresb. 1922/’24: 141. H. Aldershof, groenteventer

1930 (art. 26088. 4376/30600.later 3315): gem. Groningen.

Adresb. 1931: 141: wed. P. van Minnen, werkvr.

In ’37 onbewoonb. verkl. . In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 142

(1863-1899: L 595-10, 1899-1921: 88-10): E 1143, 1902: E 2295

Gebouwd 1863 (zie ook oude nrs. 117 tm 131)

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden (*1831, timmerman,+1898) x 1863 Siebriggiena Bolhuis (*1839). In 1863 (hij woont dan Oosterstraat) bouw 15 kamers waaruit E 1128 tm 1143 ontstaan, rest wordt E 1144=tuin

1902 (art. 17268.3 later 11): Johannes Vuursteen (aannemer). Wordt in 1902: E 2295

Adresb. 1914: mej. J. Molog

Adresb. 1918: 88-10. J. Groenhuis, werkm.

Adresb. 1920 tm i.e.g. ‘24: 88-10. B. Baptist, werkm.

1930 (art. 26088. 4375/30600.later 2474): gem. Groningen.

Adresb. 1931: 142: wed. J. Jongbloed (werkvr.), H.W. Logman (sigarenm.)

In ’34 onbewoonb. verkl. 

Het oude nr. 142 in 1937 (foto Openbare Werken)

In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 143

(1880-1921: 88-11): E 1785

1880 (art. 7697.30/15456. 20 tm 25): Jan Ferdinand Lijbring (timmerman).

Gebouwd 1880 (‘huis, erf’) (ook E 1786: wordt Gr. Rozenstr. 45-1; zie daar)

1913 (art. 20218.29 tm 34): Annegien Dussel, wed. J.F. Lijbring

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-11/143: J. Dijkstra, schipperskn./later: wed. J. Dijkstra

1927 (art. 26088.2586 tm 2591/30600. 1027 later 3309): Gem. Groningen

In ’37 onbewoonbaar verkl. en in ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 144

(1880-1921: 88-12): E 1784

1880 (art. 7697.30/15456. 20 tm 25): Jan Ferdinand Lijbring (timmerman).

Gebouwd 1880 (‘huis, erf’)

1913 (art. 20218.29 tm 34): Annegien Dussel, wed. J.F. Lijbring

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’24: 88-12/144. Wed. W.J. Kriens

1927 (art. 26088.2586 tm 2591/30600): Gem. Groningen

Adresb. 1931: 144: C. Dijkstra, werkm.

In ’37 onbewoonbaar verkl. en in ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 145

(1880-1921: 88-13): E 1783

1880 (art. 7697.30/15456. 20 tm 25): Jan Ferdinand Lijbring (timmerman).

Gebouwd 1880 (‘huis, erf’)

1913 (art. 20218.29 tm 34): Annegien Dussel, wed. J.F. Lijbring

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-13/145. Wed. B. Boer

1927 (art. 26088.2586 tm 2591/30600): Gem. Groningen

In 1938 afgebroken

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 146

(1880-1921: 88-14): E 1782

1880 (art. 7697.30/15456. 20 tm 25): Jan Ferdinand Lijbring (timmerman).

Gebouwd 1880 (‘huis, erf’)

1913 (art. 20218.29 tm 34): Annegien Dussel, wed. J.F. Lijbring

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’24: 88-14/146. C. Dijkstra, werkm., P. Dijkstra, werkm.

1927 (art. 26088.2586 tm 2591/30600): Gem. Groningen

Adresb. 1931: 146: P. Dijkstra, werkm.

In ’37 onbewoonbaar verkl. en in ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 147

(1880-1921: 88-15): E 1781

1880 (art. 7697.30/15456. 20 tm 25): Jan Ferdinand Lijbring (timmerman).

Gebouwd 1880 (‘huis, erf’)

1913 (art. 20218.29 tm 34): Annegien Dussel, wed. J.F. Lijbring

Adresb. 1914: wed. P. van Minnen, K. Kraak, werkm.

Adresb. 1918: 88-15. K. Kraak, werkm.

Adresb. 1920 tm i.e.g. ‘24: 88-15/147. K. Kraak, werkm., J. van Minnen, werkm.

1927 (art. 26088.2586 tm 2591/30600): Gem. Groningen

Adresb. 1931: 147: G. Schut, werkm.

In 1938 afgebroken

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 148

(1872-1899: L 595/10f, 1899-1921: 88-16): 1872: E 1400

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 19195): Hindrik Groenewold (tuinier, bloemist, +1929) en knd. uit zijn 1e huwelijk met Wilhelmina Louise Glinde en 2e huwelijk met Dieuwke Hoekstra (+1918) en uit haar 1e huwelijk met Marinus Hinderikus ten Berge (pianostemmer, +1909)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’22: 88-16/148. Mej. E. Zielstra

Adresb. 1924: 148. I. Stobbe, werkm.

1929 (art 26088.4259 tm 4265/30600.1338 tm 1343): gem. Groningen.

Adresb. 1931: 148: S. Meijer, schoenm.

In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 149

(1872-1899: L 595/10f, 1899-1921: 88-17): 1872: E 1399

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 19195): Hindrik Groenewold (tuinier, bloemist, +1929) en knd. uit zijn 1e huwelijk met Wilhelmina Louise Glinde en 2e huwelijk met Dieuwke Hoekstra (+1918) en uit haar 1e huwelijk met Marinus Hinderikus ten Berge (pianostemmer, +1909)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-17/149. P. Buringa, voermanskn.

1929 (art 26088.4259 tm 4265/30600.1338 tm 1343): gem. Groningen.

In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 150

(1872-1899: L 595/11, 1899-1921: 88-18): 1872: E 1398

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 19195): Hindrik Groenewold (tuinier, bloemist, +1929) en knd. uit zijn 1e huwelijk met Wilhelmina Louise Glinde en 2e huwelijk met Dieuwke Hoekstra (+1918) en uit haar 1e huwelijk met Marinus Hinderikus ten Berge (pianostemmer, +1909)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’24: 88-18/150. A. Visscher, werkm.

1929 (art 26088.4259 tm 4265/30600.1338 tm 1343): gem. Groningen.

Adresb. 1931: 150: C. Th. Nijssen, werkm.

In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 151

(1872-1899: L 595/12, 1899-1921: 88-19): 1872: E 1397

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 19195): Hindrik Groenewold (tuinier, bloemist, +1929) en knd. uit zijn 1e huwelijk met Wilhelmina Louise Glinde en 2e huwelijk met Dieuwke Hoekstra (+1918) en uit haar 1e huwelijk met Marinus Hinderikus ten Berge (pianostemmer, +1909)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-19/151. J. Scheerstra, voermanskn.

1929 (art 26088.4259 tm 4265/30600.1338 tm 1343): gem. Groningen.

In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 152

(1872-1899: L 595/13, 1899-1921: 88-20): 1872: E 1396

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 19195): Hindrik Groenewold (tuinier, bloemist, +1929) en knd. uit zijn 1e huwelijk met Wilhelmina Louise Glinde en 2e huwelijk met Dieuwke Hoekstra (+1918) en uit haar 1e huwelijk met Marinus Hinderikus ten Berge (pianostemmer, +1909)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-20/152. K. Horrel, werkm.

1929 (art 26088.4259 tm 4265/30600.1338 tm 1343): gem. Groningen.

In ’38 gesloopt

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 153

(1872-1899: L 595/14, 1899-1921: 88-21): 1872: E 1395

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘kamer’)

1909 (art. 14764): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer)

1910 (art. 19195): Hindrik Groenewold (tuinier, bloemist, +1929) en knd. uit zijn 1e huwelijk met Wilhelmina Louise Glinde en 2e huwelijk met Dieuwke Hoekstra (+1918) en uit haar 1e huwelijk met Marinus Hinderikus ten Berge (pianostemmer, +1909)

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’31: 88-21/153. T. van Dokkumberg, pakhuiskn.

1929 (art 26088.4259 tm 4265/30600.1338 tm 1343): gem. Groningen.

In ’36 onbewoonb.verkl. In ’38 gesloopt

Het slop met de oude nrs. 154 tm 158, gebouwd door Antoni van Velden, en rechts oude nrs. 159 (Reconstructie Jan Smook)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 154

(1872-1899: L 596, 1899-1921: 89): 1872: E 1401

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘huis, erf’)

1909 (art. 14764/19723/27685/32377): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer), later met knd.

Adresb. 1914: J. Frieling, werkvr.

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’24: 89/154. D. Steenstra, Burgercorveeër ‘Kazerne’

Adresb. 1931: 154: wed. K. van Dellen

1939 (art. 30600. 3725 3729): gem. Groningen.

In ’39 sloop, daarna verkoop als bouwterrein

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 155

(1872-1899: L 597, 1899-1921: 89-1): 1872: E 1402

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘huis, erf’)

1909 (art. 14764/19723/27685/32377): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer), later met knd.

Adresb. 1914/’18: 89-1. Gez. Heikens

Adresb. 1920: 89-1. Wed. H. Bras

Adresb. 1922/’24: 155. Wed. A. Vellenga

Adresb. 1931: 155: K. Mekkering, werkm.

1939 (art. 30600. 3725 3729): gem. Groningen.

In ’39 sloop, daarna verkoop als bouwterrein

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 156

(1872-1899: L 598, 1899-1921: 89-2): 1872: E 1403

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘huis, erf’)

1909 (art. 14764/19723/27685/32377): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer), later met knd.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’20: 89-2. T. Swijgman, koopman

Adresb. 1922/’24: S. Blok, loopkn.

Adresb. 1931: 156: E. Ronda, werkm.

1939 (art. 30600. 3725 3729): gem. Groningen.

In ’39 sloop, daarna verkoop als bouwterrein

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 157

(1872-1899: L 599, 1899-1921: 89-3): 1872: E 1404

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘huis, erf’)

1909 (art. 14764/19723/27685/32377): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer), later met knd.

Adresb. 1914: wed. H. Bijl, koffie en thee

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’31: 89-3/157. A. Sanders, goudsmidskn. ; in ’31 ook: wed. P.J. Haak

1939 (art. 30600. 3725 3729): gem. Groningen.

In ’39 sloop, daarna verkoop als bouwterrein

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 158

(1872-1899: L 600, 1899-1921: 89-4): 1872: E 1405, 1880: E 1760

1863 (art. 7691): Antoni Wilhelmus van Velden

Gebouwd 1872 (‘huis, erf’)

1909 (art. 14764/19723/27685/32377): Christiaan Ferdinand Nap (timmerm.-aannemer), later met knd.

Adresb. 1914 tm i.e.g. ’20: 89-4. A. Mellema, werkm.

Adresb. 1922/’24: 158. Wed. A. Koster, werkvr.

Adresb. 1931: 158: P. Teuben, houtbew.

1939 (art. 30600. 3725 3729): gem. Groningen.

In ’39 sloop, daarna verkoop als bouwterrein

 

E 362 = huis en erf, 1876: E 1652 en 1653, 1899: E 2208, 1902: E 2291

1832 (art. 2563): Bernardus Vrijdaal (steenmetzel.)

1835 (art. 3235): Willem Harkes Kuipers (koemelker)

1842 (art. 4111): Eite Pieters Oosterhoff (koemelker)

1851 (art. 1410.4): Klaas Harkes Kuipers (wagenligger/moesker)

1859 (art. 6951): Harke Klaassens Kuipers (winkelier)

1860 (art. 7021): Geertien Koopman, wed. Harke Kuipers (winkeliersche)

1874(art. 10181.24): Reinder Wallinga (kastelein), later Marchien en Johannes. In 1876 splitsing in 2 huizen: E 1652 en 1653. In ’99 verenigd tot E 2208, in 1902: E 2291

1904 (art. 18043): Johannes Wallinga. In 1909 splitsing in E 2419 (bouwterrein) en 2420 (huis en erf) en verkoop:

1909 (art. 19116): Daaijo Mulder (bouwkundige) en Gerhardus van Veen (timmerm.)

In 1909-’10 sloop van E 2420 en in 1910 bouw 3 huizen op E 2419, zie hierna:

Uiterst rechts de oude huisnummers 159-159a en 160-160a (in: Het Noorden-in-Woord-en-Beeld, 26-8-1938)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 159-159a

(1910- 1921: 89-5 en 89-5a): 1910: E 2435

(art. 19116): Daaijo Mulder (bouwkundige) en Gerhardus van Veen (timmerm.)

Gebouwd 1910

1915 (art. 19772.6): Hermannus Jacob van der Vlis (aanv. beambte SS, later zonder)

1919 (art. 16230): Albert Luikinga

Adresb. 1914: 89-5. G. Otto, stuc.kn.; 89-5a. G. Doornbos, bakkerskn.

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’24: 89-5/159. M. Rennes, sigarenm.; 89-5a/159a. K. Groenendal, verver chem.wasserij

Adresb. 1931: 159: T. Dijk, timmerm.; 159a: K. v.d. Luit, metselaar

1938 (art. 30600. 3571): gem. Groningen.

In ’39 sloop

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 160-160a

(1910-1921: 89-6 en 89-6a): 1910: E 2436

(art. 19116): Daaijo Mulder (bouwkundige) en Gerhardus van veen (timmerm.)

Gebouwd 1910

Adresb. 1914:: 89-6. J. ten Kaate, marinier; 89-6a. J. Jonker, werkm.

1915 (art. 20904): Joeke van der Mei (timmerm.)

Adresb. 1918: 89-6. J. Frieling, pakhuiskn.; 89-6a. wed. J. Jonker, G. Otto, stuc.kn.

1920 (art. 18654.24): NV J.B. Wolters Uitgeversmij.

Adresb. 1918 tm i.e.g. ’22: 89-6/160. J. Frieling, pakhuiskn.;

Adresb. 1918/’20: 89-6a. G. Otto, stucadoorskn.

Adresb. 1922: 160a. J. Roerink, letterzetter

Adresb. 1924: 160. A.T.A.H. Glatz, typograaf; 160a: wed. H. Mulder

1924 (art. 16230): Albert Luikinga

Adresb. 1931: 160: R. Hofstee, chauff.; 160a: wed. H. Mulder

1938 (art. 30600. 3572): gem. Groningen.

In ’39 sloop

 

hoek Grote Rozenstraat – oude nr. 57-57a

(1822-1870: L220,1870-1899:L 385 en L385-1, 1899-1921: 63 en 63-1 later a): E 362 = huis en erf, 1876: E 1652 en 1653, 1899: E 2208, 1902: E 2291, 1910: E 2437

Zie bij Grote Rozenstraat

 

Grote Rozenstraat

 

Het gedeelte tussen de Grote Rozenstraat en Grote Leliestraat (ter plekke van nr. 121 tm 140 voor de sanering):

Detail 1e kadasterkaart sectie E tussen Gr. Rozen- (links) en Gr. Leliestraat (rechts), met de Violet(ten)steeg. E 495 is schuur van de lijnbaan

 

lijnbaan: E 495, 1863: E 1127

uit boek: 400 jaar Niewe Stadt:

Koopman en zeilmakerszoon Barteld Onnes verzoekt in 1807 ‘agter het Tugthuis onder bijlangs de stadswalle aan te leggen een touwslagersbaan en strekkende van de Lelystraat naar de Rozenstraat en voorts op een al daar gelegen plek gronds het daartoe vereischte huisje te timmeren’.

De touwslagerij van Barteld Onnes gaat na zijn overlijden in 1847 over op zoon Harmannus Barteld. De scheepsbouw en daarmee ook de touwindustrie kent gouden tijden onder andere als gevolg van de Pruisisch-Deense oorlog (1848) en de Krim-oorlog (1854-1856). Onnes, die tevens graanhandelaar en reder is, gaat mee met z’n tijd. In 1853 schaft hij, als enige touwslager in de stad, een Belgische machine aan, aangedreven door een paard. Vijf jaar later zijn de gouden jaren voorbij en meldt het ‘Verslag van den toestand der gemeente Groningen’ voor het eerst ongunstige resultaten door een vermindering van de scheepsbouw. Mogelijk is dit ook de reden dat Onnes, die dan in Arnhem woont, zijn  lijnbaan in 1862 verkoopt aan de Amsterdamse zeilmaker met de toepasselijke naam Zeilinga. Deze Zeilinga koopt de lijnbaan voor z’n nog minderjarige zoon Jan Jurgen, die een vennootschap aangaat met de Groningse scheepsbouwer Klaas Kater. De Fa. Zeilinga & Co. overdekt de lijnbaan.

In 1866 wordt Haitzen Huisinga eigenaar van de lijnbaan van Zeilinga tussen de Leliestraat en de Kruisstraat. Vanaf 1866 ligt het aantal werknemers constant rond de twintig personen, waaronder een paar kinderen. Tussen 1871 en ’75 hebben de touwslagerijen nog een laatste bloeitijd, doordat de noordelijke werven, in tegenstelling tot die in het westen van het land, nog steeds houten zeilschepen met veel touwwerk maken. Het grootste bedrijf in 1876 is de – als enige touwslagerij in de Verslagen van den toestand als ‘fabriek’ aangeduide – firma van Huisinga.

Huisinga’s bedrijf is minder gevoelig voor de neergang van de Groningse scheepsbouw omdat Huisinga, blijkens gegevens voor de patentbelasting, vooral zaken doet met het buitenland. Als dit minder wordt, besluit Huisinga in 1877 uit de touwhandel te stappen en als cargadoor verder te gaan. Twintig werknemers moeten naar ander werk omzien. Huisinga bekommert zich niet meer om hen, behalve wanneer hij meent dat hem nog iets toekomt. Zo probeert hij in 1879 een nog niet vereffende schuld van een inmiddels overleden werknemer, Pieter Hofman, alsnog te verhalen op diens weeskinderen.

 

1832 (art. 1799): Barteld Onnes (touwslager, +dec. 1847)

Barteld Onnes wordt in 1776 bij de Noorderhaven geboren als zoon van zeilmaker Jeipe (‘Jaipe) Onnes en Heiltien (‘Helena’) Bartel(t)s. Hij trouwt in 1805 met de even oude Hinderkien Haverbult, die kort daarvoor weduwe is geworden van Roelf Derks de Jonge (x 1801). Ze gaan wonen Noorderhaven ZZ (kadastraal K 730), op plek van het huidige nr. 46 (oude nrs. achtereenvolgens D 91, I 229, 22). Ze krijgen vijf kinderen: Heiltien (*1805-+1876), Harmannus (*1807-+1863 Arnhem), Grietje (*1809-+1850), Jeipe Onne (*1812-+1857, advocaat) en Hinderica (*/+ 1815). Nadat hun huis K 730 in 1843 overgaat naar zoon Harmannus, gaan ze zelf wonen in hun andere huis aan de Noorderhaven ZZ, op plek van huidige nr. 50 (kadastraal K 732; oude nrs. I 231 en 24). Daar overlijdt Barteld Onnes in 1847.

1850 (art. 3973.4): Harmannus Barteld Onnes (*1807, negotiant, +1863 Arnhem) x 1826 Alida Elsiena Koolman (*1803-+1827) + 1 dch.; x 1829 Christina Jakobus Begemann (*1807, +1885 Arnhem) + 11 knd.

1862 (art. 7528): Feije Zeilinga (zeilmaker, A’dam)

1862 (art. 7591): Fa. Zeilinga & Co. en Dep. van oorlog.

In 1863 bijbouw (lijnbaan wordt overdekt), daarna E 1127, *1841 A’dam)

Zeilinga komt in apr. 1862 uit A’dam en vestigt zich Noorderhaven ZZ ( I 230a). Enkele maanden na de geboorte van een dochtertje overlijdt zijn echtgenote Maria Hendrika Hinrichs in nov. 1865. In apr. 1866 verhuist hij weer naar A’dam

1866 (art. 8367): Fa. Zeilinga & Co

1866 (art. 8401): Haitzen Huisinga (Koopman)

1867 (art. 8493): Staat der Ned. (Dep. van Oorlog) en Haitzen Huisinga (Koopman)

1879 (art. 8210-277): gem. Groningen. Het is dan ‘open terrein’ geworden

 

E 363 = huis en erf, 1852: deel van E 861, 1861: deel van E 1096 (privaat en erf)

1832 (art. 30): Hendrik Ansing (steenmetzelaar). In 1852 bijbouw: E 860 en 861 (zie Gr. Rozenstraat oude nrs. 94 en 96/98)

1859 (art. 5164.18/7420): Hindrik Jansen (klerk, vanaf 1851 touwslager van lijnbaan Ennema; *1818-+1905, x 1849 Cornelia Hermanna Ennema) (zie ook bij Noorderbinnensingel tussen Nw. Boteringe- en Gr. Kruisstr. oude nr. L 319).

Hulpkaart kadaster maart 1861

In ’68 wordt gedeelte (met E 1094 en 1095, zie Gr. Rozenstraat) verkocht aan art. 8749 (Diederik Jansen, stiefzn. van Wolter Jansen).

E 1096 wordt in 1868 verkocht aan:

1868 (art. 6056): Wolter Jansen (timmermanskn.). In 1868 bouw: E 1265 en 1266. In 1869 in E 1267 bouw van E 1287 en 1288. Zie verder hieronder:

Hulpkaart kadaster augustus 1868

De huisnummers van 1921 tot de sanering (in rood Noorderbinnensingel en in lichtblauw de Violet- en Taksteeg), met in donkere lijnen de latere nieuwbouw

Noorderbinnensingel – oude nr. 161

(1868-1870: L 219-7, 1870-1899: L 601, 1899-1921: 90): 1868: E 1265, 1883: E 1867

(art. 6056): Wolter Jansen (timmermanskn.). In 1868 gebouwd

BR 1870: L 219-7/L 601: Jan Deelman (*1840, spiegelm.) x Catharina Zuizewind (*1839-+1878) + 3 knd. x 1879 Doetje Hogendorf (*1842 Franeker)

1882 (art. 8417): Cornelis Jansen (*1831 Haren, landb., eerst Engelbert) (1/2) x 1862 Aaltje Cock en 3 knd. (elk 1/6)

1888 (art. 12005.3): Cornelis Jansen (koopman)

1908 (art. 15310.30): Jan Imelman J.Phzn (*1866, blikslager, later zonder,+1944) x 1888 Klara Roelfina Wieringa (+1890), x 1892 Annechien Hoiting (+1896), x 1897 Martje van Houten (+) (bezit veel)

Zie: Familie Imelman

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’33: 90/161. G. Nolmans, werkm.

1937 (art. 30600.3303): gem. Groningen

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 162

(1868-1870: L 219-8, 1870-1899: L 602, 1899-1921: 91): 1868: E 1266, 1883: E 1868

(art. 6056): Wolter Jansen (timmermanskn.). In 1868 gebouwd

BR 1870: L 219-8/ L 602: Geert de Vries (*1839 Leek) x 1863 Trijntje de Vries (*1843 Noordh.) + grootmoeder Trijntje Schuring

BR 1876: Sietse Dijkstra (*1855) x 1879 Antje Otter (*1857)

1882 (art. 8417): Cornelis Jansen (*1831 Haren, landb., eerst Engelbert )(1/2) x 1862 Aaltje Cock en 3 knd. (elk 1/6)

1888 (art. 12005.4): Cornelis Jansen (koopman)

1908 (art. 17886.2): Jan Willem Berends (werkm.) (1/2) en 4 knd. (elk 1/8)

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: 91/162. P. Korenbrander of Kolenbrander), werkm.

Adresb. 1933: D. Nieswaag, mag.kn.

1933 (art. 29162.44): Willem Roelof Homan (zonder) en Tobias de Vries (makelaar)

1938 (art. 30600.3460): gem. Groningen

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 163

(1868-1870: L 219-9, 1870-1899: L 603, 1899-1921: 92): 1868: E 1267, 1869: E 1287, 1883: E 1869

(art. 6056): Wolter Jansen (timmermanskn.). In 1868 gebouwd. Volgende jaar nog kamer aangebouwd: zie nr.164

BR 1870: L 219-9/ L 603: Hotze Bakker (*1834 L’w.) x Sjoekje Lodijzen (*1835 Dockuim) + 4 knd

1882 (art. 8892.48): Geert Versteegh (koopman, schoenmaker)

1897 (art. 14280.10): Roelof Lugtenberg (ijzersmid, winkelier) (3/4) en Dirk Berend Lugtenberg (1/4)

1908 (art. 18498.7): Willem Themmen (schilder)

1918 (art. 19380.98 later 251/34295.34): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen.

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’24: 92/163. J.A. Huizer, werkm.

Adresb. 1933: H.H. Kleersnijder, opperman

In 1938 sloop, daarna ‘erf’.

1945 (art. 30600.4235): gem. Groningen

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 164

(1869-1870: L 219-10,1870-1899: L604, 1899-1921: 93): 1869: E 1288, 1883: E 1870

(art. 6056): Wolter Jansen (timmermanskn.). In 1869 aangebouwd bij nr. 163 (zie boven)

BR 1870: L 219-10/ L 604: Geert Pieters Linthorst (*1821, arb.) + 1 dch.

Kadastrale hulpkaart 1869 met het nieuwe huisje E 1288

Op voorgrond de oude nrs. 163 en het kleine huisje nr. 164 (foto Lichtbeeldeninstituut)

1882 (art. 10573.27): Georgius Johannes Visser (wafelbakker, zaakwaarnemer en taxateur) (bezit heel veel)

1890 (art. 11460): Hindrik Stegeman (besteller bij de Telegraaf) (1/2) en 3 knd (elk 1/6). In 1913 verandering van bestemming, daarna bergplaats

Adresb. 1920: 93. ontbreekt

Adresb. 1922: 164. –

Adresb. 1924 tm i.e.g. ’33: 164. pakhuis

1930 (art. 26088.4303/30600.1349 later 1840): gem. Groningen.

In 1932 afgebroken (zie foto onder)

Achter het hek de plek waar in 1932 net het huisje met oude nr. 164 is afgebroken en links daarvan het oude nr. 163 (foto Openbare Werken)

Links de oude nrs. 161 tm 164 en in het midden het oude nr. 165 met links daarvan de gang met nrs. aan de Violetsteeg (Reconstructie Jan Smook)

 

De volgende kamerwoningen staan aan een gang, die bijna volledig nummert vanaf de Violetsteeg (zie daar)

De gang tussen de Violetsteeg (achter) en de Noorderbinnensingel in 1937, met rechtsvoor het inmiddels onbewoonbaar verklaarde nr. 165. Links bij het hek stond tot 1932 het huisje met het oude nr. 164 (foto Openbare Werken)

Noorderbinnensingel – oude nr. 165

(tot  1899: L 604/2, 1899-1921: 94): deel van E 364 (tuin), E 1441, 1876: E 1678, 1883: E 1884

(hoort bij bouw Violetsteeg nrs. 22, zie daar)

1832 (art. 458/3574): Franciscus Jacobus Johannes Cremers (eerst burgemeester, later wethouder)

1838 (art. 3683): G.. Goutier

1844 (art. 3735): Lubbert Berends Hartman (blokmaker)

1850 (art. 5385): Freerk Hindriks Meijer

1872 (art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1872-’73 bouwt hij E 1435 tm 1440 en 1442 tm 1445. E 1441 blijft eerst erf, maar in 1875 bouwt hij hier nog 2 kamerwoningen: E 1678, met ingang aan Noorderbinnensingel, en E 1679 aan zijgang van Violetsteeg (zie verder daar)

Kadastrale hulpkaart 1873, met het ‘erf’ E 1441, waarop in 1875 o.a. het oude nr. 165 (94) verrijst.

1885 (art. 12991): Feiko Visser (koopman) en com. (Egbert Koch)

1890 (art. 13635.9): Egbert Koch (koopman,+1912, x Jetske Uni) (1/2) en knd. (elk 1/20)

1902 (art. 17313): Harm Kraan Degenhart (koopman)

1904 (art. 17941): Grietje Cleij, wed. Christoffer Klaassens (koemelkersche)

1915 (art. 14139.33/21083.10): Douwe Huizing Dzn. (turfschipper) (bezit veel)

1916 (art. 19365.4): Douwe Olthoff (timmerm.) (9/16) en knd. (elk 1/16)

Adresb. 1920/’22: 94/165. A. Dijkstra, werk.

Adresb. 1933: 165. J. Vorstenberg, brandst.h.

1936 (art. 30600.2949 later 3201): gem. Groningen.

In 1936 onbewoonbaar verklaard (zie foto) en in ’38 afgebroken

De volgende kamerwoningen ( oude nrs. 166 tm 176) staan aan een hofje, waarvan de kamerwoningen met de oude nrs. 169 tm 172 met de rug naar de Violetsteeg staan en daar kadastraal ook toe worden gerekend.

Het hofje op een reconstructie van Jan Smook

Het hofje Noorderbinnensingel 166 tm 176 (eerder 95 tm 95-10) in 1937 (foto Openbare Werken)

Noorderbinnensingel – oude nr. 166

(tot  1899: L 603/2, 1899-1921: 95): deel van E 369 (tuin), 1876: E 1693, 1883: E 1885

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 bouw in tuin

1893 (art. 14710): Aaltje Bruins (*1852) en Tallea Bruins (*1862) (elk ½)

1909 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22 tm i.e.g. ‘33: 95/166. W. Spanjer, werkm.

In 1938 afgebroken, daarna E 3060

Noorderbinnensingel gezien richting Gr. Rozenstraat met uiterst rechts nr. 95, werd na 1921: oude nr. 166 (foto uit ca. 1910)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 167

(tot  1899: L 603/3, 1899-1921: 95-1): deel van E 369, 1876: E 1692, 1883: E 1886, 1938: deel van E 3060

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 bouw in tuin

1893 (art. 14710): Aaltje Bruins (*1852) en Tallea Bruins (*1862) (elk ½)

1909 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 95-1/167: W. Bergs

Adresb. 1933: 167: P.H. Koster, werkm.

In 1937 onbewoonb. verklaard

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 168

(tot  1899: L 603/4, 1899-1921: 95-2): deel van E 369, 1876: E 1691, 1883: E 1887, 1938: deel van E 3060

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 bouw in tuin

1893 (art. 14710): Aaltje Bruins (*1852) en Tallea Bruins (*1862) (elk ½)

1909 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 95-2/ 168: D. Smit, werkm.

Adresb. 1933: 168:  J. Kranenburg (chauff.), R. Stoepker (werkm.)

In 1937 onbewoonb. verklaard

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 169

(tot  1899: L 603/4, 1899-1921: 95-3): E 365, 1876: E 1687, E 1888, 1938: deel van E 3060

(NB: kadastraal aan Violetsteeg!)

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 gedeeltelijke afbraak en herbouw

1893 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 95-3/ 169: W. Groothuis, pakhuiskn.

Adresb. 1933: 169: wed. W. Groothuis

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 170

(tot  1899: L 603/4, 1899-1921: 95-4): E 366, 1876: E 1688, E 1889, 1938: deel van E 3060

(NB: kadastraal aan Violetsteeg!)

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 gedeeltelijke afbraak en herbouw

1893 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 95-4/ 170: wed. B. Siegers

Adresb. 1933: 170: R. Buringa, voerm.

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 171

(tot  1899: L 603/4, 1899-1921: 95-5): E 367, 1876: E 1689, E 1890, 1938: deel van E 3060

(NB: kadastraal aan Violetsteeg!)

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 gedeeltelijke afbraak en herbouw

1893 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 95-5/ 171: S. Albronda, werkm.

Adresb. 1933: 171: S. Stoepker, loopkn.

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 172

(tot  1899: L 603/4, 1899-1921: 95-6): E 368, 1876: E 1690, E 1891, 1938: deel van E 3060

(NB: kadastraal aan Violetsteeg!)

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 gedeeltelijke afbraak en herbouw

1893 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’33: 95-6/ 172: wed. R. van Assen

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 173

(tot  1899: L 603/5, 1899-1921: 95-7): deel van E 369, 1876: E 1694, 1883: E 1892, 1938: deel van E 3060

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 bouw in tuin

1893 (art. 14710): Aaltje Bruins (*1852) en Tallea Bruins (*1862) (elk ½)

1909 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 95-7/ 173: J. Ferkranus, metselaarskn.

Adresb. 1933: 173: H. Ferkranus, pakhuiskn.

In 1937 onbewoonb. verklaard

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 174

(tot  1899: L 603/6, 1899-1921: 95-8): deel van E 369, 1876: E 1695, E 1893, 1938: deel van E 3060

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 bouw in tuin

1893 (art. 14710): Aaltje Bruins (*1852) en Tallea Bruins (*1862) (elk ½)

1909 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920 tm i.e.g. ’33: 95-8/ 174: A. Peters, timmerm.kn.(later timmerm.)

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 175

(tot  1899: L 603/7, 1899-1921: 95-9): deel van E 369, 1876: E 1696,  E 1894, 1938: deel van E 3060

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 bouw in tuin

1893 (art. 14710): Aaltje Bruins (*1852) en Tallea Bruins (*1862) (elk ½)

1909 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 95-9/ 175: R. Kuilman, werkm.

Adresb. 1933: 175: J. Tel, koopm.

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 176

(tot  1899: L 603/8, 1899-1921: 95-10): deel van E 369, 1876: E 1697, 1883: E 1895, 1938: deel van E 3060

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 bouw in tuin

1893 (art. 14710): Aaltje Bruins (*1852) en Tallea Bruins (*1862) (elk ½)

1909 (art. 14712): Anna Elisabeth Bruins (*1859)x Johannes Bergman

1912 (art. 19380): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 95-10/ 176: F. Schuitema, houtbew.

Adresb. 1933: 176: mej. H. Tulp-v.d. Veen, D. Jeltema, werkm.

In 1938 afgebroken, daarna deel van E 3060

Het hofje Noorderbinnensingel 166 tm 176 in december 1932 (foto Noorden-in-Woord-en-Beeld)

 

De volgende kamerwoningen staan aan een gang, die volledig nummert vanaf de Violetsteeg met nrs. 18-1 tm 8 (zie daar)

 

E 374= tuin, 1842: E 644

1832 (art. 1885): Christiaan Poelman (timmerm.)

1838 (art. 3625/4246): Pieter de Vries (*1811, metselaar, x1840 Regina Waterman). In 1842 splitsing in E 644 en 645 en verkoop aan resp. 4190 en 4016 (zie bij oude nrs. 96/3 tm 7)

1842 (4190.4): Fred(e)rik de Vries (*1804, timmerm.,x 1838 Hinderkien v.d. Schans, *1800-+1883).

NB: Pieter en Fred(e)rik zijn beide zonen van Jan Douwes de Vries (timmerm.) en Helena Roelfs. Fred(e)rik krijgt slechts 1 kind: Jan (*1839-+1887), die aannemer wordt. Voor fam. De Vries zie ook bij Gr. Rozenstraat 26.

Zie verder bij oude nrs. 177 tm 179

 

De volgende kamerwoningen ( oude nrs. 177 tm 184) staan aan een hofje, met aan het einde de achterzijde van Violetstraat 14 en 16 (zie daar)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 177

(tot 1899: L 604, 1899-1921: 96): deel van E 644 (tuin), E 1591, 1883: E 1856, 1883: deel van E 1909, 1885: E 1979

1875 (art. 4190/8513): Fred(e)rik de Vries (timmerm., +1898, 94 jaar). In 1875 bouw van E 1589 tm 1591 (en E 1588=tuin). In 1880 in tuin bouw werkpl., wordt E 1789. In 1883 wordt het E 1856 en daarna deel van E 1909. In 1884-’85 herbouw, daarna E 1979

1908 (art. 13786.33): Johanna Roline van Ikelen (wed. Jan de Vries, *1839, aannemer, +1887) x 1890 Harm de Vries (*1848, kleermaker)

1919 (art. 19380.105): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 96/ 177: wed. B. Olthof

Adresb. 1933: 177: –

Adresb. 1938: 177: J.J.J. Vonterman, voerman

In 1940 ‘slooping’

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 178

(tot 1899: L 604/2, 1899-1921: 96-1): deel van E 644 (tuin), E 1590, 1883: E 1855, 1883: deel van E 1909, 1885: E 1980

1875 (art. 4190/8513): Fred(e)rik de Vries (timmerm., +1898, 94 jaar). In 1875 bouw van E 1589 tm 1591 (en E 1588=tuin). In 1883 wordt het E 1855 en daarna deel van E 1909. In 1884-’85 herbouw, daarna E 1980

1908 (art. 13786.34): Johanna Roline van Ikelen (wed. Jan de Vries, *1839, aannemer, +1887) x 1890 Harm de Vries (*1848, kleermaker)

1919 (art. 19380.106): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 96-1/ 178: J.C. Jonker, melkventer

Adresb. 1933: 178: wed. J.C. Jonker

Adresb. 1938: 178: R. Ruiter

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 179

(tot 1899: L 604/3, 1899-1921: 96-2): deel van E 644, 1875: deel van E 1588, 1880: E 1789, 1883: E 1854, 1883: E 1908, 1885: E 1981

1875 (art. 4190/8513): Fred(e)rik de Vries (timmerm., +1898, 94 jaar). In 1875 bouw van E 1589 tm 1591 (en E 1588=tuin). In 1880 in tuin bouw werkpl., wordt E 1789. In 1883 wordt het E 1854 en daarna E 1908. In 1884-’85 herbouw, daarna E 1981

1908 (art. 13786.35): Johanna Roline van Ikelen (wed. Jan de Vries, *1839, aannemer, +1887) x 1890 Harm de Vries (*1848, kleermaker)

1919 (art. 19380.107): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 96-2: J. Visser, houtbewerker

Adresb. 1933: 179: D. Smit, werkm.

Adresb. 1938: 179: H. Blaauw

In 1940 ‘slooping’

 

E 645=tuin, 1866: E 1235 en 1236

(art. 3625/4246): Pieter de Vries (*1811, metselaar, x 1840 Regina Waterman). In 1842 ontstaat E 645 uit E 374 (zie boven), samen met E 644 (zie bij oude nrs. 96 tm 96-2, zie boven)

1842 (art. 4016): Arend Meinders (afslager bij publieke werk….)

1847 (art. 3458.4): Johannis Mulder (verwer en glazenmaker)

1862 (art. 7564): Jan van der Kolk (mandemaker). In 1866 bouw E 1236 (=opslagplaats) en verkoop E 1235 (=bleek) aan art. 4192.10 (zie hieronder).

Zie verder bij resp. oude nrs.181 tm 184 en nr. 180

Hulpkaart kadaster 1875, waarop o.a. wordt aangegeven hoe de oorspronkelijke tuin E 645 in 1866 werd opgesplitst in E 1236 (links) en E 1235 (rechts) en er in 1875 in werd gebouwd: E 1589 (oude nr. 180). Zie voor E 1591 en 1590 de oude nrs. 96 en 96-1 (zie boven)

Hofje Noorderbinnensingel in 1937 met links: de oude nrs. 177 tm 179 (links); achter: Violetsteeg 14 en oude nr. 181; rechts: de oude nrs. 182 tm 184 (foto Openbare Werken)

Hulpkaart kadaster met hetzelfde hofje in 1883

Idem (Reconstructie Jan Smook)

 

Noorderbinnensingel – oude nr.180

(tot 1899: L 604/4, 1899-1921: 96-3): deel van E 1235 (bleek), 1875: E 1589 (huis) en 1588 (tuin), 1883: E 1857, 1883: E 1912

(art. 7564): Jan van der Kolk (mandemaker).

1866 (art. 4192.10): Tonko Trommes Borgesius (z.b.).

1867 (art. 8513): Fred(e)rik de Vries (timmerm.). In 1875 bouw van E 1589, rest wordt tuin (E 1588). NB. In de tuin bouwt hij in 1880: E 1787, 1788 (zie Violetsteeg 14 en 16) en E 1789 (zie oude nr. 96-2)

1908 (art. 13786.32): Johanna Roline van Ikelen (*1846-+1923, wed. Jan de Vries, *1839, aannemer, +1887) x 1890 Harm de Vries (*1848, kleermaker)

BR 1910: Geert de Jong (*1880, arb.)x Annechien Swaving (*1886)+ 3 knd. en Albert Swaving (*1883, sig. maker)

BR 1910: Albert Swaving (*1883, sig.maker)x 1914 Trientje Waterman (*1887), woonden eerst nog ergens anders

1919 (art. 19380.100): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 96-3/ 180: A. Swaving, sigarenm.

Adresb. 1933: 180: A. Weessies, werkm.

Adresb. 1938: 180: mej. A. Wierema

In 1940 ‘slooping’

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 181

(tot 1899: L 604/5, 1899-1921: 96-4): deel van E 1236, 1875: E 1592 (opslagplaats), E 1790, 1883: E 1859, 1883: E 1913

(art. 7564): Jan van der Kolk (mandemaker), later ½ en 2 zonen (elk ¼). E 1236 wordt in 1875 opslagplaats (E 1592) en schuur (E 1593).

1880 (art. 11480): Jan de Vries (*1839, timmerm., later aannemer, +1887). In 1880 bouw van E 1790 tm 1793. Dit wordt in 1883: E 1859 tm 1862 en hetzelfde jaar: E 1913 tm 1916

1888 (art. 13786.19 tm 22): Johanna Roline van Ikelen (wed. Jan de Vries, *1839, aannemer, +1887) x 1890 Harm de Vries (*1848, kleermaker)

1919 (art. 19380.101): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 96-4/181: mej. H. Wijn

Adresb. 1933: 181: wed. J. Visser

Adresb. 1938: 181: R. Wiersema, werkm.

In 1940 ‘slooping’

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 182

(tot 1899: L 604/6, 1899-1921: 96-5): deel van E 1236, deel van E 1593: E 1791, 1883: E 1860, 1883: E 1914

(art. 7564): Jan van der Kolk (mandemaker), later ½ en 2 zonen (elk ¼). E 1236 wordt in 1875 opslagplaats (E 1592) en schuur (E 1593).

1880 (art. 11480): Jan de Vries (*1839, timmerm., later aannemer, +1887). In 1880 bouw van E 1790 tm 1793. Dit wordt in 1883: E 1859 tm 1862 en hetzelfde jaar: E 1913 tm 1916

1888 (art. 13786.19 tm 22): Johanna Roline van Ikelen (wed. Jan de Vries, *1839, aannemer, +1887) x 1890 Harm de Vries (*1848, kleermaker)

1919 (art. 19380.102): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 96-5/ 182: A. Smid, tabakskerver

Adresb. 1933: 182: K. Gils, handelsreiz.

Adresb. 1938: 182: A. Mellema, voerman

In 1940 ‘slooping’

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 183

(tot 1899: L 604/7, 1899-1921: 96-6): deel van E 1236, deel van E 1593: E 1792, 1883: E 1861, 1883: E 1915

(art. 7564): Jan van der Kolk (mandemaker), later ½ en 2 zonen (elk ¼). E 1236 wordt in 1875 opslagplaats (E 1592) en schuur (E 1593).

1880 (art. 11480): Jan de Vries (*1839, timmerm., later aannemer, +1887). In 1880 bouw van E 1790 tm 1793. Dit wordt in 1883: E 1859 tm 1862 en hetzelfde jaar: E 1913 tm 1916

1888 (art. 13786.19 tm 22): Johanna Roline van Ikelen (wed. Jan de Vries, *1839, aannemer, +1887) x 1890 Harm de Vries (*1848, kleermaker)

1919 (art. 19380.103): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 96-6/183: G. Melgers, steenh.kn.

Adresb. 1933 en ‘38: 183: wed. G. Melgers

In 1940 ‘slooping’

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 184

(tot 1899: L 604/8, 1899-1921: 96-7): deel van E 1236, deel van E 1593: E 1793, 1883: E 1862, 1883: E 1916

(art. 7564): Jan van der Kolk (mandemaker), later ½ en 2 zonen (elk ¼). E 1236 wordt in 1875 opslagplaats (E 1592) en schuur (E 1593).

1880 (art. 11480): Jan de Vries (*1839, timmerm., later aannemer, +1887). In 1880 bouw van E 1790 tm 1793. Dit wordt in 1883: E 1859 tm 1862 en hetzelfde jaar: E 1913 tm 1916

1888 (art. 13786.19 tm 22): Johanna Roline van Ikelen (wed. Jan de Vries, *1839, aannemer, +1887) x 1890 Harm de Vries (*1848, kleermaker)

1919 (art. 19380.104): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Groningen

Adresb. 1920/’22: 96-7/184: W. Sieling, schilderskn.

Adresb. 1933 en ‘38: 184: C. Sieling, melkventer

In 1940 ‘slooping’

Noorderbinnensingel gezien naar het noorden vanaf hoek met Grote Leliestraat, met rechts het hoge pand met het oude nr. 185

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 185

(tot 1899: L 166, 1899-1921: 97): E 2169, 1897: deel van E 2175, 1924: E 2635 en 2636 (achter) 

(art. 13967): Freerk Nieman (koemelker,+1914), later wed. Grietje Mulder (veehoudster). In 1897: E 2169 (oude nr. 185), E 2170 (zie bij Gr. Leliestr.), daarna in ’97 samen: E 2175.

Adresb. 1920/’22: 97: P. Pluis, stucadoorskn.

In 1924 splitsing in E 2637 (aan Gr. Leliestraat, oude nr. 89-91) en E 2636 (erachter)

E 2636: stallingen, later met bovenwoning

1925 (art. 26893): Tobias de Vries (makelaar) en cs (Tjeerd van Ewijck, winkelier; Heino Mulder, koopman; Jan Dirk Imelman, drogist; zie: Familie Imelman)

1926 (art. 27631): Jelto Nederhoed (meubeltransport) (woont N’binnensingel oude nr. 185)

Adresb. 1933: 185: pakhuis J. Nederhoed; 185a: J. Nederhoed (verhuizingen en transporten), mej. M.C.B. Otten (kantoorbed.)

1936 (art. 30600. 2947): gem. Groningen.

Adresb. 1938: 185-185a: E. v.d. Tuin, voerwerken

In 1940 afgebroken.

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 186

(?-1870: L 110-5, 1870-1899: L 167, 1899-1921: 98): 1844: E 716, 1856: E 987, 1879: E 1735, 1883: E 1918

(art. 1802): Heike Onnes (koopman, +1833), wed. Meisina Kamerlingh. In 1844 gebouwd ‘Op de wal’, daarna E 716

Hei(j)ke wordt in 1791 geboren als jongere broer van Barteld (zie bij lijnbaan) en zoon van zeilmaker Jeipe Onnes. Hij trouwt in 1815 Meisina Kamerlingh (*1794-+1866). ze krijgen 5 knd.: Harm Kamerlingh (*1819, +1880), Jeipe (*1823,+1906), Heiko Menso (*1825,+1867), Onno (*1830,+1831), Frouke Heilina (*1832, +1921). Heike overlijdt in 1833 in het huis op de plek van het huidige Noorderhaven 29 (zie daar).

Zie voor Harm Kamerlingh Onnes ook boek ‘Een Deftig Huys met een fraay Hoff’, p. 132

Hulpkaart kadaster juli 1844: de stippellijn geeft de scheiding aan tussen de Gr. Leliestraat en de latere Noorderbinnensingel. Links van de stippellijn de oude nrs. 186 tm 188

In 1856 gesplitst in E 987 (huis) en 986 (tuin). Laatste wordt verkocht aan art. 1880.36= Hindrik Pluimker (schuitevaarder)

1856 (art. 4757.16/7443.4): Harm Waterborg (blokmaker)

1870 (art. 7484): Jan Obben Freese (ijzersmid)

BR 1870: L 110-5/L 167: Bartholomeus Nicolaas Houbman (*1824 Antwerpen, militair/opzichter) x 1856 Trientje v.d. Kamp (*1828) + broers Haupman en 1 ander

Pieter Hofman (*1834, touwslagerskn., x 1860 Marchien Aaldring, *1832) woont in 1870 Aan de Wal N 100 en in 1872, bij overlijden dochter Maria, Aan de Wal L 167. Marchien overlijdt 25-12-1874, 42 jaar oud. Pieter hertrouwt 18-2-1875 Johanna Helder. Hij overlijdt zelf, waarschijnlijk in L 167,  1 april 1877. Volgens de verklaring van de doopsgezinde arts Meihuizen aan ‘pericarditis’, een ontsteking van het hartzakje, 42 jaar oud

1873 (art. 7474): Jan Bolhuis (koemelker). In 1879 gesplitst in E 1734 (tuin), 1735(huis, erf)

1879 (art.11202.2): Harmannus Wilhelmus Dagelet (schoenmaker, later zonder (3/5) en 4 knd. (elk 1/10). Het wordt in 1883: E 1918

Adresb. 1920/’22: 98/186: W. Meier, schilderskn.

1931 (art. 30008.1): Everhardus v.d. Tuin (voerman) (woont 185a)

Adresb. 1933: 186: E. v.d. Tuin, groentenv.

Adresb. 1938: 186: F. Gerlach, slagersbed.

1939 (art. 30600.3635): gem. Groningen. In ’39 afgebroken (‘slooping’)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 187

(?-1870: L 110-6, 1870-1899: L 168, 1899-1921: 99): 1844: E 717, 1883: E 1919

(art. 1802): Heike Onnes (koopman, +1833), wed. Meisina Kamerlingh. In 1844 gebouwd ‘Op de wal’, daarna E 717 (zie Hulpkaart kadaster bij noude nr. 186)

1856 (art. 6178/8609.11 later 51): Klaas Bruins (tingieter). In 1883: E 1919

BR 1870: L 110-6/ L 168: Jacobus Bergs (*1821, arb.) x Aintje Jacobs (*1816) + 4 knd

1892 (art. 13967): Freerk Nieman (koemelker, +1914), later wed. Grietje Mulder

Adresb. 1920/’22: 99/187: wed. G. Faber

1925 (art. 19228.3): Hindrik Mulder (koemelker, +1933), later wed. Trientje Nieman (5/8) en knd. en kleinknd.

Adresb. 1933: 187: J. Kok, werkm.

Adresb. 1938: 187: T.C. Hes, timmerm.

1939 (art. 30600.3689): gem. Groningen. In ’39 afgebroken (‘slooping’)

 

Noorderbinnensingel – oude nr. 188

(?-1870: L 110-7, 1870-1899: L 169, 1899-1921: 100): 1844: E 718, 1883: E 1920

(art. 1802): Heike Onnes (koopman, +1833), wed. Meisina Kamerlingh. In 1844 gebouwd ‘Op de wal’, daarna E 718 (zie Hulpkaart kadaster bij noude nr. 186)

1856 (art. 5831.9): Eppo Habbes Reinink (zakkerverhuurder)

BR 1870: L 110-7/ L 169: Johannes Spanjer (*1843, arb.) x Hester Bergfs (*1847) + zn. Harm (*1870)

1878 (art. 11089): Harm Roelf Jansen (schoenmaker)

1880 (art. 11384.2): Berend Ottenhoff (zolderknecht). In 1883: E 1920

1884 (art. 12793/7426.39): Arent/d Tonke(n)s Vos Azn. (koopman)

1888 (art. 7426.39): Jan Imelman Jzn. (gasfitter, later makelaar). Zie: Familie Imelman

1917 (art. 13967.16): Grietje Mulder, wed. Freerk Nieman (koemelker, +1914)

Adresb. 1920/’22: 100/188: K. Kostenberger-Sierks, werkvr.

1925 (art. 19228.4 later 8): Hindrik Mulder (koemelker, +1933), later wed. Trientje Nieman (5/8) en knd. en kleinknd.

Adresb. 1933: 188: J.J.J. Vonterman, voerm.

In 1937 onbewoonbaar verklaard

De huisjes met de oude nrs. 186 tm 188 in 1937 (foto Openbare Werken)

1939 (art. 30600.3690): gem. Groningen. In ’39 afgebroken (‘slooping’)

 

Grote Leliestraat

Violetsteeg in model Jan SmookReconstructie door Jan Smook, gezien vanaf de Grote Leliestraat naar het noordwesten.

Beoordeling van woningen Noorderbinnensingel, Violetsteeg en Taksteeg, omstreeks 1910

Ingang Violetsteeg vanaf Gr. Leliestraat in 1931 (boven) en 1938, na sloop eerste panden aan de oneven zijde (foto Openbare Werken)

 

Violetsteeg

Oneven zijde:

Violetsteeg nr. 1

zie voor eigenaren Gr. Leliestraat oude nr. 137

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: wed. Esther Spanjer, werkvr. (sinds 4 mnd.)

BR 1910 tm 1920: Elisabeth Eppes, werkvr. + Jan van Meurs

Adresb. 1921 tm ‘27: Kornelis Kuipers, kleerm.(4 m en 4 vr.), daarna naar nr. 27

Adresb. 1933 tm ‘37: K. de Vries, werkm.

Adresb. 1938: nr. ontbreekt

In 1938 onbewoonbaar verklaard, daarna afgebroken

 

Violetsteeg nr. 3 tm 5

deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1866: E 1218

1832 (art. 324): Hans Everts Brekhoff (timmerman)

1857 (art. 6484): Geessien van den Bos

1862 (art. 7138.106): Stad/ Gem. Groningen

1863 (art. 7786/ 9970.11): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1864 bijbouw aan 1e zijgang van Violetsteeg, waarna E 1181 tm 1183 (nrs. 3-6 tm 3-4). In 1866 bijbouw aan Violetsteeg en gang), daarna E 1213 (nr. 5) en 1214(=gang), 1215 tm 1218 (nrs. 3-3 tm 3). E 1219 is Gr. Leliestraat (zie oude nr. 137), maar ook Violetsteeg 1.

Zie verder hieronder

 

Violetsteeg nr. 3

deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1866: E 1218

(art. 9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1866 bijbouw aan Violetsteeg en gang), daarna E 1213 (nr. 5) en 1214(=gang), 1215 tm 1218 (nrs. 3-3 tm 3)

1875 (art. 9470.5): Bernard Roerdink (*1835 Winterwijk, schoenmaker, +1883)

1884 (art. 12908): Jantje Miedema, wed. Bern. Roerdink (winkeliersche)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Peter Everards, voerm. (sinds 3 jr.)

1911 (art. 19365): Douwe Olthoff (timmerm.,+1941)(9/16, woont Nw. Kijk in ’t Jatstr. 8) en 7 knd. (elk 1/16)

Adresb. 1921 tm i.e.g. ‘24: wed. J. van Houten

1936 (art. 30600.2948 later 3550): gem. Groningen.

Adresb. 1937 en ‘38: J. Koenes, petrol.venter

In 1938 onbewoonb. verklaard en afgebroken.

 

Violetsteeg nr. 5

(tot 1921: 3-1): deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1866: E 1217

(art. 9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1866 bijbouw aan Violetsteeg en gang), daarna E 1213 (nr. 5) en 1214(=gang), 1215 tm 1218 (nrs. 3-3 tm 3)

1875 (art. 9470.4): Bernard Roerdink (*1835 Winterwijk, schoenmaker, +1883)

1884 (art. 12908): Jantje Miedema, wed. Bern. Roerdink (winkeliersche)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Folkert v. Houten, arb. (sinds 4 jr.)

1911 (art. 18906.10): Roelf Mulder (timmerm.)

1912 (art. 20044): Jacob Wetsema en Jan Alderts (bakkers)

1919 (art. 22281.10): Egbert Jan Bierling (cartonagefabr.) en Willem Roelf Homan (vleeschhouwer)

1920 (art. 23548): Albert Hovinga (arbeider)

Adresb. /BR 1920 (uit Leek) tm ‘32: 3-1/5: Albert Hovinga, werkm.( 1 m, later 2 m. en 2 vr.). In ’32 naar Klaprooslaan

1933 (art. 30600.1870): gem. Groningen.

In 1935 onbewoonb. verkl.

Adresb. 1937: pakhuis

In ’38 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 7

(tot 1921: 3-2): deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1866: E 1216

(art. 9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1866 bijbouw aan Violetsteeg en gang), daarna E 1213 (nr. 5) en 1214(=gang), 1215 tm 1218 (nrs. 3-3 tm 3)

1875 (art. 5349.4): Catharina Wolters (+1886), wed. Cornelis Jacob Langedijk (korenmeter, +1851)

1885 (art. 11581): Catharina Wolters (+1886), later Catharina en Johanna Wilhelmina Langedijk (elk ½)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Philippus Weseman, arb. (7 mnd.)

1916 (art. 14441.6): Catharina Langedijk (+1916) en Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk, later knd. Dijk (Willem Cornelis en Catharina Cornelia Jacoba) (elk ½)

Adresb./BR 1921 tm ‘29: Harm van Rijssel, werkm.

BR 1929-’30: Elisabeth Gaasendam (daarna nr. 4)

BR 1930-’32: Fenna Wolthof (gesch.van Foppe Feenstra) (2 m en 2 vr) (daarna nr. 56)

BR 1932-’33: Elisabeth Gaasendam (daarna nr. 9)

BR 1933-’34: Maarten Haak (1 m en 2 vr) (daarna 2e Hunzestr.)

Adresb./ BR 1934-’37: Rempt Colly (1 m en 2 vr) (daarna Zoutstr. 21/1)

1936 (art. 30600.3085): gem. Groningen.

In 1937 onbewoonb. verkl.

Adresb. 1938: nr. ontbreekt

In ’38 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 9

(tot 1921: 3-3): deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1866: E 1215

(art. 9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1866 bijbouw aan Violetsteeg en gang), daarna E 1213 (nr. 5) en 1214(=gang), 1215 tm 1218 (nrs. 3-3 tm 3)

1875 (art. 7981.224): Fred(e)rik Nienhuis (koopman, +1891, x Gepke Schuilenberg,+;x Arnolda Cornelia de Mol Moncourt) en m.e. , oa Mattheus Schroote (behanger/koopman; heeft heel veel bezit)

1887 (art. 13413.26): Hillechien Nienhuis (*1858), Niesje Willemina Nienhuis (*1864), Margaretha Michalina v.d. Werff, wed. Johannes Harmannus Schroote en Mattheus Schroote

1892 (art. 12524.4): Jan Tinga (timmerm.)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: wed. Maria Franzen (1 jr.)

1913 (art. 17557.7): Joseph Johannes August Linhoff (koopman). In 1937 onbewoonb. verkl.

Adresb. /BR 1921 tm ‘24: Folkert van Houten, werkm. (daarna Langestr. 46)

BR 1924 -’30: Ties Bolkens (3 m en 1 vr) (daarna Gr. Leliestr. 131)

BR 1930-’33: Hendrik Renkema (2 m en 2 vr) (daarna Haarlem)

BR 1933-’35: Elisabeth Gaasendam (daarna nr. 10)

BR 1935-’37: Willem A. Bezema + Niesje Eissens (gesch. van Luitje de Haan, 3 m en 1 vr) (daarna Haverkampdr. 10)

Adresb. 1937: mej. N. Eissens

Adresb. 1938: nr. ontbreekt

1939 (art. 30600.3693): gem. Groningen. In 1939 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 11

(tot 1921: 3-4): deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1864: E 1183

(art. 9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1864 bijbouw aan 1e zijgang van Violetsteeg, waarna E 1181 tm 1183 (nrs. 3-6 tm 3-4)

1875 (art. 10120.24 tm 26): Harm Luikinga (wever)

1895 (art. 15457. 2 tm 4): Harm Luikinga (+1905), later wed. Saartje Severwijn (+1919) (1/2) en 5 knd. (elk 1/10)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: 3-4: Johannes d. Beer, kleerm. (2 jr)

Adresb. 1921: 3-4: wed. Arie Willem Parel; 3-5: J. Koops, werkm.; 3-6: B. Visser, koopm.

BR 1921-’30: Hillechien Roossien, wed. A.W. Parel (+1870 Veendam)+ 1921: Harm Otto Schuur (zeeman) en 1921-’25: Eltjo Holvast (los werkm.)

BR 1930-’33: Jan Daniel Eden (2 m en 1 vr) (daarna Cubastr.)

BR 1931: Vree Bolhuis, wed. Daniel Huizinga (daarna Agricolastr.)

BR 1933: Fokko J. Dagelet (daarna Schoolholm)

BR 1933-’35: Jan Visser (3 m en 2 vr) (daarna Vindicatstr.)

1936 (art. 30600.3077): gem. Groningen. In 1937 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 13

(tot 1921: 3-5): deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1864: E 1182

(art. 9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1864 bijbouw aan 1e zijgang van Violetsteeg, waarna E 1181 tm 1183 (nrs. 3-6 tm 3-4)

1875 (art. 10120.24 tm 26): Harm Luikinga (wever)

1895 (art. 15457. 2 tm 4): Harm Luikinga (+1905), later wed. Saartje Severwijn (+1919) (1/2) en 5 knd. (elk 1/10)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: 3-5: wed. Trientje Stronk-Hendriks (9 mnd)

Adresb. 1921: 3-5: J. Koops, werkm.

BR 1921-’26: Johannes Brouwers (1 m en 1 vr) (daarna Zuidlaren)

BR 1926-’30: Sepje Wouda (zie G.K.J. Brouwers, +1930)

BR 1930-’35: Hilbrand d. Ruiter (2 m en 1 vr)( (daarna nr. 12)

1936 (art. 30600.3078): gem. Groningen. In 1937 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 15

(tot 1921: 3-6): deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1864: E 1181

(art. 9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1864 bijbouw aan 1e zijgang van Violetsteeg, waarna E 1181 tm 1183 (nrs. 3-6 tm 3-4)

1875 (art. 10120.24 tm 26): Harm Luikinga (wever)

1895 (art. 15457. 2 tm 4): Harm Luikinga (+1905), later wed. Saartje Severwijn (+1919) (1/2) en 5 knd. (elk 1/10)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: 3-6: wed. Dijkstra (2 ½ jr.)

Adresb./ BR 1921-‘29: 3-6: Brant Visser, koopm. (7 m en 2 vr) (daarna Turfsingel) + 1925-’28: Fokke Visser

BR 1929-’30: Albertje Wagt, wed. Jogchem v.d. Rijt (+1923 Onderdendam) (daarna Bedum)+ 1930: Alie v.d. Rijt, dienstb.

BR 1930-’31: Berend Molog (1 m en 1 vr) (daarna Gr. Rozenstr. 29)

BR 1931-’35: Johannes Koopmans (2 m en 2 vr) (daarna N’binnensingel 155)

BR 1935-’36: Antje Wissmann (3 m en 1 vr, gesch. van Jan Duut) (daarna woonschip Boterdiep)+ Reinder Kollee, arb.

1936 (art. 30600.3079): gem. Groningen. In 1937 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 17

(tot 1921: 5): deel van E 486 (tuin met huis op hoek Gr. Leliestraat), 1866: E 1213

(art. 9970): Christiaan van der Leij (timmerm.). In 1866 bijbouw aan Violetsteeg en gang), daarna E 1213 (nr. 5) en 1214(=gang), 1215 tm 1218 (nrs. 3-3 tm 3)

1875 (art. 8576.22): Jarig Gelinde (bediende in Inst. v. Doofstommen)

1894 (art. 15100): Tjeerd v.d. Molen (timmerm.-metselaar)

1896 (art. 13967.9): Freerk Nieman (koemelker, +1914)

1899 (art. 14280.11): Roelof Lugtenberg (ijzersmid) (3/4) en Dirk Berend (1/4)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Philip Frederik Hagendam, korenw. (7 jr.)

1908 (art. 18498.6): Willem Themmen (schilder)

1918 (art. 19380.97): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen.

Adresb. 1921: mej. E. Gaazendam

In 1936 onbewoonb. verkl. In ’37 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 19 tm 25

(tot 1921: 7, 9, 9-1 en 9-2): E 487 (tuin), 1850: E 836 tm 838

1832 (art. 1613): Johan Herman Meijer (smit)

1848 (art. 5070): Joseph Jacob Cohen jr. (inbrenger bij de bank v. leening). In 1850 bouw van E 836 tm 838. E 838 wordt in 1853 verkocht aan art. 202.40. Rest aan:

1853 (art. 1296. 9 en 10): Hindrik Klein (kuiper)

1854 (art. 5996): Klaas Klein (predikant Veenwouden)

1854 (art. 3458): Johannis Mulder (verwer en glazenmaker).

Zie verder hieronder

 

Violetsteeg nr. 19

(tot 1921: 7): dl. E 836

(art. 3458): Johannis Mulder (verwer en glazenmaker)

1870 (art. 9228): Albertus Pieters Bos (verwersknecht,+1871), later wed. Frouwina Schoenmacker

1873 (art. 7814.11): Ruurd Bosman (scheepstimmerm., +1878) (1/2), later wed. Aaltje Belgraver (1/4) en Willem Bosman (1/2)

1879 (art. 10057): Gerhardus Harmen Visser (zonder)

1894 (art. 15158.35): Franciska Maria Kalt, wed. Georgius Johannes Visser (+1894), x 1903 Gerbens Veen (*1857 Drachten)

1895 (art. 14464.70): Derk Smit (timmerm.)

1895 (art. 15242): Willemke Schaap, wed. Jacob K. de Jong (1/6) en 5 knd. (elk 1/6)

1898 (art. 14584): Hendrik Diderich (bediende)

1900 (art. 16464): Hendrik Berends Wolthoorn (1/2) en Geert Belgraver (timmerm./bouwondernemer,+1914) (1/2), later wed. Antje Bosman (1/4) en anderen (elk 1/20)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: 7: Fokke Renkema, arb. (3 ½ jr., +1912)

1919 (art. 19380.99 later 228): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen.

 

Violetsteeg nr. 21

(tot 1921: 9): dl. E 836

(art. 3458): Johannis Mulder (verwer en glazenmaker)

1870 (art. 9228): Albertus Pieters Bos (verwersknecht,+1871), later wed. Frouwina Schoenmacker

1873 (art. 7814.11): Ruurd Bosman (scheepstimmerm., +1878) (1/2), later wed. Aaltje Belgraver (1/4) en Willem Bosman (1/2)

1879 (art. 10057): Gerhardus Harmen Visser (zonder)

1894 (art. 15158.35): Franciska Maria Kalt, wed. Georgius Johannes Visser (+1894), x 1903 Gerbens Veen (*1857 Drachten)

1895 (art. 14464.70): Derk Smit (timmerm.)

1895 (art. 15242): Willemke Schaap, wed. Jacob K. de Jong (1/6) en 5 knd. (elk 1/6)

1898 (art. 14584): Hendrik Diderich (bediende)

1900 (art. 16464): Hendrik Berends Wolthoorn (1/2) en Geert Belgraver (timmerm./bouwondernemer,+1914) (1/2), later wed. Antje Bosman (1/4) en anderen (elk 1/20)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: 9: Hendrik Heinkens, schoenm. ( 3 ½ jr.)

1919 (art. 19380.99 later 228): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen.

Adresb./BR 1921-‘23: Johannes E. Eerhard, werkm. (3 m en 1 vr) (daarna Deliplein)

BR 1923-’27: Henderik Ch. Dikboom (3 m en 1 vr) (daarna Irislaan)

BR 1927-’29: Jan Voornhout (1 m en 3 vr) (daarna Houtzagersst.)

BR 1929-’35: Pieter v.d. Veen (daarna nr. 8)

BR 1929-’33: Geertruij van Kouteren ( 1vr, x J.J. Panus; +1933)

In 1936 onbewoonb. verkl.. In ’38 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 23

(tot 1921: 9-1): dl. E 837

(art. 3458): Johannis Mulder (verwer en glazenmaker)

1869 (art. 8777.8): Jacob Drenth (poelier)

1892 (art. 14096): Klaas Beks (voerman) en Geert Beks (wagenmaker) (elk ½)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: 9-1: Frederik Johan Luider, arb. (7 jr.)

1917 (art. 19380.63 later 229): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen.

Adresb./BR 1921-‘28: 9-1: Henderikus Johannes Wilbrink, werkm. (2 m en 3 vr) (daarna Torenstr.)+ 1921-’22: Imke Meijer (dienstb.) en 1926: Wijbe F. Visser (koopm.)

BR 1928-’35: Johannes B. Davids (2 m en 5 vr) (daarna Muurstr.) + 1934-’35: Hidde Jan Luining (gem. rein.)

In 1936 onbewoonb. verkl. In ’38 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 25

(tot 1921: 9-2): dl. E 837

(art. 3458): Johannis Mulder (verwer en glazenmaker)

1869 (art. 8777.8): Jacob Drenth (poelier)

1892 (art. 14096): Klaas Beks (voerman) en Geert Beks (wagenmaker) (elk ½)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: 9-2: wed. Knelske Schooneveld, werkvr. (10 jr.)

1917 (art. 19380.63 later 229): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen.

Adresb./BR 1921-‘24: 9-2: Cornelsje de Boer, wed. J. Schoneveld, werkvr. (1 m en 1 vr,

+1924) en Rembertus J. Galliard (1 m en 4 vr) (daarna Eelde)+ 1924-’25: Hendrik Schoneveld (daarna Gr. Rozenstr. 64)

BR 1924: Hendrik Schoneveld (daarna A’;dam)

BR 1927: Hendrik Renkema (1 m en 2 vr) (daarna Gr. Leliestr. 7-5)

BR 1927-’28: Johannes B. Davids (2 m en 4 vr) (daarna nr. 23)

BR 1929-’37: Hillebrand Hofman (2 m en 3 vr) (daarna K. Onnesstr.)

In 1936 onbewoonb. verkl.

In ’38 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 27

(tot 1921: 9-3): E 1117

1870 (art. 9092): Jacob Bolhuis (koekbakker)

1893 (art. 12659.3): Berend Dijkhuizen (zoutziedersknecht, +1900), later wed. Jantje Kristiaans en knd. Dijkhuizen

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Harm Tilman, werkm. Gasfabr. ( 5 ½ jr.)

1914 (art. 20605): Jan Dijkhuizen (reiziger)

1917 (art. 18270.4): Egbert Jan Bierling (cartonnagefabr., +1939)

1917 (art. 19395.6): Willem Roelof Homan (vleeschhouwer)

Adresb./BR 1921-’25: Alte Cuperus (2 m.) en Jan Cuperus (2 m en 1 vr) (daarna Eelde)+ 1924-’25: Aaltje Stoffers, wed. G. Wiggers

BR 19825-’27: Klaas de Vries (2 m en 1 vr) (daarna Gr. Leliestr. 137) + 1927: Grietje en Geessien Busscher (dienstb.)(daarna Gr. Leliestr. 52a)

1926 (art. 26088.2331, later 30600. 943); Gem. Groningen

BR 1927-’32: Kornelis Jan Kuipers (5 m en 4 vr) (daarna Boterdiep)

BR 1930: Jantje Boerma (gesch. van Kornelis Tel) (1m en 2 vr) (daarna Jonkerstr.)

BR 1933: Freerk Klootsema (3 m en 1 vr) (daarna N’binnensingel 135)

In ’38 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 29

(tot 1921: 9-4): E 1118

1870 (art. 8513.8): Fred(e)rik de Vries (timmerm.)

1877 (art. 10833): Aiko (Aike) Manherst (*1835, zeepziedersknecht, +1907, x 1869 Jacoba Reisiger, +1904) (1/2) en kinderen (elk 1/6), later Fenna Manherst (*1870-+1959, x 1895 Harmannus Walrecht) (1/3) en kinderen Walrecht

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Harm Spanjer, arb. ( 6 jr.)

Adresb./BR 1921-‘26: Harm Spanjer, werkm. (2 m en 1 vr)(+1926)

BR 1926-’27: Harmina Bergs, wed. Harm Spanjer (+1939)(1m en 1 vr) (daarna Gr. Leliestr. 129)

1926 (art. 19395.11): Willem Roelof Homan (vleeschhouwer)

1926 (art. 26088.2331, later 30600. 944); Gem. Groningen

BR 1927-1936: Jurrien Hofman (5 m en 7 vr) (daarna Wingerdhoek)

In ’34 onbewoonb. verklaard.

In ’38 ‘slooping’

 

Violetsteeg – oude nr.

E 375 (= huis), 1844: E 699 en 700

Oudste eigenaren, die ook kunnen horen bij E 376 (zie verderop):

1737: G. Jans

..: Van Ulphen

1785: J. Rosenmulder

Detail 1e kadasterkaart 1832 met E 375

1832 (art. 459): Franciscus Jacobus Johannes Cremers (notaris) en m.e.

1837 (art. 3485): Johannes Franciscus Nicolai Cremers (zn. Epimachus ‘Eppo’ Jacobus Ignatius Cremers x1790 Elisabeth Genoveva Maria Akerma, *ca 1794, +1869, inspect. Kadaster)

1837 (art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin). NB: E 699 en 700 ontstaan uit oude pand E 375.

Detail Hulpkaart kadaster 1844 (zie ook later)

Taksteeg

Taksteeg nrs. 1 tm 14

(tot 1921: Violetsteeg nr. 11 tm 11-13): E 699 (=huis en erf), E 700 (=huis en erf), 1873: E 1446, 1447, E 1450 tm 1461

(art. 7152.12 en 13): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1872 (art. 7822): Machiel Tak (zoldersknecht). Hij bezit 5 kamers, L 231 en 232, en vraagt 7-2-1873 vergunning om ze te verbouwen en te vergroten.

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt; Hortusbuurt-Ebbingekwartier’:

Het is ‘pakhuismeester’ Machiel Tak die daar in 1872 twee huisjes koopt van steenhouwer Derk Zuithoff. Tak is in dienst bij de koopman Schilthuis en woont achter diens pakhuis aan de Noorderhaven NZ. Begin 1873 dient hij het verzoek in voor verbouwing en vergroting. Dit verzoek trekt hij elf dagen later echter weer in, omdat hij inmiddels de tuin erachter van Frederik de Vries heeft kunnen aankopen en daarmee andere mogelijkheden ziet. Tak verzoekt nu z’n huisjes te mogen afbreken en vervangen door een publieke steeg met aan iedere zijde zeven kamers. Volgens de aanvrager kan dit steegje niet breder worden dan drie meter omdat er anders niet aan beide zijden kan worden gebouwd. Hoewel de eis van B. en W. 3,50 meter is, gaat stadsbouwmeester Van Beusekom toch akkoord omdat ‘de lengte ook slechts 30 meter was en de woningen geen bovenverdieping kregen’. De steeg wordt door de gemeente in 1873 in eigendom overgenomen van Tak en krijgt naar hem de naam Taksteeg.

Tak komt begin 1873 in het bezit van tuinen E 1053 en ged. E 1052 van timmerman Frederik de Vries (art. 8513).

In 1873 koopt hij bovendien E 1104 (=huis, van art. 7759.28= Johannes Philippus Imelman, blikslager, xie: Familie Imelman) en E 1422 (=tuin, van art. 7152 en 8513= Zuithoff en De Vries).

Na herbouw E 1104 (=oorspr. E 697) ontstaat E 1446 (zie Violetsteeg oude nr. 13), na herbouw van E 699 ontstaat E 1447. In tuin E 1422 worden E 1450 tm 1453 en 1455 tm 1461 gebouwd. Totaal 14 huisjes in 1873 klaar. E 1454 is de steeg zelf.

Op 26-7-1873 is voordracht van B&W om de steeg over te nemen en er de naam ‘Taksteeg’ aan te geven. Op 9-8 wordt dit door de raad aangenomen.

E 1448 wordt in 1873 gebouwd door z’n vader Jacob Tak (zie onder bij nr. 4) en in ’74 aan Machiel verkocht.

E 1449 is de gemeenschappelijke doorgang (art. 9926, M. Tak en c.s.), die in 1875 gedeeltelijk in bezit komt van Tak alleen en huisje wordt: E 1587. Rest erachter wordt dan erf E 1586 in gemeenschappelijk bezit (zie hieronder kadasterkaart 1919)

De Taksteeg op de kadasterkaart van 1919

Machiel Tak wordt in 1834 geboren ‘Achter de Muur’ als oudste zoon van tabakskerver Jacob Tak en Kunnegien Bont. Al op jonge leeftijd wordt hij zolderknecht. Na zijn huwelijk in 1858 met de in 1836 geboren Maria Elizabeth, dochter van z’n hospita in de Pelsterstraat kleermaker Ellenberger, woont Tak in kleine huisjes in de Kl. Kruisstraat en aan de Kranepoortenwal, waar ook drie kinderen worden geboren (Jacob, Engelina en Kunnegien). Op het laatste adres overlijdt z’n vrouw in september 1866, waarna Machiel in december van hetzelfde jaar hertrouwt met Maria Beks, de in 1833 geboren dochter van een voerman. Ook met haar krijgt hij drie kinderen (Machiel jr., die slechts 2 jr. wordt, Maria en Jantje Harmina). Tak komt in het begin van de zeventiger jaren in dienst bij de koopman Jan Schilthuis en gaat achter diens pakhuis aan de Noorderhaven NZ wonen (L 65, later 68). Hij wordt ‘pakhuismeester’, hetgeen hem wellicht een hoger inkomen en de mogelijkheid tot de aankoop van de huisjes in de Violetsteeg verschaft. In 1878 koopt hij bovendien Havenstraat oude nrs. 15-17 (zie daar), dat hij eerst verhuurt maar waar ze in de loop van de jaren 90 gaan wonen. Machiel Tak overlijdt daar in februari 1904 en Maria Beks zes jaar later.

Nieuwsblad van het Noorden, 16-2-1904

Nieuwsblad van het Noorden, 22-2-1910

1904 (art. 7822): Maria Beks (+1910), daarna Maria (*1871-+1945, x 1894 Jacobus Theodorus Nelck, musicus) en Jantje Harmina Tak (*1874-+1945) (elk 1/2).

NB: Oudste kind Jacob (*1859-+1912) woont tussen 1880 en ’85 o.a. in Harlingen en Hoogkerk en vertrekt 1885 definitief. Hij gaat dan naar Harderwijk en later naar Ned.-Indië. In 1895 trouwt hij in Djokjakarta met de daar in 1874 geboren Christophine Wilhelmine van Bronckhorst. Jacob is eerst klerk, dan opnemer/tekenaar en tot slot ambtenaar SS. In 1912 overlijdt hij in Bandoeng.

E 1454 (=gang):

1922 (art. 25590): gem. Groningen

Alle huisjes:

1928 (art. 26088. 2700 tm 2712): gem. Groningen

 

oneven zijde

Taksteeg nr. 1

(tot 1921: Violetsteeg 11): 1873: E 1455

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Pieter de Roo, arb. (3 ½ jr.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ‘28: 11/1: wed. P. de Roo

Adresb. 1933: J. Schotanus, grondw.

In 1936 onbew. verklaard

Adresb. 1938: nummer ontbreekt

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 3

(tot 1921: Violetsteeg 11-1): 1873: E 1456

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Elisabeth Koster, broodventser (13 jr.)

Adresb. 1921: 11-1: wed. J. Schreuder, werkvr.

Adresb. 1922: 3: –

Adresb. 1924 tm i.e.g. ‘28: 3: G. Westerdiep, witwerk.

Adresb. 1933: K. Huizenga, br.bakk.bed.

Adresb. 1938: J. v.d. Berg, werkm.

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 5

(tot 1921: Violetsteeg 11-2): 1873: E 1457

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Wicher Tunteler, dienstman  (6 wk.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ‘24: 11-2/5: H. Doldersum, werkm.

Adresb. 1928: wed. H. Doldersum, H. Bosgra (pakhuiskn.)

Adresb. 1933: H. Bosgra, pakhuiskn.

In 1936 onbew. verklaard

Adresb. 1938: nummer ontbreekt

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 7

(tot 1921: Violetsteeg 11-3): 1873: E 1458

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Jan IJzenga, pakhuiskn. ( 9 mnd.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ‘28: 11-3/7: H. Slijkhuis, werkm.

Adresb. 1933: J. Snijder, werkm.

Adresb. 1938: nummer ontbreekt

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 9

(tot 1921: Violetsteeg 11-4): 1873: E 1459

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: wed. Deen, werkvr. ( 15 jr.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ‘24: 11-4/9: J. Schuur, schilderskn.

Adresb. 1928: 9: H. Pinkster, pakhuiskn.

Adresb. 1933 tm ‘38: J. Heerlien, werkm.

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 11

(tot 1921: Violetsteeg 11-5): 1873: E 1460

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: wed. v.d. Ploeg (4 jr.)

Adresb. 1921/’22: 11-5/11: H. Langendijk, voerm.kn.

Adresb. 1924: 11: P. Makken, chauff.

Adresb. 1928: 11: P. v.d. Veen, werkm.

Adresb. 1933: wed. E. Westerhof

In 1937 onbew. verklaard

Adresb. 1938: nummer ontbreekt

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr.13

(tot 1921: Violetsteeg 11-6): 1873: E 1461

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Jacob Wiebe de Vries, zilversmid ( 8 mnd.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ‘28: 11-6/13: wed. J. Gaillliart

Adresb. 1933: Tj. Klootsema, schipper

In 1937 onbew. verklaard

Adresb. 1938: nummer ontbreekt

In 1938 sloop

 

even zijde

Taksteeg nr. 2

(tot 1921: Violetsteeg 11-7): 1873: E 1447

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Thomas de Vries, arb. (2 jr.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ‘24: 11-7/2: K. de Vries, werkm.

Adresb. 1928: 2: R.W. de Haan, likeurst.

Adresb. 1933: A. Gnodde

In 1936 onbew. verklaard

Adresb. 1938: nummer ontbreekt

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 4

(tot 1921: Violetsteeg 11-8): E 698 (achter E 699), 1861, E 1105, 1873: E 1448

(art. 5137.15, later 7152.11): Derk Zuithoff (steenhouwer). In 1861 laat hij E 1102 tm 1105 ontstaan en E 1106 wordt een gang van Zuithoff en cs (Walker)

1861 (art. 6342.7): Johannes Josephat Walker (timmerm.)

1863 (art. 4847.5): Jacob Tak (tabakskerver). In 1873 herbouw

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Henderikus v.d. Ploeg, arb. ( 2 jr.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ‘24: 11-8/4: H. Klooster, werkm.

Adresb. 1928: 4: W. Stroetenga, steendr.

Adresb. 1933 tm ‘38: 4: M. Cornelis, koopman

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 6

(tot 1921: Violetsteeg 11-9): 1873: E 1587

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: wed. Mulder ( 2 jr.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ’24: 11-9/6: N. Kranenburg, werkm.

Adresb. 1928 tm i.e.g. ’33: 6: F. Hekkema, werkm.

Adresb. 1938: 6: M. Cornelis, koopman (zie ook 4)

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 8

(tot 1921: Violetsteeg 11-10): 1873: E 1450

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Frederik v.d. Ploeg, arb. ( 1 jr.)

Adresb. 1921: 11-10: –

Adresb. 1922: 8: J. Schriemer, werkm.

Adresb. 1924: 8: H. Langendijk, voerm.kn.

Adfresb. 1928: 8: N. Kranenburg, werkm.

Adresb. 1933 tm ‘38: A. Roodbergen, tabaksb.

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 10

(tot 1921: Violetsteeg 11-11): 1873: E 1451

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Willem Bakker, arb. ( 12 jr.)

Adresb. 1921/’22 tm i.e.g. ‘24: 11-11/10: B.J. Alt, werkm.

Adresb. 1928: 10: P.W. Bosman

Adresb. 1933: G. Hoeksema, houtstekkn.

In 1936 onbew. verklaard

Adresb. 1938: nummer ontbreekt

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 12

(tot 1921: Violetsteeg 11-12): 1873: E 1452

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Lukas Wolf, arb. ( 23 jr.)

Adresb. 1921/’22: 11-12/ 12: J. Bolhuis, remmer SS

Adresb. 1924 tm i.e.g. ‘28: 12: J. Kooi, werkm.

Adresb. 1933: H.H. Wiegman, werkm.

In 1936 onbew. verklaard

Adresb. 1938: nummer ontbreekt

In 1938 sloop

 

Taksteeg nr. 14

(tot 1921: Violetsteeg 11-13): 1873: E 1453

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Johgannes Wijsbeek, arb. ( 25 jr.)

Adresb. 1921: 11-13: –

Adresb. 1922 tm i.e.g. ‘24: 14: D. Menses, wegw. SS

Adresb. 1928: A. Dokkumburg, smidskn.

Adresb. 1933: H. Beerda, werkm.

Adresb. 1938: R. Beerda, werkm.

In 1938 sloop

 

De Taksteeg in 1937, met op de achtergrond de huisjes van het Middengasthuis aan de Gr. Leliestraat (foto Openbare Werken)

De evenzijde van de Taksteeg gezien vanaf het door afbraak ontstane pleintje, met uiterst links dak Middengasthuis aan Gr. Leliestraat

 

Violetsteeg – oude nrs 13 tm 23 en 23/5 tm 23/8.

E 376 (=tuin), E 377 (= huis en moestuin), 1844: E 687 (=tuin), E 688 tm 697, E 700 (tuin)

Oudste eigenaren, die ook kunnen horen bij E 375 (zie eerder):

1737: G. Jans

..: Van Ulphen

1785: J. Rosenmulder

Detail 1e kadasterkaart 1832 met E 376 en 377

1832 (art. 459): Franciscus Jacobus Johannes Cremers (notaris) en m.e.

1837 (art. 3485): Johannes Franciscus Nicolai Cremers (zn. Epimachus ‘Eppo’ Jacobus Ignatius Cremers x1790 Elisabeth Genoveva Maria Akerma, *ca 1794, +1869, inspect. Kadaster)

1837 (art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin). 

 

Hulpkaart Kadaster 1844

Hulpkaart 1861, na (ver)bouw door Derk Zuithoff (oude nrs. 13 tm 17 – E 1104, 1103 en 1102- en voorloper van Taksteeg 4 – E 1105 – zie daar)

Situatie ca. 1910

Het ontstaan van een pleintje in 1912. Rose zijn de huisjes die dan nog blijven staan. Bijv. onderste kruisje is nr. 31= oude nr. 13 (Hulpkaart kadaster sept. 1912)

De ‘Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.’ hield op 27 nov. 1913 een algemene vergadering waarvan het Nieuwsblad van het Noorden de volgende dag verslag deed. Het ‘twaalftal afgekeurde’ en afgebroken woningen betrof Violetsteeg (oude) nrs. 17 tm 23, 23-8 tm 23-11 en 23-13 tm 23-16, waarmee het pleintje was ontstaan

 

Feest op het pleintje ca. 1926 met vlnr Spanjer, Visser, Schuur, Kranenburg, Nienhuis, Kranenburg (broer van 1e), Beving, Albronda, Schuitema en Smit

Idem vlnr achterste rij: Van Delden, Spanjer, Albronda, Van Ippen, Davids en Dijkstra. Vlnr midden: Visser, Smit en Stege. Voor links Schuitema en rechts Van Ingen (Albronda en Smit waren zusters)

 

Violetsteeg nr. 31

(tot 1921: nr. 13): E 844: E 697, 1861: E 1104, 1873: E 1446

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137.14, later 7152.10 later 35): Derk Zuithoff (steenhouwer). In 1861

1872 (art. 7759.28): Johannes Philippus Imelman (blikslager). Zie: Familie Imelman

1873 (art. 7822): Machiel Tak (zoldersknecht, +1904)/1904: wed. Maria Beks (+1910), later knd. Maria en Jantje Harmina Tak (zie bij Taksteeg 1 tm 14)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.: wed. Tak (Leliestr.), Trientje Akkerman, werkvr. (6 jr.)

Adresb. 1907: 13: wed. J. v.d. Berg

Adresb. 1911: 13: –

Volgens gem.raad 5-9-1911 ‘zonder discussie of hoofdelijke stemming’ onbewoonbaar verklaard, met toevoeging: binnen 6 mnd. Na bekrachtiging van het besluit ontruimd

Nieuwsblad van het Noorden, 16-3-1912

In 1913 onbew. verklaard. In 1915 bergplaats.

Adresb.: 13/31: pakhuis

In 1927 ‘slooping’

1928 (art. 26088.2699): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 15

1844: E 696, 1861: E 1103

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137.13, later 7152.9 later 34): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1872 (art. 9714): Jan Siebers (metrselaar)

1873 (art. 9770): Hinderikus Engelbertus Kolff (verwer)

1874 (art. 9988): Johan Georg Fraudes (koopman)

1885 (art. 12208.7): Berend Datema (*1843,oesterverkoper, +1909, x 1872: Geertruida ten Bruggencate)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.: B. Datema (oesterh., Bot.str.), Hendrik v.d. Veen, arb. (14 jr.)

Adresb. 1907: 15: K. Prins, arb.

1909 (art. 19378): Gerrit Datema (oesterhandelaar)

Adresb. 1911: wed. T. Alders

Volgens gem.raad 5-9-1911 ‘zonder discussie of hoofdelijke stemming’ onbewoonbaar verklaard, met toevoeging: binnen 6 mnd. Na bekrachtiging van het besluit ontruimd

In 1912 ‘slooping’, daarna erf

1937 (art. 30600.3388): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 17

1844: E 695, 1861: E 1102, 1912: dl. E 2473 (erf)

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137.12, later 7152.8 later 33): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1872 (art. 9591): Sebo Sierks (letterzetter)

1873 (art. 9715.7): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later wed. Johanna Wilhelmina Langedijk (1/2) en 2 knd.

1896 (art. 15588.9): Johanna Wilhelmina Langedijk

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig. wed. Dijk (Kl. Leliestr.), Ludolf Pieter Spier, tabakswerker (14 jr.)

Adresb. 1907: 17: wed. S. Wiersema

Adresb. 1911: 17: L. Thomas, werkm.

Volgens gem.raad 5-9-1911 ‘zonder discussie of hoofdelijke stemming’ onbewoonbaar verklaard, met toevoeging: binnen 6 mnd. Na bekrachtiging van het besluit ontruimd

1912 (art. 19380.41): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’, Daarna vormen E 691 tm 694 en 1043 tm 1045 en 1102 samen E 2473=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600.4256): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 19

E 694, 1912: dl. E 2473 (erf)

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137.11, later 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1872 (art. 8513.9): Frederik de Vries (timmerm.)

1873 (art. 9715): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later wed. Johanna Wilhelmina Langedijk (1/2) en 2 knd.

1896 (art. 15588.5): Johanna Wilhelmina Langedijk

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig. wed. Dijk (Kl. Leliestr.), Jan Elzer, schoenm. (14 jr.)

Adresb. 1907: 19: J. Elzer, schoenm.

Adresb. 1911: 19: J.A. van Nief, stucadoor

Volgens gem.raad 5-9-1911 ‘zonder discussie of hoofdelijke stemming’ onbewoonbaar verklaard, met toevoeging: binnen 6 mnd. Na bekrachtiging van het besluit ontruimd

1912 (art. 19380.33): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. Daarna vormen E 691 tm 694 en 1043 tm 1045 en 1102 samen E 2473=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600.4256): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 21

E 693, 1912: dl. E 2473 (erf)

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137, later 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 9715.2): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later wed. Johanna Wilhelmina Langedijk (1/2) en 2 knd.

1896 (art. 15588.4): Johanna Wilhelmina Langedijk

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig. wed. Dijk (Kl. Leliestr.), wed. Mellema, koopvr. (47 jr.)

Adresb. 1907 en ‘11: 21: wed. R.(of M.) Mellema

Volgens gem.raad 5-9-1911 ‘zonder discussie of hoofdelijke stemming’ onbewoonbaar verklaard, met toevoeging: binnen 6 mnd. Na bekrachtiging van het besluit ontruimd

1912 (art. 19380.32): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’.  Daarna vormen E 691 tm 694 en 1043 tm 1045 en 1102 samen E 2473=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600.4256): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23

E 692, 1912: dl. E 2473 (erf)

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137, later 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 9715.1): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later wed. Johanna Wilhelmina Langedijk (1/2) en 2 knd.

1896 (art. 15588.3): Johanna Wilhelmina Langedijk

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig. wed. Dijk (Kl. Leliestr.), Rienks Klompstra, schoorsteenv. (5 jr.)

Adresb. 1907: 23: R. Klompstra, schoorsteenv.

Adresb. 1911: 23: J. Immel, werkm.

Volgens gem.raad 5-9-1911 ‘zonder discussie of hoofdelijke stemming’ onbewoonbaar verklaard, met toevoeging: binnen 6 mnd. Na bekrachtiging van het besluit ontruimd

1912 (art. 19380.31): Vereen. tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. Daarna vormen E 691 tm 694 en 1043 tm 1045 en 1102 samen E 2473=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600.4256): gem. Groningen

 

Violetsteeg nrs. 33 en 35

(tot 1921: 23-1 tm 23-4): 687 (tuin), 1859: E 1036 tm 1033, 1912: dl. E 2472 en 2471

(art. 3495.4): Jurjen Henrich Stegie (arbeider), zie ook oude nrs. 13 tm 23 en 23/5 tm 23/8.

1852 (art. 5137.4): Derk Zuithoff (steenhouwer). Zuithoff koopt in 1852 genoemde huisjes en tuinen E 687 en E 701 van Stegie en bouwt in 1859 in E 687: E 1036 tm 1033. In 1872 worden E 1035 en 1036 en in ’73 E 1033 en 1034 verkocht aan:

1872/’73 (art. 9715): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later wed. Johanna Wilhelmina Langedijk (1/2) en knd: Willem Cornelis en Catharina Cornelia Jacoba (elk ¼)

1896 (art. 15586 en 15587): Willem Cornelis Dijk (*1877, minderjarige) (E 1033 tm 1035) en Catharina Cornelia Jacoba Dijk (*1881, minderjarige) (E 1036)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig. wed. Dijk (Kl. Leliestr.);

Bewoners: 23-1: Gerard Molenberg, arb. (10 jr.), 23-2: Pieter d. Jong, arb. (12 jr.), 23-3: Tjibbe Dijkstra, venter (5 jr.), 23-4: Roelof Leuven, borstelm. (5 jr.)

1907 (art. 15901. 23 tm 26): Esso Johannes Albers (tapper)

1911 (art. 19675.1 tm 4): Frouke de Groot (*1851-+1935), wed. Lammert Reker (*1846 Garnwerd-+1907)

Lammert Reker wordt in 1846 geboren in Garnwerd als zoon van timmerman Karel Antoon Reker en Hindriktje (Hendertje) Lammerts Torringa. Lammert trouwt in 1878 met Frouke de Groot en vestigt zich als timmerman in Leegkerk. Zij krijgen acht kinderen, waarvan een zoontje jong overlijdt. Van de andere vier zonen treden twee in de voetsporen van vader Lammert. Oudste kind Karel (geb. 1879) wordt bouwkundig opzichter en later architect. Zoon Dirk (geb. 1894) wordt timmerman. De andere twee zonen Hendrik (geb. 1881) en Jelle (geb. geb. 1897) worden resp. schoienmaker en rijwielhersteller. Zowel moeder Frouke als de zonen Karel en Dirk hebben bezittingen in de Violetsteeg (zie verder bij de nrs. 23-6, 23-7 en 40 en Gr. Rozenstraat-oude nrs. 86 tm 90)

Adresb. 1911: 23-1: J. Kroon; 23-2: J. tel, werkm.; 23-3: T. Harkema, hellingkn.; 23-4: Vrouw Dijkstra

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

In 1912 onbewoonb. verklaard en verandering bestemming en vereniging E 1033+1034 tot E 2471 en 1035+1036 tot E 2472: werkplaatsen. Verkoop in 1920:

Nr. 33:

E 2471: (art. 21373): Wolter Jacob Wolters (sigarenfabr.). In 1920 verenigd met Gr. Rozenstr., wordt dan E 2509, zie bij Gr. Rozenstr.- oude nr. 88 (zie bij Gr. Rozenstraat- oude nr. 94)

Adresb. 1928: 33: Sigarenfabr. Ph.J. Wolters

1929 (art. 19365.12): Douwe Olthoff.

In ’29 ‘slooping’

Nr. 35:

E 2472 (art. 23693): Harm Heitmeijer (landgebruiker N’hoogebrug). Hij verkoopt het in 1921 aan (art. 22521.7): Dirk Reker (timmerm.)

Adresb. 1928 tm i.e.g. ’33:  35: werkplaats

1936 (art. 30600.3104): gem. Groningen.

In ’38 ‘slooping’

 

Violetsteeg – oude nrs. 23-5 tm 23-8

E 687, 1844: E 688 tm 691

(art. 3495.4 later 5 tm8): Jurjen Henrich Stegie (arbeider), zie ook oude nrs. 13 tm 23 en 23/1 tm 23/4.

1852 (art. 5137.5 tm 8, later 7152.1 tm 4): Derk Zuithoff (steenhouwer). Hij verkoopt de huisjes in 1872 aan 4 verschillende personen, zie verder hieronder:

Violetsteeg – oude nr. 23-5

E 688, 1912: dl. E 2474 (erf)

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137, later 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1872 (art. 9599): Jan Willem Bakker (timmerm.) en Johannes Wicher Bakker

1878 (art. 8250.8): Nikolaas Wildeboer (verwer/sknecht)

1878 (art. 9470.6): Bernard Roerdink (*1835 Winterwijk, schoenmaker, +1883), later wed. Jantje Miedema

1884 (art. 12908.3): Jantje Miedema (winkeliersche)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig. wed. Roerdink (Loopendediep), IJsbrand Hamming, arb. (4 jr.)

1911 (art. 18168.32): Jan Imelman Jz. (gasfitter, later makelaar) (zie ook 23-12). Zie: Familie Imelman

Adresb. 1911: 23-5: H. Linschoten, werkm.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

In 1912 ‘slooping’, daarna dl. E 2474=erf

1931 (art. 30313.22): Jan Imelman Jzn. (*1881, zn. van Jan Imelman, blikslager, en Trientje Dijkhuis, makelaar, +1939) x 1908 Mettje Wester (*1879, +1953). Zie: Familie Imelman

1937 (art. 30600.3255): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-6

E 689

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137, later 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1872 (art. 9123): Derk Eisses (*1829, timmerm.,+1901) x 1872 Aagje Everts Pluktje (*1835, +1911)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig. wed. Eisses (Havenstr. 14), Hendrik Hoekstra, arb. (11 jr.)

1911 (art. 18574.3 later 8): Karel Reker (bouwk.opz., later architect)

Karel Reker krijgt in 1901 een aanstelling als opzichter bij architect Gerrit Nijhuis (1860-1940). Hij trouwt in 1909 met aannemersdochter Geertruida Kuiper uit Zuidlaren. Zij krijgen twee dochters en zoon Lammert Geerd (geb. 1920). In 1923 sluit Nijhuis een compagnonschap met Reker en vanaf dat moment is de bedrijfsnaam Nijhuis & Reker. Echtgenote Geertruida overlijdt in 1934 en hij zelf in 1962. Van 1942 tot 1987 staat het bureau Nijhuis & Reker onder leiding van Lammert Geerd Reker (bron: Peter Suidman: G. Nijhuis, architect)

                Karel Reker

Adresb. 1911: 23-6: wed. R. Bolman, werkvr.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

In 1912 ‘slooping’, daarna erf

1920 (art. 23693): Harm Heitmeijer (landgebruiker N’hoogebrug)

1921 (art. 18574. 31): Karel Reker (bouwk.opz., later architect)

1936 (art. 30600.3105): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-7

E 690

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137, later 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1872 (art. 9716): Hermina Bosman

1888 (art. 5621.42): Jan Sikkes Visser (timmerm.,+1899)

1900 (art. 16822): Johannes Visser

1900 (art. 11892.30): Jan Engberts Spinder (+1914)x 1871 Annechien Maathuis

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig. Spinder (Grachtstr.), Johannes G.F. Peters, arb. (5 jr.)

Adresb. 1911: 23-7: Ch. J. Drillenburg, straatm.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

In 1912 ‘slooping’, daarna erf

1914 (art. 18574.10): Karel Reker (bouwk.opz., later architect)

In 1912 ‘slooping’, daarna erf

1920 (art. 23693): Harm Heitmeijer (landgebruiker N’hoogebrug)

1921 (art. 18574. 32): Karel Reker (bouwk.opz., later architect)

1936 (art. 30600.3106): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-8

E 691, 1912: dl. E 2473 (erf)

(art. 3495): Jurjen Hinrich Stegie (arbeider). In 1843-’44 stichting daarna E 687(tuin), E 688 tm 700 (huizen), E 701 (tuin)

1852 (art. 5137, later 7152.4): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1872 (art. 9576.3): Nikolaas Wildeboer (verwer) en Jacob Wildeboer

1878 (art. 8328.11): Reint Siebren Landstra (schipper, koopman)

1880 (art. 11581.6): Catharina en Johanna Wilhelmina Langedijk (wed. Berend Dijk) (elk ½)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  wed. Dijk (Kl. Leliestr.), Albert Swaving, arb. (2 ½ jr)

Adresb. 1911: 23-8: W. Eissing, werkm.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

1912 (art. 19380.30 later 61, 1941: 34295.35): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. Daarna vormen E 691 tm 694 en 1043 tm 1045 en 1102 samen E 2473=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600.4256): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nrs. 23-9 tm 23-16

E 1043 tm 1051

1852 (art. 5137.18, later 7152.14): Derk Zuithoff (steenhouwer). Zuithoff koopt in 1852 huisjes en tuinen E 687 en E 701 van Stegie (zie eerder). In 1860 bouwt hij in E 701 acht huisjes E 1043 tm 1051 + E 1047 en 1052 (erf), E 1053 (tuin). Zie verder hieronder:

 

Violetsteeg – oude nr. 23-9

E 1043, 19812: dl. E 2473 (erf)

(art. 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 9576.4): Nikolaas Wildeboer (verwer) en Jacob Wildeboer (zie ook 23-8)

1878 (art. 9445.8): Jacob Wildeboer (metselaarskn.)

1879 (art. 11384): Berend Ottenhoff (zolderkn.)

1884 (art. 12793, later 7426.40): Arent Tonke(n)s Vos Azn. En c.s. (koopman)

1891 (art. 14441) Catharina Langedijk (+1916) en Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk (+1886), later knd. Dijk (Willem Cornelis en Catharina Cornelia Jacoba) (elk ½)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  wed. Dijk (Kl. Leliestr.), Antoon Binnewald, dienstm. (5 jr.)

Adresb. 1911: 23-9: A. Schut, werkm.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

1912 (art. 19380.34 later 61, 1941: 34295.35): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. Daarna vormen E 691 tm 694 en 1043 tm 1045 en 1102 samen E 2473=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600.4256): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-10

E 1044, 19812: dl. E 2473

(art. 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 9715.8): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later Catharina Langedijk (+1916) en Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk, later knd. Dijk (Willem Cornelis en Catharina Cornelia Jacoba) (elk ½)

1896 (art. 15587.2): Catharina Cornelia Jacoba Dijk (minderj.)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  wed. Dijk (Kl. Leliestr.), wed. van Ingen, werkvr. (8 jr.)

Adresb. 1911: 23-10:R. Klompstra, koopm.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

1912(art. 19380.35 later 48 en 61, 1941: 34295.35): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. Daarna vormen E 691 tm 694 en 1043 tm 1045 en 1102 samen E 2473=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600.4256): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-11

E 1045, 1912: dl. E 2473

(art. 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 9715.9): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later Catharina Langedijk (+1916) en Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk, later knd. Dijk (Willem Cornelis en Catharina Cornelia Jacoba) (elk ½)

1896 (art. 15587.3): Catharina Cornelia Jacoba Dijk (minderj.)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  wed. Dijk (Kl. Leliestr.), Hendrik Smit, arb. (4 jr.)

Adresb. 1911: 23-11: K. Groenewold

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

1912 (art. 19380.36 later 49 en 61, 1941: 34295.35): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. Daarna vormen E 691 tm 694 en 1043 tm 1045 en 1102 samen E 2473=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600.4256): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-12

E 1046, 1912: dl. 2474 (erf)

(art. 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 9470.3): Bernard Roerdink (*1835 Winterwijk, schoenmaker, +1883)

1884 (art. 12908.4): Jantje Miedema, wed. Bern. Roerdink (winkeliersche)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  wed. Roerdink (Loopendediep), Klaas Hor(dd?)el, arb. (3 jr.)

Adresb. 1911: 23-12: K. Hoddel, werkm.

1911 (art. 18168.33): Jan Imelman Jzn. (gasfitter, later makelaar) (zie ook 23-5). Zie: Familie Imelman

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg

In 1912 ‘slooping’, daarna dl. E 2474=erf

1931 (art. 30313.22): Jan Imelman Jzn. (*1881, zn. van Jan Imelman, blikslager, en Trientje Dijkhuis, makelaar, +1939) x 1908 Mettje Wester (*1879, +1953)

1937 (art. 30600.3255): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-13

E 1051, 1912: dl. E 2475

(art. 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 8513.12): Frederik de Vries (timmerm.)

1873 (art. 9715.13): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later Catharina Langedijk (+1916) en Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk, later knd. Dijk (Willem Cornelis en Catharina Cornelia Jacoba) (elk ½)

1896 (art. 15588.8): Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: ontbreekt

Adresb. 1911: 23-13: S. v.d. Werf, werkm.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

1912 (art. 19380.40 later 53 en 62, 1941: 34295.36): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. E 1048 tm 1051 worden in 1912 E 2475=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-14

E 1050, 1912: dl. E 2475

(art. 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 8513.11): Frederik de Vries (timmerm.)

1873 (art. 9715.12): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later Catharina Langedijk (+1916) en Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk, later knd. Dijk (Willem Cornelis en Catharina Cornelia Jacoba) (elk ½)

1896 (art. 15588.7): Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  wed. Dijk (Kl. Leliestr.), Willem Bouman, arb. (13 jr.)

Adresb. 1911: 23-14: W. Bouwman, werkm.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

1912 (art. 19380.39 later 52 en 62, 1941: 34295.36): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. E 1048 tm 1051 worden in 1912 E 2475=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-15

E 1049, 1912: dl. E 2475

(art. 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1873 (art. 9715.10): Berend Dijk (kleermaker, +1886), later Catharina Langedijk (+1916) en Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk, later knd. Dijk (Willem Cornelis en Catharina Cornelia Jacoba) (elk ½)

1896 (art. 15588.7): Johanna Wilhelmina Langedijk (+1916), wed. Berend Dijk

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  wed. Dijk (Kl. Leliestr.), wed. van Dijken (15 jr.)

Adresb. 1911: 23-15: D. Derksema, werkm.

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg

1912 (art. 19380.38 later 51 en 62, 1941: 34295.36): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. E 1048 tm 1051 worden in 1912 E 2475=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600): gem. Groningen

 

Violetsteeg – oude nr. 23-16

E 1048, 1912: dl. E 2475

(art. 7152): Derk Zuithoff (steenhouwer)

1861 (art. 2688.7): Johan Christiaan Winterwerp (onderwijzer)

1874 (art. 5349.3): Catharina Wolters (+1886), wed. Cornelis Jacob Langedijk (korenmeter, +1851)

1896 (art. 11581.6): Catharina en Johanna Wilhelmina Langedijk (wed. Berend Dijk) (elk ½)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  wed. Dijk (Kl. Leliestr.), wed. Folkers (31 jr.)

Adresb. 1911: 23-16: wed. I. Kruizinga

Op 11-5-1911 voordrachten B&W nopens onbewoonbaarverklaren van de woningen 23-1, 23-2 enz. tm 23-16 in een slop in de Violetsteeg.

1912 (art. 19380.37, 1941: 34295): Vereeniging tot opruiming of verbetering van slop- en gangwoningen in de gem. Gron.

In 1912 ‘slooping’. E 1048 tm 1051 worden in 1912 E 2475=erf. In 1945 verkocht aan (art. 30600): gem. Groningen

 

Violetsteeg nrs. 37, 37a, 39 en 39a

(tot 1921: nrs. 25, 25a, 27, 27a): E 378-379 (E 380=Gr. Rozenstr.), 1895: E 2085 (samen met Gr. Rozenstr. Oude nr. 92, zie daar), 1926: E 2716

1832 (art. 1883): Jan Pluis (steenmetzelaar). Hij verkoopt E 378 tm 380:

1832 (art. 975): Harm Heckman (bakker, +1857)

1858 (art. 6757/10805): Jan Tiessens (timmerm., later opzigter)

1887 (art. 11184): Germ Tiessens (kleerm.x Angenieta Catharina Tijnagel) (1/2) en 5 knd. (elk 1/10)

1891 (art. 14342): Siese Nijdam (*1847 Hoornschedijk, gem. Haren, commission., later zonder, +1931; x Trientien Stevens, *Eelde) en Marten de Jong (idem, ook tapper). In 1894 herbouw:  6 woningen, daarna verenigd tot E 2085

1897 (art. 13806): Marten de Jong

1939 (art. 30600.3694): gem. Groningen. In ’39 sloop.

Voor bewoners zie hieronder

De ingang van de Violetsteeg vanaf de Grote Rozenstraat,  met links het blok met de nrs. 37 tm 39a, in 1937 (foto Openbare Werken)

 

Violetsteeg nr. 37

(tot 1921: 25): E 378, 1895: dl. E 2085, 1926: dl. E 2716

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  De Jong (Grachtstr.), wed. Engels (3/4 jr.)

Adresb. 1907: 25: P. ten Hove, werkm.

BR 1910: Tallechien Manuel, wed. J.M. van Ingen (*1863) + knd.

Adresb. 1911: 25:-

Adresb. i.e.g. 1918 tm i.e.g. ‘24: 25/37: mej. B. Koster

BR 1921-’26: Elisabeth Koster, 1 vr. (daarna Zaagmuldersw.)

BR 1926-’30: Johannes W. Gaasendam, 2 m en 5 vr. (daarna Klaverpad)

BR 1930: Roelof van Assen, 2 m en 2 vr (daarna nr. 39a) en Jakob Niemeijer, 1 m en 1 vr (daarna A’dam)

BR 1930-’31: Johan H. Kram, 1 m en 1 vr (daarna Singelweg)

BR 1931-’35: Pieter G. Viring, 2 m en 2 vr (daarna Lijnbaanstr.)

Adresb. 1933: 37: P.G. Viring, stoker

BR mei -aug. 1935: Frederik Super, 2 m en 2 vr (daarna A’dam)

BR aug-dec. 1935: Leendert Wagenmakers, 2 m en 2 vr (daarna Agricolastr.)

BR 1935-’37: Pieter A. Wierema, 2 m en 2 vr (daarna Irislaan)

BR 1937-’38: Kriene Rusthoven, 1 m en 4 vr (daarna Moeskersgang)

Adresb. 1938: 37: K. Rusthoven, werkm.

BR juli-sep. 1938: Nicolaas Scholte, 1 m (daarna Veulsgang)

BR sep. 1938- sep. ’39: Hindrik Middel, 3 m en 3 vr (daarna Houtstr.)

Adresb. 1939: 37: H. Middel, werkm.

Adresb. 1940: nr. ontbreekt

 

Violetsteeg nr. 37a

(tot 1921: 25a): E 378, 1895: dl. E 2085, 1926: dl. E 2716

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  De Jong (Grachtstr.), Wolter Wolters, sig.maker (1 jr.)

Adresb./BR 1907 tm ’11: 25a: Leonardus Waterman, arb.(*1858)x Cornelia Smidt (*1857) + 5 knd. (later Gr. Leliestr. 44)

Adresb. i.e.g. 1918 tm i.e.g. ‘33: 25a/37a: wed. J. van Ingen

BR 1921-1936: Tallegien Manuel, wed. J. van Ingen, 1 vr (+1936)

BR 1922-’26: Tjaard Meijer, 1 m en 4 vr (daarna Vindicatstr.)

BR 1936-’38: Iepe Postma, 1 m en 2 vr (daarna Menadostr.)

Adresb. 1938: 37a: I. Postma, perser

BR 1938-’39: Johannes Krak, 1 m en 2 vr (daarna Coehoornsingel)

BR 1938-’39: Pieter Straatman, 1 m en 1 vr (daarna N’binnensingel 7/3-8)

Adresb. 1939: 37a: P. Straatman, werkm.

BR febr.-apr. 1939: Kornelis Wijbenga, 1 m en 1 vr (daarna Singelweg)

BR apr.-okt. 1939: Kornelis Mulder, 2 m en 2 vr (daarna Langestr. 8)

Adresb. 1940: nr. ontbreekt

 

Violetsteeg nr. 39

(tot 1921: 27): E 379, 1895: dl. E 2085, 1926: dl. E 2716

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  De Jong (Grachtstr.), Henderikus Beijer, sig.maker ( 1 week)

Adresb. 1907: 27: wed. G. van Dijken

BR 1910: Hiltje Folkers wed. Gosse Pietens, werkvr.(*1873) + 5 knd. Pietens

Adresb. 1911 tm i.e.g. ‘33: 27/39: wed. G. Pietens

BR 1921-1935: Hiltje Folkers, wed. G. Pietens, 1 vr (daarna Zoutstr. 21)

BR 1935-’37: Siebrand Mensinga, 1 m en 2 vr (daarna Prinsenstr.)

Adresb. 1938: 39: S. Mensinga, werkm.

BR jan.-aug. 1938: Jacob Gerlach, 1 m (daarna Nieuweweg)

BR aug. 1938- apr. ’39: Kornelis Mulder, 2 m en 2 vr (daarna nr. 37a)

Adresb. 1939: 39: K. Mulder, grondwerker

BR apr.-aug. 1939: Brant Dijkstra, 1 m en 1 vr (daarna Gr. Leliestr. 7/1a)

Adresb. 1940: nr. ontbreekt

 

Violetsteeg nr. 39a

(tot 1921: 27a): E 379, 1895: dl. E 2085, 1926: dl. E 2716

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.  De Jong (Grachtstr.), Cornelis Slachter, arb. (5 jr.)

Adresb. 1907: 27a: B. Meier, fietsmaker

BR 1910: 27a: Berendina Vogel, wed. G. van Dijken (*1850) + 4 knd.

Adresb. 1911 tm i.e.g. ‘24: 27a/39a: wed. G. van Dijken

BR 1921-’28: Berendina Vogel, wed. G. van Dijken, 1 vr (+1928)

BR 1921 (inwonend): Lubbertus Riepma, timmerm. en Alieda van Dijken (daarna gehuwd: Bleekerstr.)

BR 1928-’30: Jan Weide, 2 m en 2 vr (daarna Gr. Rozenstr. 90)

BR 1930-’38: Roelof van Assen, 2 m en 3 vr (daarna Menadostr.)

Adresb. i.e.g. 1933 tm ‘38: 39a: R. van Assen, werkm.

BR apr.-aug. 1939: Stephanus van Kammen, 3 m en 1 vr (daarna 1e Hunzestr.)

Adresb. 1939: 39a: J. Krak, visventer

Adresb. 1940: nr. ontbreekt

 

Even zijde:

De even zijde, gezien vanaf de Gr. Leliestraat, in 1937 met links tot de knik in de steeg het ‘Gasthuis voor den werkenden stand’ (foto Openbare Werken)

 

Violetsteeg – oude nr.

E 488 (tuin met zomerhuis)

1832 (art. 1085): Barend Simons Hooghout (schipper)

1843 (art. 1468.29): Hindrik Johannes Limborgh (scheepstimmerman)

1843 (art. 4079): Het Algemeen Diakengezelschap der Nederd. Hervormde Gemeente te Gron. In 1844 stichting, waarna E 702 tm 713 (huizen) en E 714=bleek. Zie hieronder

Hulpkaart kadaster 1844

Gasthuis voor den werkenden stand

Boek ‘400 jaar Niewe Stadt; Hortusbuurt-Ebbingekwartier’:

Een aantal diakenen en oud-diakenen van de Nederlandsche Hervormde Kerk verenigen zich in 1838 in het ‘Algemeen Diaken Gezelschap’. Zij doen dit met het oog op het onderlinge ‘vriendschappelijke verkeer’, maar ook om ‘liefdadige instellingen’ op te richten en in stand te houden ‘tot nut der armen’. Weliswaar ‘bij voorkeur in het belang der Ned. Herv. Gemeente’, maar zolang er nog geen burgerlijk armbestuur is, wil het gezelschap best ruimer kijken en koopt daartoe vele armenwoningen.

Zie ook de Middengasthuizen in de Kl. Rozen- en de Gr. Leliestraat)

Aan de westkant van de straat, nabij de Leliestraat, wordt door ‘Het Algemeen Diaken Gezelschap der Nederduitsch Hervormde Gemeente’ een tuin gekocht. Deze oud-diakenen dienen op 16 februari 1843 het verzoek in ‘twaalf armenwoningen of kamers te mogen bouwen aan de Violettensteeg alhier, westzijde, zuidereind in eene tuin’. De toestemming van B. en W. is er, zoals in die tijd gebruikelijk, in een week en zo is de steeg een jaar later vele huisjes en een eerste slop ‘rijker’.

Het Algemeen Diaken Gezelschap verkoopt in 1883 een groot deel van zijn armenwoningen en besluit van de overige een Gasthuis voor den werkenden stand te maken. Zo worden de complexen aan de Violet- en Langesteeg beide gasthuis.

Het gasthuis op de Kadasterkaart van 1919

Vanaf 1930 wordt er in het bestuur van het Algemeen Diaken Gezelschap gewerkt aan plannen om een nieuw gasthuis te bouwen. Als dat in april 1935 in gebruik wordt genomen, verhuizen ook meerdere bewoners vanuit de Violetsteeg daarheen (zie onder). De officiele opening van het nieuwe gasthuis vindt plaats op 29 juni.

Bericht over het verdwijnen van de gasthuizen aan de Violet- en Langesteeg (Nieuwsblad van het Noorden, 13-6-1934)

Violetsteeg nrs. 2, 4 en 6 (aan de steeg)

Gasthuis voor den werkenden stand

E 710 tm 708, 1883: E 1930 tm 1932

(art. 4079, later art. 6674): Het Algemeen Diakengezelschap der Nederd. Hervormde Gemeente te Gron.

Nr. 2: BR 1921-’27: Wilhelmina Smit, wed. J. Lenthorst, 1 vr (+’27); BR 27-juli ’36: Halbe Wouda en Clementina Westerveld (daarna Nw. Bot.str. 60/2)

Nr. 4: BR 1921-febr. ’26: Sietske Brongers, wed. W. Huizenga (+’26); BR mrt-juli 1926: Geertje Brongers, wed. J.R. Stoffers (+’26); BR 1926-’30: Grietje Postema, wed. Heere Beukema (daarna Gr. Appelstr. 17); BR 1930-’32: Elisabeth Gaasendam (daarna nr. 7); BR juli-okt. 1932: Kornelis Voet, 1 m en 1 vr (daarna Violenstr. 17-10); BR 1932- okt. ’35: Geessien Dijkema, wed. W. Mekkes (daarna nr. 6/12); BR juni ’35-dec. ’37: Geertruid Dol (x A. Gnodde) (daarna Pluimerstr.)

Nr. 6: BR 1921-’25: Jantje Smit, wed. B. v.d. Bers (daarna A’dam); BR 1925-’32: Luika Luiken, wed. G. Labeij (daarna Winscoterdsiep); BR 1932- apr. ’35: Gjalt Schouwstra, 1 m en 1 vr (daarna gasthuis Oosterweg); BR mei ’35-mrt. ’38: Nicolaas Delicaat, 2 m en 1 vr (daarna Distelpad)

1935 (art. 30600.2621 tm 2623): gem. Groningen. In 1937 onbewoonb. verklaard: E 1930. In ’38 alles gesloopt, daarna verenigd tot E 3059

1940: E 3875= bouwterrein

De poort naar het hofje in 1937 (foto Openbare Werken)

Violetsteeg nrs. 6/7 tm 6/12 (aan het hofje)

Gasthuis voor den werkenden stand

(tot 1921: 8/1 tm 8/6): E 711 tm 713 en E 702 tm 704, 1883: E 1929 tm 1927 en E 1938 tm 1936

(art. 4079, later art. 6674): Het Algemeen Diakengezelschap der Nederd. Hervormde Gemeente te Gron.

Nr. 6/7: BR 1921-’29: Alida Wolff, wed. W. Bakker (+’29); BR 1929-apr. ’35: Jantje Kuiper, wed. J.P. Rehwinkel (daarna gasthuis Oosterweg); BR nov. ’35- juli ’36: Margaretha H. Wolf, wed. Sander Wolf (daarna Duikerstr.)

Nr. 6/8: BR 1921- juni ’37: Antje Houwer (daarna N’buitensingel); inwonend: febr-okt. ’23: Harmke Houwer, febr.- okt. ’23 (daarna Pelsterstr.) en 1927-’33

Nr. 6/9: BR 1921-’22: Grietje Jansen, wed. K. van ’t Hul (+’22); BR 1922-’32: Siberdina Meijer (daarna Nw. Bleekerstr.); BR 1932-’33: Anje v.d. Werf (+’33); BR 1934-’35: Margaretha H. Wolf, wed. Sander Wolf (daarna gasthuis Heereprtmolendrift); BR 1935- mrt. ’38: Jan Brouwer (daarna Ganzevoortsingel)

Nr. 6/10: BR 1921: Johanna M. van Wolde (+’21): BR 1922-mei ’35: Johanna Brink, wed. W. Westerbeek (daarna gasthuis Heereprtmolendrift); BR mei-okt. ’35: Sjouke Hoekstra (daarna Singelweg)

Nr. 6/11: BR 1921-’27: Susanna J. Bodewes, wed. W. Stuivenkens (daarna Gr. Leliestr. 25); BR 1927-mei ’35: Grietje Meijer (daarna gasthuis Heereprtmolendrift); BR juni ’35-juli ’37: Trijntje Mulder, wed. Barteld Klunder (daarna Klaprooslaan)

Nr. 6/12: BR 1921-’22: Anna C. Braaksma, wed. M. Bruins (+’22); BR 1922-apr. ’35: Mijntje Perdon, wed. P. Hiemstra (daarna gasthuis Oosterweg); Geessien Dijkema, wed. W. Mekkes (daarna Bedum); BR jan.- juli ’36: Grietje de Vries (gesch. van Siebrand Spaan) (daarna Verl. Oosterweg)

1935 (art. 30600.2620 tm 2618 en 2629 tm 2627): gem. Groningen. In 1937 onbewoonb. verklaard: E 1929, E 1928 en 1938 tm 1936.

De huisjes 6/7 (met donkere deur en raam dichtgespijkerd), 6/8 en 6/9, met vermoedelijk Jan Brouwer, in 1937 (foto’s Openbare Werken)

In ’38 alles gesloopt, daarna verenigd tot E 3059

1940: E 3875= bouwterrein

 

Violetsteeg nr. 8, 10 en 12 (aan de steeg)

Gasthuis voor den werkenden stand

E 707 tm 705, 1883: E 1933 tm 1935

(art. 4079, later art. 6674): Het Algemeen Diakengezelschap der Nederd. Hervormde Gemeente te Gron.

Nr. 8: BR 1921-’26: Osseltje Visser, wed. J. Visser (daarna N’binnensingel 181); BR 1926-’29: Jakoba Klein (daarna Zoutstr. 5); BR 1929-apr. ’35: Willempien Elzer, wed. Jan Velthuis (daarna gasthuis Oosterweg); BR juni ’35-dec. ’37: Pieter v.d. Veen (daarna Popkenstr.)

Nr. 10: BR 1921-’23: Gepke de Boer, wed. D. Mulder (daarna Zaagmuldersw.); BR 1923- apr. ’35: Antje Wassing, wed. J. Split (daarna gasthuis Oosterweg); BR mei ’35- mei ’36: Elisabeth Gaasendam (daarna gasthuis Heereprtmolendrift)

Nr. 12: BR 1910-’20: Anna Cath. Braaksma, wed. M. Bruins; BR 1921- apr. ’35: Annegina G. Timmer (x R.D. Keijzer) (daarna Den Haag); BR mei ’35- febr. ’38: Hilbrand de Ruiter (daarna Gorechtkade)

1935 (art. 30600.2624 tm 2626): gem. Groningen. In 1937 onbewoonb. verklaard: E 1934. In ’38 alles gesloopt, daarna verenigd tot E 3059

1940: E 3875= bouwterrein

 

Violetsteeg nr. 14

(1806-’22: F 43, 1822-’70: L 118, 1870-’99: L 189): E 373, 1880: E 1788, 1883: E 1853, 1883: E 1911

1806: eig.: J.J. Cremers; pagt: Eltje Schuurman (1818: Jannes Brukker)

BR 1822: Berent Kars, metselaarsknecht (+1824 F 37)

BR 1830: L 118: Johannes (‘Jan’) Rottinghuis (*1803, 27 jr, flankeur/kleermaker/zoutkeetsknecht)x 1826 Annegien Rensen (*1789)+ 3 knd.

NB. Dch. Ida is in 1815 geboren, zonder dat vader bekend is. In 1826 wonen ze Achter de Muur; in 1829: L 119 en daarna dus L 118

1832 (art. 1885): Christiaan Poelman (timmerman), ook tuin E 374

1838 (art. 3625): Pieter de Vries (*1811, metselaar,+1870; x 1840 Regina Waterman, *1813, +1863), ook tuin E 374

BR 1840 tm 1870: L 118/L 189a: Fred(e)rik de Vries (*1804, +1898) x 1838 Hinderkien van der Schans (*1800, +1883), knd. Jan (*1839, +1887, aannemer, x 1866 Johanna Roline van Ikelen, *1846 Faan)

De familie De Vries: De familie bestaat uit een aantal generaties timmerlieden/aannemers. Het begint met de in Harlingen geboren Jan Douwes, die in 1801 trouwt met de Groningse Helena Roelfs. Van hun vijf zonen treden er in elk geval twee in vaders voetsporen. Vierde zoon Pieter wordt metselaar. Hij koopt nr. 14 en 16 en verhuurt 14 aan zijn oudste broer en timmerman Fred(e)rik (*1804-+1898) en echtgenote Hinderkien v.d.Schans (*1800-+1883). Zij krijgen zoon Jan (*1839-+1887), die trouwt met Johanna Roline van Ikelen (*1846-+1923). Zij krijgen zes kinderen: Frederik Henderik (*1867), Hinderkien (*1870), Christina (*1873), Johanna Rolina (*1875 Adorp-+1875 Sauwerd), Martinus (*1880) en Roline (*1885). Allen in de stad, met uitzondering van de jong overleden Johanna Rolina (ze woonden dus kort in Adorp/Sauwerd). Frederik Hend(e)rik trouwt in 1893 in Adorp met de daar geboren Jantje Faber. Ook zij krijgen zes kinderen: Jan (*1894), Abelina Johanna (* 1896 -+1897), Roline Harmine (*1897), Johanna Abelina (*1898), Johannes (*1900) en Henderika Harmina Ernestina (*1902). Ze wonen lange tijd Gr. Rozenstraat 26. F.H. overlijdt in 1944. Hij heeft ook elders in de wijk panden, zoals Noorderbinnensingel.

1842 (art. 4190): Frederik de Vries (timmerm.). Tuin wordt E 645

1843 (art. 4016): Arend Meinders (afslager bij publ. verkoopingen), incl. tuin E 645

1847 (art. 3458): Johannes Mulder (verwer en glazenmaker), incl. tuin E 645

BR 1850: zie boven en L 118: Douwe de Vries, touwslager (*1806)

1862 (art. 7564): Jan van der Kolk (mandenmaker)

1866 (art. 4190.9 en 10): Frederik de Vries (timmerm.), incl. tuin E 645.

1867 (art. 8513): Frederik de Vries (timmerm.), incl. tuin E 645

BR 1870: zie boven en L 189: Jan de Vries (*1839)x Johanna Roline van Ikelen (*1846) + 4 knd. Vertrekken in 1873 naar Adorp

BR 1880: L 189a: Fred(e)rik de Vries (*1804, +1898) x 1838 Hinderkien van der Schans (*1800, +1883). Hij verhuist na haar overlijden naar de Grachtstraat, naar schoondochter

In 1880 bijbouw aan achterzijde, daarna E 1788

1883 (art. 12573): Harm Christiaans (winkelier, +1889)

1890 (art. 14049): Elsje Schoonoord, wed. Harm Christiaans (winkeliersche)

BR 1890: L 189: Elsje (Elsien) Schoonoord (*1848) + dch. Gesina Christiaans (*1871, x 1891). Elsien hertrouwt in 1891 met Willem Meulman (*1859)

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: Willem Meulman, winkelier (12 jr.)

BR 1910-’15?: Willem Meulman (*1859)x Elsien Schoonoort (*1848) (verhuizen naar N’binnensingel 42) + Albertus Bouwman  (*1879, +1918) NB: zit een tijdje in Veenhuizen(*1879)

1910 (art. 17299): Derk Jan Runhardt (koopman, tapper) (bezit veel)

1914 (art. 20255): Jakob Pronk (*schipper)x 1901 Anna Veenma (*1880-’81 A’dam, dch. van schipper, +nov. 1918) x 1919 Helena de Winter

BR 1915 (uit Den Haag)-Adresb. 1918: Joost Hendrik Pot (*1873 Gron., +1940)x Ida Meijer (*1874 Gron.,+1927) (later Nw. Bot.str. 81)

Overlijden Anna Veenma is voor Pronk reden het cafe te verkopen (Nieuwsblad van het Noorden, 16-12-1918)

De gemeente heeft belangstelling maar biedt te laag doordat ze niet door heeft dat het vergunningsrecht van het café de prijs bepaalt. G.H. van Malta, een caféhouder aan de Noorderbinnensingel, begrijpt dit wel en koopt het pand voor zesduizend gulden. Jan Weertjes wordt huurder, tot hij een jaar later Kerklaan 9 van schoenmaker Backer kan kopen.

BR dec. 1918-1920: Jan Weertjes (*1892 Avereest)x  Sophia Catharina Lamparskij (*Pruisen)

1919 (art. 22556): Gerhardus Henderikus van Malta (cafehouder)

1920 (art. 19015): Bernardus Stefanus Witte (stucadoor)

BR 1921-’23: Eduard Ligthart, 1 m en 2 vr (daarna Prinsenstr.)

1923 (art. 25830): Siebrand Albronda (schuitenvoerder) (woont nr. 14)

BR 1923-mei ’40: Siebrand Albronda, 3 m en 3 vr (tapper) (daarna Akerkstr.)

In 1939 Vonnis van Onteig.

1939 (art. 30600. 3753 daarna 3823): gem. Groningen. In 1940 ‘slooping’, daarna bouwterrein en in 1940 verenigd tot E 3091= bouwterrein N’binnensingel

 

Violetsteeg nr. 16

(tot 1822: F 43, 1822-’70: L 117, 1870-’99: L 189/2): E 372, 1880: E 1787 , 1883: E 1852, 1883: E 1907

BR 1822: F 43/L 117: wed. J. Poelman

BR 1830: L 117: onbewoond

1832 (art. 1885): Christiaan Poelman (timmerman), ook tuin E 374

1838 (art. 3625): Pieter de Vries (metselaar), ook tuin E 374

BR 1840: L 117: Helena Roelfs (+1848, 73 jr.) + Douwe en Pieter. De laatste trouwt in 1840 met Regina Waterman. Ze wonen er nog bij de geboorte van dochter Helena Francina in 1841, maar bij de geboorte (en het spoedige overlijden) van een volgend kind in 1843 wonen ze aan de Prinsenstraat.

1842 (art. 4190): Frederik de Vries (timmerm.). Tuin wordt E 645

1843 (art. 4016): Arend Meinders (afslager bij publ. verkoopingen)

1842 (art. 4246): Pieter de Vries (metselaar)

1842 (art. 4016): Arend Meinders (afslager bij publ. verkoopingen)

1843 (art. 4190.5): Frederik de Vries (timmerm.)

BR 1850: L 117: Hendrik Bus, timmerm. (*1780, +1854)

BR 1860: L 117: Matthijs van Zoelen (*1825,+1860)x Geertien Stegen (*1826). Zij vertrekt wrsch. dan.

1867 (art. 8513): Frederik de Vries (timmerm.)

BR 1870: L 117: ontbreekt

In 1880 bijbouw aan achterzijde, daarna E 1787

1883 (art. 12573): Harm Christiaans (winkelier)

1890 (art. 14049): Elsje Schoonoord, wed. Harm Christiaans (winkeliersche)

1910 (art. 17299): Derk Jan Runhardt (koopman, tapper) (bvezit veel)

1914 (art. 20255): Jakob Pronk, wedn. Anna Veenma (schipper, x1919 Helena de Winter)

Adresb. 1918: J.B. Davids, werkm.

1919 (art. 22556): Gerhardus Henderikus van Malta (cafehouder)

1920 (art. 19015): Bernardus Stefanus Witte (stucadoor)

BR 1921-’27: Johannes B. Davids, werkm., 2 m en 4 vr (daarna nr. 25)

1923 (art. 25830): Siebrand Albronda (schuitenvoerder) (woont nr. 14)

BR 1927-’34: Klaas Huizinga, 3 m en 2 vr (daarna Gr. Rozenstr. 96)

BR 1934-nov. ’36: Arie Kamstra, 2 m en 1 vr (daarna Gr. Leliestr. 18)

BR nov. 1936- jan. ’37: Gouke Tel, 3 m (daarna Gr. Kruisstr. 23)

BR jan. 1937-febr. ’38: Marten Eleveld, 1 m en 2 vr (daarna N’binnensingel 161)

In 1939 Vonnis van Onteigening

1939 (art. 30600. 3752 daarna 3822): gem. Groningen. In 1940 ‘slooping’, daarna bouwterrein en in 1940 verenigd tot E 3091= bouwterrein N’binnensingel

 

Violetsteeg – oude nrs.

E 371 en E 370, 1860: E 1061 tm 1070

1832 (art. 1935): Jan Rasterhof

1843 (art. 4137): Anna Tjakkes Wieringa (x 1845  Harm Waterborg, blokmaker) en cs (o.a. Jantje W, *1846, minderjarige) http://www.400jaarniewestadt.nl/waterberg-waterborg/

1851 (art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde (bediende Inst. voor Doofstommen). In 1860 bouw van E 1061 tm 1070

 

Violetsteeg nr. 18

E 1066 en E 1067, 1874: E 1557, 1876: E 1675, 1883: E 1906

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde (*1811 Harlingen, +1890; x 1844 Abeltje Bosveld, *1814 Usquert). In 1876 E 1066 en 1067 verenigd tot E 1675, in 1883: E 1906

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.: Groenewold (bloemkw., Barestr.); Derk-Jan Runhardt, winkelkn. (6 jr.)

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (* 1868 Wierum, koopman, +1939; x Harmina Hinderika Johanna Jintes, +1936) (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

BR 1921-’36: Hindrik v.d. Veen, granietsch., 1 m en 1 vr (daarna Hortensialaan); inwonend 1929-’31: Albertje Huizinga, fabr. meisje

BR 1924: Popko v.d. Veen (daarna woonschip)

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen

In 1938 ‘slooping’

 

In de gang:

De gang met de nrs. Violetsteeg 18/1 tm 18/8 (Reconstructie Jan Smook).

NB. In febr. 1873 verzoekt Jarig Gelinde een werkplaats te mogen bouwen op de open plek achter de kar op de tekening. het gaat om een ‘werkplaats voor schrijnwerken met draaihek in het rasterwerk voor een toegang naar de vestingwal als mede nodige omschutting’. Hij krijgt de toestemming maar de werkplaats komt er niet.

Aan de gang:
Violetsteeg nr. 20

(tot 1921: 18-1): E 1068, 1883: E 1905

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

BR 1921-’26: Jan Pietens, werkm., 2 m en 1 vr (daarna nr. 26)

BR dec. 1925-apr. ’26: Heine H.W. Post, 1 m en 2 vr (daarna Gr. Leliestr. 54)

BR mrt-dec. 1926: Haete K. Kraak, 1 m en 2 vr (daarna N’binnensingel 113)

BR dec. 1926- mei ’27: Harm Kuik, 3 m en 3 vr (daarna Geraniumhof)

BR 1927-febr. ’36: Reint Beerda, 3 m en 2 vr (daarna Taksteeg 14)

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen

In 1938 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 22

(tot 1921: 18-2): E 1069, 1883: E 1904

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

BR 1921-juli ’34: Johannes v. Linschoten, werkm., 1 m en 1 vr (daarna Veemarktstr.)

BR 1923-’24: Hermanus v. Linschoten, 1 m en 1 vr (daarna Leeuw.str.)

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen.

BR 1931-okt. ’32: Bregje de Vries, wed. Evert v. Kalsbeek, 1 vr (daarna Jonkerstr.)

BR juli 1934-okt. ’36: Petrus Postma, 1 m (daarna Agricolastr.)

In 1936 onbewoonb. verklaard.

In 1938 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 24

(tot 1921: 18-3): E 1070, 1883: E 1903, 1885: E 1997

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde. In 1885 stukje van erf E 1901 bij E 1903 gevoegd en daarna E 1997.

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

BR 1921-sep. ’36: Albert Davids, grondw., 1 m en 1 vr (daarna Violenstr. 17-17)

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen. In 1936 onbewoonb. verklaard.

In 1938 ‘slooping’

 

Violetsteeg nrs. 26 en 28

(tot 1921: 18-4 en 18-5): E 1061 en dl. E 1251, 1876: E 1677, 1883: E 1896

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde. In 1875 wordt deel van E 1251 (erf) bebouwd, daarna E 1677

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

18-4/ 26:

BR 1921-’24: Tonnys P. Smith, koopm., 1 m (daarna Gr. Leliestr. 127a)

BR 1924-’25: Everardus v.d. Tuin, 2 m en 1 vr (daarna N’binnensingel 186)

BR 1926-’35: Jan Pietens, 2 m en 1 vr (daarna Zoutstr. 21a)

18-5/ 28:

BR 1921-jan. ’22: Antje Visser, wed. J.C.A. Textor (+1922)

BR 1922-’27: Harm Meijer, 2 m en 2 vr (daarna Gr. Rozenstr. 3)

BR 1927-’32: Greeult Visser, 4 m en 5 vr (daarna Haverkampdrift)

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen.

18-4/ 26:

BR 1935- febr. ’36: Gouke Tel, 3 m (daarna N’binnensingel 133)

BR apr. -juni 1935: Jakob Meijer, 1 m en 2 vr (daarna nr. 3)

18-5/ 28:

BR 1932-mrt. ’35: Johannes M. Elzer, 6 m en 4 vr (daarna O. Kijk in ’t Jatstr.)

BR apr. -nov. 1935: Geert Koster, 2 m en 1 vr (daarna Paulus Lamanstr.)

In 1936 onbewoonb. verklaard.

In 1938 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 30

(tot 1921: 18-6): E 1062, 1883: E 1897

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

BR 1921-’29: Petrus Delicaat, werkm., 4 m en 3 vr (daarna nr. 34)

BR aug.-dec. 1929: Heronimus Bultje, 4 m en 5 vr (+1929)

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen.

BR dec. 1929-febr. ’30: Doemmina Bakker, wed. H. Bultje, 3 m en 5 vr (daarna Graspad)

BR 1930-aug. ’35: Antonius J. Cusiel, 2 m en 5 vr (daarna Schuitemakerstr.)

In 1936 onbewoonb. verklaard.

In 1938 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 32

(tot 1921: 18-7): E 1063, 1883: E 1898

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

BR 1921-dec. ’29: Hendrik Beerda , 5 m en 3 vr (daarna Taksteeg 14)

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen.

BR 1929-juni ‘36: Albertus Mast, 4 m en 6 vr (daarna Stokroospl.)

In 1936 onbewoonb. verklaard.

In 1938 ‘slooping’

 

Violetsteeg nr. 34

(tot 1921: 18-8): E 1064, 1883: E 1899

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

BR 1921-’29: Jantje Hindriks, 2 m en 2 vr (daarna Houtzagersst.), inwonend 1921-’29: Hendrik H. Huisinga, los werkm.

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen.

BR 1929-okt ’36: Petrus Delicaat, 3 m en 2 vr (daarna Plantsoenstr.), inwonend 1931-’33: Catharina Delicaat, dienstb.

In 1936 onbewoonb. verklaard.

In 1938 ‘slooping’

 

Aan de steeg:
Violetsteeg nr. 36

(tot 1921: 20): E 1065, 1874: E 1556, 1883: E 1900

(art. 5499, later 8576): Jarig G(e)linde

1894 (art. 15095.8): Abeltje Bosveld, wed. Jarig Gelinde

Beschrijving Woningtoestanden mrt. 1904: eig.: Groenewold (bloemkw. Barestr.);  wed. Mellema, naaister (3 jr.)

1906 (art. 18096): Kornelis Heerema (2/3) en knd: Klasina (*1898), Pietertje Jacoba (*1901) (elk 1/6)

BR 1921-’30: Willem W. Bouwman, werkm., 1 m, en Auktje Staal, 4 m en 7 vr (daarna Turfsingel)

1928 (art. 26088, later 30600): gem. Groningen. Op 4-12-1930 onbewoonb. verklaard

In 1932 ‘slooping’

De gang Violetsteeg 18 tm 36 na de afbraak in 1938 (foto Openbare Werken)

 

Violetsteeg – oude nrs. L 121 tm 124

(1806-’22: F 45 tm 48): E 365 tm 368 

1806: eig.: C. Helmich, wed. Draper; pagter: Jacobus Meinders, Veendam

BR 1822:  F 45/L 121: Harm Boerma; F 46/L 122: Freerk Smit; F 47/L 123: Hinderika Fransen; F 48/L 124: N. Rottinghuis

BR 1830: L 121: Frans de Booij, timmerm, x Johanna de Maar + knd. en 3 anderen

L 122: Karel Gros, Anna de Ruiter, Dontje Rakko

L 123: Jan Pekelaar, touwsl. + 3 knd.

L 124: Johanna Rol + 4 knd. Van Wolde

1832 (art. 1888): Hendrik Poelman (steenmetzelaar) e.a. (kleinkinders)

1840 (art. 1955): Jan Jurrien Reinders (koopman)

1859 (art. 6178/ 8609): Klaas Bruins (tingieter, +1887)x Evertje Jacobs v.d. Laan. In 1876 gedeeltelijke afbraak en herbouw

zie verder bij Noorderbinnensingel oude nrs. 169 tm 172

Noorderbinnensingel oude nrs. 166 tm 176 in 1937, met op de achtergrond de herbouwde nrs. 169 tm 172 (foto Openbare Werken)

 

Violetsteeg – tuin

E 364 (tuin)

1832 (art. 458/3574): Franciscus Jacobus Johannes Cremers (eerst burgemeester, later wethouder)

1838 (art. 3683): G.. Goutier

1844 (art. 3735): Lubbert Berends Hartman (blokmaker)

1850 (art. 5385): Freerk Hindriks Meijer

1872 (art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (*1807, timmerm., +1886; x 1836 Catharina Paff, *1807-+1880).

In 1872 komt Van der Leij met een plan voor 8 beneden- en 3 bovenwoningen, waarbij er 3 langs ‘de rollaag van het baanvak’ (van de lijnbaan) bereikbaar vanuit een hofje toegangelijk vanaf de Violetsteeg. Na overleg met bouwmeester Van Beusekom wordt het veranderd in 2 rijen woningen, met alleen op de hoek met de Violetsteeg een pand mnet bovenwoning. Zo ontstaan in 1873: E 1435 tm 1439 en 1442 tm 1445. In 1875 volgt op E 1441 nog de bouw van 2 huisjes.

Hulpkaart kadaster september 1873; uit E 1441 ontstaan in 1875: E 1679, later E 1883 (22-4) en E 1678, later E 1884 (Noorderbinnensingel-oude nr. 165)

De gang Violetsteeg 38 tm 58 in 1907-’12 met o.a. aanduiding eigen privaten (de bruine blokjes) en aantal slaapplaatsen

De gang Violetsteeg 38 tm 58, gezien vanaf de Noorderbinnensingel in 1937, met rechtsvoor Noorderbinnensingel-oude nr. 165, zie daar (foto Openbare Werken)

 

Violetsteeg nr. 38

(tot 1921: 22): 1873: E 1445, 1883: E 1879  

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 13024): Grietje Roelfsema (minderj.) en 5 andere Roelfsema’s

1885 (art. 12950): Grietje, later Tjeert Roelfsema (timmnerm.) en 5 andere Roefsema’s

1887 (art. 9880.15): Sebe Sierks sr. (kastelein, koopm., letterzetter)

1889 (art. 13905): Lammert Postema (scheepstimmerm., later veehouder), later 5/8 en 3 knd. (elk 1/8)

1921 (art. 24981): Teuniske Bosma (werkvr.) en Antje Koning, wed. Rense Bosma.

BR 1921-’22/Adresb. 1921: 22: Gesina Mellema, 1 vr (daarna Van Sijsenstr.)

BR 1922-’28: Antje Koning, wed. R. Bosma, 1 vr (+1928)

BR 1924-’26: Kornelis Smeltekop, 1 m en 2 vr (daarna Z.Singelstr.)

BR 1929-’30: Pieter W. Bosman, 1 m (daarna Davidstr.)

BR 1930-’31: Jeltje Dalmolen (gesch. v. O. Mulder) (daarna Bleekerstr.)

BR 1931-’32: Franciscus van As, 2 m en 3 vr (daarna N’binnensingel 162)

BR 1932-’34/Adresb. 1933: Johannes C. Volmans (zadelm.), 2 m en 1 vr (daarna Ganzevoortsingel)

BR 1934: Grietje Boersma, wed. Jan Rietvoort, 1 m en 1 vr (daarna Havenstr. 17)

BR 1934-sep. ’35: Pieter L. Poolman, 1 m en 1 vr (daarna Friesestraatw.)

BR 1935-febr. ’37: Kriene Rusthoven (daarna nr. 37)

In ’38 slooping’

1939 (art. 30600.3746): gem. Groningen

 
Aan de gang:

De gang in 1930 (boven) en ’31 (foto Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting)

 

Violetsteeg nr. 40

(tot 1921: 22-1): 1873: E 1444, 1883: E 1880, 1938: dl. E 3062 

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 11892.15): Jan Engberts Spinder (schipper,+1914)x Annechien Maathuis, cs

1915 (art. 18574.15): Karel Reker (bouwk.opz./architect)

1915 (art. 19869): Heiman Kosses (veehandelaar,m +1917)x Berta Goldsmit

1917 (art. 21628): Arnoldus Boer (winkelier) en Pieter Hoekstra (bakker)

BR 1921-’22: Pieter Bousema, werkm., 2m en 1 vr (daarna N. Amerika)

BR 1922-’23: Jan Puister, 2 m en 1 vr (daarna N’binnensingel 165)

1923 (art. 25953): Martinus Vos (schipper)

1923 (art. 21373.6): Wolter Jacob Wolters (sig.fabr. en winkelier, +1933), later wed. Remke Buurma (2/3) en 2 knd. (elk 1/6) (zie ook Gr. Rozenstr.-oude nr. 90)

BR 1923-’35: Atze Dijkstra, 3 m en 5 vr (daarna Atjehstr.)

BR 1923: Martinus Vos, 3 m en 2 vr (daarna Gr. Leliestr. 14)

BR juni-juli ’35: Siebrand Mensinga, 1 m en 1 vr (daarna nr. 39)

BR aug. 1935-okt. ’36: Jakob Meijer, 1 m en 2 vr (daarna Gr. Kruisstr. 17)

In 1936 onbewoonb. verkl.

1937 (art. 30600.3230): gem. Groningen. In ’38 ‘slooping’, daarna dl. E 3062

 
Violetsteeg nr. 42

(tot 1921: 22-2): 1873: E 1443, 1883: E 1881, 1938: dl. E 3062 

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 7002.12): Martinus Hamer (brievenbestell., +1898)x Grietje Oosterhoff

1897 (art. 12208.10): Berend Datema (*1843, mandemaker later oesterhandelaar, +1909; x 1872 Geertruida ten Bruggencate, *1840 Almelo, +1903)

1909 (art. 19378): Gerrit Datema (oesterhandelaar).

BR 1921: Alje Mellema, schilderskn., 1 m (+1921)

BR 1921-’27: Roelof Heidstra, 3 m en 1 vr (daarna Ganzevoortsingel)

BR 1927-’28: Anne Stavasius, 3 m en 2 vr (daarna Gelkingestr.)

BR 1928-mrt. ’37: Fokke Borgman, 2 m en 1 vr (daarna K. Onnestr.)

In ’37 onbewoonb.verkl.

1937 (art. 30600.3393): gem. Groningen. In ’38 ‘slooping’, daarna dl. E 3062

 
Violetsteeg nr. 44

(tot 1921: 22-3): 1873: E 1442, 1883: E 1882, 1938: dl. E 3062

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 13025): Henderika Bentum Noorda, wed. Wiert Wieringa (horlogemaakster)

1892 (art. 6553): Antoni Wieringa (koopm.)

1894 (art. 12208.8): Berend Datema (*1843, mandemaker later oesterhandelaar, +1909; x 1872 Geertruida ten Bruggencate, *1840 Almelo, +1903)

1909 (art. 19378): Gerrit Datema (oesterhandelaar)

BR 1921-’23: Willem Drillenburg (Lelyveld), sig.maker, 2 m en 3 vr (daarna G. Bakkerstr.)

1923 (art. 21373.5): Wolter Jacob Wolters (sig.fabr. en winkelier, +1933), later wed. Remke Buurma (2/3) en 2 knd. (elk 1/6) (zie ook nr. 40 en Gr. Rozenstr.-oude nr. 90)

BR 1923-’25: Egbert Drillenburg (Lelyveld), 2 m en 2 vr (daarna Distelpad)

BR 1925-’29: Geert Vorenholt, 4 m en 1 vr (daarna Langestr. 10)

BR  1931: Marinus Cusiel, 4 m en 2 vr (daarna Zwanestr.)

BR 1934-jan. ’37: Teunis Pleijendal, 2 m en 6 vr (daarna Smalstr.)

1937 (art. 30600.3231 daarna 3312): gem. Groningen. In ’37 onbewoonb.verkl. en in ’38 ‘slooping’, daarna dl. E 3062

 
Violetsteeg nr. 46

(tot 1921: 22-4): 1873: dl E 1441, 1876: E 1679, 1883: E 1883

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 13025): Henderika Bentum Noorda, wed. Wiert Wieringa (horlogemaakster)

1892 (art. 6553): Antoni Wieringa (koopm.)

1894 (art. 12208.19): Berend Datema (*1843, mandemaker later oesterhandelaar, +1909; x 1872 Geertruida ten Bruggencate, *1840 Almelo, +1903)

1909 (art. 19378): Gerrit Datema (oesterhandelaar)

BR 1921-dec. ’36: Karel Albert Gaasendam, werkm., 1 m en 1 vr (daarna Haverkampdrift 17)

BR 1923-’24: Johannes W. Gaasendam, 1 m en 2 vr (daarna woonschip)

In ’36 onbewoonb.verkl.

1937 (art. 30600.3394): gem. Groningen. In ’38 ‘slooping’, daarna dl. E 3062

 

Violetsteeg nr. 48

(tot 1921: 22-5): 1873: E 1435, 1883: E 1877, 1938: dl. E 3059

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 12208.3): Berend Datema (*1843, mandemaker later oesterhandelaar, +1909; x 1872 Geertruida ten Bruggencate, *1840 Almelo, +1903)

1909 (art. 19378.7): Gerrit Datema (oesterhandelaar)

BR 1921-’28: Jan Harkema, 1 m en 1 vr (+1928)

BR 1921 en ’23-’25: Auke Harkema, 1 m en 1 vr /1 m (daarna Gr. Leliestr. 12-4): 1926: 1 m en 1 vr (daarna nr.58)

BR 1928-’29: Jelkje Veenstra, wed. Jan Harkema, 1 vr (daarna Gr. Leliestr. 121)

BR 1929-’35: Nicolaas Delicaat, 2 m en 1 vr (daarna nr.6)

BR 1930-’31: Martha Postema, 1 m en 1 vr (x Nicolaas Delicaat)

BR mrt.-aug. 1936: Pieter Pieters Bakker, 1 m en 1 vr (daarna N’binnensingel 162)

In ’36 onbewoonb.verkl.

1937 (art. 30600.3392): gem. Groningen. In ‘38 ‘slooping en daarna E 3059

 
Violetsteeg nr. 50

(tot 1921: 22-6): 1873: E 1436, 1883: E 1876, 1938: dl. E 3059

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 12208.4): Berend Datema (*1843, mandemaker later oesterhandelaar, +1909; x 1872 Geertruida ten Bruggencate, *1840 Almelo, +1903)

1909 (art. 19378.6): Gerrit Datema (oesterhandelaar)

BR 1921-’26: Jan Elzer, 1 m en 1 vr (+1926)

BR 1926-apr.’27: Jacoba van Till, wed. Jan Elzer, 1 vr (daarna Studentenlaan)

BR juni 1927- mrt. ’37: Tobias Wagenaar, 6 m en 2 vr (daarna K. Onnesstr.)

In ’37 onbewoonb.verkl.

1937 (art. 30600.3391): gem. Groningen. In ‘38 ‘slooping en daarna E 3059

 

Violetsteeg nr. 52

(tot 1921: 22-7): 1873: E 1437, 1883: E 1875, 1938: dl. E 3059

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 12208.5): Berend Datema (*1843, mandemaker later oesterhandelaar, +1909; x 1872 Geertruida ten Bruggencate, *1840 Almelo, +1903)

1909 (art. 19378.5): Gerrit Datema (oesterhandelaar). In ’37 onbewoonb.verkl.

BR 1921-nov. ’36: Geertje Scheer, wed. J. Tebbes (daarna Pausgang)

1937 (art. 30600.3390): gem. Groningen. In ‘38 ‘slooping en daarna E 3059

 

Violetsteeg nr. 54

(tot 1921: 22-8): 1873: E 1438, 1883: E 1874, 1938: dl. E 3059   

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 12208.6): Berend Datema (*1843, mandemaker later oesterhandelaar, +1909; x 1872 Geertruida ten Bruggencate, *1840 Almelo, +1903)

1909 (art. 19378.4): Gerrit Datema (oesterhandelaar)

BR 1921-’27: Ida O.M. Haan, wed. G.S. Bousema, 1 vr (daarna Zaagmuldersw.)

BR 1927: Jan Voornhout, 1 m en 2 vr (daarna nr. 21)

BR 1927-’28: Fokke Borgman, 2 m en 1 vr (daarna nr. 42)

BR 1928-’29: Dominicus Immel, 1 m en 1 vr (daarna Boterdiep 14-7)

BR sep.-dec. 1929: Auke Harkema, 1 m en 2 vr (daarna Gelkingestr.)

BR 1930-’31: Reinder Hofstee, 1 m en 1 vr (daarna Bleekerstr.)

BR 1931-febr. ’33: Renko Levinga, 1 m en 2 vr (daarna Ubbo Emmiusstr.)

BR apr. 1933-febr.’34: Pieter L. Poolman, 1 m en 2 vr (daarna nr. 38)

BR 1935-mei ’37: Willem Kruizenga, 1 m en 2 vr (daarna Leeuwerikstr.)

In ’37 onbewoonb.verkl.

1937 (art. 30600.3389): gem. Groningen. In ‘38 ‘slooping en daarna E 3059

 

Violetsteeg nr. 56 (bovenwoning van nr. 58)

(tot 1921: 22-9): 1873: dl. E 1439, dl. 1883: E 1873, 1938: dl. E 3059

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 ((art. 6272.17): Popke Feringa (molenaarskn.)

1886 (art. 9833.24): Pieter Wiersema (notarisklerk) (bezit veel)

1887 (art. 11480.41): Jan de Vries (timmerm.)

1888 (art. 13786.1 later 36): Johanna Rolina van Ikelen, wed. Jan de Vries (x Harm de Vries)

1911 (art. 17299.8): Derk Jan Runhardt (koopman/tapper)

BR 1921-’29: Dirk Anjewierden, werkm., 1 m (daarna woonschip)

BR 1921-’22: Antje Koning, wed. R. Bosma, 2 vr (daarna nr. 38)

BR 1924: Mamme A. Kranenburg, 2 m en 2 vr (daarna Singelweg)

BR nov. 1924-’26: Luitje Spanjer, 2 m en 3 vr (daarna Meeuwwrderweg)

BR 1925- dec.’27: Dirk Anjewierden, 2 m en 3 vr (daarna Gelkingestr.)

BR 1927-’29: Fenna Wolthof (gesch. van Foppe Feenstra), 2 m en 3 vr (daarna nr. 17)

BR jan.-febr.1929: Nicolaas delicaat, 1 m (daarna nr. 48)

BR 1929-jan. ’32: Jan Schokker, 2 m en 3 vr (daarna Noorderhaven 17-4)

BR jan.-mrt. 1930: Reinder Hofstee, 1 m en 1 vr (daarna nr. 54)

BR 1932-’34: Fenna Wolthof (gesch. van Foppe Feenstra), 2 m en 2 vr (daarna Distelpad)

BR 1934-mei ’37: Cornelus Knapper, 4 m en 5 vr (daarna Leeuwerikstr.)

1937 (art. 30600.3252 later 3314): gem. Groningen. In ’37 onbewoonb.verkl. en in ’38 ‘slooping’, daarna dl. E 3059

 

Violetsteeg nr. 58

(tot 1921: 24): 1873: dl. E 1439, dl. 1883: E 1873, 1938: dl. E 3059

(art. 7786/9970): Christiaan van der Leij (timmerm.)

1885 (art. 6272.17): Popke Feringa (molenaarskn.)

1886 (art. 9833.24): Pieter Wiersema (notarisklerk) (bezit veel)

1887 (art. 11480.41): Jan de Vries (timmerm.)

1888 (art. 13786.1 later 36): Johanna Rolina van Ikelen, wed. Jan de Vries (x Harm de Vries)

1911 (art. 17299.8): Derk Jan Runhardt (koopman/tapper)

BR 1921-’28: Pieter ten Hove, 1 m (+1928)

BR 1923: Johannes Janssens, 2 m en 1 vr (daarna Snor Damsterdiep)

BR 1923-’24: Jan v.d. Heide, 1 m en 1 vr (daarna Winschoterdiep)

BR juni-nov.1924: Pieter Groen, 2 m en 1 vr (daarna Ganzevoortsingel)

BR dec.1924-1925: Eltje Kruizenga, 1 m en 1 vr (daarna Folkingedwarsstr.)

BR juli 1925-’26: Geert Wasseur, 1 m en 2 vr (daarna Radebinnensingel)

BR mei-juli 1926: Auke Harkema, 1 m en 1 vr (daarna nr. 48)

BR juli-dec. 1926: Doetse v.d. Kaap, 1 m en 1 vr (daarna Veemarktstr.)

BR nov. 1926-sep. ’27: Auke Harkema, 1 m en 1 vr (daarna Gelkingestr.)

BR mrt.-mei 1928: Ale van Kammen, 1 m en 1 vr (daarna Aduardersteeg)

BR 1928- apr. ’37: Frederik Schuitema, 2 m en 2 vr (daarna K. Onnesstr.)

BR juni 1933: Sipke ten Hove, 1 m en 1 vr (daarna Aduard)

1937 (art. 30600): gem. Groningen. In ’37 onbewoonb.verkl. en in ’38 ‘slooping’, daarna dl. E 3059

 

Rolf Eerens schreef namens z’n moeder Beuneker (die woonde Kl. Appelstraat, 1937-54): ‘onder andere over Bonnie, die in de Violetsteeg woonde, een sloppenbuurt achter de wal in het plantsoen. Van haar moeder mocht ze absoluut niet in die buurt komen: Komst mie nait achter de waalle, werd er tegen haar gezegd, maar je raadt het waarschijnlijk al, ze ging toch. Veel te spannend. Bonnie kreeg nogal wat kinderen, maar die werden haar telkens ontnomen, omdat ze geestelijk niet helemaal in orde was en niet goed voor hen kon zorgen. Althans, zo dachten de instanties er over.

Ikzelf schijn Bonnie, begin jaren zestig, nog een keer tegengekomen te zijn toen ik op een woensdagmiddag samen met mijn moeder op bezoek was bij oma en opa in De Kleine Appelstraat. Op terugweg schijn ik aan mijn moeder gevraagd te hebben: Mammie, hoe laat is het? Op dat moment kwam Bonnie voorbij en voordat mijn moeder antwoord kon geven, riep ze, t Is nog gain vier uur, hoor laiverd, want al mocht ze haar kinderen niet houden, ze hield wel van kinderen. De televisieprogramma’s voor kinderen begonnen destijds op woensdagmiddag om vier uur’.

De Violetsteeg na de eerste grote afbraakgolf (Noorden-in-Woord-en-Beeld, 26-8-1938). In het midden staan de nrs. 14 en 16 nog met daarachter een deel van het huisje Noorderbinnensingel- oude nr. 180 (zie daar). Vergelijk met onderstaande Hulpkaart kadaster.

 

Hulpkaart kadaster september 1938 met de dan afgebroken delen, verenigd in de kadasternummers E 3059 tm 3062

 

De periode na 1945:

Opslag puin aan Noorderbinnensingel. In de wal zijn nog ingangen van Duitse stellingen zichtbaar

Braakliggende terrein in 1947

 

Noorderbinnensingel 112 tm 140:

De nieuwbouw langs de Noorderbinnensingel zal aanvankelijk door de gemeente worden verricht, maar omdat na de oorlog wordt besloten niet meer zelf te bouwen wordt de grond aangeboden aan woningbouwvereniging Volkshuisvesting. In juli 1947 dient deze corporatie een bouwaanvraag in voor de blokken ‘middenstandswoningen’. Het ontwerp is gemaakt door de Groninger architecten Laas van der Zee en Herman van Wissen. Tot het project horen ook woningen om de hoek van de Grote Kruis-, Grote Rozen- en Grote Leliestraat en op de hoek met de Werfstraat. Begin 1949 worden de woningen opgeleverd. De naam Volkshuisvesting verandert in 2001 in ‘In’ en acht jaar later in ‘Lefier’ en thans is er sprake van sociale huurwoningen.

Oude woningen met daarin getekend het ‘Saneringsplan’

 

Nrs. 112-120: 1944: E 3091, 1944: E 3109 (bouwterrein), 1947: E 3121 (11 huizen)

(art. 30600.3915, daarna 4228 en dan 4417 tm 4424): gem. Groningen. In 1947 splitsing ivm ‘overdracht’ in E 3120 tm 3127 (E 3120=Gr. Kruisstraat en 3121 = deel Gr. Kruis- tot Gr. Rozenstr.). In 1948 stichting 11 huizen, daarna 30600.4946.

1949 (art. 36517.235): Woningbouwver. Volkshuisvesting, Damsterdiep 267

 

Noorderbinnensingel nr. 112

Adresb. 1950 tm ‘72: 112: K.P. Kimm, hoofd ener school

Klaas Pieter Kimm (* 1905 Zijldijk-+1993 Heerenveen) trouwde in 1931 in Groningen met Gezina Brons (*Sappemeer). Hij was voor ’47 hoofd van een o.l.s. in Zuidbroek en werd toen benoemd tot hoofd van de Borgmanschool.

Nieuwsblad van het Noorden, 7-10-1947

Hij ging in 1965 met ziekteverlof en kwam niet terug. Hij verhuisde later naar Heerenveen.

 

Uit boek Borgmanschool, H.6:

‘De Borgmanschool verhuist in 1961 van de Schoolstraat naar de Jacobijnerstraat. De in 1905 in Zijldijk geboren bakkerszoon Klaas Pieter Kimm is al vanaf 1947 het schoolhoofd. Als Henk Iwema in 1963 nog met zijn hoofdakte bezig is, komt hij bij Kimm, thuis aan de Noorderbinnensingel, informeren naar een baan. Henk wordt aangenomen, maar omdat het slagen voor de akte minder snel gaat dan gehoopt, moet hij nog even geduld hebben. (….)

Aan het begin van het schooljaar 1965-’66 wordt Henk Iwema onderwijzer aan de Borgmanschool. Doordat meester Kimm wegens ziekte is vervangen, treft hij er alleen (vijf) vrouwelijke collega’s. ‘

 

Noorderbinnensingel nr. 112a

Adresb. 1950: 112a: J. Lenstra, techn. ambt.

Adresb. 1958 tm ‘72: 112a: mw. J.F. Melles-Hartsma, R. Melles (alleen in ’61)

 

Noorderbinnensingel nr. 112b

Adresb. 1950 tm ‘72: 112b: M. Koolman, kleerm.

 

Noorderbinnensingel nr. 113

Adresb. 1950 tm ‘72: 113: J.J(oh).P. Alma, techn. ambt.; Th.M.F. Alma, leraar (alleen in ’68)

 

Noorderbinnensingel nr. 113a

Adresb. 1950: 113a: ds. C.C. de Maar

Adresb. 1958 tm ‘68: 113a: D. Reinders, control. suikerfabr.

Adresb. 1972: 113a: I. Mertens

 

Noorderbinnensingel nr. 113b

Adresb. 1950 tm ‘72: 113b: J.T. Albronda, leraar Doofstommen Instituut)

Jakob Teunis Albronda wordt in 1906 in Windeweer geboren als zoon van een onderwijzer en treedt in ’27 in z’n vaders voetsporen op een school in Veendam. Hij is vanaf 1931 leraar op het Doofstommen Instituut en trouwt in 1942 in de stad met Elizabeth Catharina Aikema. ‘Ome Jaap’ is de laatste jaren, van 1969 tot ’72, hoofd van de school aan het Guyotplein en wordt bij zijn afscheid geridderd (zie hieronder). Hij overlijdt in december 1985 en woont dan aan de Helperbrink.

Nieuwsblad van het Noorden, 27-6-1972

Van Horen Zeggen (VHZ), 1972-3-4

 

Noorderbinnensingel nr. 114

Adresb. 1950: 114: P. Mees, koopm.

Adresb. 1958 tm i.e.g. ’64: 114: P. Galis, allroundverzekeringen

Adresb. 1968/’72: mevr. G.A. Galis-Oomkes

 

Noorderbinnensingel nr. 114a

Adresb. 1950: 114a: J. Zandstra, adj. commies

Adresb. 1958 tm i.e.g. ’61: 114a: J. Zantema

Adresb. 1964: 114a: mevr. J. Visscher

Adresb. 1968: 114a: mevr. M.J.Joh. van Eijk-Siegers

Adresb. 1972: 114a: W.A.M. van Eijk, nougatfabr.

 

Noorderbinnensingel nr. 114b

Adresb. 1950: 114b: mej. M. Kramer, H. Bijlstra (tekenaar), R. Bijlstra (adm. kracht)

Adresb. 1958 tm ’72: 114b: R. Bijlstra, onderwijzer; mej. M. Kramer (vanaf ’64)

 

Noorderbinnensingel nr. 115

Adresb. 1950: 115: J. Zantema, onderw.

Adresb. 1958: 115: C. Valstar, winkelinspect.

Adresb. 1961: 115: C. Dekker, schilder

Adresb. 1964/’68: 115: A. de Ridder, rayonchef

Adresb. 1972: 115: E. Meffert

 

Noorderbinnensingel nr. 115a

Adresb. 1950/ ’58: 115a: F.T.L. Lameris

Adresb. 1961: 115a: H.M. van Engen (inspect. spaarfonds), mej. A. van Engen (handwerkonderw.)

Adresb. 1964 tm ‘72: 115a: mevr. A. van Engen-Klijnstra, mej. A. van Engen (handwerkonderw.)

 

Noorderbinnensingel nr. 115b

Adresb. 1950 tm ‘72: 115b: T. van Dijk (allen in ’50), T.R.R. van Dijk (chef gereedschappen), mej. W.H.P.M. van Dijk (boekh.), A.L.G.K. Metz-van Dijk (vanaf ’61)

 

Noorderbinnensingel nr. 116

Adresb. 1950: 116: wed. J.G.I. ter Borg-Rietema

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘61: 116: L.D. Atema, kantoorbed.

Adresb. 1964 tm ‘72: 116: H.H. Molenberg, amanuensis

 

Noorderbinnensingel nr. 116a

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘68:116a: J(oh).J. Steenbeek, ambt. PTT

Adresb. 1972: 116a: T. Steenbeek-Lofvers

 

Noorderbinnensingel nr. 116b

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘68:116b: J. v.d. Ploeg, hoofd ULO-school; mej. R.F. v.d. Veen, kantoorbed.(alleen in ’64)

Adresb. 1972: 116b: J. v.d. Ploeg

 

Noorderbinnensingel nr. 117

Adresb. 1950/’58: 117: T.P. Hidma, leraar oude talen

Adresb. 1961: 117: mevr. T. Chr. Schwaner, lerares

Adresb. 1964: 117: G. Groothuis (groentehandelaar), mej. A. Groothuis (verpleegster), mej. A. Groothuis (hulp i.d. huish.)

Adresb. 1968: 117: mevr. H. Groothuis-Houwing

Adresb. 1972: 117: J.L. de Vries

 

Noorderbinnensingel nr. 117a

Adresb. 1950 tm i.e.g. ’64: 117a: H.C. Kunst, techn. adviseur; in ’68: mevr. A.J. Kunst-Middendorp

Adresb. 1972: 117a: M.H. Huizinga

 

Noorderbinnensingel nr. 117b

Adresb. 1950: 117b: H. Petri, tandarts

Adresb. 1958: 117b: F.J.J. Driesens, ambt. bureau verificatie Gem. Fin.

Adresb. 1961 tm ‘72: 117b: L. Langedijk, ass. account.

 

Noorderbinnensingel nr. 118

Bergplaats

 

Noorderbinnensingel nr. 119

Garage

 

Noorderbinnensingel nr. 119a

Adresb. 1950: 119a: B. Jongsma, ambten.

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘68: 119a: Mw. E.T. Bakker, onderwijzeres

Adresb. 1972: 119a: L. Vink

 

Noorderbinnensingel nr. 119b

Adresb. 1950/’58: 119b: A.G. Zijlstra, ambten.(’58: Prov. Griffie)

Adresb. 1958 en ‘68: 119b: mej. E. Maathuis, adm. Academie Minerva

Adresb. 1972: 119b: A.J. Kunst-Middendorp

 

Noorderbinnensingel nr. 120

Adresb. 1950: 120: N.G.M. Orie, (long)arts

Nicolaas Gerardus Maria Orie (*1914 Ginneken en Bavel-+2006 Winsum) studeert geneeskunde in Utrecht. Van 1945 tot ’51 is hij bij de RUG assistent op de afdeling Interne Geneeskunde, daarna tot 1955 lector en dan tot 1979 hoogleraar. Orie schaft zich 16 mei 1950 een auto aan met het kenteken A 47833 (zie www.groningerkentekens.nl/kentekens/kenteken/A47833). Hij woont in elk geval vanaf 1956 aan het H.W. Mesdagplein.

Portret van Orie (collectie RUG)

Adresb. 1958: 120: Mw. A.A. Lever- van Eijk

Adresb. 1961 tm ‘72: 120: J.B. Brons, ambt. prov. waterstaat

 

Noorderbinnensingel nr. 120a

Adresb. 1950/’58: 120a: wed. A. v.d. Ploeg-Hoekstra, mej. A. v.d. Ploeg (long-/arts), mej. R. Smeenge (huishoudster; alleen in ‘50)

Adresb. 1961 tm ‘72: 120a: A.G.(in ’72: G.A.) Zijlstra, ambt. prov. griffie

 

Noorderbinnensingel nr. 120b

Adresb. 1950 tm i.e.g. ’64: 120b: J. v.d. Lijn, hoofdonderw.; mej. G. Wierenga, verpleegster (alleen in ’61)

Adresb. 1968: 120b: –

Adresb. 1972: 120b: H. van Streun

 

Grote Rozenstraat

 

Nrs. 121-140: 1944: E 3091, 1947: E 3123

(art. 30600.3915, daarna 4228 en dan 4417 tm 4424): gem. Groningen. In 1947 splitsing ivm ‘overdracht’ in E 3120 tm 3127 (E 3123=Gr. Rozenstraat, E 3125 = deel Gr. Rozen- tot Gr. Leliestr., E 3126=Gr. Leliestr.). In 1948 stichting 6 huizen, daarna 30600.4945.

1949 (art. 36517.236): Woningbouwver. Volkshuisvesting, Damsterdiep 267. In ’49 stichting van meer huizen, daarna 29 huizen aan Noorderbinnensingel en Gr. Leliestraat

Marieke Hoogkamp (woonde nr. 138b) herinnert zich: ‘ Er woonden veel professoren, artsen, zakenmensen enz. Het was een goede buurt en er was een band. Mensen kenden elkaar jaren, na de Tweede Wereldoorlog gekomen en men verhuisde niet zo gauw. Het was er ook prachtig wonen met het park zo voor de deur. In het plantsoen was het nog rustig. Je kon er bij het ijstentje een rol ijs tussen twee wafeltjes krijgen voor 10 en 25 cent. En in de winter sleetje rijden vanaf de Kattenberg (de wal), waar een hobbel met paadje in zat en je stopte dan net voor de weg (de Leliesingel), waar weinig auto’s overkwamen’.

Noorderbinnensingel in de winter van 1963, gezien vanaf nr. 138b naar de Grote Kruisstraat

 

Noorderbinnensingel nr. 121

Adresb. 1950 tm i.e.g. ’68:121: H. Nieman, ambten. ter secr.

Adresb. 1972: 121: J. Stutvoet

 

Noorderbinnensingel nr. 121a

Adresb. 1950: 121a: wed. A. Flentge-Enkelaar, mej. A.B. Flentge (apoth.ass.), mej. E.C.C.I. Salverda (apoth.ass.)

Adresb. 1958 tm ‘72: 121a: J. Bergsma, bouwk. opz.; mej. F. Bergsma, kantoorbed. (in ’64 en ‘72)

 

Noorderbinnensingel nr. 121b

Adresb. 1950 tm ‘72: 121b: wed./mevr. A.G. Lameris-Bolt

Marieke Hoogkamp (woonde nr. 138b): ‘Bij mevrouw Lameris mochten we wel eens een film(pjes) bekijken die zij en haar overleden man hadden gemaakt in verre landen. Heel indrukwekkend. Bijna niemand deed dat nog. En dan afgespeeld op zo’n zoemende projector’.

 

Noorderbinnensingel nr. 122

Adresb. 1950: 122: J. Start, grossier

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘64: 122: R.D. Boekema, bedrijfsecon.

Adresb. 1968/’72: 122: mej. S. Haan, boekhoudster

 

Noorderbinnensingel nr. 122a

Adresb. 1950: 122a: A. Schnitker, semi-arts

Adresb. 1958: 122a: L. Langedijk, ass. account.

Adresb. 1961 tm ‘72: 122a: B.R. Hoving, boekdrukker

 

Noorderbinnensingel nr. 122b

Adresb. 1950: 122b: wed. G. Balkema-Elzinga, mej. E.A. Balkema (kantoorbed.), K. Balkema (vertegenw.), J. Kamphuis (insp. Shell)

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘61: 122b: Mw. E.A. Balkema (kantoorbed.)

Adresb. 1964: 122b: –

Adresb. 1968/’72: 122b: L.(in ’72: K.) Balkema

 

Noorderbinnensingel nr. 123

Adresb. 1950: 123: F.H. Bonjer, arts

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘68: 123. (Mr.) P.J.(M) Bruckman, substit. griffier Arr. R.

Adresb. 1972: 123: J. Jansen

 

Noorderbinnensingel nr. 123a

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘68:123a: P. Dijkstra, techn. ambten.

Adresb. 1972: 123a: K. v.d. Borg

 

Noorderbinnensingel nr. 123b

Adresb. 1950/’58: 123b: J. Teensma, havenmeester

Adresb. 1961 tm ‘72: 123b: W.Wester, techn. ambt.

 

Noorderbinnensingel nr. 124

Adresb. 1950: 124: Prof. Dr. J.H. Hospers, hoogleraar

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘68: 124: Mw. A. Kramer- Slaterus, Mw. T.C. Kramer, maatsch. werkster; T. Meijer, broodbak. (alleen in ‘61)

Adresb. 1972: 124: T.C. Kramer

 

Noorderbinnensingel nr. 124a

Adresb. 1950: 124a: A. Sprenger, bedrijfsarts PTT

Adresb. 1958: 124a: R. Oosterhof, winkelchef

Adresb. 1961: 124a: –

Adresb. 1964: 124a: T. Meijer, banketbakker

Adresb. 1968/’72: 124a: mevr. A.M.H. Wichers-Meijer (verpl; alleen in ‘68.), mevr. A. Meijer-Eekhof

 

Noorderbinnensingel nr. 124b

Adresb. 1950: 124b: R. de Jonge (textielagent), J.G. Meier (schoenenhandelaar)

Adresb. 1958 tm i.e.g. ’64: 124b: J.J. Bode, arts

Adresb. 1968/’72: 124b: mevr. G. Bode- v.d. Sluijs

 

Hofje:

Marieke Hoogkamp (*1947, woonde nr. 138b) herinnert zich dat er in het hofje een grote zandbak was met een muurtje eromheen: ‘waar we altijd overheen liepen. Het was een sport om er niet af te vallen’. Kinderen vanuit andere huizen van de Leliestraat werden er door bewoners van de huizen van Volkshuisvesting weggestuurd. Marieke herinnert zich o.a. dat mevrouw Stam (van nr. 136) dat eens deed: ‘Ik vond dat heel erg’.

Andere jeugdherinneringen uit de buurt: ‘We rolschaatsten op de stoep en de Noorderhaven. Daar was nog weinig verkeer. Er waren altijd veel kinderen buiten aan het spelen: tikkertje, verstoppertje, knikkeren, handstand in de poort drie rijtjes dik, touwtje springen, tollen’.

Noorderbinnensingel nr. 125

Adresb. 1950: 125: T. Wierenga

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘61: 125: Mw. G. Tuinhof

Adresb. 1964/’68: 125: mevr. G. Diderich-Rosenboom

Adresb. 1972: 125: H. Zuidema- v.d. Tuin

 

Noorderbinnensingel nr. 126

Adresb. 1950: 126: mej. H. Langeraap (huishoudster), wed. J. Sporrel- v.d. Steeg

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘68: 126: R. Kuilman

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

 

Noorderbinnensingel nr. 127

Adresb. 1950/’58: 127: wed. J.J. Eimers-Minck

Adresb. 1961 tm i.e.g.’68: 127: J. Huizinga, distr, best. bedr. org.

Adresb. 1972: 127: S. Woudwijk

 

Noorderbinnensingel nr. 128

Adresb. 1950: 128: F. Bosch; ’58 tm i.e.g. ‘61: Mw. J. Bosch- de Vries

Adresb. 1964 tm ‘72: 128: H. Meijer

 

Noorderbinnensingel nr. 129

Adresb. 1950: 129: H. Bijl

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘64: 129: H. Stok

Adresb. 1972: 129: G. Schut

 

Noorderbinnensingel nr. 130

Adresb. 1950: 130: H. de Heer; ’58 tm i.e.g. ‘61: Mw. T. de Heer- Paap

Adresb. 1964/’68: 130: H.J. Pastoor

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

 

Noorderbinnensingel nr. 131

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘61: 131: C. Dijkstra; in ’64: R.H. Dijkstra-Wietsma

Adresb. 1968: 131: meh. A.B. Faber

Adresb. 1972: nr. ontbreekt

 

Noorderbinnensingel nr. 132

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘64: 132: P. Kleve

Adresb. 1968: 132: mevr. E. Hoeksema-Vos

Adresb. 1972: 132: J. Weide

 

Noorderbinnensingel nr. 133

Adresb. 1950: 133: J. van Willigen

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘72: G. van Willigen-Noordegraaf

 

Noorderbinnensingel nr. 134

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘61: 134: J. van Rooij

Adresb. 1964: 134: J. Duursma

Adresb. 1968: 134: –

Adresb. 1972: 134: J. Foekens

 

Aan de straat

 

Noorderbinnensingel nr. 135

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘68: 135: S.P. de Boer, leraar Zeevaartschool; in ’68 ook: S.P. de Boer

Adresb. 1972 tot na 2000: 135: J. de Vries

Johannes de Vries (+1997) x Stiena Ganzeveld + knd.: Lukas, Jakob, Willem

 

Noorderbinnensingel nr. 135a

Adresb. 1950: P. Treurniet, leraar boekhouden

1952- 1964: Hendrik de Wit (*1888, lid GS namens de PvdA) x 1915 Julena Bos (*1892); Het echtpaar de Wit-Bos komt uit Hoogezand, waar de Wit burgemeester was (ze verhuizen naar Van Ketwich Verschuurlaan 25= ‘Burgemeestersflat’).

Adresb. 1968 en 1972: L. Westerhof, administrateur ambten.

tot 1999: Karel Viel (verhuist naar 135b)

1999-heden: Beno Hofman

 

Noorderbinnensingel nr. 135b

Adresb. 1950/ tm ‘72: 135b: N.J. Sibers, klerk Provinciehuis (met 3 knd.)

-1999: Swabedissen

1999-: Karel Viel

Gepkienes Brouwer en Petra Jonkman, Sinne

 

Noorderbinnensingel nr. 136

Adresb. 1950/’58: 136: H.C. Stam, arts (zie herinnering Marieke Hoogkamp hierboven)

Adresb. 1961 tm i.e.g. ‘68: 136: J(oh).J. Kern, procuratiehouder

Adresb. 1972: 136: G.G. Prins

-2000 (?): de Vries

2000 (?)- heden: Marco Wiegers, fotograaf

 

Noorderbinnensingel nr. 136a

Adresb. 1950 tm ’72: 136a: K. Vos, ass. accountant

 

Noorderbinnensingel nr. 136b

Adresb. 1950/’58: 136b: A.J.C. van Rije, bouwk. opzichter

Adresb. 1961 tm i.e.g. ‘64: 136b: W.A.M. van Eijk (bedrijfsleider); mej. J.M.C. van Eijk, kantoorbed. (alleen in ‘61)

Adresb. 1968/’72: 136b: J. Buisman (alleen in ’68), C.J. Ploeger, ambten. PTT

tot 2000: C.J. Ploeger

2000-’19: Inge van der Veen + knd.

Het portiek van nrs. 137-138 in de zomer van 1959, als Marieke Hoogkamp (138b) op de fiets op schoolreisje gaat

 

Noorderbinnensingel nr. 137

Adresb. 1950 tm i.e.g. ’64: 137: J. Rode, procuratiehouder (bontzaak in de Oosterstraat)

Adresb. 1968/’72: 137: L. Molenberg, dir. Volkshuisvesting

Lammert Molenberg wordt in 1901 in Groningen geboren. Hij trouwt daar in 1930 met Mentje de Noord (*1901) en is dan bouwkundige. Hij komt in ’34 in dienst als ‘administrateur’ bij Volkshuisvesting en is er van ’47 tot z’n pensioen in 1966 directeur. Hij betrekt eerst met vrouw en twee kinderen het onder zijn verantwoordelijkheid gebouwde Grote Kruisstraat 26b (zie daar) en verhuist daarna naar Noorderbinnensingel 137. Molenberg overlijdt 1973 en woont dan nog daar.

Nieuwsblad van het Noorden, 30-3-1973.

 

Noorderbinnensingel nr. 137a

Adresb. 1950/’58: 137a: W. Wester, techn. ambten. (Dir. v.d. Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in de prov. Gron.; Hij werd later de ‘baas’ van Hoogkamp van 138b)

Adrfesb. 1961 tm ‘72: 137a: B. Barteling, account.

 

Noorderbinnensingel nr. 137b

Adresb. 1950: 137b: L.E.W. van Albada, arts

Adresb. 1958 tm ‘72: 137b: J. Kemp, modelleur kledingfabr.; H.A. Kemp (alleen in ’61)

Marieke Hoogkamp (van 138b) herinnert zich dat er heel goed contact was tussen de fam. Kemp (met knd. Mattie en Herman) en de fam. Hoogkamp.

vanaf 1985?: Ad en Lena Kunst

 

Noorderbinnensingel nr. 138

Adresb. 1950: 138: A.L. van Wissen, meubelzaak L.M.

Adresb. 1958 tm ‘72: 138: J.J.F. Hasselman, techn. hoofdambt. openb. werken

 

Noorderbinnensingel nr. 138a

Adresb. 1950/’58: 138a: J.E. Broens, koopman

Meubelfabrikant Jan Eildert Broens woonde eerst Koninginnelaan 9, waar hij in 1944 autokenteken A 32499 kreeg.

Marieke Hoogkamp (woonde nr. 138b): ‘Onze benedenbuurman meneer Broens had een grote Amerikaanse slee, waar in mijn herinnering een heleboel sliertjes aan vastgeknoopt werden, waarna we door de besneeuwde straten van de buurt getrokken werden. De familie Broens (met een zoon en dochter) was een van de eersten die televisie had, zwart-wit, waar de buurtkinderen dan naar Pipo de Clown mochten kijken. Ook mochten we af en toen eens in de slee mee naar de meubelfabriek in Eelde. Dat maakte op ons kinderen veel indruk, waarschijnlijk ook wel door de geur van het hout dat binnen lag’.

Adresb. 1961 tm i.e.g. ‘64: 138a: J. Huizinga, observatory (eerst getr. met E.A. Sabee, later relatie met Maartje Krooshof, nr. 140)

Adresb. 1972: 138a: E.A. Sabee

 

Noorderbinnensingel nr. 138b

Adresb. 1950 tm ‘72: 138b: D. Hoogkamp, adj. inspecteur

Ze wonen er vanaf het begin tot ca. 1995. Vanaf het begin, vermoedelijk door inspraak van Hoogkamp, is het kleine kamertje bij de woonkamer getrokken. Ze hebben verder drie vakantiehuisjes op Ameland, waar ze dan ook altijd de zomervakanties doorbrengen.

Dubbeld (‘Dub’) Hoogkamp (* 1909 Beetgum, +1986 Gron.) is in 1936 in Leeuwarden getrouwd met  Petronella (‘Nel’) Maria Postuma (* 1912 L’warden, +1999 Gron.). Ze krijgen in 1947 hun enige kind: Marieke. Vader ‘Dub’ is eerst technisch ambtenaar en later adjunct inspecteur bij de ‘Directie van de Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in de provincie Groningen’, met kantoor Westerkade 10. In de herinnering van dochter Marieke heeft hij een auto met chauffeur die hem door de provincie rijdt. Over de buurt: ‘De melkboer en de bakker kwamen langs. De kolenboer met zware zakken op de nek. Mijn vader gaf ze na het sjouwen een paar sigaren mee’. Marieke gaat naar kleuterschool De Korenbloem (Nw. kijk in ’t Jatstraat) en daarna naar de Van den Bergschool aan de Violenstraat. Ze gaat in 1969 het huis uit.

Marieke Hoogkamp op het balkon van 138b in de winter van 1957-’58, staande voor de kolenbak.

 

Noorderbinnensingel nr. 139

Adresb. 1950 tm i.e.g. ‘61: 139: J. de Wit

Adresb. 1964 tm ‘72: 139: K. Venema, won.insp. bouw en w.toez.

 

Noorderbinnensingel nr. 139a

Adresb. 1950/’58: 139a: K. Dijkstra, techn. ambten.

Adresb. 1961 tm ‘72: 139a: mevr. M.W. Dijkstra-Ruiter

 

Noorderbinnensingel nr. 139b

Adresb. 1950/’58: 139b: B.J. Ploeger (drukker, zetter), mej. I. Ploeger (kantoorbed.)

Adresb. 1961 tm ‘72: 139b: mej. I. Ploeger (kantoorbed.)

 

Noorderbinnensingel nr. 140

Adresb. 1950 tm i.e.g. ’68: 140: G. Krooshof, leraar (vanaf ’61: wiskunde); R.L. Krooshof (alleen in ’61) (dch. Maartje krijgt later relatie met J. Huizinga van 138a)

Adresb. 1972: 140: E. Beugeling, account.

 

Noorderbinnensingel nr. 140a

Adresb. 1950 tm i.e.g. ’68: 140a: Dr. C.R. Ritsema van Eck, arts

Adresb. 1972: 140a: J. Kraaijeveld

 

Noorderbinnensingel nr. 140b

Adresb. 1950: 140b: Prof. P.J. Zumthor, hoogleraar

Paul Zumthor wordt in 1915 in Geneve (Zwitserland) geboren en is van 1948 t/m 1951 hoogleraar in de Romaanse filologie aan de RUG. Vanaf 1952 is hij hoogleraar in Amsterdam en vanaf ’71 in Montreal. Hij schrijft o.a. een roman over de stormramp van 1953, Les hautes eaux (1958), en overlijdt in 1995.

Adresb. 1958 tm i.e.g. ‘61: 140b: L.L. v.d. Vliet, predikant

Adresb. 1964: 140b: J.A. Tolsma, hoofd ULO school

Adresb. 1968: 140b: A.E. van Bergen (ambten. v. G&L), S. Sasker

Adresb. 1972: 140b: J.N. van Ditmarsch

 

Noorderbinnensingel nr. 140c

Adresb. 1950 tm ’64: 140c: Prof. H. de Vos, hoogleraar; W.H. Eisma en J.H.B. Rottinghuis (alleen in ’61); M.G. Venema (alleen in ’64)

Harmen de Vos wordt in 1896 in Kortezwaag geboren. Na zijn studie theologie in Leiden wordt hij vanaf 1923 hervormd predikant in achtereenvolgens in Akersloot, Rottevalle en Sneek. Na een privaatdocentschap aan de RUG in 1939-’45, is De Vos in ’46-’48 verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In 1948 wordt hij aan de RUG benoemd tot hoogleraar, met de leeropdrachten wijsgerige inleiding, ethiek en godsdienstfilosofie. Dit doet hij tot zijn emeritaat in 1966.

Afscheid als hoogleraar, Nieuwsblad van het Noorden 28-5-1966

Adresb. 1968/’72: 140c: K. v.d. Schoot, dir. Sted. Raad v. Maatsch. Welzijn