Verklaring van de straatnaam:

In 1626-’27 werd dit deel van het Lopendediep wat verbreed en kreeg aan de zuidzijde een loskraan. De noordzijde werd op de kaart van Haubois toen de ‘Noorder Craan Opslagh’ genoemd. Wanneer precies de namen Noorder- en Zuiderhaven ontstaan, is niet duidelijk. Tot 1921 hebben de noord- en zuidzijde van de Noorderhaven beide zowel even als oneven huisnummers. Daarna kent de noordzijde alleen oneven nummers en de zuidzijde even.

Eigenaren/bewoners Noorderhaven NZ

Noorderhaven NZ – oude nr. 1

(E 104, 1822-1899: L75, tot 1921: NZ 1): E 584, 1844: E 748, 1883: E 1940, 1920: E 2513, 1927: E 2937

1792 (IIIX 192 f. 195v): zwet: A.B. Trip

1805: A.B. Trip

BR 1822: J.W. Karsten; L75A: A. Komans

1830 (BR): L 75: Gerrit van Calcar, 58 jr (koopman) x Renske ten Cate, 55 jr. en 2 dienstmeiden; L75 boven: Hermannus Kijff met echtg. en dienstm.

Gerrit Jacobs van Calcar (*1771, zn. van Jacob van C. en Annigje Gerrits Pol, +1830) x 1800: Wea Jans Blaupot (*1779-+1805); x 1808: Renske Jans ten Cate (*1774 Sneek-+1845). Zij zijn doopsgezinden en krijgen geen knd.

vanaf ? (art. 409): Gerrit van Calcar (rentenier). Wordt in 1844 E 748

BR 1840: L 75: Renske ten Cate (wed. Gerrit van Calcar), 65 jr. + 2 dienstm.

1846 (art. 4420, 7904): Jhr. Mr. Wolter Gockinga (*1812-+1883) (zie voor meer over hem bij Gr. Rozenstraat 76, als stichter van het Gerarda Gockinga gasthuis)

BR 1870/1880: Wolter Gockinga (+1883) + knd. en personeel

1883 (art. 12635): Jacques Oppenheim (gem.secr)

In 1883 wordt gang E 585 ‘opgeslokt’ door E 748 en 747 (zie onder). Eerste wordt dan E 1940

1884 (art. 8744): Johannes Leopold (graanhandelaar, +1894) x Marie Angelique Susanne van Andringa (+1868 Leeuwarden); x Jacoba Johanna Elisabeth van Bommel van Vloten (+1941)

1895 (art. 14450): Wolterus van Bommel van Vloten (notaris), later Cornelis en Theodora Willemina van B van V (x Prof. Frits Zernike)

BR 1910: Jacoba Johanna Elisabeth van Bommel van Vloten (*1853), wed. J. Leopold + dch.: Amelia Debora Woutera Leopold(*1885, onderw.) en Christina Katriena Leopold (*1889, onderw.). Zij vertrekken mei 1911. Verder zijn er vele inwonenden. In sept. 1917 vertrekt wed. Leopold naar Rotterdam.

1917 (art. 21793): Bouktje Wieringa (*1869 Garnwerd, gem. Ezinge, +1938; x 1897: Jacobus Meijer, landb., *1868 Grijpskerk-+1909 Oldehove) (eerst Oldehove, later Noorderhaven 1).

Adresb. 1918: wed. J. Leopold (Jacoba Johanna Elisabeth van Bommel van Vloten). NB: Zij vertrekt in sept. 1917 naar Rotterdam

BR: vanaf 1-10-1918 uit Eelde: Dirk Herman Michael van Lessen (*1856-+1942) x Livia Reinera Cremer de la Lande (*1868 Keulen) + 2 knd. en dienstb.

Adresb. 1920 tm 1933: wed. J. Meijer (Bouktje Wieringa) of mw. B. Meijer- Wieringa

In 1920 wordt deel afgesplitst aan Nw. Kijk in ’t Jatstraat (E 2512, zie daar). Restant wordt E 2513. In 1927: E 2937

1933 (art. 31057): Anne Tjerk Staal (boekhouder; woont Nw. Ebbstr. 147a).

Bouw 1933-’34 i.o.v. A.T. Staal (arch. Henri Rots). In 1934 wordt deel van het perceel (schuurtje en tuin) verkocht aan art. 24143 (Carl Godfried Lange) en wordt daarna E 3004. Rest wordt dan kadastraal E 3005 tm 3010 (zie Hulpkaart 1935), waarbij E 3005 Nw. Kijk in ’t Jatstraat 2 wordt (zie daar). E 3007 en 3008 is bebouwing op achterterrein en E 3010 gang tussen Noorderhaven 1 en 3 (=gezamenlijk eigend.). Oude Noorderhaven 1 wordt E 3006 (hoek) en E 3009.

Noorderhaven 1 voor 1920 (collectie Nanninga, Gr.Arch.)

De afbraak heeft in december 1933 plaats gehad zoals blijkt uit deze advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden, 7-12-1933

 

Noorderhaven NZ nr. 1 tm 1-1b (inc. Nw. Kijk in ’t Jatstraat 2 tm 2d)

1934: E 3006 en 3009

Nieuwsblad van het Noorden, 19-3-1934

E 3006 en 3007: 1935 (art. 31318): Jacoba Henderika van Kammen (pianolerares) (x Petrus Teuniessen)( later Delft)

E 3009: 1935 (art. 31817): Fokko (Fopko) Postema (slager) en Jacoba Henderika van Kammen (pianolerares)

E 3009 en 3008: 1935 (art. 23397): Fokko (Fopko) Postema (slager) en 3 knd. Postema (elk 1/8), later wed. Martje Teisman (P. Campersingel)

Adresb. 1938: 1: G.H. van Wilgen, sig.mag (Gerhardus Hendrikus van Wilgen,*1907-+1991, x 1933 Juliana de Vries, +1984); 1/1: H(endrik, ‘Henk’) Oudgenoeg, verfwaren; 1/1a: mej. D.P.M. Auping, mej. E. Seissel, modiste; 1/1b: Chr. van IJzendoorn, psych en spraakler., wed. R.C. Talens-Harkema

Per 9-9- 1939 verplaatst Jos. Lange zijn ‘foto en kinohandel’ van Nw. Kijk in ’t Jatstraat 10 naar Noorderhaven 1/1 (zie adv. NvhN 8-9-1939)

Adresb. 1950: 1. G.H. van Wilgen, winkelier; 1/1 J. Lange; 1/1a. wed. G.E. Heijenga- Nomden/ J. Bremer, kantoorbed.; 1/1b. C. van IJzendoorn, spraakler./ mevr. M. Brinkman-Hofman, gezelschapsdame/ wed. R.C. Talens-Harkema

Adresb. 1958: 1. S.G.R. Niemeijer, winkelier;

1/1 Jos Lange; 1/1b. Chr. van IJzendoorn, spraakler.

1966 (art. 45489) (1, 1a, 1b): Johannes Lange (+21-4-1983) (X Aukje Bats) (handelaar in fotoart.)

Adresb. 1968: 1a. A.D. Plaggemars; 1/1: Foto Jos Lange; 1/1a: W.D.H. Lange, fotoh., en J. Lange, fotoh.; 1/1b: mej. F. Rauwerda en Chr. van IJzendoorn, spraakler.

vanaf eind dec. 1967: nr. 1: Frans Koopal, haarwerken

Nieuwsblad van het Noorden, 6-1-1968

1983(art. 68688): Aukje Bats, wed. J. Lange (1/2, woont 1a) en Willem Dirk (*1941, woont 1b), Eilje Anna Wilhelmina (*1945, Purmerend), Hendrik (Australie)

 

Noorderhaven NZ nr. 3

(E 105 ,1822-1899: L74, tot 1921: NZ 2): E 586, E 585= gang (later samen E 1941, 1927: E 2752)

Het pand is een langgerekt diephuis, samengesteld uit een aaneen gebouwd 17e-eeuws voorhuis en 18e-eeuws achterhuis. Het voorhuis bestaat grotendeels uit één bouwlaag met een steil zadeldak. Het voorste deel is verhoogd tot twee bouwlagen met een schilddak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat ligt. Midden onder de gang van het voorhuis bevindt zich een kleine, overwelfde kelder. Het achterhuis bestaat uit twee bouwlagen met een flauw zadeldak. Tegen de achtergevel staat een aanbouw, deels bestaande uit één bouwlaag met een plat dak en deels uit twee bouwlagen met een plat dak. Rechts van het huis bevindt zich een gang, links een smalle ozendrup. In oorsprong dateert het pand uit de eerste helft van de 17de eeuw en had het de vorm van een diephuis (7 x 12 meter) waarvan de voor- en achtergevels waren uitgevoerd als eenvoudige topgevels, voorzien van invlechtingen. De achtergevel heeft nog zijn oorspronkelijke vorm, nu als tussengevel. In de 18de eeuw is het pand naar achteren toe verlengd met een tweelaagse aanbouw met een zadeldak (7 x 16.5 meter). In de tweede helft van de 19e eeuw (vermoedelijk 1883) heeft een grondige verbouwing plaatsgevonden, waarbij het voorste deel van het huis is verhoogd tot twee bouwlagen met een schilddak, een aanbouw tegen de achtergevel is geplaatst en de indeling en interieurafwerking van het hele huis zijn vernieuwd. In 1924 is het pleisterwerk van de voorgevel vernieuwd, naar voorbeeld van de 19e-eeuwse afwerking. Na 1945 hebben enkele kleinschalige moderniseringen plaatsgevonden, voornamelijk in de interieurafwerking. Bij de verbouwing in 2002 is deze interieurafwerking weer nagenoeg geheel verdwenen.

Bouwdossiernummer: B 11369 1924J.C.E. van Herwerden krijgt een vergunning om de voorgevel af te bikken en opnieuw te bepleisteren.1927Ds. J.C.E. van Herwerden krijgt een vergunning om het bestaande privaat te voorzien van een inrichting tot waterspoeling en de faecaliën af te voeren naar het gemeenteriool

 

tot 1792: P. van Oldeneel, later wed. Jkvr. A.M. van Ewsum

1792 (IIIX 192 f. 195v): secr. W. Sickama en J.C. Eijteleijn

1805: Wm. Siccama

BR 1822: wed. P ter Huizen

1830 (BR): Barend Bulsing, 37 jr (*Edam), scheepsmakelaar x Johanna Maria Bruins, 35 jr. en 7 knd en dienstm.

1832 (art. 2168): Willem Hora Siccama (rentenier). NB> Willem Siccama kocht 3-5-1792 voor f.13.000 een complex van 4 huizen aan de Noorderhaven ( 3 tm 9), 1 aan Nw. Kijk in ’t Jatstraat en 2 aan Gr. Leliestraat (zie IIIX 192 f. 195v en Van Winter p. 678)

1844 (art. 4555 en 4556): baron Joost Diderik van Hoëvell (praeceptor van de Latijnse scholen). E 586 wordt in ’44 E 747. In ’46 samen met gang (E 585):

1846 (art. 4420, 7904): Jhr. Mr. Wolter Gockinga

In 1883 wordt gang E 585 ‘opgeslokt’ door E 748 en 747 (zie onder). Laatste wordt dan E 1941

1883 (art. 12458) (scheiding): Reneke Gockinga (kand. Notaris)

1886 (art. 13325): Bernardus Hermannus van Munster (graanh.)

1894 (art. 15042): Luiken Besseling

1901 (art. 17038): Gerrit Oosterhuis

1919 (art. 15106): Berend Geerts de Wit (bouwondern.- aannemer; Haren)

Adresb. 1920: G. Oosterhuis

1920 (art. 23559): Johannes Cornelis Eliza van Herwerden (predikant). In 1927: E 2752

Adresb. 1924: Ds. J.C.E. van Herwerden, pred./ J.C.E. van Herwerden jr, postzegelh./ P.J. van Herwerden, litt.stud..

1941 (art. 34338): Willemina Hendrika van der Molen (verpleegster)

Adresb. 1950: 3. Wed. D. Wiersema- Rozema/ wed. C.H. van Dijk- van Dongen/ mej. J.H. Wiersema, kant.bed.

1953 (art. 38537): Mr. Jantje Brauns/ Mr. Jan de Vries (adv. en procureur) (woont er ook: Adresb. 1958)

Adresb. 1968: mej. E Westers, hulp huish,/ J. de Vries, adv.-proc.

 

Noorderhaven NZ – oude nr. L 73 (5 en 7 samen)

Aanvankelijk samen met Nr.7 (E 106/E 98, 1822-1880: L73, later ook L73a): E 587 (huis), E 588 (vijver; 1844: E 746), E 589 (tuin met ‘kamer’ aan gang tussen 17 en 19; 1844: E 746); 1868: E 1270 (kantoor)-1271 (huis), E 588, E 1269 (tuin met kamer); 1869: E 1280, E 588, E 1269; 1870: E 1280, E 588, E 1326 (tuin met kamer en koepel); 1871: E 1271, E 588, E 1337 (tuin met koepel)-1338 (kamer)1338

Bouwdossiernummer: B 7719: S.C.H. Romkes krijgt in 1915 een vergunning voor het maken en hebben van een beerput in de open grond achter het gebouw. Het werk komt in 1916 gereed. Hij krijgt in 1922 een vergunning voor het maken van een overloop in de beerput in de open grond achter het gebouw.

 

17e eeuw: Van Oldeneel tot Oldenzeel (uiteindelijk gevlucht voor protestantse Oranjes?)

tot 1792: baron Paulinus Josephius Antonius van Oldeneel (zn van Margareta Maria Josina van O.) x1774 (+1792 in Pont à Mousson), later wed. jkvr. Anna Maria Elisabeth van Ewsum (+1810 Vorden, als laatste van Ewsum).

NB: Ze waren beiden katholiek. Van Oldeneel werd bekend als commandant van het exercitiegenootschap ‘Voor onze duurste panden’. Zij waren van 1774 tot 1783 eigenaren van de Saaksumborg in Baflo. In 1785 (Drekgelden) bezaten ze in elk geval ook een huis aan de Oude Boteringestr. WZ. Hij bood dit huis al in 1788 (Gron.Courant) te koop aan (verkocht toen ook een boerderij met tichelwerk aan het Peizerdiep) en verhuisde in 1787 volgens Siccama al in 1787 naar Frankrijk. Siccama huurde het huis in elk geval al in 1790 (bron oa: boek ‘Patriotten in Groningen’).

1792 (IIIX 192 f. 195v): secr. W. Sickama en J.C. Eijteleijn

1805: Wm. Siccama

BR 1822: W. Hora Siccama

1830 (BR) L 73: Willem Hora Siccama, 66 jr, lid PS x Johanna Christina Eytelwein, 67 jr (*A’dam) en 2 dienstmeiden

1832 (art. 2168): Willem Hora Siccama (rentenier)

1844 (art. 2111): Ulferdus Gerhardus Schilthuis (*1799-+1859, koopman, x 1822 Coenradina Catharina van Delden, *1797-+1871). ‘U.G.’ was in 1829 een van de oprichters van de Groninger K.v.K. en werd de eerste secretaris. Verder was hij van 1852 tot ’59 lid van het College van Gedeputeerde Staten.

portret van U.G. Schilthuis (part. collectie)

1864 (art. 8000): Jan Schilthuis UGzn (koopman).

In 1860 woont hij er al, zie geboorte dch. Jeannette Catherine (29-2-1860)

In 1868 ‘sloopt’ hij E 587 en wordt dit E 1270 (kantoor) en 1271 (huis), maar in ’69 weer samen E 1280.

Hulpkaart kadaster 1868. In de grote tuin E 1269 (met uitgang naar de Gr. Leliestraat, linksboven) werd in 1870 een tuinkoepel gebouwd.

In 1870 bouw koepel, waarna tuin met koepel (en kamer) E 1326 wordt.

Hulpkaart kadaster 1880, na splitsing nr. 5 en 7 en dempen vijver (E 588)

BR 1870: L 73: Jan Schilthuis (*1823, Doopsgez., koopman) x 1856 Maria Swanenburg (*1835, A’dam, NH) + knd. en dienstm. (later L 73a):

L 73a: Wilhelmus Augustus (‘Willem’) Hecker (*1817, hoogleraar Nederlandse Letterkunde en geschiedenis) x Cornelia Reijers (*1825, Gouda) + 3 knd. (later I 137a)

Tot 1873 Belgisch consulaat ?

In 1880 wordt nr. 5 afgesplitst en verkocht.

Uit ‘Stamboek Schilthuis’:

Het gezin woonde vele jaren aan de Noorderhaven, noordzijde. Het huis was groot, de tuin – die zich uitstrekte achter de erven van de buren – enorm groot. Huis en tuin werden dan ook in tweeën bewoond; boven woonde Prof. Willem Hecker (1817-1910), met de bovenwoning had hij ook de linkerhelft van den tuin in huur (Hecker was hoogleraar Nederlandse Letterkunde en geschiedenis. Hij had in zijn jonge jaren naam gemaakt met hekeldichten en was door zijn dichterlijke opvatting bij de studenten zeer populair). De rechterhelft bij de familie Schilthuis in gebruik, was weids van aanleg: een grote vijver, ovaal van vorm, aan weerszijden een oplopend pad, waarlangs men naar den koepel ging, die op een lichte terrein-verhoging was gebouwd. ’s Winters, als de vijver lag toegevroren, hadden de kinderen daar hun eerste oefeningen op de schaats. Ook was er een groot grasveld, dat afwisselend dienst deed als bleek en croquetveld. Zoals in elken tuin waren er perken met bloemen en bloeiende heesters, maar wat beide tuinen van andere onderscheidde, dat was de overvloed aan kostelijk ooft: niet alleen aardbeien, bessen, frambozen en derg., maar ook pruimen, kersen, morellen, hazel- en walnoten, appels en peren in grote verscheidenheid. In elken tuin stond tegen het Zuiden een druivenkas; ook waren daar, tegen den muur van de achterburen, twee grote moerbeibomen, waarvan de rijpe vruchten, bij het voorzichtig plukken, juist pasten in de pijpekop van een ouderwetsen gouwenaar.

Dit was de omgeving waarin de kinderen Schilthuis-Swanenburg opgroeiden. Omtrent het jaar 1880 kwam daarin verandering: de vijver werd gedempt, het huis werd verbouwd, het rechtse deel daarvan werd verkocht met een deel van den tuin, de fam. Hecker verhuisde en de fam. Schilthuis betrok de linkerhelft van het huis (nr. 7, zie daar), onder en boven, met de rest van de tuin die nieuw werd aangelegd. Dien nieuwen aanleg vindt men afgebeeld in het Hfst. Schilthuis-Mesdag; het beeld van Polyhymnia op den achtergrond was een geschenk van de kinderen aan hun ouders bij hun zilveren huwelijksfeest op 6 juni 1881. In 1887 verhuisde het gezin naar den Westersingel…

https://www.youtube.com/watch?v=jU3ruFcScR8

Noorderhaven NZ nr.5

tot 1880: zie boven (1880-1899: L73, tot 1921: NZ 3): 1880: E 1796, 1933: E 2938

1880 (art. 8744): Johannes Leopold (graanh.) (zie ook nr. 1)

1895 (art. 15285): Dr. Jacob Arie Beijerman (predikant)

1898 (art. 16338): Mr. Tjebbe Maas (agent Geldersche Credietveren.)

1915 (art. 20772): Mr. Sophius Coenraad Hendrik Romkes (rijksadv.), later Benjamina Maria Renske Romkes (cand. In de rechten) x Mr. Arend Hendrik Koning. In 1933: E 2938

Adresb. 1920/1924: Mr. S.C.H. Romkes, Adv. En Proc.

1957 (art. 20772): (vruchtgebruiker Mr. Arend Hendrik Koning) Mr. Johannes Sixtus Gerhardus, Mr. Sophius Coenraad (‘Coen’), Agatha Renske, Petronella Anna, Mr. Edzard Willem, Ceroline Christine Eduarda, Arnolda Maria Henriette Koning (elk 1/7)

Adresb. 1950/ 1958/1968: 5. Mr. A.H. Koning, dir. Betuwse Hypoth.bank

 

Noorderhaven NZ nr.7

tot 1880: zie boven (1880-1899: L73-2, tot 1921: NZ 4): 1880: E 1797, 1922: E 2540, 1927: E 2753

1880 (art. 8000): Jan Schilthuis UGzn (koopman)

1885 (art. 13119): Jan Schilthuis UGzn. & cs

In 1886 verhuisde het echtpaar Schilthuis-Swanenburg met de nog ongehuwde kinderen naar de Westersingel. Het huis wordt daarna nog alleen bewoond door oudste zoon Ulferdus Gerhardus (‘Ferdus’) met vrouw en kinderen.

Het nog jonge paar Schilthuis-Mesdag (part. collectie)

1916 (art. 21260): Ulferdus Gerhardus (‘Ferdus’) Schilthuis (*1857-+1935 graanh., x 1881 Julia Maria Mesdag,*1858-+1929); vruchtgebruiker: Maria Swanenburg, wed. J. Schilthuis UGzn. (Utrecht)

Adresb. 1920: U.G. Schilthuis, Graanh.

Ferdus als Julia speelden een belangrijke rol in het maatschappelijk leven, waren beiden actief binnen de Vrijzinnig-Democratische Bond. Julia zette zich in voor vrouwenemancipatie en vrouwenkiesrecht en was erg actief binnen de Doopsgezinde gemeente. Hij was o.a. lid van de gemeenteraad, Provinciale Staten en Gedeputeerde. Het gezin Schilthuis-Mesdag  (met 4 knd.) verhuisde in 1920 naar Haren.

1921 (art. 24928): Martina Afina de Vries Robbé (x Hendrik Gerard Enklaar, arts). Wordt in ’22: E 2540

1923 (art. 17755): Hendrik Roelof Kraus, later NV Kraus, Wieringa & Co graanhandel

Adresb. 1924: kantoor NV Kraus, Wieringa & Co., Graanh./ kant. W. Onnes, koffieh.

In ’24 ged. sloop en bijbouw. Wordt in ’27: E 2753.

1931 (art. 30043): Dr. Eelco Huizinga (oor-, neus- en keelarts)

Adresb. 1950/1958/1968: 7. Prof. E. Huizinga/ H. Huizinga (ass. RUG, ’58: adv. procureur)

1976 (art. 56918): Mr. Hendrik Huizinga (*1919; adv. Proc.)

Manny en Johan Oskam (‘De drie pijlers’)

 

Noorderhaven NZ nr.9

(E 107,1822-1899: L72, tot 1921: NZ 5 en 5/1): E 591, 1927: E 2754, E 590 (erachter) en E 592 (= mandelige gang)

tot 1792: P. van Oldeneel, later wed. Jkvr. A.M. van Ewsum

1792 (IIIX 192 f. 195v): secr. W. Sickama en J.C. Eijteleijn

1805: Wm. Siccama

BR 1822: L.B. Hartman

BR 1830: Lubbert Berens Hartman, 45 jr (*Veendam), blokmaker x Anna Meijer, 38 jr en zoon en knecht

1832 (art. 2168): Willem Hora Siccama (rentenier)

1844 (art. 3735): Lubbert Berends Hartman (blokmaker)

1850 (art. 5385): Freerk Hindriks Meijer. In 1868 gaat E 590 naar 1868 (art. 8000): Jan Schilthuis UGzn (koopman) en wordt in ’68 bij nr. 5-7 gevoegd tot E 1270 (zie verder daar).

1897 (art. 16030): Jacobus Theodorus Nelck (musicus; Noorderstat.str.). In ’97 herbouw. In ’27: E 2754

Adresb. 1920: A.E.A. Schepers, Beambte; 5a. J.Th. Nelck, music.

Adresb. 1924: idem; 9a. idem en mej. M.H. Nelck, onderw./mej. J.H. Tak, onderw.

1942 (art. 16030): Jacobus Theodorus Nelck (2/3) later wed. Maria Tak en Willem Hermanus Antonie Nelck (pred, A’dam) (1/6) en Jasper Jan Quak (schoolhoofd, Noordbergum) (1/6)

1946 (art. 35951): Maria Hendriks Nelck, wed. J.J. Quak (2/3) en 2 knd Quak (Brunssum en Zwolle) (elk 1/6, later elk ½)

1957 (art. 40656): Jan de Jonge (dir. NV, *1899)

Adresb. 1968: 9. A.A. Timmers; 9a. D.R. Lindeboom

1974 (art. 52922): V.v.E Noorderhaven 9-9a

 

Noorderhaven NZ nr. 11

(E 108, 1822-1899: L71, tot 1921: NZ 6): E 593 , 1852: E 858 en E 594 (erachter), 1876 samen: E 1665, 1884: E 1971, 1927: E 2756

opschrift ‘Anno 1623’. Rijksmonument

BR 1822: wed. J. Helt

BR 1830: Christiaan Maandag, 42 jr x Geesje Jans Perdon, 43 jr (*H’zand) en Renske Gerriets, 70 jr.

1832 (art. 1875): Wilko Pietersen (onderwijzer, Houwerzijl)

1841 (art. 4065): Geert Jans Kortrijk (scheepskapitein/cargadoor, koopman), later wed. Ika Alida Folkeringa. E 593 en E 595 (zie onder) worden in 1852 na bijbouw resp. E 858 en 859. E 594 en E 858 worden in 1871 verkocht aan zie onder.

1871 (art. 7893): Charlotta Luisa Bulsing, wed. Jacobus Johannes Bulsing Bzn/ later vr. van Pieter Beekhuis Damsté. In 1876 gaan E 858 en 594 samen: E 1665; in ’84: E 1971.

1892 (art. 14578): Haijo ter Voor, later wed. Diewer ter Borgh (2/3) en 2 knd. Ter Voor (elk 1/6). In 1898 ged.afbraak.

1901 (art. 16879): Jan Albers (scheepsreeder), later wed. Hilje Harkema en 4 dch. Albers, nog later 2 dch. Albers. In 1927: E 2756

Adresb. 1920: wed. J. Albers

Adresb. 1924: mej. E.C. Albers, corresp./ dames G.J. en R.H. Albers

1937 (art. 32717): Kornelis van Ham

1947 (art. 36137): Menstje van Ham, wed. Harm Hulst (woont Eyssoniusstr.)

1954 (art. 39018): Bernardus Jan Kleiberda (veeh.) en Hinderk ter Veld

1954 (art. 39021): Johannes Hermannus Korfage (*1901, vertegenw., Noorderhaven 11) (later 13/24), later ook 11 Korfages (elk 1/24)

Adresb. 1968: J.D. Flikweert, P.B. de Vries, J.H. Korfage (vertegenw.)

1975 (art. 54119): Christoffel Johannes Korfage (*1933, bedrijfsl., Vlierstr.)

 

Achter Noorderhaven NZ nr.9-11

(E 590 en 594, zie boven) aan mandelige gang (E 592):

(E 109, 1822: L70): kamer

1805: Jacob. J. Kortrijk

BR 1822: Ewold Klaassen

(E 110): kamer

1805: Jacob J. Kortrijk

(E 111, 1822: L69): behuizing

1805: Jacob J. Kortrijk

BR 1822: wed J. Kok

 

Noorderhaven NZ nr. 13

(E 112, 1822-1870: L68, 1870-1899: L70, 1899-1921: NZ 7): E 595, 1852: E 859, 1859: E 1350, 1927: E 2757

Rijksmonument

1805: Derk Jans

BR 1822: L 68: Derk Jans

1830 (BR): Augustinus Hooghuis, 31 jr, touwslager x Imke Fokkens, 33 jr en dch.

1827 (zwet van 15): wijlen kapitein Derk Jans

1829 (zwet van 15): Olfert Fiepkes Koolman (+1-12-1829, L 68)

1832 (art. 1346): Fennechien Pieters Boer, wed. Olfert Fij(ie)pkes Koolman (=vader van Alieda Elsiena, echtg. van H. B.Onnes: zie bij nr. 15-17)

1833 (art. 3038/ 3135): wed. Reinder Buining

1838 (art. 3633): Elsje Gratama

1851 (art. 4065): Geert Jans Kortrijk (scheepskapitein/cargadoor, koopman), later wed. Ika Alida Folkeringa. E 859 wordt na bijbouw in 1872 E 1350.

1894 (art. 13265): Evert Brans (leraar). In 1927: E 2757.

Adresb. 1920/1924: E. Brans Jzn., leeraar

1927 (art. 17755): NV Kraus, Wieringa & Co graanhandel (Noorderhaven 9/1)

1931 (art. 30090): Reintje Jan Raatjes (barbier), later wed. Christina Klaziena Meter (*1898)(3/4) en Koosje Raatjes (koopvr, x Jean Baptiste de Vries)

1965 (art. 44927): Frederik Hendrik (‘Frits’) Kuiper en Trientje van Akkeren (elk ½, wonen Noorderhaven 13). In ’65 en ’67 verbouwingen

Adresb. 1968: F.H. Kuiper, winkelier-grossier, Hengelsporthuis Kuiper

1975 (art. 54834): Fa. F.H. Kuiper en Zoon (firmanten: zie boven- wonen dan Veenweg- en Frederik Hendrik Kuiper jr., woont Noorderhaven 13)

 

Noorderhaven NZ nr. 15-17

(E 113/E 105, 1822-1870: L 67, 1870-1899: L 69; 1899-1921: NZ 8, 8/1 tm 8/6): E 596 , 1927: E 2758

NB: 17/1 tm 17/5 (1870-1899: L 68 tm 64, 1899-1921: 8/1 tm 8/7) aan gang tussen 17 en 19. Zie daar.

1805: stad Groningen (pachtenaar: C. de Cock)

Adresb. 1817: E 105: H.J. Draper sr. (dir. van de Groote Societeit)

i.e.g. 1817: Hermanus Josephus Draper

BR 1822: H.J. Draper (koopman) (+8-6-1825, L67)

15-2-1827 (Openb. Verkoping, notaris F.J.J. Cremers): Harmannus B. Onnes (*1807-+1863) x 1826 Alida Elsiena Koolman (*1803-+1827).

Omdat het huis voor zijn kleine huishouden (met alleen minderjarige dch Alida Fennechiena Henderika want echtg. Alida Elsiena Koolman is 28-7-1827 overleden), vraagt hij rechtbank (want ook voor dch en minderjarige Olphert Feipkes Koolman) toest. tot verkoop van het pand in 1829.

4-2-1829 (Openb. Verkoping, notaris F.J.J. Cremers) (art. 1799): Barteld Onnes (koopman)

BR 1830: onbewoond

1850 (art. 5324.8): Hinderika Haverbult, wed. B. Onnes

1864 (art. 3861.4): Lambertus Diephuis (koopman)

Adresb. 1880: H. Huisinga (Directeur der groninger-Rotterdammer stoomboot-maatschappij, grossier in teer- en pikwerk)

1881 (art. 11856): Maria Johanna Ailkina Diephuis (*1843) x 1864 Haitzen Huisinga (*1838, koopman), later 5 knd. allen 1/5

Adresb. 1920: H. Huisinga, mej. K.A. Huisinga (onderw.)

1920 (art. 24325): Andries Jonkhoff (handelsagent). Wordt in 1927: E 2758

Tot 1920 is 17 (dan nog NZ8) alleen een pakhuisdeel. Na de verbouwing wordt het een eigen woning, waar Jonkhoff zelf gaat wonen.

Adresb. 1924: 15. J. van Leeuwen (Piano en Orgelhandel); 17. Andr. Jonkhoff (agent in tabak)

Adresb. 1933: 15. Noord-Ned. Manuf. Org., J.J.M. Kloosterhuis (adm. Nrd-Ned. Inkoopver.); 17. Andr. Jonkhoff

In 1933 wordt op nr. 15 een Tehuis voor vrouwen en kinderen geopend door het Leger des Heils (zie knipsel uit tijdschrift)

1936 (art. 21983): Geert Jonkhoff

Adresb. 1938: 15. Mej. T. Staal en mej. C. Bijkerk, beide Off. Leger des Heils; 17. Andr. Jonkhoff, agent in tabak

1950 (art. 24172): Baptisten gem. Groningen

Adresb. 1950: 15. S. Groenendaal (loodgieter), B. Sonius (ambt. PTT), G. H. Keizer (smid); 17. A. Jonkhoff (handelsag.), mej. H.T. Scheltens (huish.)

1959 (art. 41377): Johannes Delstra (slager)

1959 (art. 42326): Prof. Dr. Jhr. Pieter Jan van Winter (*1895 Utr., woont er ook. Prof sinds 1939), later ook (X1926. NB z’n 1e vrouw had in ’23 een einde aan haar leven gemaakt.) Maria Johanna Spork (+1972)en 3 knd. Van Winter

Adresb. 1961/ 1964:  15. Prof. Jhr. P.J. van Winter, mej. C. van Winter (hoofdass. RUG), mej. A. Werkman (hulp in huish.)

Adresb. 1968: 15. mej. A. Werkman (hulp in huish), Jhr. P.J. van Winter

Adresb. 1972: 15. H.A. en P.J. van Winter

NB In 1988 vlak bij huis op zebra aangereden, daarna niet meer thuis (+1990)

1990: Seerp Hiddema en Jochrista Braaksma (naamgevers: ‘Noorder Craan Opslagh’)

Per 1 maart 2021 verkocht.

2021: Layla Koopal

 

Gang tussen 17 en 19

E 596 bis: art. 2113: Jan Schilthuis en m.e.

Adresb. 1920: 8/1 tm 8/6: ….

Adresb. 1924: 17/1 tm 17/4….

Adresb. 1933/’38: 17/1 tm 17/4

Adresb. 1950: 17/1: K. Buiter (cahuff.); 17/2: E. Wagenaar (los werkm.); 17/3: J. Roossien (los arb.); 17/4: K. Renkema (los arb./ transp.arb.); 17/5: werkpl.

Adresb. 1958: idem behalve 17/2: C.W. Roossien

Adresb. 1961: idem, behalve 17/2 vervallen; 17/4: H. Pruis (fabr.arb.)

Adresb. 1964: 17/3: J. Roossien, J. Roossien (arb.); 17/4: A. Klapwijk (los arb.)

Adresb. 1968: 17/3. J. Klinkhamer, P.W. Kok

Adresb. 1972: 17/3 G.T. Heikens

 

Erachter: E 600 ten 601

1832 (art. 38): Willem Arkema (rentenier)

1850 (art. 4666/7433): Johannes Wessels (timmerman, tuinman, koopman), later wed.

1862 (art. 6704/13640): Mattheus Schroote (koopman/kamerbehanger) & co, later wed. Reina Jorna en knd. Schroote. NB Hij had heel veel bezit!

1892 (art. 14588): Fa. Schilthuis & Co. (Ulferdus Gerhardus Schilthuis Jzn en Pieter Willem Schilthuis, graanh.en)

1902 (art. 6894): Gerard Kraus

1903 (art. 17755): Hendrik Roelof Kraus (graanhandelaar)

NB: Fa. G. Kraus olv H.R. Kraus wordt in 1918 NV Kraus, Wieringa & Co graanhandel (Noorderhaven 9/1)

In 1925 wordt er bij E 600 nog wat bijgebouwd. In 1935 worden 2 afgekeurde woningen afgebroken. In 1938 kadastraal samengevoegd met onderstaande (E 2760) tot E 3045, zie verder daar.

 

Erachter: E 602 (wordt E 949 tm 951= kamerwoningen en E 952= erf. Later wordt E 952 gesplitst in E 1739 en 1740)

1832 (art. 38): Willem Arkema (rentenier)

1850 (art. 4666/7433): Johannes Wessels (timmerman, tuinman, koopman), later wed.

In 1855 gesplitst in E 949 tm 952 (kamers en gang)

1862 (art. 7146): Mr. Oncko Quirin Jacob Jan van Swinderen (adv.)

1873 (art. 9959) (scheiding): Petrus Johannes van Swinderen (adv.)

In 1879 wordt E 952 gesplitst in E 1739 (oost) en 1740 (west) en wordt bezit opgedeeld verkocht:

E 949 en 1740:

1879 (art. 11294): (Conraad) Rudolf (Georg) Kieneker (brugw.) (x1871 Betje Koning)

1882 (art. 12208): Berend Datema (oesterverkoper), later 2 knd. Datema en Johannes Schurink (elk 1/3)

1909 (art. 19378): Gerrit Datema (oesterhandel.), later Nicolaas (*1899) en Nanno (*1900) Diephuis en Johanna Datema (*1873, wed. J. Schurink)

1964 (art. 41100): NV P.K. Woldijk

1981 (art. 41000): gem. Groningen

 

E 950, 951 en 1739:

1879 (art. 11293): Jacob Suidhoff (schoppenmaker)

1904 (art. 10340/1911: 19830): Henderikus Wilhelmus Lameris (schrijnwerker/meubelfabr., later vastgoed’ Noorderhaven 35), 1911: met 3 knd Lameris (elk 1/8)

1936 (art. 32193) (scheiding) Friedes Tjalling Lodewijk Lameris (procuratiehouder, Nrd.binnennsingel 115a) en 2 zusters

1959 (art. 41742) (scheiding) Tjabbina Wilhelmina Hendrika Lameris (X Hendrik Datema) (2/3), Trientje Johanna Dorothea Lameris (1/3), later Jacobina Antje Datema (*1925, X prof. Pieter Gerbenzon)

In 1976 en ’78 splitsing:

E 950: 1976 (art. 56583): Frederik Hendrik Kuiper (zie nr. 13). Wordt in ’78 met deel van E 1739: E 3341. In ’84 verkocht aan…

E 951: 1978 (art. 59086): Gerrit Paulus Oppedijk (*1953, Nrd.binnensingel), Wordt in ’78 verenigd met deel van E 1739: E 3342. In ’81 verkocht aan gem. Groningen.

 

Noorderhaven NZ nr. 19

Aanvankelijk samen met nr. 21 (1822-1870: L 64, 1870-1899: L 63, 1899-1921: NZ 9): E 597, 1909: E 2416, 1924: E 2638, 1927: E 2760

Stadsmonumentenbord: Pakhuis Engeland

Bierbrouwers vestigden zich van oudsher graag aan de ‘schone’ Groningse diepenring. Zo brouwde Alle Oostrum hier rond 1700 zijn bier. Enige decennia later was de brouwerij getooid met de welluidende naam ‘Het Wrakschip’. Nadat het eind achttiende eeuw op dit adres met het brouwen gedaan was, werd er enige tijd alleen gewoond.

In 1836 werden het huis en een achtergelegen pakhuis gekocht door Jan Schilthuis, die samen met zijn jongere broer Ulferdus Gerhardus een handelsfirma dreef. Na het overlijden van de eerste en het in geldnood komen van de tweede, moest er een Rotterdammer aan te pas komen om de firma te redden. Op voorwaarde dat het bedrijf voortaan ‘De Monchy & Cie.’ heette en De Monchy junior niet associeerde met U.G. maar met diens zoon Jan, ging de handel in 1853 door. Het volgende jaar verving de firma het oude huis aan de Noorderhaven door het Pakhuis Engeland.

Hoewel De Monchy al in 1864 uit de zaak stapte, duurde het nog tien jaar voordat Jan Schilthuis UGzn. het pakhuis had afbetaald. Na de aanleg van het Eems-kanaal in 1876 verplaatste Schilthuis het zwaartepunt van zijn bedrijf naar een nieuw pakhuis aan de Oosterhaven. ‘Engeland’ werd in 1902 verkocht aan Hendrik Roelof Kraus, die vanaf 1918 handelde onder de naam NV Kraus, Wieringa & Co. Namens deze NV vroeg architect Meindert Gerben Eelkema in april 1924 vergunning het kantoorgebouw op nummer 19 af te mogen breken en te vervangen door een silo. Een jaar later was de modern vormgegeven, in rode baksteen uitgevoerde, aanbouw klaar.

Van 1959 tot 1988 was Pakhuis Engeland in handen van de firma P.K. Woldijk. Nadat dit bedrijf naar elders was verhuisd, mocht Stichting Mamamini en daarna Kunstenaarscollectief Spatie het pakhuis een tijdje van de gemeente ‘lenen’.
De huidige bestemming van kantoor- en woonruimte kreeg het na een ingrijpende verbouwing in 1997-’98.

Eigenaren:

i.e.g. 1827 (zwet van nr. 15-17) (art. 1503): Egbert Lugies (schipper)

1834 (art. 1799): Barteld Onnes (koopman)

BR: in 1839 overlijdt op L 64 Tiessien Hindriks Haverbult, wed. J.H. Limborgh

1850 (art. 5324.9): Hinderika Haverbult, wed. B. Onnes

1858 (art. 6682): Jan Luitjes Borkhuis (kastelein/ scheepsoptuiger), later kinderen

1870 (art. 9242): Wallina Kema (tappersche) (X 1870 Jacob Reinders Vries= stuurman), later met Wilhelmina Maria Roelfina Borkhuis

1893 (art. 14748): Wallina Kema (X 1870 Jacob Reinders Vries)(stoombootkapitein)

1906 (art. 16206): Wallina Kema (wed. J.R. de Vries) (3/4) en dch. Ida Catharina (X J.K.G. Brandz) (1/4). In 1909 ged. sloop: E 2416

1911 (art. 18168): Jan Imelman Jz (makelaar). Zie: Familie Imelman

1911 (art. 18358): Maria Meinhardina Poelman (wed. Henricus Hermannuis Poelman)

1918 (art. 17755): NV Kraus, Wieringa & Co graanhandel (Noorderhaven 9/1).

Adresb. 1920: kantoor van Kraus, Wieringa & Co, Graanh.; 9a. wed. A. Slots In 1924 ‘ged. herbouw’ (kantoorgebouw wordt silo) en samen met nr. Nr21: E 2638. Zie verder daar.

 

Noorderhaven NZ nr. 21

Zie ook bij nr. 19 (tot 1899: L 62, 1899-1921: NZ 10): E 598 en E 599 (pakhuis, erachter), 1854: E 931, 1867: E 1247-1248, 1867: E 1252, 1927: E 2760 (zie Hulpkaart kadaster april 1925) 

– IIIx 26 fol.284v – 10 november 1646 – Trijntien van Enschede de Olde en Trijntien van Enschede de Jonge, erfgenamen van wijlen hun moeder en bestemoeder Geesien van Enschede, verkopen aan Jacob Siabbens en Anneijen Jouckens (ehel.) een hof gelegen achter het huis van de kopers aan de noordzijde van het diep bij de Craene. Jacob Jansen ten westen, de verkopers ten noorden, Egbertus Wilkens ten oosten en de kopers ten zuiden. Zoals zij het van hun moeder en bestemoeder hebben geërfd. Koopsom niet vermeld.

Siabbens komt in 1647 voor het eerst in het Rechterlijk Archief voor als ‘brouwer’. Na het overlijden van Siabbens hertrouwt zijn weduwe Annetien (Annetjen/Anneke) Jouckes met brouwer Alje Jansen. In 1665 verhuren ze de bouwerij aan Jan Arents en echtgenote Grietien Tiddens. Doordat er geleend moet worden van de Hoogkerker Harmen Clasen komt hij in het bezit van de brouwerij, die hij in 1681 verkoopt.

IIIx 59 fol.181v – 13 oktober 1681 – Harmen Clasen, te Hoochkerck [= Hoogkerk], verkoopt aan Alle Oostrum en Maria Lolkens (ehel.) een behuizing staande aan de noordzijde van het diep schuin tegenover de Krane, zijnde een brouwerij zoals door voornoemde ehel. bewoond, met kuip, ketel en met annexe kamers en hovingen. Koopsom 4.150 car. gld. waarvan de kopers beloofden bij aanvaarding 1000 car. gld. te betalen en over het restantd 41⁄2% rente te betalen. [In de marge: 29 mei 1688 is de origineel dezes ter stadssecretarie vertoond en waarvan in dorso bleek dat de volle koopsom ten bedrage van 4150 car. gld. ten volle is betaald, volgens 5 ondertekende kwitanties]

i.e.g. 1712: kinderen Alle Oostrum

i.e.g. 1733: erven wijlen hopman A. Oostrum

1765: schrijver Luppes ?

1770: brouwerij Het Wrakschip

i.e.g. 1787: boekh. Luppus (zie bij Lopendediep 1) en baron (P.) van Oldeneel

1788: Frederik Ottens, boekh. Luppius, P. van Oldeneel (?)

i.e.g. 1797: Jan Rigters Woldendorp (x 1782 Nandina Amsingh, +1803) en mej., de wed. boekh. A. Luppus

i.e.g. 1806- 1827: eigenaar J. Nevels (zie bij Lopendediep 1)

1836 (art. 2112): Jan Schilthuis (koopman)

1853 (art. 5846): Adriaan de Monchy (koopman). In 1854 herbouw en samenvoeging (zie hierna): E 931. In 1867 splitsing: E 1247 (pakhuis) en 1248 (drogerij), maar toen ook weer samengevoegd tot E 1252

1874 (art. 8000): Jan Schilthuis UGzn (koopman)

1885 (art. 13119): Jan Schilthuis UGzn. & cs

1902 (art. 6894): Gerard Kraus

1903 (art. 17755): Hendrik Roelof Kraus, later NV Kraus, Wieringa & Co graanhandel (Noorderhaven 9/1)

Adresb. 1920: pakhuis G. Kraus

In 1925: E 2638. In 1927: E 2760. In 1938 kadastraal samengevoegd met E 600 en 601 tot E 3045. In ’42 opbouw.

1959 (art. 41100): NV P.K. Woldijk Groningen

1987 (art. 41000) (ruiling): gem. Groningen

huurders: Mamamini/ Kunstenaarscollectief Spatie

1997:

 

Noorderhaven NZ nr. 23

(1806: E118, 1822-1870: L 62, 1870-1899: L61, 1899-1921: NZ 11) (Pieternellagasthuis): E 604, 1867: E 1246, 1906: E 2380

Stadsmonumentenbord:

Tussen 1608 en 1624 onderging de stad een aanzienlijke uitbreiding door de aanleg van een ruimere vesting. De oude stadsgracht werd binnenhaven en langs de kade – de ‘Noorder Craan Opslagh’ – verrezen spoedig pakhuizen. Toch was er in de tweede helft van die eeuw nog voldoende ruimte om in de stijl van die tijd een ‘dwarshuis’ te bouwen.

In navolging van andere panden in de ‘Nieuwe Stad’, als Guyotplein 3, Ossen-markt 5 en Spilsluizen 1-3, kreeg het huis een hele reeks smalle beneden- en bovenramen en geen voordeur! Het was Agnes van Bijler, dochter en weduwe van een Hogelandster predikant, die hier in 1729 verandering in bracht. Zij had door een erfenis een ‘andeel in het huijs’ verkregen en in december 1727 de andere erfgenamen uitgekocht. De verbouwing, die een voordeur, twee dakkapellen en zes stoeppalen opleverde, liet ze voor het nageslacht vastleggen door middel van twee beschreven ‘neuten’ onder de deurposten.

Eén van de latere eigenaren van de ‘hecht sterke groote Heeren Behuizinge‘, met ‘extra grooten en fraaijen Tuin’ en een uitgang naar de Havenstraat, was Roelf Ysbrands Hoeksema. Dertig jaar – van 1797 tot 1827 – bezat Hoeksema, die onder meer in veren, venen en olie deed, het pand. Zijn handel en wandel maakten hem tot één van de ‘hoogstaangeslagenen in het departement van de Westereems’.

Na de periode Hoeksema was het herenhuis in handen van een andere rentenier, een oud-burgemeester van Delfzijl en een ‘hoogleeraar in de Regtsgeleerde faculteit’. En tussendoor had ook de NV Groninger IJzer- en Metaalgieterij drie jaar – van 1855 tot 1858 – de zeggenschap.

In 1885 werd het pand gekocht door het bestuur van het achtergelegen Pieternellagasthuis. Dit ‘gesticht’ was 13 jaar daarvoor ontstaan uit de nalatenschap van Ludewé Vink, die drie echtgenoten en twee kinderen had overleefd. In het pand aan de Noorderhaven werd een voogdenkamer ingericht, met portretten van echtgenoot Janson, zoon Pieter en van de stichtster zelf. De rest van het benedenhuis wordt bewoond door de conciërge van het gasthuis.

Eigenaren:

1664?- 1667: Meinhard Lohman en Wytzia Swartte

1667- 1692/3: (Johan Rotgers en erven) Hendrik Bartels en Lucretia Rotgers

1692/3- 1697: Johan Elama (geërfd)

1697- 1727: Ellichien Wittenarents en Alegunda Wittenarents (wed. G. Rosink)  (geërfd)

1727- 1744: Agnes van Bijler (wed. Joannes Carolinus)

1744- 1767: Michiel van Bolhuis en Alagonda Beckeringh (erven A.E. en L. van Bolhuis)

1767- 1770: Geertruida J. Lelivelt (wed. Willem Jacob Meurs) (J. Wichers en Sc. Gockinga aangesteld als test. Voorstanders voor de minderjarige kinderen)

1770- 1787: Hillebrand Jacob Wichers

1787- 1788: Sophia Meijer (wed. Pierre de Maffé)

1788- 1797: Jan Ritgers Woldendorp (oud-rentmeester)

1797- 1827: Roelf IJs(e)brand(s) Hoekzema en Grietje Wijndels

BR 1822: R. IJ. Hoekzema (koopman)

1827 (1832: art. 38): Willem Arkema (rentenier), later erven

1850 (art. 5356): Hamo Bellinga (oud-burgemeester Delfzijl)

1855 (art. 6257): NV Groninger IJzer- en Metaalgieterij

1858 (art. 6820): Bernard Jan Gratama en echtgen. (hoogleraar). In 1867: E 1246

1885 (art. 18959): Juff. Pieternella & Vrouwe Ludewé Gasthuis (zie Stadsmonumentenbord)

Adresb. 1920: ds. A.L. Bretey, Waals pred.; 11a: G. de Jager, insp. Van politie; 11/1. H. B. Beck, concierge

Zie verder Gr. Leliestraat: Juff. Pieternella & Vrouwe Ludewé Gasthuis

 

Noorderhaven NZ nr. 25

(E 119, 1822-1870: L 61, 1870-1899: L 60, 1899-1921 NZ 12): E 605 , 1864: E 1159 en 1160, 1924: E 2550

 

Stadsmonumentenbord:

Pakhuis Albion

Een loodgieterij en – na 1821 – een cichoreibranderij waren de eerste vormen van bedrijvigheid op dit adres. Meinhard Wijchers en zijn compagnon Georg Bauerman veranderden het pand in 1853 in een graanpakhuis. Enige decennia later kwam het in handen van Bernardus Hermannus van Munster. Profiterend van de gouden graantijden bouwde deze graanhandelaar regelmatig bij, onder andere in 1900 om de hoek aan de Havenstraat.

Op 31 december 1908 stond pakhuis Albion (‘witte krijtrotsen’/ Engeland) in lichterlaaie. De goed verzekerde Van Munster greep de brand aan om zijn pand met enige verdiepingen te verhogen. Bijna vier jaar later – op 6 december 1912 – was het opnieuw raak. De vlammen richtten dit keer minder schade aan en uiterlijk hoefde alleen de topgevel te worden vernieuwd. Even later voegde de graanhandelaar aan het vooraanzicht een elevatortoren met overbrugging toe.

In 1922 verkocht Van Munster het complex aan de Groninger Zaadtelers-vereeniging. De GZV deed aan coöperatieve verkoop van door de leden geteelde granen, zaden en aardappelen. Hoewel de vereniging in 1926 in liquidatie ging, duurde het nog enige jaren voor de NV Kraus, Wieringa & Co de panden van de zaadtelers aan haar op Noorderhaven 19-21 gevestigde graanbedrijf kon toevoegen. Ook Kraus en consorten kregen brand en grepen dit aan voor een uitbreiding. Nog in 1941-’42 bouwden zij beton silo’s en lieten zij een deel van het pakhuis ophogen.

Nadat de NV in 1967 was ontbonden, ging het complex over in handen van P.K. Woldijk. Tot 1988 zorgde dit bedrijf in gewasbeschermingsmiddelen, zaaigranen en peulvruchten voor bedrijvigheid aan de Noorderhaven. Toen werden de activiteiten verplaatst naar de Bornholmstraat. Even was het pakhuis gekraakt, maar in 1991 liet Patrimonium het verbouwen tot dertig huurappartementen en bedrijfsruimten. De pakhuizen aan de Havenstraat maakten plaats voor nieuwbouw.

BR 1822: A. Metzlar

1832 (art. 1904): Harmannus Pothoff (cipier)

1847 (art. 4983): Barend Bulsing (scheepsmakelaar), later wed. Johanna Maria Bruine en Jacobus Johannes Bulsing. In 1864 wordt het verkocht en gesplitst in E 1159 (west, later bij 27) en E 1160 (oost, later alleen 25)

Oostelijk deel: E 1160: 1864 (art. 7893): Charlotta Luisa Bulsing, wed. Jacobus Johannes Bulsing Bzn

1872 (art. 9462): Teilina Ottens, wed. Freerk Germs

1876 (art. 10552): Harm Kwint Hzn.(scheepskap.)

1892 (art., 14581): Jan Christiaans (pakhuism.)

1893 (art. 14720): Albert Forma (havenm.)

1896 (art. 15823): Jak(c)ob Gerrits Hoetjer (leerlooier en drijfriemfabr.), later wed. Geesjen Bakker (1/2) en Jakob Pieters Bakker (stoombootkap.) (allen wonend in Veendam). In 1909 bewoond door wed. Olthoff

1913 (art. 20469): Jac(k)ob Albers (rustend scheepskap.)

1922 (art. 24880): Coop. Groninger Zaadtelersveren. tot verbetering van den teelt, de bewerking en de afzet van verbouwd graan. In 1923 en ’24 bijbouw. In ’24 samen met E 2441: E 2549 en E 2550.

E 2550: 1929 (art. 17755): NV Kraus, Wieringa en Co’s graanhandel. Zie verder bij nr. 27.

1960 (art. 42531): NV Eerste Euro Graan (Noorderhaven 27)

1973 (art. 51182): P.K. Woldijk BV

1987 (art. 41000): gem. Groningen

 

Westelijk deel (later bij nr. 27) E 1159 (1865: E 1187=bergpl. + erf; E 1188=pakhuis, 1867: E 1249, 1872: E 1349, 1901: E 2262):

1864 (art. 5143/9029): Meinhard Wijchers. Wordt in ’65 samen met E 637 (zie bij nr. 27) samengevoegd tot E 1187 (bergpl. + erf) en E 1188 (pakhuis). In ’67 worden ze verenigd tot E 1249. Zie verder bij nr. 27.

 

Noorderhaven NZ nr. 27

Zie ook bij nr. 25 (E 120, 1822-1870: L 60, 1870-1899: L59, 1899-1921: NZ 13) (incl Havenstraat): E 606, 1840: E 637, 1865: E 1249, 1872: E 1349, 1901: E 2262, 1909: E 2441, 1924: E 2549 en 2550, E 2842

BR 1822: C. Pothoff (cichoreifabr.)

1832 (art. 1900): Cornelis Pothoff (chicoreifabrijkant). In 1840 wordt het E 637.

1853 (art. 5143): Meinhard Wijchers (fa. Wijchers en Bauerman). Wordt graanpakhuis. In 1854 bijbouw. In 1865 samen met E 1159 (zie boven) samengevoegd tot E 1187 (bergpl. + erf) en E 1188 (pakhuis). In ’67 worden ze verenigd tot E 1249. In 1872 bijbouw, daarna E 1349.

1875 (art. 10366): Grietje Hoitsema, wed. M. Wijchers

1883 (art. 12462): Frederik Jan Wijchers & Com (koopman), Grietje Hoitsema, wed. M. Wijchers.

1886 (art. 13272): Antonius Lebuinus van der Lande (*1829 Deventer, graanh., +1896)

1896 (art. 15853 en 17257): Wilhelmina Maria van der Lande (* 1860-+1930,  x 1886 Deventer: Bernardus Hermannus van Munster). In 1901 samengevoegd met E 1681 en 1682 (achter Havenstraat vm E 542, zie daar), E 543, 544 en 638 (vm E 545) (Havenstr.) en achterdeel E 1552 (nr. 29 zie daar) tot E 2262.

1902 (art. 13325): Bernardus Hermanus van Munster (graanh.)

1905 (art. 18300): Fa. B.H. van Munster en Co (B.H. van Munster en Johannes Jacobus Kuinders). In 1908 bijbouw (en sloop E 638, Havenstraat), waarna E 2407. ‘Vernieling door brand’ (dec. 1908; kadaster 1909)

1909 (art. 13325): Bernardus Hermanus van Munster (graanh.). In 1909 herbouw waarna E 2441.

1922 (art. 24880): Coop. Groninger Zaadtelersveren. tot verbetering van den teelt, de bewerking en de afzet van verbouwd graan

In ’24 samen met E 1160 (zie nr. 25): E 2549 en E 2550.

E 2549: 1927 (art. 17755): NV Kraus, Wieringa en Co’s graanhandel.

1960 (art. 42531): NV Eerste Euro Graan (Noorderhaven 27)

1973 (art. 51182): P.K. Woldijk BV

1987 (art. 41000): gem. Groningen

 

Noorderhaven NZ nr. 29

(E 121, 1822-1870: L 59, 1870-1899: L58, 1899-1921: NZ 14): E 607, 1861: E 1081, 1874: E 1552, 1901: E 2269, 1910: E 2440, 1926: E 2728, 1959: E 3266, 1968: E 3299

BR 1822: Heike Onnes (winkelier, in cruidenierswaren, tapper)

BR 1830: L 59: Heike Onnes (39 j, koopman) x Meisina Kamerlingh (37 j) + 3 knd. en vele anderen

Hei(j)ke wordt in 1791 geboren als jongere broer van Barteld (zie bij lijnbaan) en zoon van zeilmaker Jeipe Onnes. Hij trouwt in 1815 Meisina Kamerlingh (*1794-+1866). ze krijgen 5 knd.: Harm Kamerlingh (*1819, +1880), Jeipe (*1823,+1906), Heiko Menso (*1825,+1867), Onno (*1830,+1831), Frouke Heilina (*1832, +1921). Heike overlijdt in 1833 in het huis op de plek van het huidige Noorderhaven 29 (zie ook bij Noorderbinnensingel oude nr. 186).

1832 (art. 1802): Heike Onnes (koopman, +1833), later wed. Meisina Kamerlingh (+1866)

1844 (art. 4534): Frederik Hendrik Janssonius, later wed. Hillegonda Hester Doorenbos en knd.

1857 (art. 6473): Johannes Johannes Balk (schipper, koopman) Hij verenigt dit in 1861 met E 542 (zie Havenstraat), waarna in 1861 E 1078 tm 1081 ontstaan, waarbij 1079 en 1080 kamers achter E 542=E 1078 (zie Havenstraat).

1861 (art. 5944): Jan Abels Bolhuis (scheepskap.)

1865 (art. 8196): Geessien Hindriks Londeman (x Jacob Jans Leutscher)

1870 (art. 7046): Douwe Jans Zomerdijk (scheepskap.)

1873 (art. 9752): Geert Dik Ezn (koopman en wijnhandelaar). In 1874 bijbouw, waarna E 1552

1895 (art. 15319): Jan Huizing (landb., later koopman) en Roelfien de Boer (H’zand). In 1901 verkoop van achterdeel aan art. 17257, zie bij nr. 27). Rest wordt E 2269. Na verbouwing van 1909: E 2440. Kruidenierswinkel?

1917 (art. 18193): Annecien de Boer, wed. Willem Fennema (winkeliersche)

1922 (art. 25439): Jan van der Zee (kruidenier)

1925 (art. 17139): Casper Bensik (vleeschh.). Wordt in ’26: E 2728. In ’26 en ’32 verbouw

1939 (art. 17755): NV Kraus, Wieringa & Co graanhandel. In ’39 verbouw.

1959 (art. 34728): Jacobus Wubbolt, later wed. Klaziena Greta Keizer (3/5) en 4 knd Wubbolt (elk 1/10). In ’59 verenigd met E 3105 en 3107 (Havenstraat 7-9, zie daar) tot E 3266 (magazijn met bovenwon.)

1967 (art. 45838): NV later BV Limonadefabriek Wegro (Oosterhamrikkade 76). Bezit ook Havenstraat 7-9, dat in ’68 wordt verkocht (zie daar). Rest wordt E 3299

 

Noorderhaven NZ nr. 31

(E 122, 1822-1870: L 58, 1870-1899: L 57, 1899-1921: NZ 15): E 608, 1901: E 2268, 1927: E 2763

BR 1822: W.M. Kramer (schipper) (+30-4-1824 op zee Port a Port) NB Zoon Klaas Willems Kramer verdrinkt in 1822!

1832 (art. 449): Jantje Beukema,  wed. Willem Menkes Kramer

1839 (art. 3804): wed. Willem Menkes Kramer  en m.e.

1853 (art. 5825): Christiaan Riedenberg (zoutziedersknecht)

1855 (art. 6196): Berend Remts Praal (scheepsoptuiger)

1861 (art. 6253): Coenraad Jans Meijer (scheepska.)

1863 (art. 7651): Jacob Jannes Leutscher (landb.)

1866 (art. 8304): Wiebe Alberts Banting (schipper), later wed. Martha Rasker c.s.

1883 (art. 12389): Eerrik Visser (bode Prov. Griffie). Wordt in 1901: E 2268

1906 (art. 18393): Arend Geerts Riga, later wed. Jantje Jager

1924 (art. 26730): Jan van der Veen (schilder)

1926 (art. 17755): NV Kraus, Wieringa & Co graanhandel. Wordt in 1927: E 2763

1936 (art. 31066): Arend Pieter Boekhoudt (aannemer) (+28-8-1979). Hij laat (B 7881) in 1938 pand slopen en garage met woningen bouwen (ontw. H.J. van Wissen), daarna ook 31a en 31b

1938 (art. 33140): Willem Koersen.

1965 (art. 44857): Jan Visser (*1917, loodgieter, Noorderhaven 31a)

1974 (art. 53918): Lodewijk Geveke BV

1975 (art. 56532): ir. Bauke Frederik Dijkstra (rector SG, woont Deventer)

 

Noorderhaven NZ nr. 33

(E 114/ E 123, 1822-1870: L 57, 1870-1899: L 56, 1899-1921: NZ 16 ): E 609, 1880: E 1759, 1901: E 2267, 1927: E  2764, 1938: E 3043 (= Noorderhaven 33 en Havenstraat 1), 1977: E 3334A1

BR 1822: A. Rosema

1832 (art. 2052): Albert Rozema (bakker)

1861 (art. 7387): Jan Rozema (broodb.), later met dch. Wiea Rozema (x 1890  Pieter Berend Motzveld(t), metzelaar) (elk ½). Het wordt in 1880 E 1759

BR 1870: L 57/56: Jan Rozema (*1832-+1912)x1861 Mettien Hemmes (*1836-+1907) + dch., vader Geert Scholto Hemmes en veel bakkersknechten

1890 (art. 14256): Jan Harm Moorlag (broodb.). Wordt in 1901: E 2267

1907 (art. 18883): Ide Hoekzema (bakker, Prinsesseweg)

1926 (art. 27473): Arend Oosterheerd (bakker), later wed. Sietske Leeninga (5/8) en en 3 dch. Oosterheerd, in ’60: 3 dch. Leeninga (elk 1/3).

Adresb. 1933 tm i.e.g. ‘50: 33: A. Oosterheerd, bakker (in ’50 geen bakker meer)

Hij laat in 1936 (B 5990) nieuwe bakkerij en woningen bouwen (ontw. Van Wijk & Broos). Vanaf 1938: E 3043

Adresb. 1950: 33: A. Oosterheerd, mej. T.R. Oosterheerd ( soc. verz.), H. Enter (bakker)

Adresb. 1958 en ‘61: 33: H. Enter, bakker; in ’61 ook: mej. M. Kooistra, hulp huish.

Adresb. 1964: 33: K. Knol (bakker), G. Lutter (kantoorbed.)

Adresb. 1968: 33: H. v.d. Heide, H. Hasper, B. Beekhuis (coupeur)

Adresb. 1972: 33: B. Beekhuis

1977 (art. 57710): Trijntje Roelfina Oosterheerd (*1921, x Jan Zwart, woont Apeldoorn)

In ’77 splitsing in appartementen van E 3043 in E 3334 A1 (Noorderhaven 33), 3334 A2 (Havenstraat 1) en 3334 A3 (Havenstraat 1a)

1977 (art. 58646): VvE Noorderhaven 33 en Havenstraat 1-1a

 

Havenstraat

 

Noorderhaven NZ nr. 35

(E 124, 1822-1870: L 26, 1870-1899: L 25, 1899-1921: NZ 17): E 610, 1927: E 2765, 1956: E 3248

Noorderhaven 35 is een eenlaags hoekpand met een steil zadeldak. Tegen het achterste deel van de linkerzijgevel (westzijde) staat een tweelaagse aanbouw met een plat dak, die het westelijke dakschild van de kap doorsnijdt. Tussen de panden Noorderhaven 35 en 37 ligt een smalle ozendrup. Het pand dateert in oorsprong uit de tweede helft van de 17de of vroege 18de eeuw. Omstreeks 1830 blijkt het pand te zijn uitgebreid met een aanbouw tegen de linkerzijgevel (oorspronkelijk waarschijnlijk eenlaags). Het huis is in de loop van de tijd meermalen verbouwd, vooral in de 19de eeuw; ook de ophoging van de westelijke aanbouw stamt uit de 19de eeuw. De gepleisterde afwerking van de voorgevel, de dakkapel op het oostelijke dakvlak en het merendeel van de vensters stammen uit de late 19de eeuw. In 1900 is de vloer van de gang vernieuwd. In 1987 werd het pand gerenoveerd (koppeling van de woonkamers op de begane grond, herinrichting van de zolder, sloop van een serre en verbouwing van de begane grond van de aanbouw tot keuken en toiletruimte). Recent is een nieuwe glazen serre tegen de achtergevel van de aanbouw geplaatst en is de samengevoegde woonkamer wer gesplitst in een voor- en achterkamer.

 

BR 1822: M.J. Harkema (schipper)

1832 (art. 2211): Frederik Sleutelaar (rentenier)

1838 (art. 3622): Jan Kloek (gepens. Luit., +1838, x Helena Gohr)

BR 1840: L 26: Helena Gohr (64 jr.), Anna Maria Barbara Gohr (Goor) (64 jr., wed. Lodewijk Lenser, +1845 L 26), Elizabeth Lenzer (38 jr.)

1846 (art. 4766): Willem Alberts de Boer (scheepskap.)

BR 1850: L 26: Lamijna Wijnstok (*1798) + 1 dch. en 2 zns.

BR 1860: L 26: Lamijna Wijnstok (*1798) + 2 knd. De Boer

BR 1870: L 26/25: Lamijna Wijnstok (*1798-+1884, x 1830 Willem Hendriks de Boer, *1799) + 2 zns. , 1 kleinzn., 1 ander.

1884 (art. 12756): Leonard Deutgen en 5 knd. Deutgen (elk 1/10), later wed. Pieternella Ebelina Eissing (1/2)

Adresb. 1886: L. Deutgen

1900 (art. 10340): Henderikus Wilhelmus Lameris (schrijnwerker. Meubelfabr., later ‘zonder’, woont er) (zie ook ‘achter 17 en 19)

1911 (art. 19830): idem (5/8) met 3 knd. Lameris. In 1927: E 2765

Adresb. 1920/’24:  H.W. Lameris

1944 (art. 32193): Friedes Tjalling Lodewijk Lameris (procuratiehouder, Nrd.binnennsingel 115a) en 2 zusters

1955 (art. 39476): (scheiding) Trientje Johanna Dorothea Lameris (2/3, woont er) en Tjabbina Wilhelmina Hendrika Lameris (X 1924 Hendrik Datema) (1/3). In 1956: E 3248

1969 (art. 47184); (scheiding) Jacobina Antje Datema (*1925, X prof. Pieter Gerbenzon)

1985 (art. 73245): Petra Anna Kim van Eck (*1962)

 

Noorderhaven NZ nr. 37

(tot 1870: L 25/25a, 1870-1899: L 24, 1899-1921: NZ 18): E 611, 1927: E 2766

Bouwdossier B12750: Het pand bevat in 1930 een beneden en een bovenwoning. Mej. de wed. Kooi-Wolthuis krijgt een vergunning voor het vergroten van een slaapkamer op de zolderverdieping en het aanbrengen van een dakkapel op de voorgevel. Het werk wordt nog hetzelfde jaar voltooid. Het tonnenstelsel wordt opgeheven. De bestaande privaten worden voorzien van een inrichting tot waterspoeling en het afvoeren van de faecaliën naar het riool van de gemeente.

De gemeente verstuurt in 1964 een aanschrijving na een binnengekomen klacht. De vloer in de voor- en ach-terkamer en keuken en wc zijn deels vergaan. Het keukenraam is niet voldoende hecht.

Mevr. J. Batenburg is in 1981 eigenaar van het pand. Architect Meyling uit Roderwolde maakt een plan voor restau-ratie Noorderhaven 37. Het bestek is in het bouwdossier aanwezig. Als te slopen worden aangemerkt: oa (delen van) de kap, drie dakkapellen, (delen van) de vloeren en enkele vloerbalken, goten en goot-klossen, deel schoorstenen, niet te handhaven plafonds, wandbekledingen, trappen, kozijnen en schei-dingswanden.

In januari 1982 wordt een vergunning verleend voor het vergroten en veranderen van het pand. Het werk wordt in 1983 voltooid. De bouwkosten bedragen ruim f 232.000,- J. Batenburg beeïndigt de samenwerking met Meyling in maart 1982 en neemt architectenbureau van Eys en Hopstaken in de arm. In juli wordt toestemming verleend voor het uitvoeren van werkzaamheden van ondergeschikte betekenis. Het betreft het gewijzigd uitvoeren van het bouwplan waarvoor in januari vergunning is verleend.

1832 (art. 1085): Barend Simons Hooghout (schipper)

1845 (art. 4670): Klaas Lugies Spijkman (scheepskap.)

BR 1850: L 25: Jan Drewes (*1798) x 1826 Wicherdina Lammina Houwing (*1806) beiden overl. op zee)

BR 1850: L 25: Klaas Lugies Spijkman (*1803-+1858 St. Petersburg)x Anna Maria Kortrijk (*1808) + 5 knd.

BR 1850: L 25a: Lammert Jager (*1824, scheepskap.)x 1851 Grietje Alberts (*1825)+ 2 knd.

1859 (art. 6858): (scheiding) wed. Anna Maria Kortrijk, later erven

BR 1860: L 25: Anna Maria Kortrijk (*1808) + Jacob Spijkman (*1838)x Grietje Botje en 2 ander  knd. Spijkman

BR 1860: L 25a: Grietje Alberts (*1826) en 3 knd. Jager (NB: vermeld staat: ‘het hoofd als zeeman afwezig’)

BR 1870: L 25/24: Anna Maria Kortrijk (*1808)

BR 1870: L 25a/24: Klaas Jans Zomerdijk (*1829, schipper) x1861 Grietje Spijkman (*1840-+1888)+ 3 knd., dienstm. en 1 ander

1878 (art. 11093): Harmannus Sieger Wieringa, later wed. Zwaantje Spijkman (1/2) en 4 dch. Wieringa (elk 1/8)

BR 1878-’79: L 24: Jacobus Broerse (*1850)+ Korstianna Bolle (*1856) + zn.

Adresb. 1886: L 24: H. Wieringa; L 24a: L.J. Stuitje

1903 (art. 17675): Klaas Ate Buitkamp, later wed. Geertje Alberts. In 1909 verbouw

1918 (art. 14330): Roelf Kooi (winkelier), later wed. Jantje Wolthuis (5/8) en 5 knd. Kooi (elk 3/40)

Adresb. 1920: 18: -; 18a. wed. K. Buitkamp

1923 (art. 26120): (scheiding) Jantje Wolthuis, wed. Roelf Kooi. In ’27: E 2766. In ’30 verbouw.

Adresb. 1924: G. Ekens (El.Techn.Bur.); 37a. R. Kooi

1941 (art. 34282): (successie) Renstje Kooi (X Abel Hulzebos, aannemer, woont Noorderhaven 37a)

1966 (art. 45668): Tomas Huizenga (houthand.)

1967 (art. 46176): Johanna Jacoba Batenburg (woont 37a)

 

Noorderhaven NZ nr. 39

(tot 1870: L 24/24a, 1870-1899: L 23/23a, 1899-1921: NZ 19): E 612 (1927: E 2772, 1959: E 3260)

1832 (art. 543): Gerrit Lippes Doornbosch (schipper)

BR 1840: L 24: Aaltje Jans (70) en dch. Fookelliena Boon (+1855, 60 jr.)

bovenwoning: Jan Drewes (*1798)x1826 Wicherdina Lammina Houwing (*1806)

BR 1850: L 24: Abel Gialts (*1829 )x Hinderkien Schoemaker (*1825. z`e vertrekt naar A’dam) + dch. Helena (*1851)

1853 (art. 5885/4906): (succesie) Fokelina Boon

1856 (art. 4716): Aildert Ailderts Potjer (schipper)

BR 1870: L 24/23: Aldert Potjer (*1817)x Geertruida Jacoba Oelrichs (*1825) + 7 knd. en dienstm.

BR 1870: L 24a/23a: Sietske Visser (*1794-+1873)

1875 (art. 10043): Harm Mattheus Kwint (scheepskap.)

1876 (art. 10538): Hendrik Mattheus Kwint

BR vanaf 1877: L 23a: Wobbe de Vries (*1863)

1882 (art. 9254): Luitje Siegers Wieringa (schipper)

Adresb. 1886: L 23: L.S. Wieringa; L 23a: B. Venema

1891 (art. 14518): Jantje Smith, wed. Luitje Siegers Wieringa

1901 (art. 16645): Johannes Wilhelmus van Lessen (graanfactor). In 1927 wordt deel van zijn bezit aan Noorderhaven verkocht en wordt: E 2772 (rest aan Zout- en Havenstraat blijft in zijn bezit, zie daar; hij woont Havenstraat 10)

Adresb. 1920: J.W. van Lessen, kantoren Fa. L. Oetzes; 19a. G. Klären

Adresb. 1924: mevr. C. Paarhuis, mej. H.J.J. Paarhuis, mevr. G.M. van Veen; 39a. J. Bakker (schoenm.)

1927 (art. 22376): Folkert Kiestra Ezn. (landb.)

1940 (art. 33932): Graanfactor-, Opslag- en Handelmij. Vh J.W. van Lessen NV (Noorderhaven 25). In ’49 verbouw

1959 (art. 37959): Johan Visscher (grossier), later Gezina Harmina (*1912) en Hendrik (*1914) Thie (banketb.) (elk ½). In ’59 verenigd met deel van achterliggende van art. 33932 tot E 3260

1960 (art. 42173):

 

Noorderhaven NZ nr. 41

(tot 1822: E 158 en 157, 1822-1870: L 22/22b en 23, 1870-1899: L 21 en 22, 1899-1921: NZ 20): E 613 en E 614, 1897 : E 2171, 1933: E 2940

Gebouwd in 1899 in Neo-renaissance-stijl Het gebouw is opgetrokken op een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen onder een schildkap van levendige vormen. Hoekpand dat zich met geveltoppen naar beide straten richt. De gevels zijn opgetrokken uit grijsbruine baksteen tot muurwerk dat op veel plaatsen met kunststeendecoraties en siermetselwerk verlevendigd is. De begane grond kreeg een stevige plint die afgedekt is met oranje profielsteen. Onder de rondbogige vensters met stalen ramen zijn borstweringen van kleurig siermetselwerk aangebracht. De bedrijfsdeur in het midden van de vijf traveeën brede gevel kreeg een halfrond bovenlicht. In de zijgevel werden twee smalle vensters en een deur aangebracht. Op de verdieping zijn de ramen rechtgesloten met een latei, maar de vensters kregen ook segmentbogen met boogtrommels. Het venster in de geveltop kreeg binnen een rondbogige ontlasting een schelpvorm. De topgevel wordt bekroond door een kroonlijst, een lettersteen (H) en een tympaantje. De kleinere geveltop van de zijgevel kreeg een even decoratieve, maar kleinere bekroning. De gevelgedeelten die rechtgesloten zijn kregen friezen van kleurig siermetselwerk. Nabij de hoek van het pand kwam een hoge en van lijstwerk voorziene schoorsteen op het dak.

Volgens boek ‘Een Deftig Huys met een fraay Hoff’, H. 17:

1633: pacht Harmen Jansen, herbergier. In 1664 herberg met kolfbaan

Herberg Farnabucq, tot in elk geval 1712

Volgens boek ‘Een Deftig Huys met een fraay Hoff’, H. 23:

1712: Aeltien Alders, wed. Harcke Jacobs

voor 1740: Hester Harckes, wed. Jacob Thomas

voor 1776: Harmanna Jacobs x Johannes Lauwes

1787: Hindrik Lauwes

ca. 1790: Lammert van der Veen (+1804, x Vrouke Veenhuizen, +1793; x Lammegien Buining, hertr. na 1804: Derk Bloembergen +1816)

BR 1822: E 158/L 22: Antje Venema; E 157/L 23: H. Jacobs, schipper

1832 (art. 202/ 7137): Menno/Menne Boerma (bakker), later wed. Catharina Geertruida Boon

BR 1870: L22/L21: Hinderikus Jansen (*1814, scheepstuiger)x Anna Garrelsma (*1812) + 1 ander; L 22b/L 21: Jan Mulder (*1829, zoutkeetskn.)x Elsje Scholtens (*1827) + 4 knd. e.a.

L23/L22: Jacobus Bergman (*1814, schoenm.) x 1841 Welmoed Juurts Zwart (*1812 Zoutkamp,+1866) x 1866 Aaltje Wallinga (*1831 Noorddijk, wed. Hindrik Wierman, +1875), x1879 Anna Woltman (*1844) + 2 knd.(*1867 en ’68) en 1 andere

1870 (art. 7917): Derk Lugtenberg (smid)x 1852 Elizabeth van Dijken (*1829 Zuidbroek, +1875), knd: Roelof (*1857-+1921), Reinko (*1862, zeeman, +1890 op zee)

BR 1890: L 21: Adam Leuver (*1845, pakhuiskn., RK)x Geertje Sluijp (*1841, RK) + 9 knd.; Jan Ubbens (*1817, kleermaker,+1895)x Jantje Klein (*1820)+ dch.; Anton Carel Saunier (*1847, pianomaker/-stemmer)x 1879 Detmerina Jacoba Vroom (*1853)+ 6 knd.

BR 1890: L 22: Derk Lugtenberg (*1830, smid, wednr. Elizabeth van Dijken)x 1875 Stientje Hoekz/sema (*1834 Hoogkerk) + zn. Hinderikus Hoeksema (*1867)

1896 (art. 11886): NV Groninger-Rotterdammer Stoombootmij. (Loopendediep 20)

Uit Stad en Lande  jg. 23, 4e kwartaal 2014: De op 29 juni 1876 opgerichte Groninger-Rotterdammer Stoomboot-Maatschappij NV (GRSM) krijgt het volgende jaar koopman Haitsen Huisinga als eerste directeur. Hij wordt in 1886 opgevolgd door expediteur Bernard Niewold, die aanblijft tot 1910. Door de namen van de stoomschepen, van Hunze I tm uiteindelijk Hunze XXVII, wordt de maatschappij in de volksmond wel aangeduid als de ‘Hunzeboten’. Het begint met een geregelde stoombootdienst tussen Groningen en Rotterdam. Later volgen andere lijnen, ook naar Duitsland.

In 1896-’97 herbouw, daarna verenigd: E 2171

Nieuwsblad van het Noorden, 16-7-1896

BR 1899: L 21: Joannes José (*1829, eerst veldwachter, later portier)x1869 Geertruida Saartjes (*1837) + 2 knd.

Adresb. 1920/’24: 20/41. smederij Hunzebooten; 20a. K.E. Meisner (Chef-Mach.)/41a. –

1954 (art. 38393):  Harmannus Scholte (timmerman, later ‘zonder’)

1954 (art. 39011): Fa. Gebr. Van der Helm (Willem Gerardus en Johannes v.d. H, machinefabr.)

1960 (art. 42368): Geert Boersma (koopman)

1981 (art. 20799): Mij. tot verbetering van woningtoestanden

 

Zoutstraat

 

Noorderhaven NZ – oude Zoutkeet

(incl. Zoutstraat 2 en aanv. ook 4).

E 615, 1882: E 1825 en E 615bis =pakhuis

Zie boek ‘Een Deftig Huys met een fraay Hoff’, H. 13, 19

1832 (art. 2754): Wolther Wolthers en Compagnie (zoutzeevers)

1898 (art. 16204): Sebe Sierks en cs (Geert Belgraver, Christianus Keiser, Frederik Hendrik de Vries, Hilbrand Modderman, Jurren Kroon, Pieter Keiser, Daaijo Mulder)

Wordt gesplitst in E 2180 tm 2195 (zie Hulpkaart sep. 1898)

1898 (art. 16344): Fa. Sjoerd Hannema en cs (zoutzieder) (Harlingen) en Fa. Frans Tjallingii (zoutzieder) (Harlingen). Zij verenigen E 2180 tm 2195 weer tot E 2198. In 1899 sloop en verkoop naar div. partijen.

 

Noorderhaven NZ nr. 43

(1899-1921: NZ 21): 1899: E 2214, 1900: E 2230, 1931: E 2881

1899 (art. 15203): Christianus Keiser cs (broer Pieter) (beiden timmerm., bouwondernemer). Bouwterrein wordt in 1900 bebouwd, daarna: E 2230. Deel wordt verkocht: E 2229, zie Zoutstraat 4

1910 (art. 19588.23): Christianus en Pieter Keiser

1914 (art. 20547): Pieter Former en Steven Kruidhof, later wed. Hester Former

Adresb. 1920: 21. J. de Vries, opz.

Adresb. 1924: 43. P. Former

1940 (art. 28106): Jacob Meijer (costumier), later wed. Grietje Jongsma (Den Haag) en 2 knd. Meijer

1970 (art. 48659): Hendrik Postma (*1944, koeltechn.monteur; woont er, x Egberdina Helena Oosterhoff)

1975 (art. 55014): Cornelis van Mourik (adm.medew.). In 1982 splitsing in app. Noorderhaven 43 en Zoutstraat 2

1987 (art. 69478): Franciscus Age Andringa (*1942, woont Zoutstraat 17)

 

Noorderhaven NZ nr. 45-45a

(1899-1821: NZ 22-22a): 1899: E 2215, 1900: E 2228

1899 (art. 16307): IJtzen van der Veen (arch.) en Pieter Switters (steenh.). In 1900 splitsen zij hun bezit en verkopen perceel aan Noorderhaven (E 2228):

1900 (art. 15203): Christianus Keiser cs (broer Pieter) (beiden timmerm., bouwondernemer). In 1901-’02 bouw

1910 (art. 19588.21): Christianus en Pieter Keiser

1914 (art. 20548): Jantina Harmina Landweer

1917 (art. 21521): Albrecht Wiger Hendrik Frölich (klerk) en Jan klok, later wed. Wijtske (Frölich -)Veenstra en 3 knd. Klok (elk 1/6)

Adresb. 1920/ 1922 tm i.e.g. ’24: 22/45. W. Spier (ass. Posterijen); 22a/45a. J. Klok, J.L. Klok (arts, alleen in ’24)

1932 (art. 30620): Rensiena Kramer (wed. Jacob Albers, woont nr. 45a)

1961 (art. 42558): 3 knd. Albers

1963 (art. 43807): Harm Veenker (*1895, woont nr.45)

1965 (art. 44763): Hendrik de Graaf (kelner, woont er aanv., daarna Roden)

1969 (art. 47587): Ernst de Graaf (*1946, stoffeerder, woont er)

1975 (art. 55149): Johannes Paulus Beckmann (*1949, rijksambt., woont er)

1976 (art. 56942): Christina Catharina van Omme (*1953, woont Eendrachtsk.)

1980 (art. 63630): Gerrit Bolk (*1953, woont Guldenstr.)

1986 (art. 60984): Sjoerd Rozema (schilder)

1986 (art. 71203): Sale Zwaantinus Scheepstra (woont Ees), heeft ook oa Zoutstr.27

 

Noorderhaven NZ nr. 47-47a

(1899-1921: NZ 23-23a )1899: E 2216, 1900: E 2225

1899 (art. 16307): IJtzen van der Veen (arch.) en Pieter Switters (steenh.)

1900 (art. 15203): Christianus Keiser cs (broer Pieter) (beiden timmerm., bouwondernemer). Bouwterrein. In 1900 bouw, deel verkocht oa aan gem., daarna E 2225

1910 (art. 19588.20): Christianus en Pieter Keiser

1913 (art. 20479): Harmannus Huizenga (bouwk., aann., woont er)

1914 (art. 18861): idem met Harmannus Huizenga jr, (1/4)

Adresb. 1920: 23. T. Meijer Hzn, Agentuur en Commissiehandel; 23a. H. Huizenga, Timmerm. en Aann.

Adresb. 1924: 47. H. Huizenga’s Acc. Kantoor, ler. MO, Boekh.; 47a. H. Huizenga (timmerm., aann.)

1932 (art. 30654): Daniël Bouman (woont er)

1941 (art. 30152): Albert Huseman (bakker,x Riepkedina Visser, 2/3), Jan Huseman (1/6) en 5 knd. Van der Ploeg (elk 1/30) (NB Dch van Albert: Geertruida Huseman +1956, x Klaas Siebrand v.d. Ploeg)

1950 (art. 32665): Geertruida Anna Clevering (boekhoudster, woont er)

1968 (art. 46605): Eppo Geert Eefting (chauffeur, woont er)

 

Noorderhaven NZ nr. 49-49a

(1899-1921: NZ 24-24a): 1899: E 2217, 1901: E 2270

1899 (art. 15639): Taeke IJbeles Jelsma (timmerm.) cs, later wed. Pietertje Eltjes (1/2) en 7 knd. Jelsma (elk 1/14)

1901 (art. 15203.68): Christianus Keiser cs (broer Pieter) (beiden timmerm., bouwondernemer). In 1901 deel verkocht aan gem., rest wordt E 2270. In 1904 bijbouw

1910 (art. 19588.24): Christianus en Pieter Keiser

1914 (art. 20545/art. 21057): Warnder Kramer (zeekap., later dir. ‘De onderlinge vriendschap’, woont er)

Adresb. 1920/ 1922 tm i.e.g. ’24: 24/49. Wed. A. Muis, E. Hamersma (apoth.), A. Groothuis (chef Waschinr.); 24a/49a. W. Kramer (schipper)

1938 (art. 32856): Henderikus Antonius Broek (garageh., woont er niet), later wed. Geetruida van Wolde en 3 knd. De Ridder

1960 (art. 30165): Bartholomeus Hermannus Rembertus de Ridder (install.; woont er niet)

1983 (art. 69590): Tim Bokschoten (*61) en Leah Denise Southwell (*61) (wonen er)

 

Noorderhaven NZ nr. 51-51a

(1899-1921: NZ 25-25a): 1899: E 2218, 1903: E 2322

1899 (art. 16748): Harm Ibelings (aann.). In 1903 wordt perceel gesplitst in E 2322 (erf, schuur) en E 2323 (erf). Laatste wordt in 1903 overgedragen aan de gem.

1904 (art. 15203): Christianus Keiser cs (broer Pieter) (beiden timmerm., bouwondernemer). In 1904-’05 herbouw

1910 (art. 19588.25): Christianus en Pieter Keiser

1915 (art. 20803): E.J. Sannes ijzer- en brandst.handel, vanaf 1918 alleen: Meindert Ritsema (dir., vanaf 1918 zonder). In ’16 en ’17 bijbouw, daarna kantoor

Adresb. 1920: 25. Kantoor NV Handelsvereen. vh H. Goeree; 25a. wed. E.H. v. d. Bos, H.J.W. Sevenhuijsen (stud.), P. Roorda (med.stud.)

1921 (art. 19167): Auke Hijlkema (*1868,+1938, x Margaretha Engelina Kappelhof), later wed. en 4 knd. Hijlkema. NB:Koopt in 1925 ook E 2653 (zie Gr. Leliestr.)= wasscherij en erf

Adresb. 1924: 51. A. Hijlkema; 51a. wed. R. Kuipers (=Tj. J. Haven, met zns: Reinold, 1914, en Abe Johannes, 1916), mej. A. Gerritsen (onderw.), J. Post (chem.stud.). D.v.d.Veen (phil.stud); 51b. mej. Holst-Heuker (mode vakschool)

1925 (art. 26659): Folkert Jacob Kazemir (machinemonteur, woont 51a)

1942 (art. 34842): Jacob Deen (bierh.)

1976 (art. 54590): Jilis van Donderen (1/2) en Kornelis Jan van Slochteren (1/2) (hebben veel bezit)

1976 (art. 51519): Carolus Antonius Maria Welbergen (aann.)

1976 (art. 46716): Bieuwkje Couperus, wed. Hijlkema (*1911, woont nr. 57a)

 

Noorderhaven NZ achter nr. 53

nu: E 3767.

Bank van Leening: zie boek ‘Een Deftig Huys met een fraay Hoff’, H. 8

Adresb. 1924: 53. Pakhuis Fa. Koster & Zn., opslagpl. J. Leverman (steenk.h.) Stoom Wasch- en Strijkinr. ‘De Volharding’ (dir. J. Heidinga)

Adresb. 1933: 53. A. Hijlkema en Zn. Brandst.h en Stoom Wasch- en Strijkinr. ‘De Volharding’

Adv. NvhN 7-6-1923: Stoomwasscherij ‘De Volharding’, Noorderhaven 23

 

Noorderhaven NZ nr. 55

nu onderdeel van F 3767

Gebouwd door C.M. Sannes – van Essen, 1907-1908 (arch. G. Nijhuis), pakhuis, op voormalig werfterrein (zie onder).

Voordien staan er schuren. zie boek ‘Een Deftig Huys met een fraay Hoff’, p. 381-382

zie boek p. 388-390:

  1. Stoomwasscherij ‘De Volharding’, 1922-‘39
  2. Handelsonderneming COVA NV, 1938-1951

Adresb. 1924: 55. Brand en Billenkamp, Motoren en Rijwielen; 55a. Boekb. E. Eimers

Adresb. 1933: 55. Timmerwerkpl. H. Koster en Zn.

 

Noorderhaven NZ nr. 57, 57a

1899: E 2445 (bergpl. & erf), 1927: E 2734 (huis & erf)

(art. 20803): E.J. Sannes ijzer- en brandst.handel, vanaf 1918 alleen: Meindert Ritsema (dir., vanaf 1918 zonder)

Adresb. 1924: 57. Mag. NV Techn. Hand. en Ingen. Bur. ‘Industria’; 57a. J. Heidinga, dir. Waschinr. ‘De Volharding’; 57b. Gez. Frieling, J. van Bussel, handelsr.

1925 (art. 19167): Auke Hijlkema (x Margaretha Engelina Kappelhof), later wed. en 4 knd. Hijlkema (Zie ook bij nr. 61). In 1927 splitsing in E 2734 en 2735. De eerste wordt gesloopt en daarna nieuwbouw: huis en erf

Adresb. 1933: 57. Bergpl.; 57a. A. Hijlkema en Zn, brandst.h.; 57b. P.J. Wories, handelsr.

Adresb. 1938: 57. Kant. D. Smit Olieh.; 57a. A. Hijlkema, Brandst.h.; 57b. D. Smit, Olieh.

zie boek p. 392: Machinefabr. Wolfard en Wessels, 1941-1957

1961 (art. 32422): Anne Hijlkema (brandst.h., x Bieuwkje Couperus), later wed. (4/7)en 6 knd. Hijlkema (elk 1/14)

1968 (art. 46716): Bieuwkje Couperus, wed. Hijlkema (*1911, woont er nr. 57a)

Hulpkaart kadaster 1899, met oude werfterrein E 2222 tm 2224

Noorderhaven NZ – oude werfterrein

(NZ 25 en NZ 26=huis): E 616 (water), E 617 (werf, 1855: E 953), E 618 (huis& erf, 1844: oa E 724 enz. Zie Gr. Leliestraat), 1899: E 2222 tm 2224, 1903: E 2318, 1907: E 2401

Op de Groninger Archieven bevinden zich in de toegang 1480 diverse actes van verkoop van de zogeheten Noorderwerf:

Gegevens uit het kadaster:

1832 (art. 1468): Hindrik Johannes Limborgh (scheepstimmerman). In 1844 opsplitsing E 618 in o.a. E 724 (wordt in 1848: E 793)

1847 (art. 39): Pieter van Arnhem (*1798 Nijmegen) x 1824 Udonia Hendrika Jacoba Hoeksema (*1796 Noorderhaven, dch. van Jan Ysbrand Hoeksema)

1847 (art. 5000): Willem Carel van Arnhem

1851 (art. 5391/8574): Klaas Kater (scheepsbouwer). NB: In de Groninger Archieven bevindt zich verkoopacte uit 1853 (toegang 1480): In 1865 ontstaat E 1201=erf uit art. 7145.117 (gem. Groningen, =straat)

1873 (art. 5859/ 9917): Jan Jacob Scheepers (commission.)

1878 (art. 11249): Edo Johannes Sannes en Johannes Antonius Bulsing

1891 (art. 14312): Edo Johannes Sannes en Catharina Maria van Essen

Uit boek ‘Een Deftig Huys met een fraay Hoff’:

BR: 1894-1905: Psychiatrische kliniek Enno Dirk Wiersma (adres vanaf Gr. Leliestr.)

BR 1905-’08: Willem de Sitter (*1872 Sneek, ass. Sterrenkunde RUG, +1934) x 1898 Kaapstad Eleonora Suermondt + Theodora (*1900), Aernout (*1905, NZ 26)

huurder o.a.: Menno Huizinga (*1876, +1956)

In 1899 wordt E 616 gedempt: E 2222. In 1903 wordt deel ervan straat: E 2319 (gaat naar gem. Gron.= art. 13364.430). Rest wordt met overige voormalige werfterrein: E 2318. In 1907 vanwege aanleg Werfstraat: E 2398 (straat naar gem. Gron.), E 2399, 2400 (zie Gr. Leliestr.) en E 2401 (rest vm. Werfterrein). In 1908 verkoop straat: E 2408 (aan gem. Gron.= art. 17475.744), rest wordt E 2410 en 2411= schuren. Deel wordt in 1909 verkocht aan art. 19268= Coop. Melkproductenfabr. ‘Stad en Lande’ (zie nrs. 63-65)

 

Noorderhaven NZ nr. 59, 59a, later ook 59b

(wagenhuis en erf): E 2222 (water), 1903: deel van E 2318, 1903: E 2337, 1905: E 2360, 1911: E 2444, 1936: E 3017

1891 (art. 14312): Catharina Maria van Essen x Edo Johannes Sannes . In 1903 na demping deel van E 2318.

1903 (art. 7087): Nieuw opgerigte vereeniging voerlieden van de Noorder- en Zuiderhaven te Groningen, later NV Vereeniging van voerwerken aan de Noorder- en Zuiderhaven Groningen. Deel E 2318 wordt na aankoop: E 2337.

Gebouwd 1904, arch. G. Nijhuis  (zie boek p. 393-’94)

1916 (art. 18168.61): Jan Imelman (makelaar, O. Kijk in ‘t Jatstraat). Zie: Familie Imelman

1916 (art. 20803): E.J. Sannes ijzer- en brandst.handel, vanaf 1918 alleen: Meindert Ritsema (dir., vanaf 1918 zonder)

Adresb. 1924: ontbreekt (zie bij nr. 63)

1925 (art. 27334): Fa. H. Koster en Zn (Hendrik en Aaldrik Koster, beiden aannemer). In ’27 verbouw.

1932 (art. 25779): Hendrik Koster

Adresb. 1933: 59. Fa. H. Koster en Zn, timmerfabr.; 59a. Kantoor drukkerij Gruno

1935 (art. 28816): Aaldrik Koster (bouwk, woont Bernouilliplein, later elders)

1938 (art. 33125): Henderika Trijntje Kremer (x Jan Koster, adv-proc., woont Van Ketwich Verschuurl.)

zie boek p. 395-96: Christiaan Plieger & Harmannus R. Wieringa, 1933-’38; Plieger, Wieringa & Tobbe, 1933-’35 en Plieger & Angerman, 1938-‘68

Regenkledingfabriek BBB, 1946-1978

1982 (art. 51753): Johannes Wiringa (*1930, metaalh., woont Yde, later Haren, Eelde)

1982 (art. 68022): VvE Noorderhaven 59, 59a en 59b.

 

Noorderhaven NZ nr. 61

1907: E 2401, 1908: E 2411, 1925: E 2654

1891 (art. 14312): Catharina Maria van Essen (x Edo Johannes Sannes). In 1908 splitsing waarbij achterterrein (nr. 55, zie daar) en terrein langs Werfstraat F 2410 (later E 2413 tm 2415) wordt.

Gebouwd door C.M. Sannes – van Essen, 1907-1908 (arch. G. Nijhuis), pakhuis en woning

Voordien staan er schuren.

1915 (art. 20803): E.J. Sannes ijzer- en brandst.handel, vanaf 1918 alleen: Meindert Ritsema (dir., vanaf 1918 zonder). In 1925 afsplitsing van achterdeel, wordt E 2653= wasscherij: art. 19167: Auke Hijlkema (x Margaretha Engelina Kappelhof), later wed. en 4 knd. Hijlkema

Adresb. 1924: ontbreekt (zie bij nr. 65)

zie boek p. 388, 397-403

1926 (art. 27602): NV Melkinrichting Vredewold. In 1926 verbouw

1927 (art. 28408): NV Brouwerij d’ Oranjeboom (R’dam), werkpl. en woning

Adresb. 1933: 61. NV D’Oranjeboom; 61a. Jac. Deen, Hoofdagent. Oranjeb. (Jacob Deen, Bierhandel). Tm Adresb. 1972: J. Deen

1963 (art. 34842): Jacob Deen (*1901, bierh., later Planetenlaan)

1973 (art. 51753): Johannes Wiringa (*1930, metaalh., woont Yde, later Haren, Eelde). NB: hij huurt het al vanaf 1970 zie boek p. 399

2000: Richard van de Berg (Richards Kunst in Lijsten, sinds 1985)

 

Noorderhaven NZ nr. 63

(tot 1925?: 59): 1909: E 2412, 1925: E 2646 (fabriek en erf)

1891 (art. 14312): Catharina Maria van Essen x Edo Johannes Sannes. Verkoop van deel E 2412.

1909 (art. 19268/ art. 26511): Coop. Melkproductenfabr. ‘Stad en Lande’. Gekocht als bouwterrein. 1e bouw 1909-’10, zie bij nr. 65. In 1913 ‘bijbouw’: werkplaats met verdieping, nr. 63 (zie ontwerp Gerh. Hoekzema 1912)

Adresb. 1924: 59: Zuivelfabr. ‘Stad en Lande’. Na faillissement ‘Stad en Lande’ verkocht:

1925 (art. 27014): Fa. Noord Nederlandsche Clichéfabriek (firmanten Daniel Dost, Gerrit Veenma, Jacob Meijer; resp. winkelier, proc.houder en costumier)

Adresb. 1933: Noord Ned. Clichéfabriek

1939 (art. 33380): Willem Kamp (dir Clichefabr,), later wed. Elizabeth Jongsma en 2 knd. Kamp (wonen Haren)

1955 (art. 39351): NV ‘Weco’ (Martenshoek)

1955 (art. 39446): Martinus Lodewijk(us) Antonius v.d. Werff (woont Nw. Ebb.str. 107)

1956 (art. 39906): Noorder Stores CV (Sijbrand Wassenaar)

1966 (art. 45596): Anna Catharina Nijhout, wed. S. Wassenaar en 4 knd. Wassenaar (Noorder Stores CV)

1966 (art. 45613): Krijn Willem Jasper Smit (scheepsbenodigdheden) (woont Mijnsheerenland) en Hans Smit (Barendrecht) (Noorder Stores CV)

1976 (art. 55786): BV Noorder Stores

1978 (art. 59221/ art. 61021): Ping Chan Chau (Chau Ping Chan): The Mandarin (Tonny Wong) (opening 26-6-1979, tot  1999)

Hongaarse Vork, 1999-2001

Nov-dec. 2002: Happietaria

2004-2018: Kaap Noord

2018: Dokjard

 

Noorderhaven NZ nr. 65

(tot 1925?: 61/Werfstraat 1): 1909: E 2412, 1925: E 2644

1891 (art. 14312): Catharina Maria van Essen x Edo Johannes Sannes. Verkoop van deel E 2412

1909 (art. 19268/ art. 26511): Coop. Melkproductenfabr. ‘Stad en Lande’. Gekocht als bouwterrein.

‘Melkinrichting’/ ‘stoomzuivelfabriek’ gebouwd in 1909 in opdracht van Y. van Yperen als Coöperatieve Stoomzuivelfabriek en Melkinrichting ‘Stad en Lande’ naar ontwerp van de Groninger architect G. Nijhuis (arch. J. v.d. Veen, 1909?)

Adresb. 1924: 61: Melkinr. ‘Stad en Lande’; 61a. Kantoor ‘Stad en Lande’.

1925 (art 26511): Coop. Melkprod.fabr. ‘de Ommelanden’.

In 1925 gaat de fabriek failliet, daarna verbouw tot herenhuizen (arch. IJ. v.d. Veen) en in delen verkocht:

1925 (art. 18798): Johannes Heike Wiersema (koopm./ vervener), later wed. Hilje Korneliske Ubbens, nog later 3 knd Wiersema. In 1925 gesplitst in E 2644 en E 2643.

Adresb. 1933: 65. A. Boer; Werfstraat 1. J.H. Wiersema; 1a. mej. Dr. B.J. Karsten , dir. Meisjes HBS

1953 (art. 38413): Frouwktje Hoving (x. Pieter Johannes Galliard, woont er niet)

1955 (art. 29785): Jan Berent Wolthuis (7/8) en Mr. Jan Aksel Wolthuis (1/8, woont 1a)

1958 (art. 38377): Stoffer Otten (eier-, zuivelhand., later kamerverhuurder), later 4 knd. Otten

1979 (art. 41913): Stichting SSH